Hoofdstuk 33
Dorian
'Valerie,' begroette Dorian haar verbaasd toen ze de warme woonkamer van het rebellenhuis betrad. Hij had haar niet verwacht, maar dat gebeurde vaker. Valerie trok haar eigen plan. Haar aanwezigheid kwam goed uit. Dorian had Elwyn nog altijd beloofd om Valerie aan te spreken over het bloedbad wat ze had aangericht.
Dorian opende zijn mond om het daarover te hebben, maar Valerie onderbrak hem: 'Houd je vriend in het gareel, Dorian.'
Dorian was direct vergeten waarom hij Valerie wilde spreken na die woorden. 'Wat is er met Cayden?' Valerie zei niet zomaar dat iemand in het gareel moest worden gehouden. Ze was zelf een wildebras, deed wat ze wilde en wanneer ze dat wilde. Dorian dacht niet dat hij het antwoord wilde weten, vooral niet als het voor Valerie al te ver ging.
Valerie kamde met haar vingers door haar ingevlochten haren. 'Hij lijkt van slag te zijn. Ik had hem opgezocht en vroeg of hij mij kon helpen met een paar klussen. Hij heeft mij goed geholpen, maar op een manier die onze hoogheid Elwyn niet kan waarderen. Ik dacht dat je dat moest weten.' Haar lange haren vielen als een zwarte waterval los over haar rug heen.
Dorian liet zich met een zucht op de bank vallen, het stoffige kussen zakte in onder zijn gewicht. 'Ik ben bang om Cayden kwijt te raken. Hij is niet helemaal zichzelf meer,' zei Dorian zachtjes. Dorian had Cayden alweer drie nachten niet meer gezien of gesproken, sinds die ene nacht waarop hij ontdekte dat hij de vijfde uitverkorene was. Cayden was bij hem gebleven, maar Dorian merkte dat zijn vriend met zijn gedachten ergens anders was. Cayden had geprobeerd Dorian gerust te stellen door te zeggen dat alles goed was en Dorian was er niet verder op ingegaan. Toch bleef Dorian zich zorgen maken. Dit nieuws van Valerie bevestigde die.
'Ik heb nog nooit eerder iemand zo zien vechten,' zei Valerie onder de indruk. 'Hij was helemaal gefixeerd op de soldaten.' Ze legde haar zwaard tegen de bank en plofte naast Dorian neer. Ze rook naar ijzer en zweet, de misselijkmakende geuren van de strijd.
'Cayden is veranderd. Er zit zoveel woede in hem,' bekende Dorian. Hij wierp een zijdelingse blik op Valerie. 'Net als bij jou trouwens.'
'Ik ben pas bevrijd van die woede als ik Navarre tegenkom.'
'En wat ga je dan doen? Hem verrot slaan?'
'Ja,' antwoordde Valerie op een serieuze, koude toon, wat Dorian de rillingen gaf. Ze trok een voor een haar zwarte laarzen uit. 'Hij heeft alles van me afgenomen.' De vastberadenheid in haar ogen liet geen ruimte voor twijfel. Ze zou Navarre pas laten rusten wanneer hij geboet had voor zijn daden. Alleen dwazen zouden ruzie met Valerie opzoeken.
'Ik denk niet dat Elwyn dat goed gaat vinden,' merkte Dorian op. 'Je zoekt zijn grenzen op. Hij heeft jou al gewaarschuwd en nu zijn er weer doden gevallen.'
Ondanks dat Dorian probeerde zijn woorden zo voorzichtig mogelijk over te laten komen, rustte de scherpe blik van Valerie op hem. 'Ik was ook niet van plan om te moorden, Dorian. Cayden heeft mijn bevelen genegeerd.'
Cayden was dan ook geen volger. Hij bepaalde net als Valerie zijn eigen regels. Het verraste Dorian dat Cayden en Valerie goed met elkaar overweg konden.
'Alsnog zal Elwyn jou ervan beschuldigen. Wij moeten hem steunen als we willen dat de zuiveringen stoppen, Valerie. We moeten niet tegen hem werken. Het is beter om Elwyn als leider te hebben dan Edlynne.' Zodra Edlynne de volledige macht zou grijpen, was er geen hoop meer om Nirvelli te redden.
'Daarom luisterde ik ook naar hem. Ik wist niet dat Cayden zo verschrikkelijk instabiel was, anders had ik hem niet gezocht voor hulp.'
