43. Het plan

'Dus...' Amora klakte met haar tong tegen haar tanden. 'Wat is het plan?'

Ze zaten aan de kleine tafel. In een vaasje in het midden stonden een paar verlepte zonnebloemen. Lennons magie was gekalmeerd, dus hij waande zich veilig. Toch hadden ze geen tijd om te ontspannen. Nu ze waren gestart, moesten ze door.

Rynn keek naar Lennon. 'Weten we überhaupt waar deze Nisara Blakmund persoon is?'

De heler schudde somber zijn hoofd. 'Ze is waarschijnlijk onvindbaar. Ze lijkt te weten wat ze doet.' Hij zuchtte en keek de ruimte rond. Het werd hen ook nooit makkelijk gemaakt. 'De enige manier om in haar buurt te komen lijkt opgepakt te worden.'

'Ik weet het niet, hoor,' zei Amora toen. 'We zijn slechts met z'n drieën. De vorige keer dat Rynn opgepakt werd, ging dat ook niet zoals gepland...' Beschaamd keek ze naar het tafelblad. 'En daarbij... als je wordt opgepakt, wordt je naar een kamp gebracht, niet naar Nisara. We schieten er niks mee op.'

Lennon knikte langzaam. Hij staarde nadenkend naar de bloemen. 'Ergens ligt een sleutel.' Een rilling kroop over zijn rug.

'Ik heb wel een idee,' zei Rynn, 'maar dat is dan ook wel het slechtste idee ooit.' Ze beet op haar lip, alsof ze bang was dat de anderen het er niet mee eens zouden zijn.

Lennon glimlachte zwak. Al was het een vreselijk voorstel, misschien gaf het hen in elk geval iets om mee te beginnen. 'Dat maakt niks uit, we hebben geen beter idee.'

Amora knikte instemmend. 'En het vorige slechtste idee ooit, werkte prima.'

Rynn haalde diep adem. 'Revers brengen ons naar een kamp, maar zij zijn niet de enigen die onder Nisara werken. De monsters... Wodash ook.' Ze fluisterde de woorden en toch was het goed te horen. Een rilling trok zichtbaar over haar rug.

De kleur trok weg uit Lennons gezicht. Hij wendde zijn blik af, maar gaf haar een zacht knikje. Ze had gelijk, al wenste hij dat ze dat niet had. Wat hij tegen Horris had gezegd was niet waar geweest, al had hij gewild dat het zo was. 'De monsters hadden alle kans om me te doden, maar dat deden ze niet. Het was alsof ze iets anders willen.' Hij probeerde rustig te klinken, maar de waarheid maakte hem bang.

'Misschien dat Nisara hen iets heeft beloofd... Dat kan haast niet anders, toch?' fluisterde Amora.

'Misschien... maar het punt is dat monsters en Revers ook niet samengaan. Hoe vreselijk ook, de monsters zullen ons niet doden, dat heeft Lennon al uitgetest, dus dan is de enige plek waar ze ons kunnen brengen...' Rynn viel stil.

'Nisara,' vulde Amora haar aan. Ze praatte zacht, alsof de vrouw die hen dit aandeed haar anders zou kunnen horen.

'Weten jullie nog dat Penny allemaal vragen stelde over ons en onze gaven? Ook over of ik bijvoorbeeld mensen uit de dood kon opwekken.' Even werd Lennon stil. Wilde hij dit delen? Het was beter als ze wisten waar ze in stapte, al was de realiteit eng. 'Dat had ze niet nodig om te weten hoe goed we ons konden verdedigen. Iedereen weet dat ik waardeloos in een gevecht ben.'

Rynn glimlachte licht. 'De enige hier die nog enigszins van waarde is in een gevecht, ben jij, Amora.'

'Dat is niet waar. Jij kon dat monster naar de andere kant van de kamer sturen. Mijn gave heeft amper effect op monsters,' ging Amora er tegenin. Ze leek niet te geloven dat zij aan de frontlinie zou moeten staan. Ze was net als Lennon geen vechter, maar ze had de handigste gave van hen allemaal. De jonge vrouw had geen idee hoe vaak ze hen al geholpen had.

Toch moest Lennon Amora gedeeltelijk gelijk geven. 'Rynn, jouw gave is misschien niet degene die jij had uitgekozen, maar het heeft ons al zo vaak geholpen.'

