49. Schaduw en schijn

Het is lastig om te ademen als de wereld zich om je samen vouwt. Wanneer angst je overspoelt als de golven van de oceaan. Het komt en gaat steeds opnieuw. Je probeert jezelf te vertellen dat je moet ademen, maar het voelt alsof je hoofd onder water zit. Wat gebeurt er met je nadat je bent verdronken? Wat gebeurde met hem?

Lennon keek door de spleten van zijn bijna gesloten ogen. Licht sijpelde naar binnen.

'Hmm,' mijmerde Nacean. 'Jouw hoofd zit vol met goede herinneringen en momenten. Wat als je alles kwijt zou raken? Alles wie je was verdwijnt en alles wat je nu bent blijft over. Gezichten vervagen, stemmen verdwijnen. Wie ben jij, Lennon? Wie ben jij zonder anderen?' Ze raakte zijn slapen aan en vulde zijn hoofd met kou en duisternis.

Het lukte hem niet om haar stem te negeren. Haar vragen galmden door zijn hoofd. Wie was hij ooit geweest? Wat was hij zonder de groep? Alleen.

'Je kan dit stoppen, Lennon,' fluisterde ze in zijn oor. 'Doe wat er van je gevraagd wordt. Breng Declan weer tot leven, nadat hij ophoudt met bestaan. Dat heb je toch zeker wel voor hem over? Nadat hij zoveel voor je heeft gedaan, Lennon.'

'Nee,' stamelde hij. Dat kon hij niet, maar zijn eigen magie protesteerde tegen het antwoord.

'Wat voor vriend ben je dan?' Haar stem klonk beschuldigend. 'Als je niks voor ze over hebt. Zij geven hun leven en jij denkt alleen aan jezelf. Denk je niet dat je dit verdient? Zijn leven voor het jouwe? Misschien dat dat het nog rechtzet. Het is je enige en laatste kans.'

Tranen stroomden over zijn wangen. Hij had niet doorgehad dat hij was gaan huilen. Hij had dit alles verdient. Dat wist hij best. De enige reden dat hij niet egoïstisch kon zijn was zijn kracht.

'Het is oké,' suste Nacean. 'Het doet pijn om dit te beseffen, dat is ook logisch, maar je doet het juiste. Rynn, Amora en ieder ander die je ooit bent tegengekomen zullen opgelucht zijn. Uiteindelijk tolereerden ze je, liefde was er niet. Ik houd van je. Onvoorwaardelijk.'

Maar Declan niet. Wie was hij om tegen iemands laatste wens in te gaan? Wie was hij om iemand tot het lot van monster te veroordelen? En zij hielden toch van hem? Gedachten botsten als golven tegen elkaar. De oceaan werd alsmaar dieper. Waar eindigde het?

'Ze houden niet van je,' fluisterde Nacean. 'Ze houden niet van je.' Haar echo galmde door de ruimte, weerkaatste en kwam honderden keren terug. 'Ze houden niet van je. Ze houden niet van je. Ze houden niet van je. Ze gebruikten je.'

Misschien deden ze dat. Hij was altijd degene geweest die zich liet gebruiken. Hij was een heler, zijn gave had hem totdat lot veroordeeld. Hij kon niet voor zichzelf kiezen, al wilde hij dat. Zou het voorbij zijn als hij luisterde? Nee, dan zou hij achtervolgd worden. Zijn voeten raakten de bodem van de oceaan. 'Maar jij ook niet. Jij houdt van mijn pijn.'

'Ik houd van je,' fluisterde ze. 'Je zal nooit meer alleen hoeven te zijn. De wereld is niet voor jou. Begrijp het, zie het. Kom bij mij en je bent voor altijd veilig. Een oneindig leven.'

'Dat weet ik.' Zijn antwoord was een fluistering. Hij zou hier nooit echt thuis horen. 'Maar de wereld is ook niet voor de monsters die mijn kracht zal creëren. Dood is niet iets om mee te spelen.' Hij probeerde zich vast te houden aan zijn oude gedachten. Dieper zou hij niet zinken.

'Hmm... nee. Hier in de spiegelwereld ben je noch levend noch dood. Je weet dat je het wil, Lennon. Hier ben je warm welkom, in tegenstelling tot jouw "vrienden" die je gebruikten, misbruikten... vernietigden. Ze houden niet van je.'

Zijn magie klopte luider en luider. Tegen de blokkades van zijn hoofd. 'Nacean... Als je me laat zal ik na mijn dood bij je komen. Als je mijn gezelschap echt kan waarderen is het je vast wel waard om op te wachten.'

Nacean leek de controle te verliezen. Haar stem trilde en de spiegel bewoog heen en weer. 'Waarom wachten?' echode haar stem. 'Bespaar jezelf de pijn. Red jezelf, door een goede daad te doen en verdwijn in mijn armen. Doe je laatste goede daad en rust bij mij.'

'Sommige mensen zijn het waard om pijn voor te voelen.' Tranen rolden onophoudelijk over zijn wangen. 'Maar dat begrijp jij niet, want jouw doel is om mensen jouw angst te laten voelen. Ze te overspoelen met jouw eigen eenzaamheid.' Hij vocht tegen de golven van angst. Hij moest terug naar het wateroppervlak, terug naar de ruimte.

