Hoofdstuk 5

Dorian

Dorian had zich net gewassen toen hij de voordeur krakend open en dicht hoorde gaan. Er volgden stemmen. De zware, kalme stem van Cayden bereikte de badkamer en zo te horen was hij een gesprek aangegaan met Dorians vader.

Ondanks dat zijn vriend er al was, droogde Dorian zich rustig af. Hij zou heus wel het geduld kunnen opbrengen om netjes in de woonkamer te wachten.

Door de deur heen kon Dorian vlagen van hun gesprek horen. Zijn gezicht vertrok bij het horen van Caydens vraag: 'Denk je dat ik nu wel een kans maak om Dorian over te halen te dansen? Het moet toch een keer lukken.'

Het zachte gelach van zijn vader volgde. 'Sleur hem desnoods de dansvloer op.'

Dorian had een hekel aan dansen, vooral als het op een formele wijze moest gebeuren. Hij had geen enkel idee waaruit de passen bestonden en vond zichzelf te lomp. Alleen al de gedachte eraan bracht angst in hem naar boven. Cayden zou hem dus nooit of te nimmer kunnen overtuigen.

Nadat Dorian zijn kleding aan had getrokken - zwarte kniehoge laarzen met een tuniek en een jasje - kwam zijn vriend toch naar hem toe.

'Dorian?' vroeg Cayden. Hij duwde de deur verder open en stapte de kleine kamer binnen die de badkamer moest voorstellen. Dit was niets vergeleken met waar Cayden over beschikte. Om een bad te nemen, moest Dorian keer op keer emmers vol met water tillen om het te vullen. Het was een hele onderneming. Dat was een van de redenen waarom hij zich weleens bij Cayden waste, want hij leefde in luxe en dat had zo zijn voordelen.

'Je bent vroeg,' merkte Dorian op. Hij had verwacht dat het afscheid nemen langer zou duren.

'Dan kom ik de volgende keer later.'

'Nee, zo bedoelde ik het niet. Ik had je gewoon pas later verwacht.' Hij vond het allesbehalve erg dat Cayden er nu al was.

Cayden grijnsde. Hij liep naar de kaarsen toe en liet nonchalant zijn vingers boven de vlammetjes hangen. De gordijnen in de kamer hingen voor de ramen, waardoor de ruimte volledig donker had moeten zijn. Maar aangezien Dorian enkele kaarsjes had aangestoken, was er een warme gloed te zien. De mensen van het maanrijk leefden zoveel mogelijk in het donker, maar Dorian wilde ook licht in zijn leven toelaten. In het schijnsel van de kaarsen kon Dorian Cayden duidelijk van de duisternis onderscheiden. Dorian kon hem niet anders dan prachtig vinden. Zijn donkerblonde haren waren uit zijn gezicht gekamd en hij had een pak aan met zilverdraad aan de zomen. Over zijn pak droeg hij een mantel gevoerd met bont voor buiten, wat hem er nog groter en breder uit liet zien. Heel anders dan Dorians uiterlijk. Dorian voelde zich altijd wat aan de kleine, iele kant, ondanks de spieren die hij de afgelopen jaren had opgebouwd.

Cayden keek toe hoe Dorian een poging deed zijn korte blonde haren verder af te drogen. De blik bleef veel te lang op hem hangen.

'Hou daarmee op, Cayden.' Een blik van zijn geliefde kon hem al afleiden. Het leidde hem zelfs zo erg af dat hij het afdrogen van zijn haren staakte. Dit was geen neutrale blik. Dorian wist dat maar al te goed. Nee, deze blik vertelde precies wat Cayden wilde en wanneer Dorian daaraan dacht, voelde hij de opgewonden kriebels in zijn buik.

'Waarmee?' vroeg Cayden onschuldig.

'Met staren.'

'Helaas is dat onmogelijk.' Een geamuseerde glinstering was in zijn ogen te zien. 'Je bent prachtig.' Hij zei het alsof niemand daaraan hoefde te twijfelen.

Dorian probeerde zijn gezicht in de plooi te houden, maar hij voelde toch zijn mondhoeken omhoogtrekken en zijn wangen gloeien. Zulke woorden deden hem ontzettend veel vanbinnen. Hij kon er echter niets mee. Het was het beste als hij zichzelf nog even inhield, want ze hadden zometeen een feest van de kroonprins. Daarna konden ze zich overgeven aan de gevoelens die tussen hen heersten, want dan hadden ze alle tijd. Snel draaide Dorian zich om om zijn uitdrukking te verbergen en ging door met het afdrogen. De spanning tussen hen steeg echter met elke seconde.

