Hoofdstuk 35 - deel 1

Navarre

'Ik ben benieuwd wat Cayden gaat doen,' zei Navarre. Hij lag op de bank met zijn handen achter zijn hoofd gevouwen, starend naar het donkere plafond. In gedachten herhaalde hij het gesprek dat hij diezelfde nacht met Cayden had gevoerd, maar het bracht hem enkel hoofdpijn. Hij kon er niet uit afleiden wat Caydens volgende zet zou zijn.

'Je had hem niet moeten waarschuwen,' zei Eragen, die voorovergebogen op de bank tegenover die van Navarre zat. Hoewel Navarre hem vaag vanuit zijn ooghoek zag, voelde hij zijn blik op hem branden.

Ze zaten ondergedoken in een appartement van een vriend van Eragen. Het was een klein maar comfortabel appartement en stond midden in de drukte van de stad. Het geroep van handelaren die hun koopwaar aanprijsden drong door het open raam naar binnen, gedragen door de frisse wind. Navarre had geluk om dit onderduikadres te hebben. Nadat ze al enkele nachten onderweg waren naar Astraeus, had Eragen het idee om terug naar Nirvelli te gaan. Eragen beweerde een vriend te hebben die hen misschien wilde helpen, al was het een risico. Het was niet makkelijk geweest om ongezien te vertrekken, niet nu Navarre constant in de gaten werd gehouden. Maar Eragen had de meereizende soldaten kunnen afleiden. En nu zaten ze hier, in Nirvelli, omringd door vijanden. Het betekende echter ook dat Navarre in de buurt van zijn broer was.

'Ik moest hem duidelijk maken dat ik hem in de gaten zou houden, voor het geval hij te ver wil gaan,' zei Navarre. Bij Cayden wist hij het niet meer en ergens hoopte Navarre dat de geruchten niet klopten. Navarre zuchtte. 'Als hij toch nog besluit om te profiteren van dit alles, zal ik doen wat ik moet doen.'

Navarre wilde niet dat het zover zou komen, maar als het moest, zou hij handelen. Het was Navarre eerder gelukt om die knop om te zetten en dat zou hem deze keer ook lukken. Het beangstigde hem hij daartoe in staat was. Was hij niet net zo erg - of zelfs erger - dan Cayden?

'En Dorian?'

'Ik weet niet precies waar Dorian staat. Hij heeft alle reden om de kant van Cayden te kiezen. En als dat het geval is... Ik hoop niet dat hij in de weg gaat staan.' Navarre vond het al moeilijk genoeg als hij het moest opnemen tegen zijn neef. 'Heb jij al met Elwyn kunnen praten?' vroeg Navarre, die zijn blik op Eragen richtte.

'Natuurlijk. Ik hoorde dat hij moeite heeft het volk te overtuigen nadat de waarheid over jou naar boven is gekomen. Meer moeite dan jij denkt. Ze accepteren hem nauwelijks nu bekend is dat jij het vuur hebt.'

Navarre sloot even zijn ogen. Het was nooit zijn bedoeling geweest dat Elwyn het onderspit zou delven. 'Ik weet niet eens hoe ik dit kan rechtzetten,' bekende Navarre zachtjes. 'Ook als ik Cayden moet tegenhouden, zal ik daar spijt van krijgen. Wat ik ook doe, alles lijkt tegen me te keren. Ik was ervan overtuigd dat het de beste keuze was om het vuur te gebruiken, maar nu denk ik dat ik het niet had moeten doen. Ik heb ons rijk zwak gemaakt en Elwyn zit er middenin.' De consequenties waren niet mild. Navarre had het niet erg gevonden als enkel hij de consequenties onder ogen had moeten zien, maar er waren meerderen die getroffen werden door zijn keuzes.

'Je had een rot dilemma en wat je ook had gekozen, het zou toch slecht hebben uitgepakt,' probeerde Eragen hem gerust te stellen. Eragen stond op en vroeg met hernieuwde energie: 'Wijn? Ik zou ook bier hebben aangeboden, maar dat drink jij niet.' Eragen keek hem aan alsof hij Navarre voor gek verklaarde.