'En toch voelt het alsof ik het voornamelijk voor mezelf heb gebruikt,' zei ze met een schampere lach.

'Dan ben ik blij dat jij dat hebt gedaan, want we hebben je nodig.' Lennon keek haar aan. 'Iets voor jezelf doen, is niet altijd egoïstisch.'

'Denk maar niet dat we jou sturen,' zei Rynn. 'Jij bent de enige die ons nog uit de prak kan halen. Het was mijn plan, dus ik bied me aan. En daarbij Wodash kan mij nog steeds overal vinden. Het is een kwestie van tijd, voordat ze hier op de deur kloppen. Zeker omdat hier weinig mensen zijn. Monsters zullen minder snel gespot worden.'

'Ik kan niet vechten. Als het waar Nisara is dat daar Vantra zijn, ben ik daar veel belangrijker. Ik kan daar een verschil maken en ik heb altijd al een dokter willen zijn.' Hij vocht tegen de herinneringen aan de monsters. Toch wist hij dat dit de juiste keuze was.

'Ik laat je niet alleen gaan!' ging Rynn ertegenin. Haar stem sloeg over.

'Dan ga ik met hem mee.' Het kwam er zacht uit en toch klonk er kracht in Amora's stem. 'Rynn, jij bent slim en daadkrachtig. Vanaf de buitenkant kan jij echt wat doen. Ik weet zeker dat je ons kan helpen!'

'We moeten wel een manier hebben waardoor we kunnen communiceren,' zei Lennon direct. 'Ik wil geen herhaling van de vorige keer dat we ons lieten pakken.' Hij gaf Kiwi die op de tafel zat een aai.

Amora knikte. 'Dat ging inderdaad niet zoals plan.' Even viel ze stil. 'Wanneer gaat er wel iets volgens plan?'

'Het feit dat er niemand is die onze plannen doorverteld moet in elk geval helpen,' mompelde Lennon. Hij haalde Kyles telefoon uit zijn zak. 'Zou er een manier zijn om dit mee te smokkelen?'

Meteen verscheen er een glimlach op Amora's gezicht. 'Oh, dat rotding van Kyle.'

'Misschien als je hem uit elkaar haalt en in onderdelen meeneemt, dat ze het niet zo doorhebben,' stelde Rynn voor. 'Nee, laat maar,' zei ze er direct achteraan toen ze besefte dat Lennon niet veel van technologie wist. Mensen kon hij helen, maar apparaten waren een heel ander verhaal.

'Wat als ik het in een rol verband wikkel? Niemand staat versteld als een heler verband bij zich heeft. En waarom zouden ze me dat afnemen?' Een stoute glimlach verscheen op Lennons lippen. Daar kon hij vast wel mee weg komen. Iedereen zag hem als onschuldig. Misschien moest hij daar maar eens gebruik van maken.

'Dat is een goed idee,' zei Amora met een glimlach. 'Rynn, heb jij je mobieltje nog?'

Rynn knikte. 'Zeker!' Uit haar zak haalt ze haar mobiel en zwaaide er even mee. Ze had hem al een tijd niet gebruikt, maar waarschijnlijk deed hij het nog prima.

'Kyles nummer staat er vast al in.' Lennon stond op en liep naar zijn tas. Hij pakte de grote verbanddoos en haalt er een rol verband uit. Zijn magie klopte zachtjes. 'We moeten alleen nog een excuus hebben om terug naar die plek te gaan. Als we daar zonder goede reden opduiken weten ze direct dat we een plan hebben.'

Amora knikte instemmend. 'Misschien moeten we doen alsof we denken dat Nisara daar is?' Het kwam eruit als een vraag.

'We horen niet te weten van Nisara,' merkte Rynn op. 'Niet dat ik een beter idee heb...'

'Wat als we doen alsof we denken dat Kyle nog leeft en daar is?' Lennon aarzelde. Het voelde wreed tegenover de overleden jongen, al wist hij zeker dat Kyle het zou willen. 'Het voelt respectloos, maar het is logisch dat we aannemen dat Penny heeft gelogen en de enige reden die ik kan bedenken om terug te gaan.'

Rynn knikte en toch ontstond er een lichte frons in haar voorhoofd. 'Weten jullie dit zeker?' vroeg ze.

