Hoofdstuk 6
Dorian
'Dus, wat was het dat je me gisteren niet wilde vertellen?' vroeg Dorian de volgende nacht, toen zijn vriend de donkere kamer binnenkwam met het ontbijt.
Terwijl nurai uit nachten bestond met de Maan aan de hemel, waren er tijdens munari dagen met de Zon. Ondertussen was al meer dan de helft van de nurai voorbij, waardoor de Maan richting de horizon gleed en niet langer in het midden aan de hemel stond. Dorian had genoeg van de kou en duisternis en verlangde naar warmte en licht, naar de strelingen van de Zon op zijn huid. Gelukkig schonk Caydens bed hem nog iets van warmte.
Na het feest waren ze naar Caydens kamer gegaan en direct gaan slapen. Dorian was uitgeput geweest, zo erg dat hij besloot een andere keer de liefde met Cayden te bedrijven. Dorian was veel langer op het feest gebleven dan hij van plan was geweest. Op de een of andere manier was het Cayden gelukt om Dorian op een koninklijk feest te amuseren. Door de vermoeidheid had Dorian het echter niet meer gehad over wat Cayden van de prins had gehoord. Wel had het steeds in zijn hoofd gezeten, want wat het ook was, het was blijkbaar zo zorgelijk dat Cayden het niet meteen aan Dorian wilde vertellen.
Terwijl Cayden naast hem onder de zijdezachte dekens ging liggen, zakte het matras een stukje door en voelde Dorian Caydens gespierde been tegen die van hem strijken. 'We kunnen dat na het eten bespreken.' Hij legde het dienblad met eten op het dekbed neer, bovenop hun schoten.
'Als je het nu niet vertelt, ga ik uit van het ergste.'
Cayden pakte Dorians hand beet en kneep er teder in. 'Wil je echt vechten?' vroeg Cayden zachtjes. 'Of toch nog je laatste kans pakken en met je vader vluchten?'
'Nirvelli wordt dus gezuiverd,' prevelde Dorian, zijn angst uitsprekend. Cayden beaamde dat met een knikje. Niet voor niets waren er al mensen gevlucht. De kans dat er een zuivering zou plaatsvinden was groot met de komst van de prinsen, en ergens had Dorian het aan zien komen, ook al wilde hij zo graag geloven dat het nooit zo uit de hand kon lopen.
'Ik wist niet dat de situatie zó ernstig was. Lorena en F-' Ondanks Caydens liefde voor hen, had hij de neiging om Lorena en Finnian niet als zijn ouders te erkennen, om afstand te creëren, maar hij deed wel zijn best om dat te veranderen. 'Mijn ouders,' corrigeerde Cayden die over zijn bestoppelde kaak wreef, 'volgens mij ook niet, anders waren ze nooit weggegaan. Het is misschien maar beter dat ze met de meiden uit Nirvelli zijn vertrokken. Ik weet niet in hoeverre Navarre de waarheid sprak, maar als ik hem moet geloven is de koningin op weg naar Nirvelli. Sterker nog, ze is al bijna in Nirvelli aangekomen en ze zal waarschijnlijk de zuivering zo snel mogelijk uitvoeren.' Cayden vertelde het slechte nieuws in één ademteug, alsof hij hoopte dat dat de klap zou verzwakken. Zijn blik bleef op Dorian hangen, wachtend op een reactie.
De tijd leek te stoppen. De geschiedenis zou zich herhalen en Dorian zou er weer middenin belanden. Het kon niet anders. Even wist hij niet meer hoe hij moest ademhalen.
'Ik dacht dat ze Nirvelli juist nog even met rust zou laten,' mompelde Dorian. Hij had op zijn minst iets meer tijd verwacht. De aanblik van het eten zorgde dat het maagzuur omhoog kwam. Na één hap zou hij alles eruit kotsen.
'Ik kon het je gisteren wel vertellen, maar ik zag hoe moeilijk je het al had om Navarre te zien en ik wilde je nog één zorgeloze nacht gunnen,' vertelde Cayden. 'Enkele nachten geleden hoorde ik al geruchten over dat de koningin naar de stad kwam. Dat was een van de redenen waarom ik naar het feest wilde. Ik wist dat daar mensen waren die het konden bevestigen. Maar toen wilde Navarre me spreken en ik vrees dat hij de waarheid sprak.'
Pas toen Cayden zijn vingers met die van Dorian verstrengelde, realiseerde Dorian zich dat hij het laken stevig beet had gepakt. 'Het spijt me, Dorian.'
