Hoofdstuk 18 - Deel 1
Navarre
'Eragen zei dat je met me wilde praten. Kon je niet zelf naar me toe komen?' vroeg Navarre toen hij de deur van Elwyns vertrekken opende en Elwyn op de bank zag zitten met een boek in zijn handen.
'Je was met Cayden,' zei Elwyn, alsof dat alles verklaarde. Hij legde het boek op de lage, glazen tafel voor zich neer. 'Hoe gaat het met je pogingen om iets tegen de zuivering te doen? De zuivering is in volle gang.'
'Ik ben erachter gekomen dat Lyra de lijst heeft met namen van sympathisanten en van diegenen die geen zuiver bloed hebben, dus die probeer ik later vannacht te krijgen. Morgen zal ik kijken bij de executieplekken met Eragen. Ik probeer zoveel mogelijk informatie te verzamelen.'
Navarre vertrouwde dit gesprek niet helemaal, waardoor hij bij de deur bleef hangen. Het kwam door Eragens waarschuwende woorden, maar ook door de toon waarop Elwyn sprak. Er zat spanning in, ook al zat hij op zijn gemakje met zijn arm losjes op de bankleuning.
'Dat is al meer dan genoeg. Als jij mij die informatie geeft, kan ik ze doorspelen.'
'Aan wie?'
'Aan Chloë. Ze staat in contact met de rebellen.'
Het verbaasde hem niet dat er rebellen actief waren, maar: 'Wie is Chloë?'
'Ze deed zich hier voor als een schoonmaakster, terwijl ze pogingen deed kamers binnen te breken. Het is haar al gelukt om die van Cayden te openen.'
Navarre moest echt beter opletten. Hij was niet zo observerend als Elwyn en miste daardoor belangrijke dingen, zoals dat er een spion in het kasteel rondliep.
De spanning bleef in Elwyns stem, toen hij ernstig vervolgde: 'Chloë heeft me waardevolle informatie over Cayden gegeven nadat ik haar had betrapt. Ze heeft ontdekt dat hij de tweede uitverkorene van de Maan is. Doe voorzichtig bij hem in de buurt.'
De tweede uitverkorene van de Maan, ook wel de duisternis. Daarom was Cayden dus zo geïnteresseerd in wat er gebeurd was met de vuurstuurder. Navarre probeerde te bedenken of hij had moeten weten dat Cayden de duisternis bezat, maar er schoot hem verder niets te binnen. Cayden had hem geen enkele hint gegeven.
Deze informatie was zowel interessant als absurd. Het leek alsof Navarre alle uitverkorenen aantrok. Hij hoefde werkelijk geen moeite te doen.
Onbewust wierp Navarre een blik op zijn hand, op de brandwond die onder het leer verstopt zat. Het deed hem denken aan wie hij had vermoord, maar ook aan wie hij was geworden. Een straf voor zijn daad.
'Dat is toevallig,' zei Navarre, die bedachtzaam over zijn kaak wreef.
'Vaak vinden uitverkorenen elkaar. Of gaan ze met elkaar om en weten ze niet dat de ander magie bezit.'
'En wat ga jij nu doen met deze kennis?'
'Ik ga met Cayden praten. Ik kan hem niet langer vermijden,' zei Elwyn. Hij stond op. 'Ik wist dat er iets met hem was en ik durf erop te wedden dat hij dat ook bij mij aanvoelt, maar ik ga hem geen bevestiging geven.'
Elwyn was Navarres tegenpool, net zoals nacht en dag dat waren. Dat waren ze altijd al geweest. Daarom voelde Navarre zich gespannen toen Elwyn een speer van ijs in zijn hand vormde. Hij deed het zonder enkele moeite, omdat hij elke nacht en dag oefende. Navarre zou het nooit hardop toegeven, maar het beangstigde hem dat Elwyn zo sterk was. Elwyn wist hoe mensen hem zagen; als iemand die in de schaduwen stond, iemand waar mensen zich geen zorgen om hoefden te maken. Elwyn had het nooit een zwakte gevonden dat hij weleens over het hoofd werd gezien. Hij maakte er juist gebruik van. Het zou dwaas zijn hem te onderschatten.
Elwyn draaide de doorzichtige speer in het rond om die vervolgens op Navarre te richten. Nu begreep Navarre tenminste waar Eragens waarschuwing vandaan kwam. 'Hij oefent vast veel met de duisternis,' zei Elwyn, met zijn blik gefixeerd op die van Navarre. 'Dat is het meest verstandige. Ze zeggen niet voor niets dat duisternis en vuur de moeilijkste elementen zijn om te beheersen.'
De toon beviel Navarre niet, evenals de speer. Dit was geen goede nacht voor hem. Navarre vond al dat Elwyn te aardig deed.