'Ik meen het,' zei Cayden toen Dorian niet antwoordde.

Met een diepe zucht gooide Dorian de handdoek in de hoek van de kamer. Het lukte toch niet. Niet nu Cayden in de kamer stond en al helemaal niet als er alleen maar lieve woordjes uit zijn mond kwamen rollen. 'En ik meen het als ik zeg dat je me gek maakt.'

'Daar doe ik het graag voor.'

Cayden stapte weg bij de kaarsjes. Dorian kon niets anders dan toekijken hoe zijn vriend de afstand tussen hen verkleinde. Voor een keertje was Dorian sprakeloos. Het lukte alleen Cayden om hem volledig de adem te benemen. Hij had een aantal vriendjes voor Cayden gehad, maar die waren niets vergeleken met hem. Dorian betwijfelde of het wel echte liefde was geweest. Dit echter - wat hij met Cayden had en wat hij voor hem voelde - was wat liefde betekende.

Nu Cayden zo dicht bij Dorian stond, kon hij duidelijk de welving van zijn zachte lippen, de verschillende grijstinten in zijn ogen en de intense blik zien. Alleen daar gleed Dorians aandacht nog naartoe. Zonder dat hij het wilde, steeg zijn hartslag. Dat was voor Dorian het punt om te stoppen met weerstand bieden. Hij had zichzelf toch al niet meer in de hand. Maar nog voordat hij op zijn tenen kon staan om zijn lippen op die van Cayden te zetten, boog Cayden zich al naar Dorians lippen toe. Een warm gevoel verspreidde zich in zijn lichaam. Voor even leken alleen zij nog te bestaan. Dorian voelde Caydens eeltige handen in zijn nek, zijn lichaam tegen het zijne en de tong die tegen die van hem duwde. Dorian drukte zijn vriend dichter tegen zich aan, alsof het mogelijk was om samen één lichaam te vormen.

Maar op een gegeven moment trok zijn vriend zich terug. 'De rest houden we voor na het feest, wat zeg je daarvan?' Zijn adem vermengde zich met die van Dorian.

'Pas na het feest?' vroeg Dorian. Plagend vervolgde hij: 'Zullen we dan extra vroeg weggaan?' Ergens was hij serieus. Het liefst wilde hij zich alleen met Cayden vermaken in plaats van dat op een feest van de kroonprins te moeten doen. De meesten zouden een moord doen voor een uitnodiging van zo'n feest, maar Dorian niet.

Cayden lachte. Zijn ogen twinkelden vrolijk. 'Natuurlijk, Dorian.' De lach veranderde naar een ondeugende. 'Dacht je nu echt dat ik mezelf zou kwellen om langer dan noodzakelijk op dat feest te blijven? Ik heb wel betere dingen te doen.'

Het zou een lange nacht worden.

***

Het feest werd in dezelfde zaal gehouden als waar Dorian eerder deze nacht nog had gestaan. Het grootste verschil was dat er nu veel minder mensen in de zaal waren, waardoor er meer dan genoeg ruimte in de zaal was om vrijuit te kunnen bewegen. Dit gaf Dorian een naakt gevoel, want iedereen zou hem hier kunnen zien staan. Hij hoopte dat er meer mensen zouden komen. Het hoefde van Dorian niet zo druk te worden als bij de inauguratie, maar wel meer dan dit zodat hij niet het gevoel had dat er constant ogen op hem waren gericht. Zijn hele lichaam was gespannen en zijn ogen zochten naar mogelijke vijanden. Hij zag de kroonprins in een donker hoekje praten met een aantal mensen. De prins daarentegen was in een dans verwikkeld, al gleed de blik van de prins naar Dorian en Cayden toe op het moment dat ze de zaal binnen kwamen. Snel keek Dorian weg.

Meteen bij aankomst kwamen er twee bedienden op hen af. De eerste nam Caydens mantel aan, terwijl de tweede hen een hapje en drankje aanbood. Dorian pakte een glas wijn.

Muziek galmde door de zaal heen. Paren in rijkelijk versierde kleding dansten op het ritme. Dorian zag dat Cayden zijn blik op hen gericht had, waardoor Dorian terug moest denken aan het gesprek dat zijn vriend met zijn vader had gevoerd. Cayden was hier met een doel gekomen en Dorian wilde niet dat dat zou lukken.

'Nee, we gaan dat niet doen.'

