42. De hoeve
De sierlijke hoeve torende boven hen uit. De oude eik stond prachtig in het groen, met twee splinternieuwe fietsen ervoor. Alleen het ongemaaide gras en de spinnenwebben in de ramen verraadden dat hier al een tijdje geen leven meer was geweest.
'Gezellig...' zei Amora met een cynische ondertoon in haar stem. Ze rilde.
'Weet je zeker dat het hier verlaten is?' Lennon keek wantrouwig om zich heen. De op het platteland staande hoeve zag er bewoond uit. Door het raam zag hij de contouren van bloemen die nog op tafel stonden.
Rynn knikte. 'Het gerucht gaat dat de man gek werd en zijn vrouw en daarna zichzelf vermoordde, maar zelf denk ik dat het de Revers waren die hen hebben omgelegd.' Langzaam liep ze naar de voordeur. 'Wil je anders dat ik aanklop?' vroeg ze lachend. Wat waren ze ook schijterig soms. Vooral Amora. Nee, het leek niets op haar ouders' huis, maar het was best een degelijke plek. Ze hoefden tenminste niet onder een brug te slapen.
De heler schudde zacht zijn hoofd. 'Doe gewoon voorzichtig, mijn kracht vindt dit niet leuk.' Hij keek nogmaals om zich heen.
Rynn kon een lach niet onderdrukken. Lennon was zeker geen angsthaas, maar soms zag hij er stoerder uit dan hij echt was. Wat kon er misgaan? Er was geen spoor van Revers te zien. Ze kwam er zonder problemen mee weg. Dat zou waarschijnlijk wel komen door wat Lennon had gedaan voor die vent. Ze hadden Horris Payne vrijgelaten om hem ook te laten ploeteren door het bos, zoals zij dat al zo vaak hadden moeten doen. Zij drieën namen de de dikke auto. De wagen viel op, dus uiteindelijke moesten ze de auto wel achterlaten bij een tankstation. Vanaf daar zijn ze te voet verder gegaan. Ze hadden lang gelopen, tot ze ineens aan de boerderij dachten, ver weg van de bewoonde wereld.
'Weet je zeker dat die tatoeages van je echt zijn?' spotte Rynn met een schuine blik naar Lennon. Ze legde haar hand op de koude deurklink, draaide de knop om en duwde. Het hout rammelde, maar gaf niet mee. Op slot. Ze pakte een paperclip en een priem die ze uit Declans loods had meegenomen en begon in het slot te prutsen. Ze wist dat het mogelijk was om zo een deur te openen, maar het zag er altijd makkelijker uit dan het echt was.
Lennon lachte niet. 'Ja, anders waren ze wel verdwenen.'
Ongemakkelijk keek Amora om zich heen, heen en weer wiegend op haar dunne benen. 'Rynn... schiet alsjeblieft op, het is koud.'
'Geef me even, dit is moeilijker dan je denkt.' Geërgerd drukte ze de haak dieper in het slot, maar ze kreeg geen beweging in de deur. Ze hoorde geen klik en ze had geen flauw idee wat ze aan het doen was. Je moest daadwerkelijk vaardigheden hebben om een deur te openen met een paperclip en een priem. Na enkele minuten prutsen kwam ze overeind en gaf een harde trap tegen het hout. 'Laat maar, klote deur!'
Een zachte klik onderbrak haar gescheld. Alsof de trap alles was wat het slot nodig had om open te springen. Verbaasd keek Rynn naar de deur. Amora grinnikte zacht en duwde de deur open. Met een vies gezicht liep ze de stoffige gang in. 'Het ruikt hier naar dode mensen.'
'Je bent ook niks gewend,' plaagde Rynn. 'Bij je ouders thuis ruikt het altijd naar rozen en citroengras.' Bij haar thuis rook het vaak naar haar moeders gerechten en dat verbloemde meestal de geur van de straat wel. Dit was ze ook niet gewend. Het rook vreemd, onwennig.
Ook Lennon stapte naar binnen. 'Rynn, dit is geen grapje. Het stinkt echt.' Hij liep naar de voet van de trap, terwijl zijn ogen langs de schilderijen gleden. Abrupt kwam hij tot stilstand. 'Dit is echt niet goed,' mompelde hij.
'I-is dat een bloedvlek?' Amora wees naar de trap, die slecht verlicht werd door de kleine, smerige ramen in de woonkamer.
'Ja, heb je dat mes nog?' Lennon keek gespannen om zich heen.
Amora knikte en reikte hem trillend het mes.
'Je kunt het beter zelf bij je houden,' zei Lennon die het botte wapen van zich afduwde. 'Mijn magie staat me niet toe geweld te gebruiken tegen mensen.'