Haar eens zacht lijkende ogen, verharden. 'Dat is alles wat geldt,' siste ze als slang. Zelfs de s leek langer door te sissen, zoals Wodash dat ook altijd deed. 'Dit is alles wat er is! Ben je zo blind, Lennon? Ik had meer van je verwacht, dat tenminste jij wel zou snappen dat de wereld alleen maar uit pijn bestaat. Pijn, haat, dood, verdriet en verderf. Het is een vreselijke en donkere plek. Omarm dat en jij bent de enige winnaar en dan regeer jij het.'

'De wereld bestaat uit liefde, uit hoop, uit woede, uit verdriet, uit warmte, uit vrienden en sympathie.' Zijn stem trilde. Ze loog. 'Als de wereld alleen maar uit pijn bestond, waarom zou ik het dan helen?'

'Schijn,' siste ze. 'Schaduw en schijn. Een illusie die je van de werkelijkheid laat afleiden. Je denkt te helpen, maar alles wat je doet, is het erger maken. Je verdoofd maar de pijn komt drie keer harder terug. Je bent geen heler, je bent net als ik.'

'Als het een illusie is, dan is het een die ik graag geloof.' Misschien had ze gelijk. Misschien was hij het monster. Misschien was hij bestemd om zwak te zijn, maar niet vandaag. Dan kon hij het nu goed maken. Hij zwom richting het oppervlak van zijn angst. Zijn handen gingen omhoog naar het licht.

'Een zwakte, Lennon. Maar dat geeft niet, daar kan ik je bij helpen.' Haar ijskoude hand greep zijn arm en hield hem stevig vast.

'Waarom moet je me daarbij helpen? Ik ben zwak, maar er zijn mensen die dat nooit erg hebben gevonden.' Zijn magie bleef kloppen, maar verzachtte wat. Er waren geen wonden om te helen behalve zijn eigen. Ze loog. Nacean wilde hem, maar ze zou hem niet krijgen. Niet vandaag, vandaag zou uit zijn eigen nachtmerrie ontsnappen.

Nacean liet een gefrustreerde grom horen. Ze verloor haar grip. 'Je wordt je eigen ondergang,' zei ze. 'Als je niet ingeeft, wordt het alleen maar erger. Dat wil je toch zeker niet?'

Hij brak door het oppervlak. Water gleed in de vorm van zweet druppels van hem af. Hij haalde diep adem. 'Wat wil je, Nacean? Ze kunnen je amper dwingen, want jouw wereld is anders dan de onze. De keuzes die je maakt, zijn je eigen.'

'Ik wil jou! Jouw eind, ons begin.'

'Nacean... je kunt me krijgen, als je op me wacht. Dat beloof ik je. Wil je een mij die altijd bang voor je is of een vriend?'

Ze viel stil en leek na te denken, alsof de woorden eindelijk tot haar doordringen. Ze had niet eens door dat de rollen omgedraaid waren. 'Goed,' zei ze, 'maar ik kan je niet helpen met Nisara. Ik volg je, overal. Je ontkomt niet aan me. In elke spiegel zal ik zijn en ik wacht tot je opgeeft.'

Een huivering kroop over zijn rug maar dan kijkt hij haar aan. Had hij zijn ziel verkocht aan een monster? Misschien wel, maar hij was een heler. Misschien was er iets achter haar zwarte ogen dat genezen kan worden. Hij had een eeuwigheid om daarachter te komen. Voor nu maakte het niet uit. Nu zwom hij. De wereld was een oceaan en hij had geen idee waar het land was, maar hij was niet langer verdronken. Zijn longen vulden zich met lucht en zijn hart klopte. Hij leefde.

'Maak die spiegels kapot,' galmde een stem door de ruimte. Het sleurde hem terug naar de wereld die hij kende. Nisara keek hem aan, woedde brand in haar ogen. 'Schiet op. Ze luistert niet meer!'

De Revers met de zwarte ogen renden met stramme bewegingen naar de spiegels en met mechanische bewegingen ramden ze elk een vuist in het glas, die in scherven uiteen spatte. Glasscherven regende op de grond. De stukken sneden langs Lennons huid. Naceans handen losten op in het niets.

Geen van de Revers gaven een krimp en zetten een stap achteruit toen alle spiegels kapot waren. Pas toen lijkt Nisara haar fout te realiseren. In elke scherf, elke glinstering, lag een paar zwarte ogen. De ogen van de vrouw werden groot en haar gezicht verstrakte. Snel stapt ze verder bij de schreven vandaan alsof ze levensgevaarlijk waren. Misschien was dat ook wel. 'We gaan naar een andere ruimte!' Paniek klonk in haar stem, wat ze wanhopig probeerde te verbergen.

Lennon keek naar de schreven. Angst golfde hem nog steeds om hen heen, maar het was eb in de oceaan van glas en duisternis. Wat er straks ook ging gebeuren, hij stond er niet alleen voor. Er was iemand die hem in de gaten hield. Of het iets goeds was wist hij niet, maar nu kon hij elk gezelschap wel gebruiken. Dus krulden zijn lippen omhoog en even leek het alsof Nacean terug lachte.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top