Dorian knikte, vertrouwend op Valeries woorden. Ze was altijd eerlijk, soms een beetje te eerlijk, maar dat waardeerde Dorian. 'Dank je voor het vertellen.'
'Hij heeft hulp nodig,' zei Valerie, terwijl ze zich half omdraaide en haar voeten op de zachte kussens liet rusten. Het licht van het haardvuur flakkerde over haar gezicht.
'Ik weet het,' mompelde Dorian. Hij had er zelf al aan gedacht, maar het voelde anders om het van een ander te horen. Het maakte het definitief. Die woorden deden vanbinnen iets in hem, zorgde voor een brok in zijn keel.
Ze keken allebei op toen er iemand de kamer binnenkwam. Dorian viel direct stil bij het zien van de brede gestalte die zich in de deuropening aftekende. Zijn maag trok samen. Hoeveel had Cayden van hun gesprek meegekregen? Hij moest het gesprek wel hebben afgeluisterd.
Caydens blik vond meteen die van Dorian. 'Kom even met me mee.' Zijn woorden waren kort, afgemeten.
'Cayden?' vroeg Dorian twijfelachtig. Was Cayden boos door wat hij net had gehoord of was er meer aan de hand?
'Kom nu voordat ik me bedenk.'
Een naar gevoel verspreidde zich door Dorians lichaam. Wat Cayden hem ook wilde vertellen, het kon geen goed nieuws zijn. Valerie knikte hem bemoedigend toe. Met een zucht stond Dorian op, vrezend voor wat hem te wachten stond. Cayden zei geen enkel woord tegen hem, terwijl ze naar buiten liepen, richting de schaduwen. Alleen het geluid van hun voetstappen op het verharde pad was te horen.
Cayden droeg dezelfde geur als die van Valerie, een mengeling van ijzer en zweet, maar er was geen bloed op hem te zien. Wat Dorian wel zag, was de kille blik in zijn ogen.
Cayden duwde Dorian onverwachts tegen een koude muur van een nabijgelegen gebouw. De harde tegels drukten in Dorians rug. Caydens handen vonden hun plek aan weerszijden van Dorians hoofd, zijn blik hield die van Dorian vast. Ademloos staarde Dorian hem aan. Hij kon geen kant op, niets zeggen, enkel wachten op wat Cayden aan hem kwijt moest. Dorians adem stokte vanwege de benauwdheid van de situatie, maar hij onderging het.
'Ik heb iets heel stoms gedaan,' begon Cayden. Er lag geen kwetsbaarheid in zijn blik, enkel een leegte die zijn woorden verergerde, die nog kouder was dan de nacht.
Maar wat het ook was, hij wilde het vertellen aan Dorian. Hij sloot zich niet volledig af.
'Valerie heeft mij verteld dat jij haar bevelen hebt genegeerd,' zei Dorian. 'Bedoel je dat?' Dorian hoopte dat Cayden dat bedoelde, maar wist dat dit niet zo was.
'Dat is niets.'
Het ontnemen van levens, ook al ging het om vijandige soldaten, betekende voor Cayden niets? Dorian knipperde met zijn ogen. Er kwam heel slecht nieuws aan.
'Hoe stom is het?' vroeg Dorian, die rustig probeerde te blijven. Vanbinnen zette hij zich schrap voor de woorden die hem aan stukken zouden scheuren. Hij wilde het antwoord niet eens weten. Dorian wilde terug naar de rebellenbasis, naar Valerie en net doen alsof er niets aan de hand was. Maar dat was vluchten. Het was de makkelijkste optie en Cayden leek niet te willen dat hij daarvoor koos. Cayden moest dit tegen Dorian vertellen, had met zijn lichaam een kooi gemaakt waar Dorian niet uit kwam.
'Ik heb mijn ouders laten winnen.' De woorden klonken net zo leeg als zijn blik. Het was voor Dorian onmogelijk om te achterhalen hoe hij zich erover voelde.
Dorian vloekte, terwijl de wereld leek te kantelen. 'Cayden, nee...'
'Ze kunnen mij niet meer lastigvallen.'
Dorian sloeg zijn hand voor zijn mond. Even wist hij niet hoe hij hierop moest reageren. Het waren vreselijke mensen, maar de dood kon niet het antwoord erop zijn. En vooral niet veroorzaakt door de duisternis. Cayden had deze grens niet willen overschrijden. 'Ik ga Lorena en Finnian om hulp vragen,' zei Dorian uiteindelijk met trillende stem.
