33. Verleden tijd
'Jongens, het was gezellig,' zei Kyle gapend, terwijl hij zich uitrekte. Het was al diep in de nacht en het vuur was langzaam aan het doven, waardoor de koude duisternis ruimte kreeg. 'Maar ik ga ervandoor.' Hij stond op en wreef in zijn ogen.
'Ik ga ook maar eens,' zei Rynn die overeind kwam en haar koude vingers heen en weer bewoog.
'Wil je Kiwi meenemen? Hij valt steeds van mijn schouder.' Lennon tilde de half slapende vogel van zijn schouder en legde hem in haar handen.
Rynn lachte. 'Met plezier.' Ze nam de vogel van hem over en droeg hem in haar armen mee naar binnen, gevolgd door Penny, Amora en Kyle. De deur van het huisje viel in het slot, Lennon en Declan met z'n tweeën achterlatend.
Lennon keek het groepje na en pakte de met marshmellowresten beplakte stokken. Hij legde ze in het langzaam dovende vuur waardoor de vlammen weer oplaaienden. Toen gleden zijn ogen naar de leider. Hij had niet willen doorvragen met de rest erbij, maar nu ze alleen waren en hij de magie nog harder in zijn borst voelde kloppen, wist hij dat hij van het moment gebruik moet maken. 'Gaat het echt wel?'
'Het is niets om je zorgen te maken. De verhalen trekken me terug naar een stuk verleden wat ik graag achter me zou willen laten, maar morgen ben ik het al weer kwijt.' Hij glimlachte en trok de twijgjes van een tak af, die hij daarna in het vuur wierp. Luid knetterend verzwolgen de vlammen de stukjes hout.
'Ik denk niet dat je zoiets ooit echt kwijt bent.' Lennon ging weer op de boomstam zitten. Al bij hun eerste ontmoeting had hij de pijn gevoeld die de man bij zich droeg.
Declan lachte treurig. 'Daar kan je weleens gelijk in hebben. En toch blijf ik het proberen.'
'Misschien moet je er een keer met iemand over hebben. Als je het altijd voor je houdt wordt het alleen maar zwaarder.'
'Ik wil je niet lastig vallen,' zei hij. 'Je bent ieders praatpaal, heb zo het idee.'
Lennon glimlachte. 'Misschien wel, maar dat is omdat ik het voel als er wat is. Ik merk het als mensen hun emoties inhouden.' Hij keek naar de sterren die als kleine diamantjes tussen de wolken door piepten. 'Het is een last die ik heb leren dragen door alleen de mensen van wie ik echt houd dichtbij te laten.'
Declan keek Lennon aan. 'Dat zou je niet moeten, maar als je het wil weten, zal ik het je vertellen. Ik waarschuw je wel, een mooi verhaal is het niet.' Nog een paar twijgjes verdwenen in het vuur.
Lennon pakte de thermoskan en schonk twee koppen thee in. Een overhandigde hij aan Declan. 'Weinig verhalen zijn mooi, maar van elk verhaal kun je wat leren.'
Declan pakte de warme kop over en knikte. 'Goed dan.' Hij haalde diep adem en begon toen te spreken: 'Ik was niet altijd zo... boos. De tijd heeft me zo gemaakt, zoals dat bij velen is gebeurd. Vroeger werkte ik in een staalfabriek en in mijn vrije uren was ik mentor van een geheime groep. Soortgelijk aan dit, maar kleiner en bedoeld voor kinderen om te leren hun magie te gebruiken. Ik weet niet waarom de "ouderraad" waar ik ook in zat, besloot om mij als mentor te kiezen, maar ik nam de taak graag op me. Ik hield van kinderen en deelde graag mijn kennis.' Hij pauzeerde om een slok kruidenthee te nemen.
Lennon knikte langzaam. De warmte van zijn theekop brande tegen zijn koude vingers. 'Dat past bij je.'
