Hoofdstuk 17
Vanaf dit hoofdstuk wordt het verhaal waarschijnlijk iets slordiger. Ik weet redelijk wat ik in elk hoofdstuk wil hebben, maar het meeste moet ik nog schrijven, waardoor de hoofdstukken zo goed als eerste versies zijn. Dus als er fouten in staan/dingen die niet helemaal logisch klinken, dan is dit de reden ;)
Navarre
Met een kracht sloeg Cayden zijn zwaard tegen die van Navarre, waardoor Navarre gedwongen werd een aantal stappen achteruit te zetten. Zijn spieren verzuurden. Niet alleen zijn arm trilde en had moeite om het wapen vast te houden, maar ook zijn benen trokken het niet langer meer. Het zweet sijpelde van zijn voorhoofd naar beneden en zijn adem kwam in horten en stoten. Ze waren al urenlang elkaar aan het afmatten. Daarmee hielden ze de kou van buiten op afstand.
Toen Cayden eerder naar hem toe was gekomen met de suggestie om te duelleren - Cayden moest zijn spanning kwijt en had zogenaamd niemand anders waarmee hij kon vechten - had Navarre toegezegd om twee redenen. Ten eerste, Navarre was toch al van plan geweest om deze nacht te trainen en ten tweede, hij hoopte dat Caydens beledigingen minder frequent zouden worden nu zijn neef al zijn frustraties in het duel kon uiten. Dat laatste kwam helaas niet uit.
Navarre had zich net gestabiliseerd toen er alweer een aanval volgde. Omdat Navarre te veel bezig was om de dodelijke klap te ontwijken, zag Cayden ruimte om hem onderuit te halen. Voordat Navarre het wist belandde hij op het gras, voor de zoveelste keer. Een groot nadeel aan het duelleren met Cayden was dat Navarre keer op keer verloor. Het frustreerde hem dat hij niet van Cayden kon winnen, in ieder geval niet als het ging om zwaardvechten.
'Je bent lui geworden,' merkte Cayden op. 'Heb je de afgelopen jaren zelfs wel geoefend?' Hij stak zijn hand uit om Navarre overeind te helpen.
Navarre negeerde de hand en duwde zich van de grond af. Met opeengeklemde kaken zei hij: 'Ik heb geoefend, ja.'
'Ik kan je in de groep met beginners plaatsen,' zei Cayden bedachtzaam. Navarre kon er niet om lachen en gunde hem enkel een dodelijke blik.
Ondanks dat Navarre niet de beste was, vond hij zich zeker niet slecht vechten. Nadat hij zes jaar geleden zijn linkerhand had verbrand, had hij met rechts moeten leren vechten. Het had even geduurd voordat hij de bewegingen onder de knie had, maar het voelde nog steeds niet natuurlijk aan.
Cayden ging weer in een aanvallende houding staan en gebaarde dat Navarre hetzelfde moest doen. 'Bescherm je linkerkant. Die vergeet je soms. En je hebt hopelijk meer kracht in je dan je nu hebt laten zien, dus laat dat ook zien. Met die zwakke slagen bereik je niks. Of je moet het leuk vinden om steeds de grond te kussen. Dat kan ook. Ieder zijn eigen interesses, denk ik.'
Dit soort opmerkingen waren de laatste tijd frequenter geworden. Navarre wist waardoor dat kwam. Er zat Cayden iets dwars. Anders zou hij ook nooit zo gewillig zijn om zijn tijd te spenderen met Navarre.
Navarre kon best tegen Caydens opmerkingen, maar dat in combinatie met steeds verliezen, begon hem te irriteren. Dus Navarre pakte zijn zwaard over in zijn linkerhand. Het zou pijn gaan doen, dat wist Navarre, maar dat deerde hem momenteel niet.
'Weet je het zeker?' vroeg Cayden met een opgetrokken wenkbrauw. Hij had waarschijnlijk genoeg geruchten gehoord wat ermee was gebeurd.
'Ik geef je een uitdaging.'
Cayden haalde zijn brede schouders op. 'Kom maar op.'
Ondanks dat Navarre zijn linkerhand al lang niet meer had gebruikt, voelde het niet zo aan. Hij kon preciezere klappen uitdelen, wist beter hoe hij zichzelf tegen aanvallen kon beschermen. Maar telkens wanneer de zwaarden tegen elkaar knalden, schoot er een pijnscheut door zijn verminkte hand heen. Het deed hem keer op keer denken aan wat er was gebeurd, aan wat voor lafaard hij was geweest door de angst de overhand te laten nemen. Na al die jaren haatte hij zich nog steeds erom. Hij probeerde de pijn en de herinneringen te negeren en zich te focussen op zijn doel, namelijk om voor één keertje Cayden te verslaan. Ook al besefte Navarre zich dat dat niet de werkelijke reden was dat hij nu zijn linkerhand gebruikte.