Cayden hief verontwaardigd zijn handen in de lucht. 'Ik heb nog niets gezegd!'

'Je dacht eraan. Of eigenlijk, je denkt er nog steeds aan.' Met een lachje vervolgde Dorian: 'Blijf vooral dromen.'

'Ik krijg je wel die dansvloer op en dan zul je merken dat het hartstikke meevalt.' Bij die laatste woorden had Cayden zijn aandacht al niet meer op Dorian gevestigd. Zijn ogen vernauwden zich tot spleetjes bij het zien van de prins die op hen af kwam lopen.

Dat was precies waar Dorian bang voor was geweest. Dorian sipte aan zijn wijn, hopend dat dat hielp om zijn angst te onderdrukken, terwijl hij de prins nauwlettend in de gaten hield. Onwillekeurig voelde hij zich nerveus worden, zijn hart begon sneller te kloppen.

Navarre Chamos was in het zwart en zilver gekleed met een kobaltblauwe lap stof die over zijn schouder en borst liep; kleuren die men associeerde met de Maan. Een zwarte golvende lok haar was voor zijn heldergroene ogen gevallen, maar hij deed geen moeite die weg te halen. Dorians ogen gleden naar Navarres zwaard toe, dat aan zijn heup was bevestigd. Hij kon zijn ogen er niet vanaf houden, beeldde zich al in hoe het metaal eruit zou zien met scharlakenrood bloed.

'Is die vrouw waarmee je net stond te dansen niet meer genoeg voor je?' vroeg Cayden op een botte toon, hopend dat hij op deze manier de prins weg kon jagen.

De prins besloot die opmerking echter wijselijk te negeren. Het leek alsof hij het niet eens had gehoord. 'Ik moet je spreken. Ik had je het gisteren al moeten vertellen, maar ik twijfelde of ik je bepaalde informatie kon toevertrouwen.'

'Ik heb nu geen tijd,' zei Cayden. 'Morgen ook niet, want dan moet ik de jongeren trainen, wat een en al ellende gaat worden en veel van mijn geduld gaat vergen. Overmorgen gaat hem ook niet worden. Die nacht zit al vol met afspraken.' Hij deed alsof hij nadacht en concludeerde met: 'Eigenlijk heb ik helemaal geen tijd en zin om naar je te luisteren.'

Navarre keek allesbehalve geamuseerd. 'Nee? Ik denk namelijk dat je er best wel even tijd voor vrij wil maken. Afgaande op wat ik te horen heb gekregen, is de informatie die ik heb precies wat jij zoekt.' Toen viel Navarres blik op Dorian. Dorian moest er alles aan doen om geen stap achteruit te zetten. 'Wij hebben elkaar nog niet ontmoet. Ik neem aan dat jij de vriend bent van mijn lieve neef?' Navarre stak zijn hand uit, die gehuld was in een leren handschoen.

Met open mond zag Dorian hoe zijn moeder in haar hart werd gestoken. Ze viel slap op de grond neer en stond niet meer op. Zijn hele lichaam was verlamd. Hij was enkel een toeschouwer van het bloed dat vloeide en een plas rondom zijn moeder vormde. Heel vaag in de verte hoorde hij zijn vader zijn naam roepen en hem aan zijn bovenarm trekken. Maar zijn lichaam was gestopt met werken, alsof hij op hetzelfde moment was gestorven als zijn moeder.

'Dorian! We moeten weg. Nu!' Het verdriet was duidelijk in zijn vaders gebroken stem te horen. Dorian kon zelfs geen verdriet meer voelen, enkel een angst die zo diep ging dat hij bleef staan ondanks het gevaar dat om hen heen woedde.

Een oorverdovende stilte galmde door zijn hoofd heen.

'Dorian.' Caydens stem bracht hem terug naar het heden.

Zijn hart was sneller gaan bonken, zo heftig dat het in zijn hele lichaam voelbaar was. Zijn handen zweetten, zijn benen trilden en het leek alsof hij geen zuurstof binnen kon krijgen. Het was benauwd, zo benauwd dat hij dacht voor de smetteloze laarzen van de prins neer te vallen. Het enige wat hij nog wilde en nodig had, was alleen zijn om te kalmeren.

De prins keek Dorian met naar elkaar toegetrokken wenkbrauwen aan. Er was geen bezorgdheid in zijn ogen te zien zoals bij Cayden, wel een schittering van triomf. Zijn hand viel weer langs zijn zij.