Declan liet een korte, enkelvoudige lach horen. 'Dank je. Maar goed, ik had een groepje van tien kinderen ongeveer. Sommigen waren echt nog jong, een jaar of tien, anderen waren tieners of al richting jongvolwassenen, zoals Sera, Penny, Kyle, Rynn en Amora. Het verbaasde me soms met wat voor krachten ze waren opgescheept. Daar heb ik ook Sera leren kennen, zij was nog wel wat jonger destijds en al zo krachtig met haar vuur. Maar er waren ook kinderen die de grond konden laten scheuren als ze boos waren. Er was een jongen, Liam heette hij, zo'n twaalf jaar, die in staat was om iemands emoties te beïnvloeden. Zo kon hij iemand kalmeren, maar hij kon ook emoties aanwakkeren. Dat gebeurde vaak onbewust of per ongeluk. Zou je net hebben dat hij ook ADHD had en daardoor makkelijker uit zijn slof schoot. Misschien dat je wel kon raden wat er gebeurde...' Declans handen vouwen zich strakker en strakker om de kop heen.
Lennon voelde zijn magie in zijn borst oplaaien. Hij had het gezien. Krachten spaarden kinderen niet omdat ze nog jong waren. 'Soms is het echt wreed.'
Declan knikte. 'Liam en ik hadden een erg goede band. Met hem moest ik ook het meeste werken, maar dat was echt geen straf. Hij was een ontzettend intelligente jongen en kon ook iemand heel erg helpen. Sera bijvoorbeeld werd gevreesd door haar ouders en had regelmatig paniekaanvallen als ik haar vroeg of ze wat vuur wilde maken om een fakkel aan te steken. Liam kon haar helpen en haar kalmeren, zodat ze zichzelf leerde vertrouwen met haar krachten. Dat het ook iets moois kon bieden, warmte bijvoorbeeld. Dat deed hij ook voor anderen, zeker als hij in een goede bui was.'
Er viel een stilte. De kop die Declan in zijn handen had, leek zachtjes te kraken door zijn ferme grip, maar Declan had het niet door. 'Liam had het ook niet makkelijk thuis. Eigenlijk had bijna niemand dat. De meesten hadden broertjes of zusjes zonder krachten, of familie die het afkeurde. Er was altijd wel wat. Liam had een lastige moeder en hoopte dat ik hem kon "genezen" van zijn krachten. Het was een gewone doordeweekse dag, er was verder niks gebeurd, maar toen Liam binnenkwam, wist ik meteen dat het mis was... Ik hoefde er geen heler voor te zijn om te weten dat zijn moeder zijn emoties had gebroken. De onrust sloeg al snel over bij de anderen en ik dacht dat ik het wel kon afhandelen. Ik dacht dat ik Liam wel kon redden. Ik wilde hem apart nemen, met hem praten, maar dat vatte hij verkeerd op. Hij kreeg een woedeaanval, waardoor iedereen in de ruimte zijn emoties overnam. Sera raakte in paniek en Miles zorgde ervoor dat de grond spleet. Het hutje waar we zaten, stortte in. Sommigen kwamen vast te zitten, waaronder Liam. Het vuur woekerde overal. Er was niks dat ik kon doen. Liam raakte in paniek en ik kon amper nadenken. Een aantal kon ik nog redden, maar van de groep van tien hebben drie van hen het overleefd.' Met een knal spatte het glazen kopje uit elkaar. Scherven vlogen in het rond waarvan sommigen zijn hand raakten. Declan siste van de pijn toen een scherf zich in zijn handpalm boorde.
Lennon keek de man medelevend aan. Bij het zien van de druppel bloed die over de handpalm van de leider gleed, vloeide de kloppende magie richting zijn handen. Het wilde de man helpen, maar het moest geduld hebben. Soms was het nodig dat mensen pijn voelden, omdat het hen anders voor altijd bleef achtervolgen. De enige weg uit de duisternis van je eigen hart, was er recht doorheen. 'Wat vreselijk moet dat zijn geweest.'
