9. Witte madeliefjes in een blauwe theepot

Waarschuwing:
Dit hoofdstuk bevat vergaand geweld. Mocht je dat niet willen lezen, stuur ons dan een berichtje. Een van ons zal je dan een samenvatting van dit hoofdstuk sturen.

Lennon's magie klonk als een hagelbui die op het golfplaten dak tikte, toen Declan een gammele stoel pakte en die voor de Rever neer zette. 'Ik heb het ontzettend gehad,' zei de leider, terwijl hij met een zucht ging zitten. 'Een team dat niet luistert, liegende Revers, het mag wel eens genoeg zijn. Dus... Wie is je baas? Of beter nog: waar kunnen we hem vinden?'

De Rever hield zijn kaken stevig op elkaar. Zijn lippen vormden een streep en zijn ogen waren gefixeerd op het mes. Zweet parelde op zijn voorhoofd.

Declan tikte met de platte kant van het lemmet op zijn been. 'Goed, jij je zin.' Als een slang schoot hij naar voren en legde het mes op de pink van de Rever. Die probeerde zijn hand geschrokken weg te trekken, maar de touwen hielden hem tegen. Declan greep de drie vingers vast en trok ze omhoog, tot ze in een negentig graden hoek stonden. Alleen de pink raakte het hout van de leuning nog. Het mes sneed een stukje in de huid van de Rever, die zacht piepte, terwijl het geluid van zijn adem de ruimte vulde. Bloed sijpelde langs het lemmet op de grond. 'Misschien dat dit je overtuigd om de simpele vraag te beantwoorden. Wie is je baas en waar kunnen we hem vinden?' Zijn woedende stem galmt door de metalen ruimte.

'Horris Payne,' piepte de Rever. 'Hij zit op kantoor. Net als iedereen.' Zijn ogen schoten vlug naar Lennon en toen naar Rynn, om weer terug te keren bij Declan en het mes.

'Fijn, dank je.' Hij liet de vingers van de man los. De Rever leek het in te willen houden, maar het lukte niet. Opgelucht haalde hij adem en glimlachte heel even.

Declans blik ging naar het mes. Een paarse flits weerspiegelde in het lemmet. Het was kort te zien, maar duidelijk aanwezig.

Nee, dacht Lennon. Misselijkmakende paniek schoot door zijn lichaam. Alsjeblieft niet. Zijn magie klopte met zijn hoge hartslag, vechtend om de controle. Hij mocht niet toegeven aan de kracht die vrij wilde breken. De heler klemde zijn kaken stevig op elkaar, terwijl zijn kracht tegen de muur van zijn hart bonsde. Vanuit zijn ooghoek zag hij dat Rynn haar blik afwendde, alsof ze dit al eerder had meegemaakt. Zijn gevoel werd bevestigd toen hij zag hoe ze haar handen over haar oren legde. Hij wilde dat hij hetzelfde kon doen, maar zijn magie bevroor hem.

Zonder waarschuwing viel het mes neer op de vingertoppen van de Rever. Een zachte klap en korte stilte volgden. De Rever staarde naar zijn hand. Het leek nauwelijks tot hem door te dringen wat er gebeurd was. Het bloed stroomde in hoog tempo op de grond en vormde op de smerige vloer een rood plasje. Pas enkele seconden later klonk de verscheurende schreeuw van de Rever. Een geluid dat zich diep in Lennons hoofd worstelde. Het galmde rond als een echo in een diepe put. Tranen vormden zich in zijn ooghoeken.

Rynn kromp in elkaar en drukte haar handen nog steviger om haar oren. Ze kneep haar ogen dicht en beet op haar lip. De echo van zijn schreeuw vermengde met andere schreeuwen. Niet alleen van de Rever, maar ook van mensen die niet in de ruimte aanwezig waren. Zelfs een stem leek Rynns naam te schreeuwen. Een meisje.

Declan was de enige die het geluid kon negeren. De man leek het niet eens te horen. Hij plaatste het mes boven de andere hand van de Rever. 'Waar komt dat monster dat ons aanviel vandaan. Hoe kwam het dat jullie het niet hebben gedood?' Hij boog zich als een roofdier naar de Rever toe.

De vragen leken niet meer tot de Rever door te dringen. Het enige wat er uit zijn mond kwam, was eindeloos geschreeuw en gejammer. 'M-mijn vingers...' Tranen stroomden over zijn wangen, zijn lip trilde en hij wiegde heen en weer, in zo verre het touw dat toeliet.

'Waar komt Raeber vandaan?' schreeuwde Declan hard om de stem van de man en de echo's die vanuit uit Rynns richting kwamen, te overstemmen. Hij boog zich nog verder over de Rever heen. 'Of wil je zo graag van de rest af?'

'M-mijn vingers... niet meer... vingers...' huilde de wiegende man. Het bloed bleef uit zijn vingers stromen.

'Antwoord papzak!' Declan zette het mes tegen zijn andere hand. Een paars licht fonkelde in zijn ogen. 'Dit is je laatste kans.'

'Worden... bestuurd... I-ik...'

'Dus jullie hebben Sera vermoord?!' Het verlaat de mond van de leider als een brul. Hij tilde het mes op en sloeg het hard op de vingers van de man neer.

Het wiegen van de Rever vertraagde tot hij tot stilstand kwam en in elkaar zakte. Het bloed droop uit de vingertopjes van de man in een vreemd, bijna kalmerend ritme. Met de echo's van Rynn klonk het bijna als een orkest.

Declan zuchtte en keek geïrriteerd naar Lennon. 'Breng hem bij bewustzijn. Ik ben nog niet klaar.'

