Hoofdstuk 11
Dorian
Na het gesprek met Chloë was Dorian direct naar de taveerne gegaan. Zijn baas had helaas zijn afwezigheid opgemerkt en tegen hem getierd dat hij Dorian nodig had gehad om de ruzies te bedaren. Maar, zo zei de baas, hij was in een gulle bui, dus als Dorian overuren werkte, zou hij het loon krijgen dat hij die nacht zou hebben gekregen. Dorian vond het geen probleem. Hij vond het alleen niet prettig dat hij zijn vader zo lang alleen moest laten. Desondanks werkte hij tot laat die nacht door, maar voordat zijn werknacht erop zat, kwam de volgende bekende de ruimte binnen. Dorians hart maakte een sprongetje. Cayden was terug. Sommige bezoekers herkenden de gedaante als Cayden en fluisterden met elkaar, terwijl ze heimelijke blikken op hem wierpen.
'Ik vroeg me al af waar je was,' zei de diepe stem van Cayden. Door al de aandacht die hij in de taveerne kreeg, vond hij het blijkbaar niet nodig om de kap op te houden. Hij onthulde zijn donkerblonde haren die door de war zaten en ging op de barkruk zitten waar Chloë eerder had gezeten. Cayden zag er goed uit, ongedeerd, en er schitterde een lichtje in zijn donkere ogen. 'Je vader vertelde me dat je waarschijnlijk nog aan het werk was.'
'Mijn baas is woest op me. Ik werk daarom overuren.' Dorian tapte een biertje en schoof het glas naar hem toe.
'Wat heb jij nu weer uitgespookt?' zei Cayden met die zelfverzekerde glimlach van hem.
Dorian wist als een van de weinigen dat Cayden helemaal niet zo zelfverzekerd was. Het was een masker dat hij graag opzette om anderen te laten zien dat hij de baas was, om de controle te hebben. Maar deze glimlach gepaard met de speelse toon in zijn stem was echt, en alleen voor Dorian bedoeld. Hij was blij dat hij Dorian weer zag, net zoals Dorian dat was.
'Ik wil eigenlijk weten wat jíj hebt uitgespookt. Hoe was de reis?' Dorian ging naast Cayden op een barkruk zitten. Er waren nog geen nieuwe klanten en zijn baas was niet in de ruimte om Dorian in de gaten te houden.
Cayden nam een slok van zijn bier. 'De reis verliep rustig. Ik heb iets van informatie voor jou, maar die wil ik je niet hier vertellen waar we overhoord kunnen worden.'
'Dan kunnen we verder praten nadat ik klaar ben met werken en jij een bad hebt genomen, want je stinkt.'
'Ik vind het knap dat je dat kan ruiken tussen al die zweetgeuren.'
'Zo erg stink je dus.'
Cayden keek hem enkele seconden aandachtig aan met een kleine glimlach rond zijn lippen. Zachtjes en verleidelijk zei hij: 'Ik zie je anders niet ervoor terugdeinzen.' Hij pakte Dorians kin teder beet en verkleinde de afstand tussen hen. Dorian voelde de vederlichte aanraking van zijn lippen. Zijn gevoelens vertelden hem dat hij deze zoen moest doorzetten, Cayden moest aanraken, voelen, maar Dorian dacht terug aan Chloë's woorden, zag het boekje voor zich. Cayden hield iets voor hem verborgen.
Dus Dorian duwde Caydens hand voorzichtig weg en trok zich terug. 'Ik moet weer werken, Cayden, anders krijg ik mijn loon niet.'
'Ik kan je ook zelf het geld geven. Ik weet dat je mijn geld niet wilt, maar je hebt er in principe voor gewerkt dan.'
Dorian had nooit zijn geld gewild, ondanks dat Cayden te veel ervan had. Dorian wilde alles zelf verdienen, wilde niet afhankelijk van iemand zijn. Het was geen makkelijk leven dat hij leidde, maar het lukte hem wel om steeds rond te komen en dat gaf Dorian voldoening.
Cayden bedoelde het goed. Hij wist zelf precies hoe het was om niets te hebben, maar Dorian wilde liever dat hij het er niet meer over had. Dorian leefde prima zo.