Voor de verandering zag Navarre aan Cayden dat hij er moeite mee kreeg. Hij gaf Cayden dit keer geen tijd om tijdens het duel tips of beledigingen te geven. Cayden had al zijn aandacht op het gevecht nodig.
De pijn werd met de minuut ondraaglijker. Toen er weer een knal door zijn hand gonsde, klemde Navarre zijn kaken op elkaar. Hij gaf niet op, dacht niet eens aan die optie, maar vocht door terwijl allerlei emoties door hem heen raasden.
Navarre was zich er nauwelijks van bewust dat hij de punt van zijn zwaard in de richting van Caydens hoofd hield en daarmee het duel had gewonnen. Navarre dacht dat hij blij zou zijn met deze overwinning, maar hij liet vloekend zijn zwaard op de grond vallen, waarna hij zijn pijnlijke hand vastpakte. Hij was een idioot. Door alles wat hij had gedaan.
Cayden keek hem koel aan met samengespleten ogen. 'Voel je je beter nu je je emoties op mij hebt afgereageerd?' Cayden hijgde van de inspanning die het duel hem had gekost.
'Dat is wat jij ook doet, nietwaar?' vroeg Navarre. Hij keek Cayden niet aan, maar staarde naar zijn gehandschoende hand.
'Ja, maar ik liet jou heel. Ik wist niet dat ik van ons tweëen degene ben met de meeste zelfcontrole. Dat is ernstig.'
Pas toen Navarre weer opkeek, zag hij dat Cayden een snee had in zijn bovenarm. Bloed welde op uit de wond.
'Sorry, dat was niet mijn bedoeling geweest,' zei Navarre oprecht. Hij kon zich niet herinneren dat hij Cayden had geraakt.
Cayden schudde zijn hoofd. 'Het is niet erg. Dit is geen diepe wond.' Hij wierp een blik op Navarres hand. 'De geruchten zijn waar, niet? Of in ieder geval deels.' De geruchten over dat Navarre in de strijd met een vuurstuurder zijn hand had verbrand.
'Ze zijn waar,' zei Navarre enkel.
'Dan vraag ik me twee dingen af. Hoe heb jij het voor elkaar gekregen een vuurstuurder te doden? En hoe heb je zelfs een vuurstuurder gevonden?'
'Ik heb er geen moeite voor hoeven te doen. Het ging vanzelf.' Dat was de waarheid.
Cayden fronste.
Navarre boog zich voorover om zijn zwaard met zijn goede hand op te pakken en deed die in zijn schede. Hij was niet van plan om nog meer erover te vertellen.
'Maar hoe doodde jij een vuurstuurder?' vroeg Cayden.
Dit was geen prettig onderwerp voor Navarre. Hij zou er niet eens over willen praten met zijn eigen broer, laat staan met Cayden. 'Ik heb je nog nooit zo nieuwsgierig horen klinken.'
'Dat is een van de weinige delen van jouw leven dat ik interessant vind, ja.'
'Ik heb je een antwoord gegeven, dus daar moet je het mee doen.'
'Het is inderdaad een antwoord, maar je had net zo goed niets kunnen zeggen.' Cayden trok zijn tuniek een stukje omlaag om zijn arm te kunnen bekijken. Zoals Cayden al had gezegd, was het niet diep, maar er zou wel naar gekeken moeten worden. 'Als je weer eens besluit met links te vechten, geef ik je een oefenzwaard,' mompelde Cayden.
'Durf je het niet meer aan?' vroeg Navarre geamuseerd.
Cayden glimlachte zonder dat het zijn ogen bereikte, als een nacht zonder sterren. 'Oké, de volgende keer zal ik niet meer mijn best doen jou heel te laten. Dan zul jij wel anders piepen.'
Dat was niet iets waar Navarre naar uitkeek. 'Waarom wilde je eigenlijk met mij duelleren? Wat zit je dwars?' vroeg Navarre, die het gesprek met Dorian voor de geest haalde. Dorian had gezegd dat ze een woordenwisseling hadden gehad.
Cayden plantte de punt van zijn zwaard in de aarde. 'Wat zit mij dwars?' mompelde Cayden, alsof hij diep nadacht over de vraag. Het zag er niet naar uit dat hij er antwoord op zou geven.
Dus Navarre zei: 'Je vriend vertelde me dat jullie een ruzie hadden.'
Caydens ogen verwijdden zich. 'Dorian heeft met jou gesproken? Wat heb jij gedaan om dat voor elkaar te krijgen?'
'Hij heeft misschien tien woorden gezegd. Het was geen gesprek te noemen, maar dat is ook wel te begrijpen na wat hij in Fenour heeft meegemaakt.' Nadat Navarre die woorden had uitgesproken, had jij meteen door dat hij te veel had gezegd.
Weer fronste Cayden. Dit keer achterdochtig. 'Hij heeft jou over Fenour verteld?'
Cayden was de domste niet. Hij wist dat Dorian daar nooit met Navarre over zou spreken.