'Jij houdt jezelf bewust zwak,' zei Elwyn, die een stap in Navarres richting deed.
Navarre stak zijn handen verzoenend in de lucht. Het verbaasde hem dat ze nog niet trilden. 'Ik heb andere kwaliteiten. We vullen elkaar goed aan. Ik ben jouw stem en jij bent mijn magie.'
Elwyns ogen werden donkerder. Dit was echt geen goede nacht voor Navarre. Navarre deed een stap achteruit, met zijn rug richting de deur toe. Dit was een gevecht waar hij liever niet in wilde belanden.
'Ik herinner me nog die dag toen jij volledig omsloeg, toen je veranderde in iemand die ik niet meer kende. Dat was de dag waarop je het vuur kreeg. Hoeveel jaren geleden was dat? Een jaar of vijf, zes? Ik had je nog nooit zien huilen tot die dag. Het brak je. En nog steeds ben je gebroken.'
Navarre voelde een spiertje in zijn kaak trillen. Hij zei niets.
'Wat is er precies gebeurd? Ik ken je, Navarre, of dat dacht ik. Jij hield van de Zon. Je zou het niet erg hebben gevonden om het vuur te krijgen. Misschien zou het lastig zijn ermee om te gaan, maar niet zo lastig als dat je het nu hebt. Ik kan mijn eigen conclusies verbinden aan de geruchten, maar ik wil het van jou horen. Waarom wilde je ineens niets meer met de Zon te maken hebben?'
Navarre keek naar het ijs in Elwyns handen. Subtiel zette hij nog een stap naar achteren. 'Mensen veranderen, Elwyn.'
'Je maakt jezelf kapot. Ik heb je tijd gegeven. Heel veel tijd, maar dit gaat te langzaam.'
Elwyn had het over het vuur dat Navarre niet beoefende. Hij maakte zich er zorgen over, wilde het beste voor Navarre, maar dit was absurd. Navarres hart klopte in zijn keel als een bezetene.
'Je gooit dat ding niet naar me,' snauwde Navarre. Hij deed geen enkele moeite om de woede uit zijn stem te houden.
'Waarom niet?' vroeg Elwyn kalm.
'Je bent gestoord geworden,' zei Navarre. Zijn handen zweetten van de angst die zijn lichaam overnam.
Elwyn lachte. 'Ik? Ik heb mijn verstand nog, hoor.'
De speer vloog direct op Navarre af. Navarre handelde instinctief, precies zoals Elwyn verwachtte. Vuur schoot naar voren en liet de speer net op tijd smelten, zodat het een plasje op de grond vormde. Elwyn zorgde ervoor dat het spuwende vuur werd getemd met zijn ijs. Het vuur was ongecontroleerd geweest, maar niets wat Elwyn niet aankon.
Navarre voelde zijn hele lichaam trillen. Woest keek hij naar Elwyn, net zo woest als de vlammen dat waren geweest. 'Je had het recht niet om dat vuur uit te lokken.'
In Elwyns ogen was zijn vuur terug te zien. 'Zie je het dan niet?' schreeuwde Elwyn. Het was alsof hij dit jarenlang had ingehouden en hij de woede niet langer kon onderdrukken. 'Zie je niet dat het zijn eigen weg gaat als jij er niet mee oefent? Hoe angstig jij ervoor bent? Je maakt jezelf kapot, Navarre.'
'Dan maak ik mezelf maar kapot.'
'Ik sta dat niet toe.'
Navarre liep naar de deur toe en haalde zijn hand meteen van de deurknop af toen die zo ijskoud aanvoelde dat het in zijn hand beet. 'Je laat me door deze deur gaan, Elwyn. Nu.'
'Nee. We gaan oefenen.'
'We gaan níét oefenen,' gromde Navarre. Hij voelde nog steeds het warmte van het vuur door zijn lichaam kronkelen. Het maakte hem misselijk. 'Je wilt me nu niet uitdagen.'
Elwyn snoof. 'Ga maar dan. Zoek het zelf uit. Het zal geen snelle dood worden, maar als het jouw wens is om op te branden, veel plezier ermee, broeder.'
Navarre gaf hem een dodelijke blik, waarna hij de kamer uit liep en de deur zo hard achter zich dichtsloeg, dat die beefde in zijn scharnieren. Eragen leunde tegen de muur van Navarres vertrekken, die aan die van Elwyn grensde, en trok een sneeuwwitte wenkbrauw op bij het zien van de emoties. 'O nee, ik zie aan je dat Elwyn je goed heeft aangepakt.'