'Ik verdien het geld van mijn baas, zolang hij niet ziet dat je mij aan het afleiden bent.'
'Ik ga mijn best doen mijn handen thuis te laten.'
'Ik denk eerder dat jouw mond het grootste probleem is.'
Cayden lachte aangenaam, een geluid dat diep in Dorians lichaam doordrong. 'Wel, daar heb je gelijk in. Maar misschien kan ik jouw baas afleiden.'
'O? Dat wil ik nog wel eens zien,' zei Dorian geamuseerd, wat hem een duw van Cayden opleverde. In een reflex zette hij zijn voet op de vloer om niet van de kruk te vallen.
'Heb je al eens te horen gekregen dat je een vies kereltje bent?' vroeg Cayden. 'Ik had het over mijn aanwezigheid, want ik geloof niet dat hij mij mag. Hij heeft pas geleden nog gezegd dat ik een lastpost ben. 'Gezegd' is nog zacht uitgedrukt trouwens.'
Het was onmogelijk om de lach te onderdrukken die bij Dorian naar boven kwam. Het ging vanzelf. Zijn baas was niet onder de indruk van Cayden en durfde van alles tegen hem te zeggen wat in hem opkwam. Maar Cayden had daar ook wel een beetje een eigen aandeel in gehad. 'Jij zorgt ervoor dat zijn beste werknemer zijn taken niet af krijgt. Dan kan je een standje verwachten.'
'Vind je mij een lastpost?'
'Ja.'
'Maar jij als 'beste werknemer van deze taveerne' ook als ik het zo hoorde. Je hebt me nog niet verteld waarom je overuren werkt.'
Dorian glimlachte. Hij was niet van plan geweest om het te zeggen, maar het floepte eruit op een ietwat scherpe toon: 'Sommige dingen vertel jij mij ook niet.'
Op dat moment kwam een klant aan de bar zitten, waardoor Dorian zijn aandacht verschoof. Hij wist dat Cayden hem bekeek toen hij een praatje maakte en de bestelling opnam. Dorian gaf de bestelling door aan een collega en liep terug naar Cayden. Hij voelde dat de sfeer was omgeslagen door zijn opmerking.
'Sorry, dat kwam een beetje uit het niets voor jou,' zei Dorian, die in zijn nek krabde.
'Ik heb je uitgelegd waarom ik de reis hier niet met jou kan bespreken,' zei Cayden fronsend.
'Dat begrijp ik. Daar had ik het ook niet over.'
Cayden leek zowaar bleker te worden. De schittering in zijn ogen was verdwenen, alsof een wolk voor de Zon was getrokken. 'Waar heb je het precies over?' Maar aan Caydens reactie te zien, moest hij wel weten waar Dorian op doelde.
'Dat weet jij best.' Dorian ging voor Cayden zitten met het tafelblad tussen hen in. 'Het is niet erg om geheimen te hebben, maar ik denk dat je iets groots voor me verbergt. We zijn twee jaar samen. Je weet dat je mij kan vertrouwen.'
Een spiertje vertrok in Caydens kaak. 'Ook dit moeten we niet hier bespreken. Ik zie je zo bij jou thuis. Hoelaat ben je klaar met werken?' De speelsheid was volledig uit zijn toon verbannen en had plaatsgemaakt voor iets serieus.
'Bijna. Ik denk dat als jij jezelf hebt opgefrist, ik hier weg kan. O, en ik heb al mijn spullen uit jouw kamer gehaald.' Dorian vertelde het zodat het duidelijk voor Cayden was dat Dorian niet meer naar het kasteel zou terugkeren. In ieder geval niet meer zolang de koningin de plek teisterde met haar aanwezigheid.
Even keek Cayden verward, de frons verdiepte zich, maar toen leek hij het te begrijpen en keek hij iets opgelucht. 'Natuurlijk.' Cayden dronk het laatste restje leeg en legde een muntstuk op tafel. 'Misschien moeten we het dan een keer gaan hebben over een eigen onderkomen. Maar laten we eerst datgene uitpraten waar jij mee zit.'
