Hoofdstuk 4

Dorian

Dorian had een hekel aan veranderingen.

Hij verheugde zich daarom niet op de inauguratie die deze nacht zou plaatsvinden. Na drie stabiele jaren waarin hij in de stad Nirvelli woonde, werd de leidster ervan, Lorena Chamos, vervangen door de kroonprins van het maanrijk. De toekomst was onzekerder dan ooit, zou de rust blijven of verdwijnen?

Om met eigen ogen te zien wat voor persoon de kroonprins was en om te horen wat voor plannen hij voor Nirvelli had, liep Dorian samen met zijn vriend naar de grote zaal van het kasteel. De kroonprins kon twee kanten opgaan; of hij zou de voetstappen van de koningin en prins volgen en net als hen angst zaaien onder het volk, of hij zou een voorbeeld nemen aan Lorena – de jongere zus van de koningin – die met een warm, sympathiek hart regeerde. Wanneer de kroonprins de eerste kant opging, was Dorian bang dat hij weer moest vluchten en alles opnieuw moest beginnen. Dat zou hij niet meer kunnen. Een leven dat bestond uit vluchten, was geen leven meer.

De zaal stroomde al vol. Geroezemoes vulde de ruimte, zodat geen enkel woord van de menigte te onderscheiden was. In het midden van de zaal werd een pad vrijgehouden dat de twee zonen van de koningin zouden bewandelen om het podium te bereiken. Dorian voelde zich met de seconde nerveuzer worden en begon zich steeds meer af te vragen waarom hij het in zijn hoofd had gehaald om de inauguratie bij te wonen.

Zijn vriend pakte Dorians hand beet en leidde hem tussen de mensenmassa door. De mensen weken na één blik op Cayden al uiteen. Dat kwam niet alleen omdat de meesten hem kenden en respecteerden, maar ook vanwege zijn intimiderende lengte en bouw. Hij was iemand die niet over het hoofd gezien kon worden. Overal waar hij kwam, eiste hij de aandacht op zonder enige moeite ervoor te doen.

Dorian daarentegen hield zijn hand vast alsof zijn leven ervan afhing. Aan elke kant drukten mensen tegen Dorian aan en het enige wat hij kon zien, waren hun lichamen. Uiteindelijk kwamen ze in een deel van de ruimte aan waar de bezoekers niet mochten komen, die was enkel bedoeld voor de koninklijke leden. Het voelde bevrijdend aan om eens niet geplet te worden en om meer te zien dan enkel een achterhoofd. Eindelijk kon Dorian weer ademhalen.

Lorena en haar man Finnian stonden er al. Hun twee jonge dochters waren echter nergens te bekennen, waarschijnlijk uit voorzorg. Ook al werd elke bezoeker gefouilleerd voordat die het kasteel in mocht, er zou altijd een kans op gevaar zijn. Met name vanwege de aanwezigheid van de prins, Navarre Chamos. Er waren genoeg mensen die hem vereerden, maar hij had door zijn daden ook heel wat vijanden gemaakt en die vijanden zouden zich in deze zaal kunnen bevinden.

'Jullie zijn toch gekomen,' zei Lorena. Ze glimlachte naar Cayden, zo stralend en warm. Ze was het tegenbeeld van haar kille zus.

'Natuurlijk,' antwoordde Cayden ietwat stijfjes, waarna hij zijn blik op het nog lege podium richtte.

In het zwakke maanlicht dat door de hoge ramen naar binnen viel, zag Cayden er nog bleker uit dan anders, bijna net zo wit als de Maan aan de hemel zelf. Wat Dorian ook kon zien was de blik in zijn grijze ogen. Die werd donkerder.

'Je weet dat jij en Dorian met ons mee kunnen naar Lycoris,' herinnerde Lorena hem eraan, die de blik herkende. 'En anders staan onze deuren altijd voor jullie open.'

Lorena en Finnian zouden na de inauguratie samen met hun dochters uit Nirvelli vertrekken om terug te keren naar hun woning in Lycoris, een plek waar de Zon zich nooit liet zien en tevens de plek van waaruit de wrede koningin over het maanrijk heerste. Lorena wilde het liefst Cayden meenemen, en ondanks dat ze zijn beslissing accepteerde om hier samen met Dorian te blijven, maakte ze zich zorgen. Ze vond het allesbehalve prettig om hem hier achter te laten.

'Je hoeft je geen zorgen te maken,' zei Cayden. 'Ik red het prima.'

