Hoofdstuk 26

Navarre

Zodra de wachters Navarre opmerkten, werd hij naar de koningin geleid. Navarre had gedacht dat hij zijn vrijheid terug zou krijgen als hij Dorians huis mocht verlaten, maar hij besefte zich dat hij zijn vrijheid definitief was verloren op het moment dat hij door Hassan was gepakt. Zijn moeder zou hem niet meer zonder bewaking laten rondlopen.

Navarre liep de kamer van de koningin binnen, terwijl de bewakers de deur achter hem dichtdeden en hij alleen met de koningin was.

De koningin stond bij het raam met haar gezicht afgewend. De stilte was om te snijden, maar Navarre wachtte geduldig af. Het was niet verstandig om als eerste de stilte te verbreken, niet nu zijn moeder allesbehalve verheugd was bij zijn weerzien.

'Je hebt geluk gehad dat je heelhuids terug bent gekomen,' begon zijn moeder. Ze klonk niet verrast. Het zou Navarre niet verbazen als de bewakers haar al over zijn terugkeer hadden ingelicht. 'Hoe vaak moet ik nog zeggen dat jij bescherming nodig hebt?'

'Ik zet liever mijn leven op het spel dan dat ik mijn vrijheid moet opgeven.'

Dit keer keek ze hem aan. Er zat geen zachte blik in haar ogen. 'Jij bent een prins. Jouw acties hebben consequenties, Navarre. Niet alleen voor jezelf, maar voor ons allemaal. Je kunt niet zomaar doen waar jij zin in hebt!' Ze kon haar woede niet meer in toom houden. Navarre had haar zelden zo boos gezien. Ze liep op hem af en bleef vlak voor hem staan. Ze was kleiner dan Navarre, maar in alles torende ze boven hem uit. 'Vanaf nu zul je onder toezicht worden gehouden. Dat is niet om jou te bestraffen, maar voor jouw eigen bestwil.'

'Oké,' zei Navarre enkel. Navarre dacht niet dat hij moest klagen om de bewaking na wat hij te vertellen had. Als zijn moeder nu al boos was, wilde hij niet weten hoe ze zou reageren als hij klaar was.

'Oké?' vroeg zijn moeder ongelovig.

'Het was stom van me om niet op te letten,' gaf Navarre toe. Hij had zich niet zo moeten laten meeslepen in zijn emoties. Constant moest hij op zijn hoede zijn. Eén keer niet opletten kon verschrikkelijke gevolgen hebben die Navarre momenteel ondervond.

'Het was stom van jou om alleen met Cayden op pad te gaan nadat ik jou duidelijk had gemaakt om meer bewaking in te schakelen.'

'Je had gelijk. Ik had naar jou moeten luisteren. Ik weet dat mijn acties niet alleen voor mij gevolgen hebben, maar ook voor de mensen om mij heen. Ik had beter moeten weten.'

Zijn moeder bleef hem met een intense blik in de ogen kijken. Zijn antwoord was niet voldoende. Navarre voelde zich gespannen worden onder haar blik. De bom zou elk moment kunnen ontploffen en Navarre keek er niet naar uit.

Ze vernauwde haar ogen. Navarres handen begonnen te zweten van de spanning. 'Wat vertel jij mij niet?'

Het was alsof het vuur in hem reageerde waardoor hij het zo belachelijk heet kreeg. 'Ik... Ik moest een manier verzinnen om mezelf te redden. Ik wilde geen oorlog en dat zou gebeuren als ik als gevangene werd genomen. Jij zou de oorlog verklaren. Dus... ik heb het enige gedaan wat ik kon doen om mezelf te bevrijden.' Navarre had nog nooit eerder in zijn leven zo erg gestotterd. Het vloeiend spreken ging hem makkelijk af - tot dit moment.

'Zeg het niet,' zei Zarya. 'Zeg alsjeblieft niet dat je het gedaan hebt.'

'Ik had geen keus.'

Zarya wreef met een hand over haar gezicht heen, haast alsof ze teleurgesteld in hem was - wat waarschijnlijk ook zo was.

'Het zonnerijk heeft zijn wetten over uitverkorenen. Niet iedereen houdt zich daaraan, maar Hassan wel. Hij had geen andere keus dan mij te laten gaan,' legde Navarre uit, alsof dat zijn moeder beter liet voelen over deze hele situatie. Wat Navarre ook zei, het zou de situatie niet beter maken, eerder verslechteren.