'Laten we dat eerst gaan doen, ja,' zei Dorian, die benieuwd was hoe Cayden dit zou aanpakken. Cayden hield alles het liefst voor zichzelf. 'Ik zie je later.' Dorian ging verder met zijn werkzaamheden en stond met zijn rug naar Cayden toe, toen hij hoorde dat de deur dichtviel.
***
Toen Dorian thuiskwam, zag hij dat Cayden er al was. Hij lag languit op de ingezakte bank en gooide zijn dolk verveeld in de lucht om die vervolgens weer op te vangen. Het was laat in de nacht, dus zijn vader was al naar bed gegaan in de aangrenzende ruimte.
'Heb je een doodswens?' vroeg Dorian met een opgetrokken wenkbrauw, toen hij de deur achter zich krakend in het slot hoorde vallen. 'Als ik dat zou doen, zou mijn gezicht in tweeën splijten of nog erger.'
Cayden hield zijn blik op de dolk gericht. 'Bij jou zou dat gebeuren, ja, bij mij niet.'
Dorian kuchte, terwijl hij in zijn hand mompelde: 'Arrogant.'
'Ik vertel enkel de waarheid,' grijnsde Cayden, maar zijn grijns verdween op het moment dat hij doorhad wat hij had gezegd.
Zowel Cayden als Dorian wist dondersgoed dat dat niet waar was.
'Vertel me wat er tijdens de reis is gebeurd,' zei Dorian, terwijl Cayden rechtop ging zitten en zijn dolk op tafel legde. Het was geen simpele dolk, maar eentje met een zwart heft waarin figuren waren gegraveerd en een gouden lemmet. Cayden gebruikte hem nooit in een strijd, volgens hem was de dolk te waardevol om te riskeren dat hij hem beschadigde. Een sierdolk.
'Ik probeer eerlijk tegen jou te zijn, Dorian,' zei Cayden, die gebaarde dat Dorian naast hem kon zitten. 'Ik doe mijn best.' Dat was ook zo. Cayden probeerde voor Dorian zo open mogelijk te zijn, maar toch hield hij nog zoveel verborgen, waardoor Dorian er niet op reageerde.
'Was het uit te houden met de prins?' vroeg Dorian. Hij nam naast Cayden plaats, maar zorgde voor een groter gat dan gewoonlijk. Dorian wist niet wat er ging komen, wat het afschuwelijke geheim was, dus hij was voorzichtig.
Voordat Cayden over de reis sprak, gleden zijn ogen naar de ruimte tussen hen in. Hij perste zijn lippen op elkaar. 'Het ging prima, beter dan verwacht.'
'En nog iets te weten gekomen over de zuivering?'
'Dat niet zozeer. Wel iets interessants over Navarre.' Er verscheen nu een geamuseerde glinstering in zijn ogen. 'Op de heenweg kwamen we iemand tegen die het op Navarre gemunt had. En ik weet dat je het niet leuk vindt om te horen, maar ik heb hem moeten doden omdat Navarre hem te ernstig had verwond en hij het werk niet durfde af te maken.'
'Hoezo durft hij ineens niet te doden? Dat is wat hij zo vaak heeft gedaan.'
Caydens mondhoek trok lichtjes omhoog. 'Precies.'
'Wat denk jij ervan?' vroeg Dorian. Als dit waar was, dan kon de prins als een minder grote dreiging worden gezien. Al had hij het blijkbaar nog wel in zich om anderen zo ernstig te verwonden dat ze er toch wel aan zouden bezwijken.
'Ik weet het niet. Misschien werd al dat doden onder de omstandigheden waarin hij dat heeft gedaan simpelweg te veel voor hem. Misschien voelt hij zich er zo schuldig over dat hij het niet meer kan. Wie zal het zeggen?' Cayden legde een arm over de bankleuning heen. 'Verder ben ik erachter gekomen dat Navarre van plan is om via contacten informatie over de zuivering te krijgen. Via de koningin is geen optie, want hij mag van haar niets meer te maken hebben met de zuiveringen. Waarom dat precies zo is, ook geen idee, maar we hebben Navarre nodig, Dorian. Eragen Bregalis is met de koningin naar Nirvelli gekomen en is een vriend van Navarre. Als hij van Eragen informatie kan krijgen, zou ons dat helpen.'