Dus zonder zichzelf formeel voor te stellen of ook maar iets te zeggen, beende Dorian weg. Dat dit als onbeschoft werd gezien, deerde hem niet. Hij hoorde Cayden weer zijn naam roepen, maar gelukkig bleef het daarbij. Cayden wist wanneer hij met rust gelaten moest worden.

Frisse lucht. Hij had frisse lucht nodig. Met zijn vrije hand duwde hij mensen opzij om zo snel mogelijk het kasteel te verlaten. Waarom was hij naar dit feest gegaan? Hij wist dat hij de dood van zijn moeder nog niet volledig had verwerkt. Dorian had Lorena kunnen vertrouwen. Hij dacht dat hij daardoor ook de aanwezigheid van de zonen van de koningin aankon, maar hij had een verkeerde inschatting gemaakt. Dat stukje veiligheid dat Dorian had gekend toen Lorena regeerde, was verdwenen.

Rillend leunde Dorian buiten tegen de kasteelmuren. Het was een tijdje goed met hem gegaan en nu ging het weer mis. Hij balde zijn hand tot een vuist en beet hard op zijn lip. Er was iets in hem dat maar niet wilde helen en dat haatte hij. Hij herinnerde zich nog die moeilijke tijd na het overlijden van zijn moeder, de paniekaanvallen die ervoor zorgden dat hij maar niet in slaap kon vallen en de beelden van de zuivering in Fenour die hem telkens achtervolgden. Hij was niet zichzelf geweest. Hij had gedacht dat hij eindelijk normaal met zijn leven door kon gaan, omdat hij Cayden had en beter met het leven om kon gaan, maar niets was minder waar. Dorian zuchtte diep. Het probleem lag dieper dan gedacht. Het laatste restje wijn klokte hij naar binnen. Het hielp niet om zich beter te voelen. Het maakte hem enkel benauwder.

'Dorian,' hoorde hij Cayden zachtjes zeggen. Dorian had geen idee hoeveel tijd er was verstreken. Voorzichtig kwam Cayden naar hem toe. 'Gaat het weer een beetje?'

'Wat denk je zelf?'

Hij voelde Caydens hand op zijn schouder rusten. 'Je komt er echt een keer bovenop, Dorian. Ik weet dat zeker.' Cayden sprak bewust steeds zijn naam uit om hem bij het heden te houden.

Dorian knikte afwezig. Hij hoopte dat Cayden gelijk had. Dorian kon het niet maken om in te storten, niet nu zijn vader hem nodig had. Ze hadden beiden onzichtbare wonden opgelopen.

'Het spijt me. Ik had je misschien beter niet kunnen uitnodigen. Ik dacht dat het je goed zou doen om dingen niet te vermijden maar ze juist aan te gaan. Vermijden lost niets op en dat zie ik aan je. Ik zie je lach nacht en dag, Dorian. Ik weet ook dat er vele dingen achter jouw lach verscholen worden.'

'Ik vermijd niets,' mompelde Dorian, wetende dat het een leugen was en dat ook Cayden dat wist. Hij vermeed al jaren de gedachte aan zijn geboortestad Fenour, omdat het hem te veel liet terugdenken aan duistere tijden. Er werden die nacht zoveel mensen vermoord, alleen maar omdat ze of verwant waren aan mensen in het zonnerijk of sympathisanten van de Zon waren. Zo wreed waren de zuiveringen.

'Als je nu naar huis wilt, moet je het zeggen.'

Dorian haalde diep adem. Zolang hij geen contact hoefde te leggen met een van de zonen van de koningin, zou het hem lukken om nog iets van dit feest te kunnen maken. 'Zoals ik net heb gezegd, ik vermijd niets. En je hoeft je niet te verontschuldigen, ik heb niet voor niets ermee ingestemd.'

Een mondhoek van Cayden trok geamuseerd omhoog. Achterdochtig staarde Dorian naar zijn gezicht. 'Wat?'

'Je vermijdt niets, zeg je. Dus ik neem aan dat je dan toch op deze mooie nacht een dans met mij durft aan te gaan? Wel, ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast ben.'

Dorian rolde met zijn ogen. Zonder op een antwoord te wachten, pakte Cayden zijn hand beet en leidde hem terug naar binnen. De muziek en het gepraat van de bezoekers bereikten weer Dorians oren. De stilte van buiten was nergens meer te bekennen.

'Eén dans,' zei Dorian. 'Niet meer. En pas op je voeten want het zal voor mij niet moeilijk worden om er op te trappen.' De combinatie van het niet kunnen dansen en de grote voeten van Cayden was geen gunstige, maar Cayden maakte zich er geen zorgen over.