Lorena wilde er iets op zeggen, maar haar man zei: 'Hij is al lang geen kind meer en de laatste jaren is alles goed gegaan. Op een gegeven moment moet je hem de ruimte kunnen geven.'

'Let je een beetje op hem, Dorian?' vroeg Lorena, die nog niet helemaal overtuigd was. Die bezorgdheid vertelde Dorian hoeveel Lorena van Cayden hield. De band die Cayden met Lorena en Finnian had was zo sterk, ondanks dat zij niet zijn biologische ouders waren en Cayden in het verleden niet de makkelijkste was geweest.

Dorian glimlachte, terwijl hij vanuit zijn ooghoeken Cayden met zijn ogen zag rollen. 'Dat zal ik doen.'

Dat leek Lorena gerust te stellen, want ze richtte haar volledige aandacht nu op Finnian en was al snel diep in gesprek met hem.

'Je zou haast denken dat ze vergeten is dat ik mijn leven op orde heb,' zei Cayden. Desondanks trok zijn mondhoek geamuseerd omhoog.

'Je mag best met ze meegaan,' zei Dorian. Cayden zou ze missen, veel meer dan hij nu liet merken. 'Voel je niet verplicht om voor mij te blijven.'

'Doe niet zo gek. Natuurlijk blijf ik hier.' Cayden kneep in zijn hand om dat te benadrukken, wat een warm gevoel bij Dorian teweegbracht.

Dorian voelde zichzelf glimlachen. Het was fijn om iemand te hebben die hij vertrouwde, iemand die alles voor hem betekende. Ondanks dat Dorian elke nacht en dag in contact kwam met verschillende mensen door zijn beroep als barman, had hij bewust ervoor gekozen ze op afstand te houden. Hij wist niet goed wie hij kon vertrouwen en was bang om weer verraden te worden. De enige die hij in zijn leven wilde laten, was Cayden. Ironisch genoeg hoorde Cayden bij de meest gevreesde familie in het maanrijk.

'Maar gaat het nog een beetje?' vroeg Cayden, die hem onderzoekend van top tot teen bekeek. Zijn ogen waren lichtelijk tot spleetjes geknepen.

'Een beetje nerveus,' mompelde Dorian. Zijn ogen schoten naar de plek waar de prinsen de zaal zouden betreden. Zijn vader had niet mee willen gaan om de inauguratie bij te wonen en Dorian begreep dat maar al te goed. De spanning was zo hoog dat Dorian zijn ademhaling nog maar nauwelijks onder controle had. Zelfs zonder de aanwezigheid van de koningin voelde Dorian zich een doelwit, kwetsbaar.

'Je hoeft nergens nerveus voor te zijn,' zei Cayden. 'Je ziet het zelf misschien niet, maar je bent sterk, sterker dan de meesten die ik heb ontmoet.' Dorian zag het inderdaad zelf niet en wilde Cayden ook niet geloven, ondanks dat Cayden volledig achter zijn woorden stond en niet zomaar zulke uitspraken deed. Het voelde goed dat iemand zoveel vertrouwen in hem had. Dorian moest het vertrouwen alleen nog zelf gaan voelen. 'Zelfs sterker dan ik,' vervolgde Cayden. Dorian wist dat Cayden hiermee het mentale aspect bedoelde.

'Als ik sterk was geweest, dan zou ik nu niet staan te trillen van angst.'

'Het gaat erom dat je hier nu bent, óndanks je angst. Emoties mag je best laten zien, dat maakt je niet zwak.'

Dorian dacht terug aan die donkere blik van Cayden van net. Dat was het enige teken geweest dat Cayden ermee zat dat Lorena en Finnian zouden vertrekken. Het was voor Cayden niet vanzelfsprekend om zijn emoties te tonen. Dorian wilde erop doorgaan, maar Cayden praatte weer verder. 'Voor Navarre en Elwyn hoef je niet bang te zijn. Navarre is niets zonder zijn moeder en Elwyn heeft in zijn leven vrij weinig gedaan.'

'Heb je ze pas nog gesproken?' De prinsen waren immers enkele nachten geleden in Nirvelli aangekomen en leefden onder hetzelfde dak als Cayden.

Een spiertje verstrakte in zijn kaak. 'Navarre wilde me gisteren spreken. Het was niets belangrijks. Hij wilde alleen weten of ik naar Lycoris zou gaan.' Cayden snoof minachtend.