'Nee,' zei Cayden direct. 'Laat mij alsjeblieft geen spijt krijgen van mijn beslissing het aan jou te vertellen.'
'Luister naar mij, Cayden,' zei Dorian duidelijk. 'Jij bent te ver gegaan. Dat weet jij net zo goed. Ik snap dat je ze haat. Dat ze jou ontzettend veel pijn hebben gedaan. Maar hen vermoorden met de duisternis is niet de oplossing. Jij hebt dat nooit gewild, niet echt tenminste. Dus ik ga hulp inschakelen.'
'We hoeven Lorena en Finnian niet hierin te betrekken. Ik heb een fout gemaakt. Ik ben niet van plan die nog eens te maken.'
'Jij bent naar mij toegekomen voor hulp,' zei Dorian. 'Laat mij jou dan ook helpen.'
'Ik wil geen hulp. Ik wilde alleen dat jij dit wist, dat ik dit aan iemand kon vertellen. Ik hoopte dat het mij zou opluchten. Het maakt mij niets uit dat ik ze heb vermoord. Maar wel op de manier waarop ik het heb gedaan. Het is geen geheim meer dat ik de duisternis heb. Ik wilde het jou vertellen voordat je het van anderen te horen kreeg.'
Wat had Cayden precies gedaan? Dorian kon haast geen adem meer halen.
'Je hebt echt hulp nodig. Ik ga het doen, Cayden. En het maakt mij niets uit dat jij dat niet wil.'
Dorian wist niet dat het mogelijk was, maar hij voelde dat Cayden zich nog verder terugtrok. Hij haalde zijn schouders onverschillig op. 'Ze zullen het toch wel een keer te horen krijgen, doe wat jij wil.'
'Je sluit je af van mij,' zei Dorian zachtjes. Hij legde zijn hand op Caydens wang, op zoek naar een vorm van contact.
'Omdat ik jouw grens over ben gegaan,' zei Cayden, die zijn hand van zijn wang pakte en het contact vervolgens verbrak. 'Omdat jij nu anders naar mij kijkt. Ik ben te ver gegaan.'
Juist nu was steun voor Cayden belangrijk, maar wat hij had gedaan... Dorian kon zich nog heel goed herinneren wat Cayden tegen zijn ouders had gezegd. Jullie zullen samen met mij sterven. Cayden had zijn ouders vermoord en had zichzelf mee de dood in genomen. Wie er nu voor Dorian stond... Dorian wist het niet meer. Het verwarde hem.
'Dit bedoel ik,' zei Cayden, die het aan hem zag.
'Je moet mij toelaten,' zei Dorian. De grond onder hem leek te verdwijnen. De enige reden waarom Dorian nu nog stond was omdat hij haast werd geplet door de muur en Cayden.
De handen aan weerszijden van Dorians hoofd verkleinden de afstand. Cayden boog zich nog meer naar Dorian toe, waardoor zijn hartslag onwillekeurig steeg. Er zat geen enkele emotie in zijn ogen. Dorian zou niet door die muur heen kunnen breken. Die gedachte deed hem pijn, liet zijn ogen branden.
Dorian zag vanuit zijn ooghoeken schaduwen vormen. Hij haatte zichzelf erom, maar zijn ademhaling werd gejaagd. Cayden was tot veel in staat, dat had hij net bewezen. Dorian realiseerde zich dat hij Cayden niet helemaal durfde te vertrouwen, niet in deze staat althans. Cayden merkte het aan hem. Hij lachte bitter. 'Ik zou jou nooit wat aandoen. Ik dacht dat jij dat wist, maar je bent bang voor mij. Ik zei het al eens tegen jou; voor sommigen ben ik een monster en dat ben ik nu voor jou.'
'Nee,' zei Dorian meteen. Tranen prikten in zijn ogen. 'Heb je niet door wat je nu aan het doen bent. Je duwt iedereen van je af. Dat werkt niet, Cayden.'
'Ik ga mijn best doen om de geruchten over jou te beperken nu het bekend is dat ik de duisternis heb. Dat ben ik jou nog schuldig. Maar daar blijft het bij.'
'Wat bedoel je daarmee?'
'Het is klaar tussen ons.'