'Ik wil er niet over praten,' mompelde Navarre. Hij beende naar zijn badkamer toe en kotste alles eruit. Elwyn had gelijk gehad. Hij maakte zichzelf kapot door het vuur in hem te negeren. Dat was niet zijn bedoeling, maar... Aan de gedachte van het vuur dat uit zijn lichaam was gekomen, moest hij weer kotsen. Hij greep de wc pot met beide handen stevig beet, terwijl zijn onderbenen op de koude tegels rustten.
Eragen vloekte. 'Wat heeft Elwyn gedaan? Ik zweer, ik wil hem niet meemaken als hij boos is.' Navarre had niet doorgehad dat Eragen hem was gevolgd. Hij was meer bezig geweest met ervoor zorgen dat zijn kots niet overal op de grond zou liggen.
Navarre kon zijn lichaam niet onder controle houden. Het trilde hevig, terwijl hij met zijn ogen dicht over de wc pot hing. Het hielp niet dat Eragen maar bleef doorvragen.
'Waar ging de ruzie over?' vroeg Eragen, die Navarre een klopje gaf op de wang. Daarna vloekte hij weer. 'Je gloeit. Ben je ziek geworden?'
'Ja, Elwyn kan mensen ziek maken, wist je dat niet? Als hij woest is, gebruikt hij vergif.' Hij keek opzij en zag Eragen een beetje verbleken.
Navarre lachte zachtjes, maar hield abrupt op toen hij een nieuwe golf voelde komen.
'Wat is dit allemaal dan?' vroeg Eragen.
Navarre reageerde er niet op. 'Laat me in rust kotsen. Ik zie je straks bij de vergadering.'
'Ik heb verder niets deze nacht, dus ik kan je wel in de gaten houden, kijken of het beter gaat. Je hoeft niets te zeggen, ik vermaak me wel in mijn eentje.'
Navarre had niet de energie om hem te overtuigen om te vertrekken en zei alleen maar: 'Prima.'
Eragen gaf hem nog een klopje en liep daarna weg om Navarre rust te gunnen.
***
Toen Navarre samen met Eragen de eetzaal binnenkwam, waren al een aantal plekjes aan de tafel bezet. De koningin zat zoals te verwachten aan het hoofd en op de hoek ervan was Elwyn te vinden. Het was een goede plek om de gesprekken af te luisteren die met de koningin gevoerd zouden worden.
Elwyn liet niet merken dat hij Navarre had opgemerkt, wat Navarre prima vond. Door Elwyn had hij urenlang in de badkamer gezeten, wachtend tot zijn huid niet meer zo gloeide en de paniek minder werd. Eragen had zich intussen zo verveeld dat hij op de bank in slaap was gevallen. Navarre verlangde naar een goede nachtrust, maar daarvoor zou hij nog even moeten wachten.
Navarre begroette zijn moeder en de andere gasten, waarbij hij Elwyn oversloeg, en nam plaats in het midden aan de tafel, zodat hij met zoveel mogelijk mensen kon communiceren. Eragen ging naast hem zitten. Hij keek van Navarre naar Elwyn en weer terug. 'Je sloot jezelf lang op in de badkamer,' zei Eragen uiteindelijk.
Navarre leunde achterover in zijn stoel en hield zijn blik gericht op de ingang van de eetkamer om in de gaten te houden wie er binnenkwam. 'Je weet dat ik nog een bad heb genomen toen ik me iets beter voelde.' Navarre had dat niet alleen gedaan om de zweetlucht van zich af te wassen, zowel veroorzaakt door het duelleren met Cayden als de angst voor het vuur, maar ook om de warmte uit zijn lichaam te halen. Pas na het bad durfde Navarre uit de badkamer te komen.
'Ik snap het niet. Jij was niet zo ziek toen je met mij naar je broer ging en nu gaat het weer goed met je, alsof er niets is gebeurd.'
Het was te verwachten dat Eragen het er niet zo makkelijk bij wilde laten. Het was ook vreemd dat Navarre zich na het gesprek anders had gedragen en dat hij er vaag over was.
Gelukkig hoefde Navarre er niet op te reageren, want de bevelhebber van zijn moeders leger kwam de ruimte binnen. Hij hoorde Eragen een zucht slaken op het moment dat hij zijn oudere zus zag. Hij had met de meeste zussen een moeizame relatie. Eragens zussen waren competitief, ze streden elk om een zo'n hoog mogelijke positie en waren net zo listig als hun moeder. Ze waren allemaal niet te vertrouwen door de rivaliteit die er in de familie heerste.
Navarre stond op en liep met opgeheven kin naar de vrouw toe. Ze had voor deze gelegenheid een bloedrode jurk aangetrokken met lange, uitlopende mouwen die haar spieren aan het zicht onttrokken. 'Lyra, fijn dat je bij de vergadering kan zijn,' begroette Navarre haar. Ze schudden elkaar de hand, terwijl ze elkaar in de ogen aankeken. Qua lengte scheelden ze niet veel.