Cayden deed dan wel alsof de prins van het maanrijk enkel een vervelend moederskindje was, maar de prins had de vreselijkste daden begaan. Vele doden en leed in het rijk waren veroorzaakt door zijn toedoen. Daarnaast waren er nog de geruchten die over hem de ronde deden. Dorian had de laatste nachten tijdens zijn werk in de taveerne niets anders meer gehoord dan geruchten die zo gruwelijk waren dat ze hem teisterden in zijn slaap. De prins werd enkel met bloed en de dood geassocieerd.

Diep haalde Dorian adem. 'Ik vind dit helemaal niks.'

Cayden drukte Dorian tegen zijn zachte mantel aan. 'Ik weet dat het makkelijker is gezegd dan gedaan, maar maak je niet druk. Nu Navarre geen kroonprins meer is, heeft hij minder macht en ik denk niet dat Elwyn zijn broer en moeder achterna gaat.'

Die informatie bedaarde Dorians angsten een beetje. Hij kon op Caydens woorden vertrouwen. 'Toch snap ik al die mensen wel die Nirvelli zijn uitgevlucht.' De prinsen vormden een dreiging voor sommigen, ze lieten met hun aanwezigheid de mensen eraan herinneren wie en wat ze hadden verloren. Bij Dorian kwamen niet de meest vrolijkste herinneringen naar boven.

'Jij zou dat ook kunnen doen.'

'Ik ga niet steeds vluchten. Ik laat mijn leven niet beïnvloeden door een paar machtige mensen. Dit keer vecht ik terug.'

'Ik vecht graag met je mee,' zei Cayden met een omhooggetrokken mondhoek.

Er lag zoveel steun in die woorden en zijn glimlach sprak zoveel trots uit dat Dorians angst zelfs even helemaal verdween – totdat iedereen om hem heen stil werd.

Zijn hart maakte een sprongetje van angst toen de twee prinsen, Elwyn en Navarre, de zaal binnen liepen. De kroonprins was te herkennen aan de zilveren kroon op zijn hoofd en liep een stap voorop. Er deden over de kroonprins nog geen gruwelijke geruchten de ronde. Er was zelfs maar weinig over hem bekend. Terwijl Navarre het etiket moordenaar op zijn voorhoofd wilde plakken, stond Elwyn veel meer in de schaduwen.

Dat ze een tweeling waren, was duidelijk aan hun uiterlijk te zien. Beiden hadden ze precies dezelfde lichaamsbouw en kleur zwarte haren. Maar ondanks hun gelijkenissen, waren ze ook makkelijk van elkaar te onderscheiden. Zelfs wanneer Elwyn geen kroon had gedragen, kon Dorian precies zeggen wie van de twee Navarre Chamos was door de uitstraling van de prins, de manier waarop hij overkwam, alsof niemand hem iets kon schelen. Dorian kon niet geloven dat hij al de meest vreselijkste handelingen had uitgevoerd en nog maar twintig jaar was. Er kon maar één verklaring daarvoor zijn; er was iets vreselijk mis met de prins. Het beangstigde Dorian dat iemand zo ver heen was dat mensenlevens niets meer betekenden.

Toen ze eenmaal op het podium stonden, was de spanning om te snijden. Dorian wist dat na vannacht alles zou veranderen, maar hij hoopte dat hij nog in Nirvelli kon blijven en de stad niet rood zou kleuren. Dat was het enige wat hij wilde.

Navarre keek de zaal rond met een kille glans in zijn ogen en durfde ieder in de ogen aan te kijken. De zelfverzekerdheid spatte van hem af. Hij had zijn kin opgeheven en zijn houding was kaarsrecht, terwijl zijn gehandschoende hand op de knop van zijn zwaard rustte. Dorian vroeg zich af of de prins die handschoenen droeg om onzuivere brandwonden te verhullen die hij in zijn jeugd had opgelopen. Ook dat was een gerucht dat Dorian steeds weer in zijn taveerne hoorde terugkomen.

Hoewel het overduidelijk was dat de prins iemand was die in het middelpunt van de belangstelling wilde staan en dat gewend was, zag Elwyn er daarentegen minder comfortabel uit. Zijn ogen schoten naar de deuren van de zaal toe, waarna hij diep ademhaalde om te spreken.