Het duurde een paar seconden voordat Dorian begreep wat Cayden zei. Cayden had hem net zo goed in zijn hart kunnen steken.
'Dat zeg je zo gemakkelijk?' Dorian wilde niet huilen in het bijzijn van Cayden, niet nu hij dat verdriet veroorzaakte, maar Dorian was nooit zo goed in het verhullen van zijn emoties. En Cayden zag alles aan hem.
'Voor mij is het ook niet makkelijk,' bekende Cayden. De blik in zijn ogen verzachtte iets als reactie op Dorians verdriet.
Ze stonden zo dichtbij dat Dorian zijn trillende lippen op die van Cayden kon plaatsen. Toch leek de afstand tussen hen vele malen groter te zijn.
'Zeg dit dan niet. Laat mij toe, alsjeblieft.'
Maar Cayden schudde met zijn hoofd. Hij pakte Dorian toen bij zijn kin beet en drukte zijn lippen hard op die van hem, alsof hij zich niet in kon houden. Dorian zoende hem terug, ondanks alles wat Cayden had gedaan - totdat Cayden hem plots van zich afduwde en wegliep.
'Cayden,' zei Dorian, te zacht voor Cayden om het te kunnen horen.
Cayden verdween uit het zicht zonder nog iets te zeggen of om te kijken. Dorian voelde zijn hart breken, liet zijn tranen naar beneden glijden. Hij wist dat Cayden zo ver was gegaan dat hij niet meer kon terugkeren en ergens voelde het voor Dorian aan alsof hij had gefaald. Hij wilde Cayden niet kwijtraken. Hij was bang dat hij Cayden verloren was. Dat hij hem nooit meer op de manier zou spreken zoals Dorian gewend was. Het waren zijn ouders gelukt om hem zichzelf te laten verliezen.
Dorian voelde een arm om hem heen glijden. De lange haren van Valerie streken in zijn gezicht. De tranen stroomden enkel sneller naar beneden. Het ging niet alleen maar om Cayden, maar ook om al het andere wat in korte tijd gebeurd was. En ergens vond hij het een rotstreek dat Cayden hem verliet, net nadat Dorian erachter was gekomen dat hij de vijfde uitverkorene was. Alles kwam eruit. Het verdriet, de woede en angst voor wat de toekomst hem zou brengen.
'Goed zo, gooi het eruit,' zei Valerie. Ze hield hem stevig vast en Dorian was haar er dankbaar voor. 'Heeft die hufter het uitgemaakt met jou?'
'Niet alleen maar dat.' Het was moeilijk om woorden te vormen tussen het snikken door. 'Hij... Hij heeft zijn ouders vermoord en nu sluit hij zich volledig af. Ik dring niet meer tot hem door. Hij is te ver gegaan.'
'Hij heeft wat...?' vroeg Valerie. Zelfs zij klonk geschokt.
'Met de duisternis.'
Ook Valerie wist het van zijn duisternis, met dank aan Chloë. Maar het schrok Valerie niet af. Dit nieuws daarentegen ging over haar grenzen heen.
Valerie zuchtte, alsof ze teleurgesteld in Cayden was. 'Dat is jammer. Ik mocht hem. Nu niet meer.' Valerie wreef troostend over zijn rug. 'Ik ben er voor je, Dorian.'
Valerie liet deze zachtaardige kant van haar niet vaak zien. Zolang je aan haar goede kant stond, was ze een loyale vriendin. En als je aan haar slechte kant stond, moest je vluchten voor je leven. Ze kon angstaanjagend zijn.
'Moet ik hem op mijn slachtofferlijstje zetten?' vroeg Valerie bedachtzaam.
Hoewel dat interessant zou zijn, zei Dorian direct: 'Nee.'
Valerie grinnikte zachtjes. 'Geen zorgen. Die eer krijgt alleen de verwende prins.' Valerie liet hem voorzichtig los. 'Heb je iets van me nodig, Dorian?'
'Kun je Elwyn halen?' vroeg Dorian, die zijn tranen afveegde met zijn knokkels.
'Geen probleem. Ik zal meteen aan Chloë vragen of ze dat kan doen.'
'Je bent angstaanjagend, maar een goede vriendin. Je weet dat toch?' zei Dorian, zijn gedachten uitsprekend.
Valerie gaf hem een knipoog. Daarna beende ze weg.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top