'Ik heb besloten dat ik dit toch niet wilde missen.' Haar toon verried geen emotie, maar haar blik werd donkerder toen die naar Eragen gleed. Ondanks dat Eragen geen pogingen deed meer roem dan zijn zussen te krijgen, zagen ze hem als een bedreiging.
Navarre wilde haar net begeleiden naar de tafel toen Cayden verscheen. Hij had zich net als Navarre opgefrist na het duelleren en was netjes gekleed in een pak. Hij knikte kort naar Navarre. Hij was de tweede uitverkorene van de Maan. Wisten Lorena en Finnian ervan? Dat moest haast wel. Navarre hield zijn gezichtsuitdrukking in de plooi, wetend dat Cayden woest zou worden als hij merkte dat Navarre ervan af wist.
De blikken van Cayden en Lyra kruisten elkaar, dus Navarre zei: 'Dit is Cayden Chamos, onze hoftrainer, en Cayden, dit is Lyra Bregalis, de bevelhebber.' Cayden mocht zich met haar bezighouden.
'Ik hoopte met je te kunnen praten,' zei Cayden, die meteen ter zake kwam. 'Ik vroeg me af of ik de trainingen die ik geef moet aanpassen om ze beter voor te bereiden op het dienen in een leger.' Lyra bereidde de legers voor, gaf hen bevelen en bedacht voor hen strategieën. Het was een goede openingszin om een gesprek op gang te brengen zonder achterdocht op te wekken.
'Heb jij ooit in een leger gevochten?' vroeg Lyra.
'Nee. Ik heb redelijk verstand van oorlogsvoering, ik weet hoe het werkt, waar aan gedacht moet worden, maar niet zelf meegemaakt.'
Cayden had er in ieder geval meer verstand van dan Navarre. Navarre had vooral les gekregen in politieke zaken en de geschiedenis ervan, zoals welke wetten er in de verschillende gebieden bestonden en hoe die waren ontwikkeld en gehandhaafd. Hij kende de basis over oorlogsvoering, maar Navarre wist dat hij beslissingen erover aan andere mensen moest overlaten.
'Dan zal ik je eerst vertellen hoe het werkelijk eraan toe gaat. Dat gaat anders dan wat je in boeken leest,' zei Lyra, terwijl ze met Cayden naar de tafel liep.
Navarre ging tevreden op zijn plek naast Eragen zitten. Eragen was in gesprek, maar zodra Navarre terug was, had Navarre door dat Eragen hem verder zou ondervragen. Het waren vragen waar Navarre geen antwoord op kon geven. Navarre kon onmogelijk tegen Eragen vertellen dat de ruzie met Elwyn ging over het vuur dat hij had. Dat risico kon hij niet nemen, vooral niet nu Eragen mensen opspoorde voor de zuivering. Navarre was zich er maar al te van bewust dat de meerderheid aan deze tafel hem dood wilde hebben als ze de waarheid over hem wisten. Die gedachte benauwde hem steeds meer.
Op het moment dat iedereen aanwezig was, kondigde de koningin aan dat ze mochten beginnen met eten. Navarre schepte op en wilde een gesprek aangaan met de persoon links van hem om het te hebben over toekomstplannen voor Nirvelli toen Eragen vroeg: 'Waarom vertrouw je me niet meer? Je doet afstandelijk.' Hij prikte in zijn gerookte vis. 'Wat is er veranderd? Je duwde mij weg, je wilde niets meer met mij te maken hebben. En toen spraken we elkaar jarenlang niet meer. Wat het ook is, het speelt nog steeds. Je hebt er nooit een reden voor gegeven.' Eragen boog zich iets meer naar hem toe. 'Ik ben naar Nirvelli gekomen omdat we dit uit moeten praten.'
'Ik wil ook wel met jou erover praten,' gaf Navarre toe. Ze waren goede vrienden geweest, maar de zuiveringen en de geheimen hadden hen uit elkaar gedreven. 'Ik kan het alleen niet.'
'Morgen laat ik je een belangrijke executieplek zien, zoals afgesproken, maar wanneer we gaan, moet jij mij iets vertellen en ik jou. Ik offer me wel op door te beginnen.' Eragen klonk zelden zo ernstig.
Navarre trok een wenkbrauw op, maar hij wachtte met het geven van een reactie toen een bediende zijn glas met wijn vulde. Nadat ook Eragens glas was gevuld en de bediende buiten gehoorsafstand was, vroeg Navarre: 'Jij moet mij iets vertellen?'
'Ja,' was het enige dat Eragen zei.
Navarre bleef hem vragend aankijken, maar Eragen keek weg. Ze zouden het gesprek dus morgen voortzetten. Ze hielden zich daar allebei aan.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top