Hoofdstuk 8
'Tot straks mam en pap', zegt Charlotte die haar ouders een knuffel geeft en dan naar buiten loopt.
Ze loopt naar de Noordelijke kant van het bos naar het riviertje.
Als ze bij het riviertje aankomt ziet ze Sam al staan.
'Hey Sam.'
'Hey Charlotte', zegt Sam die Charlotte blij een knuffel geeft.
'Kom dan gaan we de pack zoeken.'
Samen met Sam loopt Charlotte door het bos opzoek naar De blauwe maan pack.
'Charlotte hoe ziet de pack eruit?'
Charlotte houdt haar schouders uit. 'Ik denk zoals ons alleen veel groter. Oma vertelde dat er kleine huisjes waren en één heel groot gebouw, dat noemen ze een pack-huis.'
Sam knikt. 'Dus we moeten gewoon een klein dorpje in het bos vinden?'
Charlotte knikt en geeft hem een por in zijn zij. 'We vinden hun wel hoor.'
Hij rolt met zijn ogen. 'Natuurlijk vinden we hun, ik ben erbij he.'
Charlotte grinnikt en rolt met haar ogen. 'Pas maar op in de nacht kunnen er erge dingen gebeuren.'
Er loopt een rilling over Sam zijn rug waardoor Charlotte lacht.
'Watje', zegt ze lachend.
'Ik ben geen watje!'
'Oke als jij dat denkt.'
Sam zucht en rolt met zijn ogen. 'Ik ben misschien snel bang, maar ik vind het juist leuk om bang te zijn.'
'Oke dat onthoud ik wel hoor', grinnikt Charlotte die Sam terug een por in zijn zij geeft.
'Kom we gaan voort zoeken', zucht Sam waardoor Charlotte terug zucht.
'Hij is echt in de stemming om te lachen zeg.'
'Dat zei je hardop.'
'Weet ik, dat was de bedoeling ook', grinnikt Charlotte.
Sam zucht weer waardoor Charlotte met haar ogen rolt.
'Wat is er, Sam?'
'Niets.'
Charlotte kijkt hem met toe geknepen oogjes aan maar houdt dan haar schouders op. Er zal wel niks aan de hand zijn, anders verteld hij het wel.
Na een tijdje gelopen te hebben staat Charlotte stil.
'Charlotte waarom sta je stil?', vraagt Sam verward.
'Kijk', mompelt ze met grote ogen als ze naar een huisje in de verte wijst.
'We zijn er! We hebben ze gevonden. Misschien leeft David nog, dan wordt oma weer gelukkig', roept Charlotte die blij op en neer springt.
Sam zijn mond valt open. 'We hebben de pack gevonden.'
'Kom we gaan', roept hij na dat ze een paar minuten met open mond er naar keken.
Charlotte loopt lachend met Sam richting de huisjes.
'Sam wacht', fluisterd Charlotte die naar een paar mannen wijst die aan de grens van de roedel staan.
'Zijn dat bewakers?', vraagt Sam die Charlotte mee achter een struik trekt.
Charlotte houdt haar schouders op en knikt. 'Ik denk het wel. Hoe geraken we er voorbij?'
Sam denkt na maar houdt zijn schouders op. 'Ik heb geen idee.'
'Ik ook niet', zucht Charlotte.
'Wow, wow, wow, zei je net dat je het ook niet weet? Komaan Charlotte jij hebt altijd een plan, vertel het.'
Charlotte zucht. 'Kijk daar', ze wijst naar de oostelijke kant van de pack. 'Daar is een opening, als je daar zo stil mogelijk in sluipt kom je in de pack. Aan de ene kant staat een bewaker en aan de andere kant ook dat betekend dat je heel stil moet zijn. Er is zoon kans van 60% dat het gaat lukken, maar bij de andere plekken heb je maar zoon 10% kans of zelfs minder dat het gaat lukken.'
Sam zijn mond valt open van verbazing. 'Wow dat is een heel goed plan slimpie.'
Charlotte lacht. 'Dankje Sam.'
Een klein kleurtje roze stijgt naar haar wangen.
Sam grinnikt. 'Je bent schattig als je bloost.'
Charlotte geeft hem een por in zijn zij. 'Niet waar.'
'Echt wel.'
'Echt niet.'
'Echt wel.'
Charlotte zucht en rolt met haar ogen. 'Daar praten we nog wel over, kom we gaan de pack in.'
Sam grinnikt en sluipt met Charlotte stilletjes de grens over.
Als ze de grens over zijn gaan ze opgelucht achter een boom staan.
'Wow je plan is echt gelukt Charlotte', zegt Sam verbaasd.
Charlotte rolt met haar ogen. 'Natuurlijk is mijn plan gelukt.'
Sam grinnikt en trekt haar mee naar het pack-huis.
Een grote zwarte wolf loopt naar Charlotte en Sam toe.
Charlotte kijkt hem van top tot teen nauwkeurig aan.
'Sam, dat is die zwarte wolf.'
De zwarte wolf gromt naar hun waardoor ze voorzichtig een paar stapjes naar achteren zetten.
Een paar mannen lopen naar hun toe en pakken Charlotte en Sam vast.
Sam kijkt Charlotte angstig aan waardoor Charlotte hem een slappe glimlach geeft.
Ze weet niet wat ze moet doen!
'Alpha?', vraagt ze voorzichtig.
De zwarte wolf kijkt haar verbaasd aan, maar dat veranderd al snel terug in boos.
'Hoe weet je dat ik een Alpha ben!? Je bent een mens!', roept een stem in Charlotte haar hoofd. Het is de stem van de zwarte wolf!
'Ik, ik euhm', mompelt Charlotte niet wetend hoe ze het moet vertellen.
De zwarte wolf schudt zijn hoofd en loopt weg. Even later komt hij in mensen vorm terug.
Hij heeft blond haar met bruine ogen. Hij is ongeveer 18 jaar oud.
De jongen loopt naar Charlotte toe en pakt haar aan haar keel vast.
'Wat doen jullie mensen hier!? En hoe weet jij dat ik een Alpha ben!', roept hij met een Alpha stem.
Charlotte krimt ineen en kijkt hem angstig aan.
'Mijn, mijn oma heeft dat verteld', mompelt Charlotte angstig.
De jongen kijkt haar boos aan. 'Bewakers breng ze naar de kerkers! We zien straks wel wat we met hun doen!'
De bewakers sleuren Charlotte en Sam mee het pack-huis in, de trap naar beneden, de kerkers in.
Ze duwen Charlotte en Sam naast elkaar in een cel.
'We zien straks wel wat we met jullie doen, mensen!', roept een bewaker grijnzend.
Als de bewakers weg zijn gaat Charlotte in een hoekje van de cel zitten.
Sam kruipt tegen de cel muur aan en kijkt Charlotte hopeloos aan.
'Charlotte?', vraagt hij zachtjes.
Charlotte zucht en kijkt hem aan. 'Wat is er Sam?'
'Heb je een plan om hier uit te komen?'
Charlotte zucht en schudt haar hoofd.
'We moeten afwachten, en hopen dat alles goed komt.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top