'Trap er zo vaak op als je wilt, lieverd.'

Cayden bracht hem verder de zaal in. Toen Dorian zijn lege glas op een tafel zette, kon hij niet geloven dat hij hier echt zou gaan dansen met Cayden. Maar Cayden had gelijk gehad. Dorian vermeed nog te veel en hij zou zijn angsten onder ogen moeten komen. Dit was een begin.

Paren dansten om hen heen, terwijl Dorian zich met elke seconde steeds ongemakkelijker voelde. Cayden pakte Dorians hand beet en legde die op zijn schouder. Daarna greep hij Dorians vrije hand vast en voelde Dorian een hand om zijn middel rusten. Die aanrakingen waren het enige vertrouwde dat er nog was. 'Ik zal het makkelijk voor je maken. Ik ga je leiden, dus in principe hoef je niets te doen.'

'Je gaat hier echt spijt van krijgen,' mompelde Dorian.

'O, ik weet zeker van niet.' Cayden hield Dorians blik vast en zette de dans in.

Dorian had Cayden nooit eerder zien dansen. Het was duidelijk dat hij danslessen had gevolgd. Zijn bewegingen waren natuurlijk en hij voelde het ritme van de muziek perfect aan, terwijl hij Dorian met elke pas meenam.

'Laat me raden, je werd gedwongen door Lorena om te leren dansen?' vroeg Dorian, die hem zo goed mogelijk probeerde bij te houden.

'Ja, ik was er niet blij mee. Dat is een van de nadelen van in een koninklijke familie horen, maar die lessen hebben uiteindelijk wel zo zijn voordelen gehad. Het is voor gelegenheden als deze, maar ook in gevechten komt het van pas. Je leert je evenwicht beter te bewaren.' Hij trok Dorian tegen zich aan. 'En jij doet het helemaal niet zo slecht,' fluisterde hij zwoel in Dorians oor, waarna hij weer soepel de afstand tussen hen vergrootte met een speelse glans in zijn ogen.

Automatisch gleden Dorians mondhoeken omhoog. 'Weet je dat je mij uitstekend kan afleiden?' Cayden wist precies hoe hij Dorian alle narigheden van het leven kon vergeten.

'Ik ben me ervan bewust dat dat een van mijn vele kwaliteiten is, ja.'

'Bescheidenheid is er in ieder geval geen van.'

Daarop moest Cayden grinniken. 'Daar moet ik misschien aan werken.'

Voordat Dorian het wist, dansten ze langer dan zijn bedoeling was. Voor een groot deel van de nacht had Dorian zijn gedachten alleen nog maar gericht op Cayden, maar nu de vermoeidheid op kwam dagen en ze samen aan een tafeltje zaten, begon Dorian naar het gevreesde onderwerp te gaan.

Cayden draaide met zijn glas, waardoor de wijn tegen de randen aan klotste.

Dorian kuchte om Caydens volle aandacht te krijgen. 'Toen ik ineens wegging... Heeft hij nog iets gezegd? Ik had niet zomaar weg moeten gaan, het maakt me verdacht.'

'Ik heb het je al eens gezegd, Navarre is geen bedreiging voor je. Hij is een idioot, maar niet zo'n idioot dat hij jou nu als een slachtoffer ziet. En ik zou je nooit gevraagd hebben om naar dit feest te gaan als ik dacht dat je serieus gevaar zou lopen.' Een stilte viel, waarin Cayden leek te twijfelen of hij nog iets zou zeggen.

Dorian trok een wenkbrauw op. 'En? Hij wilde jou spreken, wat was het? Om wat voor informatie ging het?'

Maar Cayden schudde zijn hoofd en wreef over zijn neusbrug. 'Als ik helderder in mijn hoofd ben, vertel ik je meer. Laten we hier weggaan, het begint leeg te lopen.'

Cayden zette zijn halfvolle glas neer en stond alweer op om te vertrekken. Ondanks dat Cayden al wat wijn naar binnen had gewerkt, zat er een kern van waarheid in zijn woorden. De zaal liep inderdaad al leeg en het laatste wat Dorian wilde was om de aandacht van de prinsen te trekken.

Desondanks had Dorian een weerwoord. 'Maar-'

Cayden zoende hem kort om zijn zin af te breken. Hij rook en smaakte sterk naar de alcohol. 'Of wil je nog langer blijven?'

'We gaan. We zijn hier al veel te lang gebleven,' gaf Dorian toe.

'Precies wat ik ook dacht.'


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top