'Ik ben Elwyn Chamos, zoon van Zarya en Kegan Chamos,' luidde zijn stem door de zaal heen, terwijl hij iedereens volledige aandacht had. Gespannen tikte hij met zijn bleke vingers tegen zijn bovenbeen. 'De komende jaren zal ik deze stad leiden. Ik ben van plan om het werk van Lorena voort te zetten, wat betekent dat veiligheid voorop zal staan.' Even liet de kroonprins een stilte vallen, alsof hij twijfelde over zijn volgende woorden. Toch leek hij zeker van zijn woorden te zijn toen hij ze uitsprak, zijn stem werd krachtiger. 'Daarmee bedoel ik de veiligheid van álle inwoners. Ik kan dat niet garanderen, maar me er wel voor inzetten. En dat zal ik ook zeker doen. Ik beschouw het als mijn plicht.' Elwyn wierp een beschuldigende blik op zijn broer, die een stap achter hem stond.

'Interessant,' mompelde Cayden. Hij staarde aandachtig naar de kroonprins, die verder het volk toesprak. 'Ik wist niet dat hij het lef had om zoiets in het openbaar te zeggen.'

'Denk je dat dit positief is?' vroeg Dorian fluisterend.

'Ik weet niet of hij zijn woorden zal waarmaken, maar het kan positief zijn. Het is natuurlijk nog de vraag of het slim is om je op deze manier tegen de verschrikkelijke praktijken uit te spreken. Er zijn hier veel mensen die er voor zijn. Ze zullen nu niet allemaal even blij zijn.'

'Dat is walgelijk.'

'Ik weet het. Het is verkeerd dat mensen niet mogen zijn wie ze zijn.'

Met een zucht luisterde Dorian weer naar de kroonprins. Hij hoorde Elwyn nog net zeggen: 'Navarre Chamos zal mijn rechterhand zijn. Als er problemen zijn, kunnen jullie ook bij hem terecht.' Het viel Dorian op dat Elwyn die woorden haast met tegenzin uitsprak.

Lorena gaf hem een glimlach en kwam op het podium. 'Hierbij treed ik af als jullie leidster en zal Elwyn Chamos het van me overnemen. Hij zal een van de leiders worden die ons rijk kent, gezegend door onze Godin.'

Ze pakte een zwaard over van een soldaat die naar haar toe kwam lopen. Het heft ervan was ingebed met edelstenen die fel glinsterden en elk waarschijnlijk een fortuin kostten. Ze overhandigde het aan de nieuwe leider. 'Moge de Godin je beschermen en je kracht geven,' eindigde Lorena plechtig.

Dat was het teken dat de inauguratie voorbij was. De mensen hadden hun eerste indruk van de kroonprins kunnen vormen en hoorden nu weer de ruimte te verlaten. Alleen de hofleden en koninklijke familie mochten langer blijven. Cayden richtte zich tot Dorian. 'Wil je later deze nacht met mij naar het feest gaan?'

'Ik weet het niet,' zei Dorian. Het feest zou in deze zaal worden gehouden om te vieren dat Elwyn Chamos leider van Nirvelli was geworden. Hij kon het echter geen feest noemen. Deze nacht was eerder een verlies voor hem dan een gewin en het zou betekenen dat hij weer in één ruimte was met de prinsen.

'Ik denk dat het goed voor je is. Het kan je helpen om over je angsten heen te komen. Maar als je niet wilt, snap ik het.'

'Ik vond het al een grote stap om de inauguratie bij te wonen,' mompelde Dorian.

'Ik ken die angst die je hele leven beïnvloedt. En ja, het is moeilijk die volledig los te laten. Dus het enige wat ik van je vraag is om met mij naar het feest te gaan. Meer niet. We gaan niet de hele nacht, want daar heb ik ook geen zin in.'

Dorian was al verbaasd dat Cayden zelfs naar dat feest wilde. Cayden vermeed juist feesten, omdat hij het zonde van zijn tijd vond.

'Heel even dan,' zei Dorian. Hij vervolgde haast onverstaanbaar: 'Dat kan ik hopelijk nog overleven.'

Cayden gaf hem een snelle zoen op de mond. 'Ik kom je ophalen.' Daarna richtte hij zich tot Lorena en Finnian. Hij zou nu afscheid van hen en zijn zusjes nemen, die nog voordat het feest begon naar Lycoris zouden vertrekken. Dorian mocht bij het afscheid aanwezig zijn, maar hij wilde hen alle ruimte kunnen geven om de laatste woorden met elkaar uit te wisselen. Bovendien wachtte Dorians vader thuis op hem.

Dus Dorian sloot zich aan bij de mensenmassa om het kasteel te verlaten.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top