'Ik kwam Dorian een paar nachten geleden tegen. Ik herkende hem ineens als iemand die...' Navarre stopte midden in zijn zin toen hij Eragen in de verte naar hen toe zag lopen. Hij moest nog iets met Cayden bespreken nu Eragen buiten gehoorsafstand was. 'Dat vertel ik je een andere keer. Ik wil het nog even snel ergens anders met je over hebben. Ik weet waar de lijst met namen is van mogelijke slachtoffers deze zuivering. Na het diner zal ik erachteraan gaan. Ga jij naar het diner vannacht? De belangrijkste mensen zullen er zijn en er zal ongetwijfeld gesproken worden over de zuivering.' Navarre verwoordde het mooier dan het daadwerkelijk was. In principe was het een diner, maar vergadering zou er beter bij passen.
De achterdochtige frons bleef op Caydens gezicht hangen. 'Verleidelijk en ergens ook weer helemaal niet.'
'Wat is het deel dat je niet verleidelijk vindt? Je wilt informatie, dit is je beste kans.'
Cayden zuchtte. 'Het zal in ieder geval geen verspilde tijd zijn.'
'De legeraanvoerder van mijn moeder komt ook, ze is de oudste zus van Eragen. Ik weet zeker dat als jij je introduceert als onze hoftrainer dat zij openstaat voor een gesprek met jou. Zij is toevallig ook diegene die de lijst bewaard.'
'Wat is jouw plan om die lijst van haar te krijgen?' Cayden sprak zachtjes, zodat Eragen het niet zou horen. Hij was nog maar enkele meters van hen verwijderd.
'Ik heb beschikking tot de sleutels die naar elke kamer leiden.' Navarre was erachter gekomen dat Eragens zus de lijst altijd bij zich had. Hij kon moeilijk naar de lijst vragen, dus zou hij die pakken wanneer ze sliep. Dat was de veiligste optie.
'Als je de lijst hebt gevonden, zoek dan de namen Dorian en Owen Serpinae op.'
Navarre knikte. 'Dat zal ik doen.' Daarna zei Navarre op luidere toon: 'Ik zie je bij de vergadering, Cayden.'
'Diner klonk beter,' mompelde Cayden. Na een blik op Eragen geworpen te hebben, liep Cayden met grote passen weg.
Eragen had hun laatste woorden gehoord, want hij vroeg: 'Elwyn komt toch ook naar de vergadering toe?'
'Ja.'
'Moge de Godin ons helpen,' prevelde Eragen, die twee vingers tegen zijn voorhoofd en daarna hart legde. Navarre voelde onwillekeurig zijn mondhoeken omhoogtrekken, maar die glimlach verdween bij Eragens ernstige uitdrukking. 'Hij is nu al in een moordstemming. Ik denk niet dat zijn stemming verbetert bij het zien van mijn zus. Hij wil jou spreken trouwens, dus heel veel plezier daarmee. Ik had eerst tegen Elwyn willen zeggen dat ik geen boodschapper ben, maar ik dacht ik doe een keer verstandig en ga het conflict uit de weg.'
'Zo erg?'
'Zie het voor jezelf.'
'Heeft hij gezegd waarom hij mij wil spreken?' vroeg Navarre.
'Ik heb geen idee, maar ik zal aan je denken.'
'Aardig van je.' Navarre liep richting de ingang van het kasteel met Eragen in zijn kielzog. Zijn lichaam voelde loodzwaar aan door de training. 'Veel verraders op kunnen sporen?' vroeg Navarre, toen ze het donkere interieur van het kasteel binnenstapten.
Eragen trok zijn zwaard uit de schede aan zijn zij. Het opgedroogde bloed zat er nog aan. Dat zei genoeg over wat hij deze nacht had gedaan. 'Ik mis je bij de zuivering, Navarre.' Eragens lichtgrijze ogen bleven op die van hem focussen. Hij kneep ze iets samen.
Navarre vermeed zijn blik niet. 'Bevelen van de koningin. Maar, misschien kun jij mij wel de executieplekken laten zien?' Navarre wilde zich het liefst niet meer op zulke plekken bevinden. Hij vond het lastig om om te gaan met alle haat, pijn en verdriet die er heersten, en met de gedachte dat hij mensen had geëxecuteerd, precies op dezelfde soort plekken. Maar hij had het gevoel dat hij niet van alle executieplekken af wist. Eragen was een grote bron van informatie. Het zou slachtoffers helpen als hij deze informatie kon verspreiden.
'Dat kan. Er is wel een plek dat je interessant gaat vinden. Morgen na het ontbijt?'
'Prima.' Hoe sneller, des te beter.
'Tenminste, als je nog leeft nadat je je broer hebt gesproken,' zei Eragen geamuseerd. Ze liepen een marmeren trap op naar de tweede verdieping waar de vertrekken van Elwyn en Navarre zich bevonden.
Dat beloofde niet veel goeds.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top