Normaal gesproken zou Navarre op zo'n opmerking zijn ingegaan als hij zich niet zoveel zorgen maakte. 'Zeg eens eerlijk, denk je dat ik Cayden kan ompraten?' vroeg Navarre toen Eragen alweer wegliep om het drinken in te schenken.

'Nee,' zei Eragen zonder twijfel. Navarre hoorde het geklots van de vloeistof in de glazen in de aangrenzende ruimte. 'Cayden heeft zijn ouders vermoord en dat publiekelijk gemaakt. Dat zijn acties van iemand die al te ver heen is.'

'Cayden is als een broer voor me,' gaf Navarre toe. Cayden was vreselijk irritant, maar hij was er voor Navarre geweest. Misschien was Navarre wel te hard geweest, waardoor Cayden net in de verdediging schoot... Toch wist hij dat dat niet waar was. 'Misschien kan ik op hem inpraten. Het is het proberen waard. Ik moet hem proberen te helpen. Onze krachten kunnen gekke dingen met ons doen.' Navarre begreep Cayden ergens wel. Navarre had zelf ook veel moeite om zijn gave onder bedwang te houden.

Eragen gaf hem het wijnglas, terwijl hij Navarres voeten van de bank schoof en naast hem plaatsnam. Zonder te proberen te morsen, rechtte Navarre zich. 'Als jij dat wilt doen, moet je het doen. Ik denk alleen niet dat het nut heeft en ik denk dat jij je leven onnodig op het spel zet.'

Zijdelings keek Navarre hem aan, zijn wenkbrauw licht opgetrokken. 'Wat zou jij doen, Eragen?'

'Hem niet meteen confronteren, maar eerst uitzoeken wat hij precies van plan is, in hoeverre hij veranderd is.'

'Die tijd heb ik niet,' zei Navarre, die een slok van zijn wijn nam en zijn blik afwendde.

'Denk eerst na, voordat je handelt en spijt krijgt van je keuzes,' ging Eragen verder op serieuze toon. Dat was goede raad. En Navarre zou die hebben opgevolgd als hij niet zo krap in de tijd zat. Hij had het gevoel dat hoe langer hij wachtte, des te kleiner de kans was om tot Cayden door te dringen. 'En als ik jou was, zou ik eerst nog wat meer trainen,' voegde Eragen toe op plagende toon.

'Het zal jaren duren voordat ik het vuur volledig onder controle zal hebben. Beter dan dit krijg ik het niet binnen een korte tijd,' wierp Navarre tegen.

Maar Eragen kneep in zijn bovenarm. 'Nee, ik bedoel fysiek.'

Navarre sloeg beledigend zijn hand weg. 'Volgens mij heb ik het laatste duel met jou gewonnen. Wat zegt dat over jou?'

'Jij speelde vals.'

Navarre lachte. 'Ja, vast. Ik denk dat jij meer moet gaan trainen, Eragen. Ik zou voor jou Cayden hebben aangeraden als hij betrouwbaarder was geweest. Goed voor jouw ego. Maar volgens mij kan jouw zus dat ook goed.' Navarre kon zich niet meer herinneren hoe vaak Cayden had gezegd dat hij vocht als een beginner.

'Lyra is daar erg goed in,' zei Eragen. Het licht uit zijn ogen verdween, alsof de slechte herinneringen van haar naar boven kwamen. Hij nam snel een slok van zijn bier, zijn hand iets te strak om het glas geklemd.

Navarre bestudeerde hem. Die opmerking had hij beter niet kunnen maken. Navarre wist dat het gevoelig zat tussen die twee. 'Is er iets gebeurd?' vroeg hij voorzichtig.

'Je weet hoe ze is.'

'Vertel,' zei Navarre rustig.

'Ze zocht mij op nadat ze het hoorde van jou. Ze vroeg of ik het wist van het vuur en noemde mij een vieze verrader, iemand die zich geen Bregalis mocht noemen.' Eragen haalde zijn schouders op, alsof het hem niets deed, maar Navarre hoorde de pijn in zijn stem. 'Ik mocht haar toch al niet. Het maakt niets uit.'