Rynn zuchtte, rolde haar ogen en plukte het mes uit Amora's handen. Ze was zo klaar met bang zijn. Ze hadden nu al zoveel meegemaakt, eens hoefde ze niet meer bang te zijn. En "eens" was nu, had ze besloten. Ze wrong zich langs Lennon en stapte over de vlek heen. 'Ik ga wel voor. Ik verzeker je, er is niks boven. Het is gewoon een enge sfeer, omdat er spinnenwebben hangen en omdat je denkt dat er dingen zijn. Gewoon je gedachten die met je aan de haal gaan.' Met grote passen liep ze naar boven.
Lennon wierp een blik op Amora. 'We kunnen beter bij elkaar blijven.' Toen liep ook hij de trap op. De treden kraakten onder zijn gewicht.
Rynn negeerde hem en kwam aan bij de eerste deur. Zonder te wachten op de anderen duwde ze de deur open. Achter de deur lag een lege badkamer. Gebruiksvoorwerpen lagen er nog wel, zoals een gebruikt scheermes, zeep en een handdoek die aan de rails van het douchegordijn hing te drogen. 'Zie? Niks aan de hand.' Ze verliet de ruimte en negeerde de sterke stank. Amora en Lennon hadden gelijk, dit was echt niet een normale geur.
'Wees nu voorzichtig, Rynn.' De heler had een bezorgde toon in zijn stem. 'Het is hier echt niet veilig.'
Amora keek angstig om zich heen. Ze had zich duidelijk nog niet helemaal over haar Lennon-obsessie heen gezet, want ze luisterde nog steeds naar hem alsof ze zijn hond was.
Rynn opende de deur. 'Zie je nou-' Haar ogen werden groot en met een klap smeet ze de deur dicht. Met haar rug stond ze tegen de deur, terwijl ze probeerde te verwerken wat ze had gezien. 'Oke, jullie hadden gelijk. Volgens mij zit er een monster in de slaapkamer,' zei ze met een piepstem.
Lennon mompelde een scheldwoord. 'Een normale of een van die gecontroleerde?'
Een doffe schreeuw klonk door de deur. Rynn greep de deurklink vast en trok de deur steviger dicht. Waarom moesten dit soort deuren altijd naar binnen opengaan? 'Ik heb het niet goed kunnen zien,' zei ze gehaast, 'maar het leek erop dat ze een mens is geweest. Tenminste ze had een menselijk uiterlijk.'
'Zo zien ze er bijna allemaal uit.' Lennon rende snel richting de douche en greep de wc-rolhouder. Hij wierp de vijf rollen op de grond en hield de staaf als een knuppel omhoog.
'Ja, maar deze had golvend blond haar,' zei Rynn. Ze sloot haar vuist steviger om het handvat van het mes, maar verroerde geen vin. Ze had beter kunnen luisteren naar Amora en Lennon, voordat ze zomaar kamers binnen stormde. Ze mocht van geluk spreken dat er niks was gebeurd.
'M-misschien moeten we haar uit haar lijden verlossen,' piepte Amora paniekerig
Gekras klonk tegen het hout van de deur. Een echoënde grom die ergens ver weg nog menselijk klonk, leek de muren van het huis te doen beven.
Lennon knikte langzaam en zette een stap richting de deur.
'Wilde jij dat dan doen, Amora?' vroeg Rynn, die het mes naar haar reikte.
Amora keek er aarzelend naar. Haar ogen werden groot. Ze opende haar mond om wat te zeggen, maar de woorden bleven in haar keel steken.
'Dat dacht ik al,' mompelde Rynn. 'Kunnen we haar niet gewoon opsluiten en negeren?' Ze wilde het liefst niet leven met een monster opgesloten in de slaapkamer, maar het idee dat ze nog eens een mensachtig persoon moesten omleggen maakte haar misselijk. Er was al genoeg pijn, leed, dood en verderf geweest.
De blik van de heler gleed over het hout. 'Ik denk niet dat de deur haar tegenhoudt. Al helemaal niet nu ze ons gezien heeft.'
'Shit,' mompelde Rynn. Ze had het kunnen verwachten. 'Oke, dan wat is het plan? Haar aanvallen met een wc-rol houder en een bot mes?'
'Ik denk niet dat we een andere optie hebben.' Lennon keek van de twee meiden naar de deur. Het gegrom aan de andere kant stopte niet. Het indringende geluid ging door merg en been.