'Sinds wanneer vertelt hij je zulke informatie?' vroeg Dorian. Zijn stem klonk niet helemaal meer als die van hemzelf.
'Navarre deed de laatste jaren erg afstandelijk tegen mij, dus ik heb werkelijk geen idee waarom hij dit nu ineens tegen mij vertelt. Misschien kom ik vannacht meer te weten. Hij reist richting de koningin en vroeg of ik mee wilde komen. We kunnen alle informatie gebruiken, alles wat ons een voordeel geeft.'
Plots drong een nare gedachte Dorians hoofd binnen die zijn lichaam liet tintelen van angst. Zijn paniekaanval van gisteren moest wel bij de prins opgevallen zijn en omdat Cayden toen ook nog eens zijn naam had geroepen, was die niet langer geheim voor de prins. Het was dwaas geweest om naar dat feest te gaan. Het zou zijn dood betekenen. 'De prins kan aan de koningin vertellen dat ik waarschijnlijk een verrader van het rijk ben. Ze doden verraders al op enkel een verdenking.'
'Dorian. Luister goed naar me.' Hij liet Dorians hand los en pakte zijn gezicht met beide eeltige handen beet, waardoor Dorian hem wel aan moest kijken. De donkere ogen brandden in die van hem. 'Jou overkomt niets. Ik zal zorgen dat niemand aan jou komt.' Zijn woorden beloofden geweld.
'En mijn vader?'
'Ik kan hem wel in de gaten laten houden.'
Hij liet Dorian los en pakte een broodje met sla en ei. Het was voor Dorian een raadsel hoe hij het voor elkaar kreeg een hap ervan te nemen. Maar Cayden had altijd een plan en kon zijn hoofd koel houden, terwijl Dorians gedachten chaotisch door zijn hoofd raasden.
'Door wie?'
'Door leerlingen van mij die niet helemaal loyaal zijn aan de prinsen of de koningin, en bij mij in de gunst willen komen,' zei Cayden met een bedrieglijk glimlachje.
'Is dat niet een beetje misbruik maken van je beroep?' vroeg Dorian. Hij vond het echter een goed doordachte zet. De bescherming van Lorena en Finnian was er niet meer. Tijden waren onzeker geworden.
Cayden haalde nonchalant zijn brede schouders op. 'Het is altijd handig om iets achter de hand te hebben. Sommige leerlingen hebben potentie. Het zou zonde zijn die niet te benutten. Vind je dat erg?'
Dorian glimlachte. 'Helemaal niet.' In ieder geval niet wanneer de prinsen en de koningin over Nirvelli heersten en de stad zouden achterlaten in iets wat Dorian niet langer herkende. Van Dorian mocht Cayden dus gerust de regels overtreden, zolang hij zichzelf er niet mee in de problemen bracht.
Cayden stond op en wierp een blik op het laatste broodje. 'Wil je die nog?'
'Hoe kan jij nog eten?' vroeg Dorian ongelovig. Hoewel Dorian geen honger had, scheurde hij een stukje voor zichzelf af en gaf het andere stuk aan Cayden. 'Leef je uit.'
Tijdens het eten van het laatste stuk brood, pakte Cayden een zwaard uit het rek met andere wapens dat speciaal was ontworpen voor oefenduels vanwege zijn botte randen. Dorian had weleens meegedaan met de groepstrainingen en was altijd weer blij geweest met die oefenzwaarden, maar wanneer hij alleen met Cayden duelleerde, dan koos Cayden altijd de dodelijke zwaarden uit om Dorian voor te bereiden op mogelijke gevechten tegen vijanden. Cayden had Dorian er nog nooit mee verwond, wat Dorian nog altijd verbaasde, aangezien Cayden zich niet bepaald inhield.
'Na het geven van de training ga ik meteen met Navarre mee. Ik verwacht dat ik over twee nachten weer terug ben,' kondigde Cayden aan.
'Wees voorzichtig.'
'Jij ook. Probeer jezelf niet gek te maken. We komen hier samen uit.'
Nadat Dorian zich had aangekleed, liep hij een stukje met Cayden mee richting het trainingsveld en voerde het tempo stevig aan, omdat hij niet langer dan noodzakelijk het risico wilde lopen om een van de prinsen tegen te komen. Hij had het nog niet tegen Cayden gezegd, maar dit was een van de laatste keren dat hij in dit kasteel kwam. Dit ging niet alleen om zijn angst, maar ook om zijn veiligheid. Het zou dwaas zijn om hiernaartoe te komen. Ze kwamen ze gelukkig niet tegen. Wel zag Cayden iemand in het kasteel die hij wilde spreken. 'Ik moet ervandoor. Red je het zonder mij?'