Dorian had zijn adem ingehouden toen hij de naam Eragen Bregalis hoorde. Hij verstopte zijn gezicht in zijn handen. 'Navarre Chamos en Eragen Bregalis zijn niet de namen die ik in één zin wil horen. Bregalis heeft ook een grote rol gespeeld in de zuiveringen.' Het waren beide bekende moordenaars, zo bekend dat het zonnerijk hun namen en daden moest kennen. 'Je speelt een gevaarlijk spel, Cayden. Ik zou uitkijken dat jij niet bespeeld wordt.'
'Ze zijn allebei geen dreiging voor mij.'
'Geen dreiging? Eragen is de zoon van Edlynne Bregalis. Als je hem niet als dreiging ziet, hoor je die vrouw wel zo te zien, net zoals de koningin. Ze hebben macht en het zal de koningin niets uitmaken dat jij de zoon van haar zus bent als ze erachter komt dat jij verraad pleegt.'
'Daarom moet je het slim gaan spelen,' zei Cayden nonchalant. 'Ik ben vroeger meerdere keren bedreigd en toen wist ik niet hoe ik daarmee om moest gaan. Ik was zwak, zag eruit als een makkelijk slachtoffer, maar je leert het spel te spelen om het te overleven.'
Dat hij nu over zijn verleden vertelde, betekende dat hij zijn best deed om meer open te zijn. Hij sprak er niet graag over, wat logisch was. Zijn verleden was niet liefdevol geweest, eerder eenzaam en wreed.
'Als ik iets heb geleerd van mijn verleden is dat mensen misbruik van je willen maken en je niemand zomaar kan vertrouwen.'
'Er zijn ook goede mensen, dat weet je,' zei Dorian zachtjes.
'Ja, die zijn er. Ik heb geluk gehad dat Lorena mij op straat vond en doorzette om mij zover te krijgen met haar mee te gaan. Dat ik jou heb gevonden. Daarom wil ik dit gesprek met jou aangaan, Dorian. Wat ben je over mij te weten gekomen?' Hij had zich volledig naar Dorian toe gedraaid en zijn stem was zachter, open. Dorian kon zijn ziel in zijn ogen zien, die open en bloot lag. De muur die Cayden vaak om zich heen optrok, was voor nu verdwenen.
'Ik denk dat jij niet helemaal eerlijk bent tegenover mij over jouw leven, over wat er nu gaande is. Ik ben er voor je. Als er iets is, dan kan je dat aan mij kwijt.'
'Er is wel iets, ja,' bekende Cayden. Hij verbrak het oogcontact met Dorian voor geen enkele seconde. 'Weet je waarom Lorena zo bezorgd was over mij op de nacht van de inauguratie?'
Lorena had Cayden niet achter willen laten in Nirvelli. 'Ze is op je gesteld geraakt, is bezorgd om je door wat je hebt moeten meemaken in het verleden.' Dat had Dorian in ieder geval gedacht.
'Ze is bezorgd, ja, maar niet om die reden.' Er viel een korte stilte, waarin Cayden een zucht slaakte. Hij koos zijn woorden zorgvuldig uit. 'Ik kan me soms niet goed beheersen, waardoor ik last kan hebben van... uitbarstingen. Ik heb je dit al eens eerder verteld, maar nooit de details.'
'Hoe ernstig zijn die dan?' Dorian wist dat Cayden in het verleden weleens van het kasteel was weggelopen of spullen had gesloopt uit woede. Het was voor hem lastig om op de juiste manier met gevoelens om te gaan, net zoals het voor Dorian lastig was geweest na de zuivering in Fenour.
'Ernstig.' Dit keer vermeed Cayden Dorians blik. 'Er zijn doden gevallen.'
Geschokt opende Dorian zijn mond toen een naar gevoel in zijn lichaam stroomde, alsof de wereld op zijn kop stond. Dat was ernstiger dan Dorian had gedacht. 'En dat vertel je me nu pas?'