'Ik doe de deur open en dan mep jij haar neer met je knuppel. Amora, als jij vooral niet in de weg gaat staan, zou dat helpen. Dan probeer ik haar maar uit te schakelen.' Ze kon nog net een "of zo" binnenhouden. Wat een waardeloos plan. Alweer. Het waren altijd Declan en Kyle geweest die de plannen verzonnen en leidde. En zij waren allebei weg.
Hij knikte, terwijl Amora achteruit schuifelde. De heler bracht de wc-rollenhouder in positie. Het leek wat ongemakkelijk, waarschijnlijk had hij niet veel vaker gevochten.
'Lennon, ben je er klaar voor?' vroeg Rynn, terwijl ze haar grip nog een keer stevig om de deurknop bevestigde. Haar hart sloeg in haar borst en voelde die waardeloze brok opkomen. Het stak in haar keel, alsof het haar van binnenuit probeerde open te rijten. Ze haatte dit.
'Ik hoop het.' De metalen houder wiebelde heen en weer in zijn trillende handen.
'Daar gaat-ie.' Ze haalde diep adem en blies toen alle lucht uit. Nog een keer liet ze haar vingers op de deurknop tikken en draaide hem toen om. Ze gooide haar gewicht tegen de deur, waardoor die open vloog. Het monster dat eens een vrouw was, werd wat naar achteren geworpen, maar snel krabbelde ze alweer overeind en liep naar de deuropening.
Lennon liet de houder met kracht op het hoofd van het monster neer komen die een vreemd piepend geluid liet horen. Even keek het asgrijze wezen dat ooit een vrouw had moeten zijn gedesoriënteerd om zich heen voor ze haar puntoren richting Amora draaide. Haar witte nagels krasten tegen de muur toen ze richting de jonge vrouw liep.
'Hé!' riep Rynn, die in de slaapkamer stond. Het botte mes hield ze voor zich uit. 'Mevrouwtje, kom eens terug!'
Met een ruk draaide het wezen zich om en stormde de slaapkamer in. Rakelings scheerde ze langs Lennon die haar nog een klap verkocht. Een paar bloeddruppels spetterden op de grond.
'Volgens mij ziet ze weinig, maar hoort ze alles,' hijgde Rynn, die zich klaarmaakte om de vrouw van zich af te weren. Ze probeerde het mes in haar zij te steken, maar het mislukte compleet. Ze was niet heel snel, maar geen hersenloos wezen.
'Steek het gewoon neer,' piepte Amora die gewapend twee naaldhakken met bloemenprint de slaapkamer in liep.
'Dat. Gaat. Niet!' siste Rynn, die achteruit liep en tegen het bed stootte, waardoor ze achterover op het bed viel. Het monster ging haar achterna en klauwde naar haar gezicht. Rynn voelde hoe een nagel over haar jukbeen schraapte. Warm bloed welde op uit de wond en sijpelde via haar schouder naar beneden. Nogmaals probeerde ze het mes in de zij van de vrouw te steken, maar de dikke, droge huid voorkwam dat het door de huid heen ging.
Een naaldhak vloog richting het monster. De schoen scheerde rakelings langs het hoofd van het wezen en botste tegen de spiegel. Scherven vlogen in het rond om luid kletterend op de grond te belanden. Snel gooide Amora de andere naaldhak die op de rug van het monster landt. Luid brullend veerde het wezen op.
Rynn schoot overeind en viel tegen de muur aan, weg van het monster. Daar zakte ze op de grond en trok haar knieen op.
Direct bewoog Lennon zijn improviseerde wapen richting het hoofd van het monster. Net op dat moment kwam een stem vanuit zijn rugzak. 'Kretting.'
'Nu niet, Kiwi!' Hij dook opzij om de messcherpe klauwen van het monster te ontwijken.
'Ga weg van haar!' brulde Declans echoënde stem vanaf de andere kant van de kamer. Ook al had ze het zelf opgeroepen, Rynn schrok alsnog toen ze Declans stem hoorde. Ze had zich niet op een specifiek iemand gefocust, maar blijkbaar was het Declan van die ze onbewust koos als beschermer. Vroeger was dat Parker.
Verstoord stopte het wezen haar aanval. Snel rende het in de richting van het geluid, alsof ze echt geloofde dat daar iemand stond. Brullend sloeg het beest haar klauwen tegen de muur.
'Amora, pak het mes,' fluisterde Lennon hijgend. 'Hiermee krijg ik haar niet dood.'
Amora grabbelde het mes van de grond en stapte langzaam op het wezen af. Ze hield haar adem in alsof elk geluidje haar kon verraden. Toen stak ze het wapen met een vertrokken gezicht van afschuw in de keel van het monster. Piepend viel het naar de grond terwijl het nog uithaalde naar de jonge vrouw die net op tijd weg kon springen. Happend naar lucht bleef het monster liggen. Stuiptrekkingen gingen door het lichaam voor het wezen er niet meer was.
