Hoofdstuk 2
Charlotte loopt door het bos. Ze zoekt de zwarte wolf die ze gisteren zag, maar ze vindt hem niet.
Ze gaat zuchtend op een boomstronk zitten. Ze wilt zo graag aan haar vader bewijzen dat weerwolven echt bestaan.
Ineens hoort ze iets achter haar. Ze draait zich om en gilt geschrokken.
'Watje', lacht een jongen.
Charlotte kijkt de jongen boos aan. 'Sam, ik ben geen watje kijk naar je eigen.'
Sam rolt met zijn ogen en gaat naast Charlotte op de boomstronk zitten.
'Dus wat ben je hier aan het doen?'
Charlotte zucht en rolt met haar ogen. 'Het betekend niet dat je mijn beste vriend bent dat ik je alles moet vertellen.'
Sam kijkt Charlotte met een pruillipje aan. 'Vertel het alsjeblieft, Charlotte', smeekt hij waardoor Charlotte lacht.
'Oke ik vertel het wel', zucht ze.
'Ik liep door het bos en zag een grote zwarte wolf. Hij is drie keer zo groot als een normale wolf. Ik denk dat het een weerwolf is, maar mijn vader gelooft mij niet.'
Sam knikt. 'Dus je wilt nu in je eentje die zwarte wolf gaan zoeken om te bewijzen dat weerwolven echt bestaan?'
Charlotte knikt en kijkt met grote ogen naar Sam.
'Hoe wist je dat?'
'Je bent mijn beste vriendin natuurlijk weet ik wat je wilt gaan doen.'
'Maar?', vraagt Charlotte nieuwsgierig.
'Ik wil met je mee gaan zoeken. Ik laat jou niet in je eentje naar die zwarte wolf zoeken.'
Charlotte denkt even na, maar knikt dan toch. Ze heeft niet echt een keuze.
Samen met Sam loopt ze door het bos.
'Euhm Charlotte?', vraagt Sam een beetje bang.
Charlotte draait zich om en ziet iets achter een boom staan.
'Sam, is dat die zwarte wolf?', vraagt Charlotte die nieuwsgierig naar de boom toe stapt.
Sam pakt Charlotte haar arm vast en trekt haar terug naar hem toe.
'Charlotte, ben je gek geworden!? Sebiet eet hij je op.'
Charlotte zucht en kijkt Sam geïrriteerd aan.
'Ik wil gewoon weten of het die zwarte wolf is. Als je bang bent blijf dan staan of loop weg, maar ik ben niet bang.'
Charlotte trekt zichzelf los en loopt naar de boom.
Als ze bij de boom aankomt ziet ze niks.
Ze draait zich om en kijkt Sam boos aan.
'Je hebt hem weggejaagd!', roept Charlotte boos.
Ze gaat op de boomstronk zitten en kijkt verdrietig voor haar.
Sam gaat voorzichtig naast haar zitten en vrijft gerustellend over haar rug.
'Het komt wel goed, we vinden hem wel.'
Charlotte kijkt Sam met een slappe glimlach aan.
'Het spijt me dat ik boos op je werd. Jij kunt er ook niks aan doen dat hij weg is.'
Sam glimlacht en trekt Charlotte in een knuffel.
'Het is niet erg, Charlotte.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top