'Het is alweer jaren geleden voor het laatst gebeurd. Ik kan me inhouden. Mijn ouders hebben me heel veel ermee geholpen.'
'En... Hoe ontstaan die uitbarstingen? Heb je ze zomaar of...?'
'Als ik mijn emoties niet onder controle heb, als er iets gebeurt dat voor mij heftig is.'
'Hoeveel doden?'
'Ik kreeg mijn eerste aanval toen ik op straat leefde. Ik was een jaar of tien, had eten weten te stelen toen een aantal jongeren als aasgieren op me af kwamen, me voor alles uitmaakten en bedreigden. Ik verloor mijn controle. Voordat ik het wist waren ze dood. Sindsdien is het nog een paar keer gebeurd. Lorena en Finnian hebben er alles aan gedaan om dat getal niet te laten stijgen. Ik weet precies wat ik moet doen als ik dreig de controle over mezelf te verliezen.'
'En je dacht niet dat ik dit eerder hoorde te weten? Het is niet bij Lorena en Finnian opgekomen dat dit handige informatie voor mij is?'
'Lorena heeft me meerdere keren verteld dat ik me open naar jou toe moet stellen. Ik wilde het alleen niet, omdat ik bang was jou ermee te verliezen, maar nu weet je het.'
En nog steeds had Dorian het gevoel dat Cayden iets verzweeg. Heel voorzichtig zei Dorian: 'En het boekje?' Hij wist niet of hij die waarheid wel wilde weten als Cayden liever over zijn uitbarstingen sprak.
'Welk boekje?' Cayden klonk iets te scherp om voor nonchalant door te gaan.
Dorian keek weg. 'Je schrijft in een boekje.' Dat was iets dat Dorian niet hoorde te weten.
Toen lachte Cayden. Het was geen vrolijke lach, maar eentje alsof hij was verraden en erdoor verrast was. 'Ik vroeg me al af waarom je ineens over dit alles begon. Hoe ken je haar?'
Cayden was slim en kon veel verschillende informatie aan elkaar verbinden om tot de juiste conclusies te komen.
Dorian besloot eerlijk erop te reageren. 'Ik wist pas sinds gisteren dat de schoonmaakster iemand was die ik kende.'
'Wie is het?'
Dorian hield niet van de opdringerige, commanderende toon, dus hij klonk ietwat geërgerd toen hij antwoordde: 'Een vriendin van mij. En jij hebt haar bedreigd. Als mensen zo vroeger tegen jou hebben gedaan, hoef je het niet terug te doen.'
'Ze is mijn kamer binnengebroken. Sorry als ik dan ga dreigen,' zei Cayden sarcastisch met venijn in zijn stem. 'Wat heeft ze jou over mij verteld?' Zijn zachte stem was nergens meer te bekennen. Dorian realiseerde zich dat Cayden in paniek was.
'Ik ga het je niet vertellen als je zo doet,' zei Dorian simpelweg.
'Ze heeft je niks verteld,' zei Cayden bedachtzaam. 'Anders zou je niet op deze manier reageren.'
Dorian kreeg het idee dat Cayden over zijn uitbarstingen had verteld met de hoop dat Dorian over hem ophield of dat hij de waarheid had verdraaid door leugens ermee te verweven. Dit was ook een kant van Cayden en eentje waar Dorian minder goed mee om kon gaan. Dorian hield van openheid en de waarheid, niet van bedrog.
'Als je haar ziet, vertel haar dat ze haar mond beter kan houden,' zei Cayden. 'Tegen iedereen.'
'Jij deelt geen bevelen aan mij uit.' Dorian kreeg het niet voor elkaar om zijn irritatie langer te onderdrukken. Cayden bewoog zich over Dorians grens heen, gevaarlijk gebied. 'Wat is er dat zo ernstig is? Hoe kan het nog erger zijn dan wat je mij net hebt verteld?'
'Ik meen het, Dorian. Als ze haar mond niet houdt, vermoo-' Cayden haalde diep adem bij het zien van Dorians blik, wetend dat als hij dat woord volledig uitsprak, hij veel te ver was gegaan en daarmee de afstand tussen hen definitief vergrootte. 'Bij wijze van spreken. Dat bedoelde ik niet letterlijk.'