Lennon haalde diep adem en liet zijn geïmproviseerde wapen vallen. 'Rynn, ben je gewond?'
'Een beetje,' zei ze, terwijl ze langzaam zichzelf overeind trok. Haar hand ging naar de wond op haar sleutelbeen, die lichte bloedde. Met haar mouw veegde ze het bloed van haar wang. 'Maar dat heelt vanzelf wel. Misschien ligt hier ergens wel desinfectiemiddel.'
'Laat me er naar kijken.' Lennon liep naar haar toe en ging naast haar op het bed zitten.
Rynn ging naast hem zitten en liet hem zijn ding doen. Het had niet van haar gehoeven, maar ze wil Lennon ook niet tegenhouden. Dit was zijn ding.
'Het is vrij diep, ik denk dat het beter is om te helen,' mompelde Lennon nadenkend. 'Als we gepakt worden, kan je het niet verzorgen en dan wordt het een ontsteking.' Hij hield zijn hand naast haar wang. Kleine draadjes van groen licht vlogen naar de wond die in de huid oploste, waarna het groene licht richting haar sleutelbeen ging. Rynn voelde haar huid warm worden. Het trok een beetje, maar het was niet onaangenaam.
Toen de wonden genezen waren wierp de heler een blik op Amora die met met grote ogen naar het monster keek.
'Wat gaan we met haar doen?' vroeg Amora.
Rynn keek Amora aan. 'We kunnen haar hier niet laten liggen. Het rook hier al naar rotte eieren. Sorry trouwens, dat ik jullie waarschuwingen negeerde.' Ze voelde zich echt lullig nu.
'Ik denk dat we haar beter naar buiten kunnen brengen en de natuur zijn gang kunnen laten gaan,' stelde Lennon voor.
Rynn knikte, dat was wel zo netjes. Als zij in een monster veranderde wilde zij ook begraven worden.
Amora schudde haar hoofd. 'Je denkt toch niet dat ik dat ding ga aanraken?' Haar gezicht vertrok en ze perste haar lippen op elkaar.
'Dan doe ik het wel, ik heb wel vaker dode lichamen gezien.' Lennon stond op en pakte het wezens onder de oksels vast. Zonder naar het afschuwende gezicht van Amora te kijken sleepte hij het monster de trap af. Het was bijna alsof hij het vaker had gedaan, alleen dan met lichamen van mensen.
'Kom Amora,' zei Rynn. 'Laten wij dan maar eten gaan maken. We hebben nog droog brood en knakworsten.' Ze pakte Amora bij haar hand vast en sleepte haar mee naar de keuken. Die, ondanks de stof, er nog redelijk goed uitzag. Het was relatief schoon op de dooie spin in de hoek na.
Lennon keek hen na en liep naar buiten. De zon was door het wolkendek doorgebroken en wierp lichtstralen op de tuin. Zonder na te denken over wat er zojuist gebeurd was ging hij aan het werk. Het was beter om niet over de menselijkheid van doden na te denken. Anders zou het ondragelijk worden. Ze was dood. Hij kon niets meer voor de vrouw betekenen. Hij duwde de struiken aan de kant en legt het monster tussen de planten. Hij probeerde de planten om haar heen omhoog te trekken en slierten klimop over haar heen te leggen zodat lichaam het niet goed zichtbaar was. Toen plukte hij een paar paardenbloemen, die hij op de borst van de dame legde. Het was een klein teken van respect voor wat ooit had geleefd. Als hij ooit een monster zou worden, zou hij graag willen dat mensen hetzelfde voor hem deden. Zijn ogen gleden naar zijn met modder bedekte handen. Zijn magie zou hem waarschijnlijk geen monster maken, maar doden. Ooit werd het sterker dan hem.
Terwijl Lennon bezig was, probeerde Amora het gasfornuis aan te krijgen. 'Geen gas en geen elektriciteit,' zei ze met een zucht.
'Ga er maar van uit dat we ook geen water hebben,' zei Rynn, die uit haar rugzak een zak met broodjes haalde. Die hadden ze nog meegekregen van Amora's ouders, samen met de knakworsten.
'Hoe eten we de worstjes dan op?'
'Koud,' was Rynns antwoord. 'We vinden daar morgen wel een oplossing voor, maar eerst moeten we wat in onze maag krijgen en een plan gaan verzinnen.'
Amora zuchtte geërgerd. Dit leek haar helemaal niks, dat kon Rynn meteen wel zien.
'Het went,' zei Rynn zacht. 'Uiteindelijk went alles.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top