'Sorry,' mompelde Navarre. Hij voelde een steek van schuld. 'Ik wist niet dat jouw familie zo op jou zou reageren'. Hoe kon hij zo kortzichtig zijn? Hij had moeten weten dat zijn acties ook Eragen zouden raken en had al eerder moeten vragen hoe het met Eragen ging. Navarre vroeg zich af waar hij deze loyaliteit van Eragen aan verdiende.

Eragen schudde zijn hoofd. 'Het was - en is - mijn keus bij jou te blijven ondanks dat jij een uitverkorene van de Zon bent. Ik weet dat ik een vieze verrader ben en ik draag die titel met trots.'

'Je bent de enige gek die zo loyaal aan mij is,' zei Navarre. 'Er is een reden dat ik geen volgers heb.'

'Omdat jij bekendstaat als een moordenaar en verrader. Jij bent zowel een vijand voor het zonnerijk als voor het maanrijk. Niet de beste combinatie, prins.'

Navarre leunde achterover tegen de armleuning en legde zijn blote voeten op Eragens schoot. De wijn klotste gevaarlijk dicht bij de rand van het glas. 'Ik maak mijn leven graag spannend.' Dat was een leugen en Eragen wist dat ook. Hoewel Navarre hield van spanning, hoefde hij niet constant herinnerd te worden aan de dood. Zelfs voor Navarre ging dat te ver.

'Of je bent gewoon gestoord.'

'Ik weet dat dat moeilijk te geloven is op dit punt, maar ik heb mijn volledige verstand nog.'

'Dat is de grootste onzin die je hebt uitgekraamd - en dat zegt nogal wat.'

Navarres mondhoek trok geamuseerd omhoog. Als een ander die woorden had uitgesproken, zou Navarre er kortaf op hebben gereageerd, maar van Eragen kon hij het hebben.

'En die gore poten van je horen op de grond,' zei Eragen walgend.

'Ik heb me net nog gewassen. Zo goor zijn ze niet.'

'Alsnog. Ik geef de voorkeur aan poezelige voetjes. Die van jou zijn dat niet. Maar dit is het enige wat er in mijn gezicht wordt geschoven.'

Navarre stikte haast in zijn wijn.

'Interessant gesprek,' hoorde Navarre plots een bekende stem vanuit de schaduwen zeggen.

Met een schok haalde Navarre zijn voeten van Eragens schoot en zette zijn wijnglas op de houten tafel neer. Zijn hart begon sneller te kloppen. 'Cayden,' zei Navarre. Hij richtte zijn blik op de deuropening, waar de gestalte langzaam vorm begon te krijgen. Schaduwen kringelden om Cayden heen, als herinnering aan de kracht die hij bezat. 'Wat kom je hier doen?'

Caydens blik hield die van Navarre vast. 'Je hebt een mooi onderkomen.'

Hoewel dat als een compliment opgevat kon worden, hoorde Navarre de dreiging erin. 'Je beantwoordt mijn vraag niet,' zei Navarre kalm, ondanks dat hij de spanning in zijn lichaam voelde. Navarre weigerde zich te laten intimideren door Cayden.

'Ons eerdere gesprek zat mij niet zo lekker...' zei Cayden bedachtzaam. Hij leunde op zijn gemakje tegen de deurpost met zijn armen over elkaar geslagen. 'Ik kan jou overal vinden. Ik wil dat je dat weet.'

Navarre knikte langzaam. Hij had niet gedacht dat hij ooit onder Caydens vijanden zou vallen, maar het klonk alsof Navarre erbij hoorde. Het was geen fijne gedachte. Misschien had hij Cayden inderdaad niet moeten waarschuwen. Misschien had hij Cayden daarmee uitgelokt.

'Kom erbij zitten,' zei Navarre, wat leidde tot een schop tegen zijn scheenbeen van Eragen. Navarre negeerde hem. 'Ik wilde al met jou praten en het scheelt dat ik jou niet hoef op te zoeken om dat te doen.'