'Ik hoorde je toch echt zeggen dat je het meent.' Dorian deed geen enkele moeite om de kilte uit zijn stem en houding te verdrijven, de afstand die het tussen hen creërde.
Cayden wierp verslagen zijn handen in de lucht. 'Dat was niet slim van me om te zeggen. Ik dacht niet na. Het spijt me.'
'O, het spijt je? Zeg je dat omdat je dat meent of omdat je weet dat ik dat wil horen? Net zoals dat verhaal dat je vertelde om mij tevreden te houden? Als afleiding van datgene dat er echt aan de hand is? Ik wil niet misleid worden, Cayden. Dat moet je vooral niet bij mij proberen en dat weet jij best.'
Cayden slikte. 'Ik heb je de waarheid verteld.'
'Maar niet de hele waarheid! Je hebt bewust een deel niet verteld. En prima als je dat niet wilt. Maar zeg dat dan.' Dorian verhief zijn stem zelden. Hij moest nu wel, want het leek alsof het anders niet bij Cayden doordrong.
Cayden reageerde er niet op, knikte alleen maar. Hij staarde naar zijn handen die hij in zijn schoot had gelegd. 'Maar ze heeft het je niet verteld.'
'Ze wilde dat jij het mij zou vertellen.'
De rust was niet in Cayden teruggekeerd. Wat het ook was, het geheim moest heftig zijn en dat maakte Dorian angstig.
'Aan wie heeft ze wel de inhoud verteld of gaat ze dat vertellen?' mompelde Cayden. Vloekend stond hij op, maar Dorian pakte hem snel stevig beet bij zijn pols. Dorian vertelde maar niet dat Elwyn het wist. Dorian stond er niet om te springen om Caydens uitbarsting te mogen meemaken.
'Rustig aan.'
'Ik ben rustig.'
'Allesbehalve.'
Cayden wreef over zijn neusbrug en wierp Dorian een blik toe van over zijn schouder. 'Laat me gaan.'
'Waar ben je bang voor?' vroeg Dorian, die zijn greep niet verslapte.
'Dat mensen weer misbruik van me gaan maken. Dat ze mij als een bedreiging gaan zien. Dat ik... niet als mens wordt behandeld.'
Dorian fronste om de kwetsbare toon in die woorden en de inhoud ervan. 'Hoe bedoel je?'
Er volgde een strijd in zijn ogen. Hij twijfelde of hij alles aan Dorian moest gaan vertellen. 'Ik kan nooit mezelf zijn, in ieder geval niet zonder consequenties. En dat vind ik moeilijk. Het is de waarheid als ik zeg dat ik speciaal ben. Ik heb heel vaak overwogen om het jou te vertellen, maar ik durfde steeds niet omdat ik bang was dat je me negatief zou zien.'
'Wat durfde je niet te vertellen? Wat is nog erger dan te weten dat je soms de controle over je emoties verliest en er doden vallen?'
Cayden lachte spottend, haast hatelijk. 'Ik laat het je wel zien.'
Dorian schrok zich kapot. Het ene moment stond Cayden daar nog en het volgende moment werd hij vervangen door een duisternis die donkerder was dan de nacht. Dorian kreeg het niet voor elkaar om op de bank te blijven zitten. Geschrokken stond hij op en stootte met zijn been hard tegen de tafelrand, waardoor een glas op de houten planken viel en in stukken uiteen spatte. Zijn hart raasde en hij probeerde zijn ademhaling te bedaren. Hij voelde nauwelijks dat zijn knie bonkte door de klap.
De duisternis vervaagde en daar Cayden stond weer.
'Ik zei het,' zei Cayden te kalm. Hij had de angst van Dorian gevoeld, waardoor hij een muur om zich heen had opgebouwd. Er lag geen emotie in zijn blik. Daardoor wist Dorian dat hij Cayden pijn had gedaan met zijn hevige reactie.
'Je bent de uitverkorene van de Maan,' zei Dorian ademloos.
'Ja, ik ben de duisternis.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top