Dorian gaf hem een stoot met zijn elleboog. 'Red jíj het wel zonder míj?'
'Nee. Waarschijnlijk zal ik je elke seconde missen en voor het slapengaan heel dramatisch je naam fluisteren.'
'Grapjas.'
Cayden grijnsde breder, maar zijn uitdrukking werd weer serieus. 'Het komt goed, Dorian.' Dorian kon zijn emoties nooit voor Cayden verbergen. Hij las Dorian als een open boek, wat Dorian ook wel waardeerde. Het betekende dat Cayden op hem lette.
Hij legde zijn hand op Dorians wang, terwijl hij het oogcontact niet verbrak. Cayden liet hem pas los toen Dorian mompelde: 'Het komt goed.' Daarna ging Cayden achter de vrouw aan die net nog de gang was uitgelopen en uit het zicht verdween. De donkerblauwe uitlopende jurk die reikte tot de enkels gaf weg dat ze een schoonmaakster was. Dorian had geen idee wat Cayden met haar moest. Het maakte hem vrij weinig uit. Hij had andere dingen aan zijn hoofd, zoals de zuivering die zou komen.
***
Dorian beende door de donkere, koude straten om het slechte nieuws aan zijn vader te vertellen en voelde de wind dwars door zijn dunne mantel snijden. Het gaf hem de rillingen. Dorian vond nurai nooit een aangename periode, waarin de Maan voor een halfjaar heerste. De Maan gaf hem geen enkel gelukzalig gevoel, maar juist angst en onzekerheid. Hij verkoos de Zon en kon niet wachten om die warmte weer op zijn huid te voelen. Cayden daarentegen had een hekel aan die warmte, maar ondanks dat ze daarin verschilden, accepteerde Cayden hem en probeerde zich zelfs aan Dorian aan te passen. Cayden koesterde geen enkele haat jegens mensen die een voorkeur hadden voor de Zon en verwant waren aan mensen in het zonnerijk. Waarom zou niet iedereen zo kunnen zijn? Dorian begreep niet waarom er zo veel haat in de wereld moest zijn, waarom hij werd gezien als een verrader van het maanrijk, als iemand die moest sterven, alleen maar omdat de familietak van zijn moeder niet zuiver was. Haar familie kwam oorspronkelijk uit Aodhan, een plek in het zonnerijk, waardoor Dorian zich niet als een zuivere maanmens mocht identificeren en dus werd bestempeld als een gevaar voor het maanrijk.
De weg ernaartoe was voor Dorian moeilijk. Elk klein geluidje schrok hem op en zijn ogen bleven op zoek gaan naar mensen die een bedreiging voor hem konden vormen. Het gevoel van veiligheid was volledig verdwenen nu Dorian wist wat er zou gaan komen. Overal loerden vijanden.
Kon hij nog een keer een zuivering doorstaan? Het geschreeuw en bloed was hij nog lang niet vergeten en dat kwam over twee nachten in Nirvelli aan met de komst van de koningin.
Hijgend rustte Dorian zijn hand op de muur van een woning en keek voor zich uit, de drukkende duisternis in. Even beeldde hij zich de rode straten in, de mensen die vluchtten voor hun leven of zich opofferden om anderen een kans te gunnen een beter leven te krijgen.
De wereld draaide.
Dorian zou vechten. Ondanks de angst zou hij niet langer meer vluchten, maar het kostte hem zo veel moeite om niet de makkelijkste weg te kiezen. Het voelde aan alsof hij in een val zat, met nergens een lichtpuntje te bekennen. Het verstikte hem.
Cayden had hem dan wel beloofd om hem en zijn vader te beschermen, maar wat kon één man doen tegen al die vijanden – inclusief de machtigste persoon in het maanrijk, de koningin? Zelfs Cayden zou hem er niet tegen kunnen beschermen.
Rillend haalde Dorian adem en ging rechter staan, omdat hij bang was dat zijn gedrag te veel op zou vallen. Hij moest nog beter letten op hoe hij zich gedroeg. Anders zou hij zonder twijfel het volgende doelwit zijn. Maar toen hij zich inbeeldde hoe zijn vader op dit nieuws zou reageren, kromp hij toch ineen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top