'Nee,' bekende Lennon. Hij was doodsbang. 'Maar er is niks zeker. Alles wat we hebben is een misschien.'

'Pas goed op Kiwi,' zei Lennon met een overslaande stem. Ze waren bijna op de plek waar ze de vorige keer in de val liepen. Door de voorruit was het het gebouw al te zien. De blik van de heler gleed naar Rynn. 'Weet je zeker dat je op de fiets terug komt bij de hoeve?'

Rynn knikte. 'Dat komt goed. Kiwi en ik zijn dikke maatjes en ik denk dat ik het wel red.' Ze mocht dan wel het richtingsgevoel hebben van een blinde eekhoorn, ze had tijdens de rit genoeg herkenningspunten opgeslagen om haar weg terug te vinden.

Amora sloeg haar handen om Rynn heen. 'Ik ga je missen.'

Rynn slikte een brok in haar keel weg. Als zij het niet redden, was zij de enige over van haar groep. Terug naar Xana gaan, beschouwde ze niet langer meer als optie. Wat ze dan zou gaan doen, wist ze niet en eigenlijk wilde ze er ook niet over nadenken. Ze kwam gewoon terug, dat moest wel. 'Doe geen domme dingen,' fluisterde Rynn in Amora's nek.

'Natuurlijk niet, ik ben Kyle niet.' Amora lachte zacht. Toen liet ze Rynn los. Ze trilde van angst. Wat ze onder ogen moeten komen was iets waar niemand klaar voor was.
Lennons ogen gleden nerveus over de weg. 'Zijn jullie er klaar voor?'

Rynn lachte schamper. 'Volgens mij ben ik degene die die vraag moet stellen. Maar nee, ik zit hier niet op te wachten.' Ze kon nauwelijks nog begrijpen waarom ze dachten dat dit een goed idee was. Hoe dichter bij ze hun opsplitsing kwamen, hoe minder zeker ze was van hun plan. Dit was echt hun stomste idee ooit.

'Ik ook niet, maar laten we gaan.' Amora kneep hard in de hendel van het portier.

Lennon parkeerde de auto op de zandweg en sloeg de deur open. Hij tilde de fiets uit de laadbak en controleerde of de banden nog heel waren. Toen gleden zijn ogen naar het huis. 'Je bent je eigen ergste nachtmerrie,' fluisterde hij tegen zichzelf en om een of andere reden leken die vreemde woorden hem gerust te stellen. Hij liep naar Rynn toe en krabbelde de vogel op haar schouder onder zijn kopje. 'Kiwi, jij moet ook goed op Rynn passen.'

Snel veegde Rynn een traan weg, voordat Lennon het zag. Ze haalde diep adem wat hortend en stotend klonk. 'Pas goed op elkaar, jullie twee,' zei ze, proberend sterk te klinken. Ze slikte om de brok in haar keel weg te krijgen. Tevergeefs.

De heler keek haar hoofdschuddend aan. 'Rynn, je weet dat ik emoties voel,' antwoordde hij. Tranen glinsterden in zijn ooghoeken.

'Ssht,' zei Rynn. 'Laat me in de waan dat je me niet ziet huilen.' Ze hield niet van huilen, zo was ze niet. Maar zelfs de sterkste mensen werden soms door hun emoties verrast.

'We zullen voorzichtig doen,' beloofde Amora. Ze ritste haar jas dicht. 'Laten we gaan voordat we de aandacht op ons vestigen.'

Rynn knikte. 'Succes.' Ze pakte de fiets van Lennon over en hield het stevig in haar handen vast, alsof het haar overeind zou houden.

'Jij ook.' Lennon liep het bos in, op de voet gevolgd door Amora. Gezamenlijk draaiden ze zich om en staken hun hand op. Als een soort totziens, al wisten ze geen van allen of ze elkaar nog zouden zien. Een goed einde leek onmogelijk.

Rynn bleef zwaaien en hen nakijken, tot ze hen niet meer kon zien. Ze moest vechten tegen de gedachten die haar overspoelden. Alles kon misgaan. Ze probeerde de nare stemmetjes uit haar hoofd te houden. Een mantra rolde over haar lippen, terwijl de tranen haar ogen verlieten. 'Witte madeliefjes in een blauwe theepot.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top