Caydens blik viel op Eragen, zijn ogen koud. 'Als jij met mij wilt praten dan doen we dat onder mijn voorwaarden. Eragen moet weg.'

'Ik laat jou niet alleen met Navarre,' zei Eragen direct op felle toon.

'Dat is prima,' zei Cayden op luchtige toon, 'maar dan ben ik niet bereid te praten.'

Navarre zuchtte. Als Cayden dat wilde, dan had Navarre geen keus. 'Ik red het wel, Eragen. Dit moment moest toch komen.'

'Als jij hem met één vinger aanraakt,' begon Eragen, zijn stem laag en dreigend tegen Cayden.

Cayden wuifde hem nonchalant weg. 'Ik weet het.'

Eragen stond op, maar liep niet meteen weg. Hij keek Navarre nog één keer aan met een bezorgde blik en beende pas de kamer uit toen Navarre naar hem knikte. Cayden zette een stap opzij om hem door te laten.

'En niet in de gang wachten,' riep Cayden hem na. Cayden wachtte enkele seconden met zijn blik op de deuropening gericht. Pas toen ze Eragen de trap af hoorden gaan, draaide hij zich naar Navarre om.

'Kwam jij hier alleen om te dreigen of ook met een doel?' vroeg Navarre, die geen slok meer van zijn wijn nam. Hij moest zijn geest scherp houden met Cayden in de buurt. Elke beweging van Cayden hield hij nauwlettend in de gaten. Navarre was van plan geweest om de komende uren zijn welverdiende rust te nemen, maar dat zat er niet meer in.

'Ik kom met een voorstel.'

Navarre kneep zijn ogen wantrouwend samen.

'Het rijk heeft één leider nodig, geen gedeelde macht. Elwyn wil het leiderschap niet, Edlynne is voor de zuiveringen, de koningin en jij zullen niet meer aan de macht komen nu iedereen het weet van het vuur. Ik ben de beste kandidaat op dit moment.'

Cayden wilde de macht grijpen, precies waar Navarre voor vreesde. Langzaam ademde Navarre uit. Hij probeerde te bedenken hoe hij hier het beste op kon reageren, zonder de situatie te laten escaleren.

'Dat zou jij zijn geweest als jij de controle op de duisternis nog had,' zei Navarre, de woorden zorgvuldig afgewogen. 'En dan nog zou het leiderschap niet naar jou zijn gegaan.'

'Dus jij wilt dat het rijk zwak blijft? Dat het rijk voor altijd gesplitst blijft tussen extremisten en sympathisanten?'

'Nee, maar dit zijn problemen die je niet zomaar kunt oplossen,' zei Navarre.

'Ik wel.' Cayden zei het met zoveel overtuiging. Waarschijnlijk was het waar. Cayden kende immers geen grenzen meer. 'We kunnen dit op twee manieren oplossen, Navarre. Of jij accepteert het dat ik de macht neem of we vechten het uit.' En om kracht bij zijn woorden te zetten, nam hij naast Navarre plaats. De duisternis hing nog altijd om hem heen, terwijl de bank onder het gewicht iets inzakte.

Navarre voelde de druk van zijn gave. 'Daarvoor moet jij niet bij mij zijn. Ik heb geen zeggenschap meer.'

'Je hebt wel degelijk zeggenschap. Overtuig Elwyn.'

'Hij zal dat nooit accepteren.'

'Ik probeer dit op de beste manier op te lossen, Navarre. Ik zal de zuiveringen stoppen en het rijk weer als één geheel maken. Ik zal datgene doen dat jij niet kan.'

Navarre keek Cayden in zijn ogen aan, maar er lag geen kwetsbaarheid in. 'De Cayden die ik kende, zou geen interesse hebben in het leiderschap. Jij verlangt te veel naar controle. Maar Cayden, die controle heb jij al verloren.'

Er flitste iets van woede in Caydens ogen, de druk van de duisternis nam toe. Het kostte Navarre veel moeite om te blijven zitten. 'Wat wordt het?' klonk de harde stem van Cayden.