'Wij hadden een afspraak, Navarre,' zei Zarya. 'Je spreekt nóóit over het vuur en je laat het al helemaal niet zien. Jij wil geen oorlog, maar die is nu onvermijdelijk. Je vertrekt nu.'

'Ik ga nergens naartoe.'

'Je hebt jezelf geen andere optie meer gegeven.'

'Ik heb het met Rosaleen erover gehad, ze gaat proberen om het nieuws niet verder te laten verspreiden. Wat moest ik doen, moeder? Ik had al geen opties meer.'

'Jij had naar mij moeten luisteren. Als jij genoeg bewaking om je heen had gehad, had je nooit hoeven te zeggen dat jij de uitverkorene bent,' zei zijn moeder met een opgeheven stem. 'En vanaf nu ga je naar mij luisteren. Je vertrekt naar Astraeus, vannacht nog.'

'Ik zal toestaan dat er nacht en dag op mij gelet wordt, maar ik ga niet naar Astraeus.'

'Jawel, je gaat op bevel van je koningin. Pak je spullen in.'

'Mam-'

Maar ze gaf al het sein dat de bewaking kon komen om hem uit haar kamer te leiden. Hij sloeg geïrriteerd de hand weg van een bewaker die op zijn arm werd gelegd en liep met grote passen naar zijn eigen kamer.

Het eerste wat Navarre deed was een bad nemen om na te denken en om die stank van zich af te krijgen. Zijn moeder gunde hem niet eens één nacht om bij te komen. Hij zou zijn tas moeten inpakken en direct vertrekken naar Astraeus. Het water om hem heen verzachtte de donkere gedachten niet. Zijn moeder wilde hem beschermen, wilde hem naar een veiligere plek krijgen, maar toch zat het hem dwars. Navarre werd uit het spel gezet en Elwyn bleef achter in dit nest van slangen.

Hij schrobde zichzelf schoon toen hij een stem achter zich hoorde. 'Ik hoorde dat je vannacht weggaat.'

Navarre keek om en zag Eragen in de duisternis staan. 'Kun je niet kloppen als ik mezelf aan het wassen ben?' De irritatie kon hij niet uit zijn stem houden, ook al was die niet op Eragen gericht.

'Sinds wanneer moet ik kloppen?'

'Sinds altijd.'

Eragen grijnsde, maar die verdween al snel. 'Er werd mij verteld dat jij een functie gaat vervullen in Astraeus en vannacht nog vertrekt.'

Na dit bad zou Navarre al alles voor de reis moeten verzamelen. Hij legde de spons naast zich neer op de vloer met een zwaar gevoel in zijn maag.

'Maar ik weet dat dat niet waar is. Ik ken jou langer dan vannacht,' zei Eragen. 'Wat heb jij gedaan om naar Astraeus te moeten?'

Navarre vertelde kort het verhaal, over dat hij zichzelf als uitverkorene had onthuld aan Hassan en zijn aanhang. Eragen schudde zijn hoofd, haast net zo teleurgesteld als zijn moeder. 'Idioot. Ik ga met jou mee naar Astraeus. Iemand moet jou goede raad geven.'

'Nee. Ik wil dat je hier blijft voor Elwyn.'

'Ik weet niet of je het doorhebt, maar Elwyn mag mij niet zo.'

'Ik overleef het in Astraeus. Wie weet kan ik na een paar maanden weer terug omdat er niets aan de hand is. Maar ik voel mij fijner als jij hier blijft en op hem kan letten.'

'Elwyn heeft de rebellen waar hij op terug kan vallen. Hij heeft mij niet nodig. Jij wel.'

'Wat jij wilt,' zei Navarre. Hij staarde weer voor zich uit, terwijl het koude water de hitte uit zijn lichaam verjoeg.

***

'Je gaat weg?' vroeg Elwyn direct toen hij Navarres kamer binnenstormde. Ongeloof sijpelde door in zijn stem.