Lennon beet op zijn lip, hij sloot zijn ogen en concentreerde zich op de brandende magie in hem. Langzaam haalde hij adem. Klamme lucht vulde zijn longer terwijl hij de kracht liet gaan. Het is niet meer dan een vlaagje dat hem verliet. Toch voelde hij zich direct beter. Even werd het rustiger in hem toen op de plek waar de vingers van de man zaten zich een klein laagje huid vormde. Hij bracht de kracht tot stilstand. Was het nu voorbij? Hij wist het antwoord op die vraag, net als zijn kracht.
Zijn magie laaide weer op. Nog harder dan eerst. Hij had niet genoeg gedaan. Er waren nog wonden en de ruimte beefde van angst en pijn.

Rynn zat met gesloten ogen, handen over haar oren ineengedoken middenin de loods. Ze had wat weg van een geest. 'Witte madeliefjes in een blauwe theepot,' fluisterde ze. 'Witte madeliefjes in een blauwe theepot, witte madeliefjes in een blauwe theepot.' Ze herhaalde het mantra, waardoor ze eindelijk een beetje leek te kalmeren. De echo's vervaagden. Toen was het stil op het zware geadem van de Rever na.

Lennon luisterde naar haar zachte stem en opende zijn ogen langzaam. Declan stond voor de Rever die weer aan het wiegen was, alsof hij nooit flauwgevallen was. Toen leek alles vanaf het begin op aan te beginnen, maar nu erger. Het was alsof iemand een horrorfilm opnieuw afspeelde, maar ditmaal met spatte het bloed de tv uit.

'Stop met bewegen!' riep Declan. 'Op deze manier maak je het jezelf alleen maar moeilijker.'

De Rever leek compleet ergens anders in zijn hoofd. Misschien was dat maar beter ook, de wereld was al wreed genoeg. Hij hing aan een zijden draadje.

Declan sloeg met de botte kant van het mes tegen de arm van de man om hem weer bij zinnen te krijgen. Het werkte. Een luide schreeuw vulde de ruimte.

Lennon sloot zijn ogen. Dit wilde hij niet zien, hij kon dit niet hebben. De duisternis van zijn hoofd voelde veiliger, maar het lukte hem niet om het geschreeuw op de achtergrond weg te denken. Zijn lichaam trilde en zijn magie probeerde de muur die hij had gemaakt omver te stoten. Hij moest hier weg.

De volgende vraag die Declan stelde, hoorde hij niet meer, maar toen hij na een harde schreeuw door zijn wimpers gluurde zag hij dat de arm van de Rever in een vreemde hoek hing. Gebroken, wist hij zonder dichterbij te stappen.

Zijn magie bonsde zo luidt dat het door de hele ruimte leek te galmen, maar hij wist dat het alleen in zijn hoofd was. De duistere kamer van zijn hoofd leek te exploderen. Opnieuw sloot hij zijn ogen, zoekend naar rust.

'Witte madeliefjes in een blauwe theepot,' herhaalde Rynn weer. Niet alleen haar stem zei het mantra, maar zelfs de echo's leken het nu te zeggen: 'Witte madeliefjes in een blauwe theepot.'

Lennon probeerde zich te focussen op haar stem, maar alles wat hij voor zich kon zien was Declan die de arm van de Rever brak. Steeds opnieuw. Hier waren geen witte madeliefjes, die groeiden niet in een met bloed gevulde ruimte

Een hoge kreet klonk. 'Stop,' jammerde hij. 'I-ik weet het niet meer. Stop, alsjeblieft. Stop...'

Lennons ogen flitsten gealarmeerd open. Het mes van Declan stak uit het been van de Rever. De ruimte lijkt paars te gloeien. Zwarte rook kringelde over de vloer. Declans ogen stonden donker, maar dat kon ook een schaduw zijn.

'Lieg niet,' siste Declan, met een nog duisterdere ondertoon. Langzaam ging zijn hand naar het mes in het been van de Rever. De leider vouwde zijn hand om het handvat maar liet het daar rusten.

Als hij het lostrok zou de man sterven. Iets in Lennon vertelde hem dat Declan dat niet uitmaakte. Ook de Rever fluisterde nu Rynns woorden. 'Witte madeliefjes in een blauwe theepot.' Hij klemde zijn ogen dicht en bleef de woorden ritmisch fluisteren.

De wereld voor Lennons ogen werd zwart. Hij voelde bijna hoe Declans hand het mes bewoog. Hij trok het niet uit het been. Dat was hem niet wreed genoeg. Hij zou het omdraaien.

Nee...

Een warme gloed borrelde in Lennon op. Het klopte mee met de magie in zijn aderen en stroomde door zijn hand. Het was iets wat hij zou moeten stoppen, maar hij kon het niet meer. Dit was sterker dan hij. Het was genoeg geweest.

Toen liet hij los.

De blokkade die hij zijn kracht gegeven heeft, versplinterde. Een groen licht vulde ruimte, zijn zicht verblindend. Het was warm en voelde veilig. De pijn van de Rever overspoelde hem als een rivier en duwde hem naar de grond. Een schreeuw schoot als een vlam uit zijn keel. Het geluid echode door de ruimte die niet langer groen verlicht of donker was. De wereld was asgrijs als de hemel voor een regenbui. De tranen in zijn ooghoeken gleden over zijn wangen naar de grond. Nu was het voorbij. Het enige wat zijn hoofd nog binnendrong was een zacht gefluister.

'Witte madeliefjes in een blauwe theepot.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top