'Geef mij één nacht de tijd om na te denken. Ik kan niet zomaar beslissingen maken,' zei Navarre.

'Nee, beslis nu.'

Navarre haalde diep adem. 'Ik heb het nooit zo tegen je gezegd, maar ik hou van je. Ik heb jou altijd als een broer gezien. Ik kon op jou bouwen - totdat jij de controle op de duisternis verloor. Ik wil niet met jou vechten, Cayden.'

'Accepteer het dan dat ik de macht neem,' zei Cayden indringend. 'Wat denk je wat er van het rijk zal worden als Elwyn en Edlynne blijven regeren? Zal dat beter zijn?'

'Cayden-'

'Hoe langer jij wilt wachten, hoe meer dit rijk verwikkeld raakt in chaos. Er sterven elke nacht en dag mensen vanwege die zuiveringen. Het lukt jou niet om daar wat aan te doen, maar mij wel en ik zal er ook wat tegen doen.'

De kalmte in Navarres lichaam was volledig verdwenen. Hij voelde zich niet veilig bij Cayden. De manier waarop hij sprak en zich gedroeg... Maar Cayden mocht die onrust niet zien.

'Het rijk heeft iemand nodig die over grenzen durft te gaan om de zuiveringen te stoppen,' ging Cayden door. 'Met wachten bereik je niets. We moeten handelen. Nu.' Cayden legde zijn hand stevig op Navarres schouder, wat een rilling teweegbracht. 'Kies, Navarre.'

Navarre kon Cayden niet ompraten. Cayden was te ver heen, precies zoals Eragen had gezegd. Cayden gaf Navarre geen keus. Als Navarre koos voor het vechten, zou dat zijn dood betekenen. Hij moest dit slim spelen. 'Oké. Ik zal Elwyn proberen te overtuigen,' zei Navarre, terwijl Caydens vingers om zijn schouder klemden.

Een scherpe pijnscheut trok door zijn schouder, maar Navarre hield zijn gezicht neutraal en bleef Cayden aankijken. 'Ik zei dat ik het zal doen,' snauwde Navarre, die zijn vuisten balde.

'Als jij liegt, zul je daar spijt van krijgen,' zei Cayden. 'Ik ben jou altijd een stap voor, onthoud dat.'

'Diezelfde woorden kan ik nu ook tegen jou zeggen,' zei Navarre kil. De woede kon hij nog maar moeilijk onderdrukken. Hij stond op, trok zijn laarzen en handschoenen aan.

Navarre wilde zijn zwaard pakken, maar Cayden zei: 'Geen zwaard.'

'Hoe moet ik mij beschermen als mensen mij zien?' vroeg Navarre kortaf. Navarre kon er slecht tegen als mensen zeiden wat hij moest doen. Ondanks de spanning voelde hij de woede opborrelen. Hij mocht zich er niet aan overgeven. Hij moest scherp blijven.

'Geen zwaard,' herhaalde Cayden. 'We doen dit op mijn voorwaarden.'

Chagrijnig beende Navarre langs Cayden de kamer uit. 'Je weet dat dit overkomt alsof jij bang bent dat ik jou ermee kan verwonden?'

'Je kan er goed mee overweg,' bekende Cayden.

Navarre wierp een blik op hem. 'Dat zeg je nu pas?' Hij kon zich niet herinneren wanneer Cayden hem een compliment had gegeven tijdens het duelleren.

Cayden haalde zijn schouders onverschillig op.

Zwijgend liepen ze naar buiten, terwijl Navarre een plan probeerde te bedenken. Hij zou Elwyn niet willen overtuigen. En Elwyn was niet te overtuigen. Maar als Cayden dat doorhad... Zou het een idee zijn om hem Elwyn te laten halen, zodat zij samen Cayden konden uitschakelen? Navarre was in zijn eentje niet sterk genoeg.

'Waar ga je naartoe?' vroeg Navarre toen hij doorhad dat ze niet naar het kasteel gingen.

'Ik ben niet dom, Navarre. Ik weet dat je liegt.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top