'De koningin wilt het,' zei Navarre op vlakke toon. Het was onmogelijk om tegen haar in te gaan. 'Ik wil niet weg,' gaf Navarre toe. 'Ik wil jou hier niet achterlaten, maar moeder wil mij zo snel mogelijk hier weg hebben voor mijn veiligheid nu mijn geheim niet langer meer een geheim is.' Het zou Navarre niets verbazen als hij net zulke wallen als Elwyn had. Het was nachten geleden sinds hij een goede nachtrust had gehad. Die zou hij de komende tijd ook niet gaan krijgen.

Navarre ging nog één keer na of hij alles in zijn tas had voor de lange reis die hem te wachten stond. 'Ik zie jou waarschijnlijk snel weer.'

'Je kunt blijven,' zei Elwyn.

'Nee. Moeder zal dat niet toelaten. Ik ben te ver gegaan.'

'Ik had bij het gesprek met moeder moeten zijn.'

'Ook dan had ze precies hetzelfde gezegd. Je had mij niet kunnen helpen, Elwyn.'

Elwyn nam plaats op het bed van Navarre naast zijn ingepakte tas. 'Ik denk niet dat het verstandig is als je vertrekt,' zei Elwyn. Zijn stem klonk kalm, maar aan het tikken van zijn vingers kon Navarre zien dat hij gespannen was.

'Ik heb geen keus en het zal niet voor lang zijn. Als er iets is, stuur me een bericht.'

'Beloof me dat je met het vuur zal blijven oefenen,' zei Elwyn.

'Ik beloof het.'

'Als je er niet mee oefent, zal het je-'

'Ik beloof het,' herhaalde Navarre, terwijl hij elk woord benadrukte en Elwyn in de ogen aankeek. 'Het zal tijdens de reis lastig worden, maar in Astraeus zal ik elke nacht oefenen.'

Elwyn moest aan Navarre hebben gehoord dat hij het meende, want Elwyn liet het onderwerp verder rusten.

Navarre sloeg de tas over zijn schouder. Hij had alles. Hij had zijn handschoenen aan en de wapens waren vastgegespt aan zijn riem. Nog één keer keek hij zijn kamer rond, niet wetende wanneer hij het weer terug zou zien. Navarre had geen idee hoelang zijn moeder hem in Astraeus wilde hebben. Hij hoopte op enkele weken, maar wist dat het eerder maanden zouden zijn. Navarre dacht niet dat hij dat vol zou houden.

'Ben je klaar?' vroeg Eragen, die wederom zichzelf uitnodigde in Navarres kamer.

Navarre knikte. Hij klopte Elwyn op zijn bovenarm en maakte aanstalten te vertrekken.

'Zul je Navarre beschermen?' vroeg Elwyn scherp aan Eragen.

Eragen deed plechtig zijn hand op zijn borst. 'Tot mijn dood.'

'Goed,' zei Elwyn. Elwyn wierp nog één blik op Navarre en verliet de kamer.

'Ik hoorde haast goedkeuring in mijn broer zijn stem,' zei Navarre.

'Eindelijk. Ik had niet verwacht dat dat moment ooit zou komen.'

Navarre grinnikte kort, ondanks dat hij zorgen had. Het zat hem niet helemaal lekker dat hij zou vertrekken, al helemaal niet na Elwyns woorden. 'Het gaat een lange reis worden.'

'Met veel gezelschap,' zei Eragen. 'Kan je dat aan?'

'Ik zal mijn best doen.'

'Misschien vind je in Astraeus wel een leuke vrouw,' zei Eragen bedachtzaam. 'Ik zie je nooit in het bijzijn van een vrouw meer. Of misschien is je voorkeur wel een man. Ik heb geen idee.'

'Ik wil geen relatie of wat dan ook,' zei Navarre zonder enige twijfel. Hij had het al druk genoeg met overleven. Het belangrijkste was dat hij zijn leven op orde moest krijgen. 'Over relaties gesproken, ik hoorde dat Elwyn weer contact heeft met Andra.' Andra was de jongste en de meest pittige zus van Eragen waar Elwyn voor een korte tijd een relatie mee had.

'Wat?' vroeg Eragen meteen, maar besefte zich dat Navarre een grapje maakte.

'Ik haat jou,' zei Eragen.

'Jij bent veel te goedgelovig,' zei Navarre grijzend. Hij kon het niet helpen. Misschien maar beter dat Eragen mee ging, dan was de reis enigszins nog uit te houden.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top