Voorzichtig trok Declan de uitstekende scherf uit zijn hand. 'Ik was zo machteloos, zo woedend. Misschien was dat Liams woede wel, die ik op me genomen heb. Ik voelde me verslagen en was bereid me over te geven aan de Revers. Zoiets wilde ik niet nog een keer laten gebeuren. Het was mijn verantwoordelijkheid en door mijn inschattingsfout zijn zeven jonge Vantra omgekomen.' Hij zuchtte diep en spande de spieren in zijn armen aan. 'En toch zit ik hier... Met vijf magiegebruikers onder mijn vleugels. Alsof ik er niks van heb geleerd.' Hij lachte schamper en gooide het glas in het vuur.
Lennon keek hem aan. Zijn ogen gleden voorbij de bruine kijkers van de man. Hij nam het zichzelf kwalijk. 'Je probeert het goed te maken, niet?'
'Ik weet het niet. Het was nooit de bedoeling dat ik in deze positie terecht kwam en toch gebeurde het. Elke keer als ik dacht: 'ik stop ermee', gebeurde er wel iets waardoor dat niet kon. Zoals de keer dat we de Rever hadden gevangen. Ik verloor mijn geduld, viel terug in mijn emoties en beschadigde Rynn en jou misschien ook wel. Ik wilde stoppen, maar Rynn liet het niet toe.' Een zachte grom ontsnapte uit zijn borst. Toen biggelde er een eenzame traan over zijn wang.
De heler wilde hem zo graag een oplossing bieden, maar die had hij niet. Hij kon de man niet leren hoe hij vrede met zichzelf moet vinden. Dat was een tocht die hij zelf moest maken. Alles wat hij kon was luisteren. Het voelde vreselijk om machteloos te zijn.
'Dus ja...' zuchtte hij toen. 'Misschien doe ik het inderdaad wel om mijn daden goed te maken, iemand te kunnen bewijzen dat ik het juiste doe, al vraag ik het me dagelijks af. Misschien had ik mezelf jaren geleden maar moeten aangeven.'
'Ik denk dat het jezelf nooit kunt vergeven,' zei Lennon nadenkend. 'Je kunt alleen leren accepteren dat het gebeurd is. Misschien was het een fout, misschien bracht het lot de situatie tot stand, maar het is gebeurd en je kon hen niet redden.' Even was hij stil en keek naar de smeulende resten van het kampvuur, waar nu een glas in lag. Het klonk zo tragisch, maar het was wel waar. 'En ook nu ga je de wereld niet kunnen redden. Wat we ook bereiken, het zal niet permanent zijn. Toch doen we het. Waarvoor?' Hij had het antwoord voor zichzelf gevonden, maar hij vroeg zich af of Declan zijn eigen wist.
'Voor Liam,' zei hij. 'Mijn zoon.'
Een scheut van pijn schoot door Lennons lichaam. Een zwaar gevoel dwong hem op te staan. Hij liep naar de man toe en legde zijn hand troostend op Declan's hand. De magie brandde aan de binnenkant van zijn hand. Hij liet het niet los. 'Als je twijfelt of wat je doet goed is, denk dan aan voor wie je het doet. Al gaan dingen soms vreselijk fout, als het doel het waard is dan is het nooit een verloren strijd.'
Declan knikte. 'Opgeven is geen onderdeel van mijn karakter. Misschien moet ik mijn doelstelling aanpassen,' zei hij. 'Ik werk voor jullie, voor jullie veiligheid en een betere wereld voor ons.'
Lennon glimlachte. 'Ik werkte voor niemand, maar inmiddels deel ik dat doel.' Zijn magie klopte nog steeds. De pijn was er en hij zal er nog lang zijn, maar toch leek het alsof hij iets minder drukkend was. Hij rekte zich uit. 'Misschien moeten we maar gaan slapen. Het wordt koud.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top