29. Na de strijd
Daar stonden ze in een bloederige kamer. Kyle liet de berenpoot vallen, die met een doffe bons op de grond viel, waardoor nog wat bloedspetters opspatten. Hij keek met grote ogen om zich heen. 'Waar is Penny eigenlijk?'
'Ik zag haar ook al niet tijdens het gevecht,' zei Rynn die zich op de bank liet vallen. Haar armen en schouders brandden. Ze voelde hoe het bloed aan haar shirt plakte en aan haar huid trok. Haar hoofd voelde zwaar, alsof het gevuld was met watten. Al wist ze dat het geen watten zijn, maar stemmen. Het galmde in haar hoofd, steeds luider wordend. Ze kon ze niet langer meer negeren en buitensluiten. Ze kon daardoor nauwelijks Declan nog verstaan.
Declan mompelde een scheldwoord en rende door het huis. 'Penny?!' Zijn bezorgde stem stierf weg. Een moment was het muisstil in de ruimte. Voetstappen en zacht gemompel vulden de gang. Toen kwam de leider terug met een trillende Penny onder zijn bebloede arm. Het arme meisje liet zich naast Rynn op de bank vallen. Iedereen was uitgeput. De enige die nog bewoog, was Amora die met een dweil de oceaan van bloed probeerde op te vegen.
'Rynn? Gaat het goed?' Kyle plofte naast haar op de bank.
Rynn opende haar ogen. Ze had niet eens doorgehad dat ze die had gesloten. 'Oh... ja prima. Ik heb gewoon een beetje hoofdpijn.' Het was niet een complete leugen, maar iedereen wist dat "prima" niet de juiste omschrijving van de situatie was.
'Je ogen zijn...' Even was hij stil, alsof hij eindelijk iets met takt probeerde te zeggen. Iets wat mislukte. '...super donkergrijs.'
"Oh" was alles wat ze eruit kreeg. Toch zette ze een glimlach op, hoe zwaar die ook voelde. 'Ik red me wel, dank je, Kyle. Ook nog voor de vliegende boeken.'
'Geen probleem.' Hij lachte terug, terwijl hij stukjes beren vlees uit zijn blonde haar viste.
'We kunnen hier zeker niet blijven?' vroeg Amora, terwijl ze met een smerige lap zwarte vlekken van de muur probeerde te vegen. Het was niet helemaal duidelijk waar het vandaan kwam of wat het was. Dat het niet-menselijk was, viel niet te betwisten.
Declan schudde resoluut zijn hoofd. 'Dat lijkt me niet verstandig. Zeker niet nu de monsters weten waar we wonen. Straks volgende de Revers nog. Nee, we moeten hier weg. Ik heb een blokhut in het bos. Hier is het niet meer veilig.' Hij waste zijn handen onder de keukenkraan, waarna hij een paar boeken in een tas stopte.
Rynn stond met tegenzin op en sleepte zichzelf naar haar slaapkamer, waar ze haar wonden zo goed als het ging verzorgde. Haar arm bloedde hevig. Twee diepe sneden onderbraken de huid. Het bloed sijpelde er nog uit. Nu kon ze Lennon wel gebruiken. Ze hoopte maar dat hij oké was, ergens zich veilig had gehouden, terwijl het appartement hier ten onder ging. Hij hoorde niet thuis in deze strijd, besefte ze zich. De gedachten haalde haar gemist niet weg.
Ze siste van pijn toen ze de wonden schoon veegde. Toch ontsmette ze hen en legde er verband omheen. Dat moest het maar houden, terwijl ze haar kleding ging pakken.
Ze had geen idee wat ze moest meenemen, zoveel had ze niet. Wat kleding en een boek dat ze nog nooit gelezen had. Kiwi was alles wat ze echt mee wilde nemen.
Toen schoot haar blik naar de lade. De foto... Misschien moest ze die maar gewoon laten. Een koud gevoel overheerste haar, alsof ze wekenlang in de kou had gestaan. Haar hart voelde hol, gevoelloos en toch alsof ze elk moment kan worden verpletterd door emoties. Haar vingers tintelden, haar hoofd tolde en de druk op haar borst werd groter. Zuurstof werd haar ontnomen. Het gevoel dat een ijskoude hand zich om haar pols had gesloten wordt sterker en haar schouders brandden meer en meer.
'Je bent aan het verliezen,' klonk het in haar kamer. 'Zwakkeling.' Iemand lachte, maar Rynn snapte niet waarom. Zo grappig was de situatie niet. Niemand had een grap verteld. Tenzij hij lachte om haar pijn. Misschien moest zijn dat ook maar doen...
'Rynn... waarom liet je me achter?' Nayla huilde. 'Waar was je Rynn? Waar was je toen we je nodig had?' Parkers stem klonk beschuldigend.
'Parker...' stamelde Rynn. 'I-ik...' Ze zakte tegen de muur op de grond, terwijl ze wanhopig de stemmen probeerde te stoppen. Ze sloeg haar handen over haar oren, greep haar hoofd vast om het maar te laten stoppen, maar niks hielp.
'Rynn, stop!' Amora gooide de deur open, snel gevolgd door Declan die haar schouder vast greep met zijn grote warme handen.
'Rynn, hou op, je maakt jezelf kapot.'
Ze wilde het zo graag, maar alle stemmen leken met elkaar te mengen. Het enige wat ze hoorde waren de echoënde, boze stemmen. Ze hoorde niks anders meer, alleen maar de beschuldigingen van wat ze niet had gedaan. Dat ze iedereen had laten vallen. Haar hart bonkte in haar borst. Ze kneep haar ogen dicht, opende haar mond en schreeuwde. Alles om de beschuldigende stemmen te stoppen. Ergens ver weg klonken de paniekerige stemmen van haar huisgenoten, maar ze gingen op in de chaos.
Toen ging al het geluid over in geruis. Een koud gewicht drukte op Rynns hals, terwijl de stemmen wegvaagden alsof iemand de radio uitdraaide. Ze maakten plaats voor een warme mannenstem. 'Rynn, kun je me horen?'
Het gewicht op haar borst wordt minder en warmte leek weer een beetje terug te komen. Ze kreeg weer gevoel terug in haar vingers en het gegons in haar oren stopte ook. Ze keek op, recht in een paar groene ogen. 'Lennon,' zei ze ongelovig. 'Lennon?' Voorzichtig raakte ze zijn arm aan en vloog hem toen om de hals. Ze klemde haar armen stevig om hem heen, bang om hem nog een keer kwijt te raken. 'Hoe ben je hier?' Ze wist nu zeker dat het niet Celfor kan zijn. Die lag nog steeds aan pulp geslagen in de woonkamer.
Hij sloeg zijn armen beschermend om haar heen. 'Rustig Rynn. Denk eerst aan jezelf. Je magie nam je over.'
'Het was Wodash,' zei ze. Een rilling gleed over haar rug toen ze zijn naam noemde. 'Ik kon hem voelen.'
Lennon wilde iets zeggen, maar voordat hij er de kans toe kreeg hipte een zwart verenbolletje zijn richting uit. 'Vervriende Lennon!' kraaide het dier zo enthousiast dat zijn stem oversloeg.
Direct liet Lennon Rynn los en ging op zijn knieën zitten. 'Kiwi!'
'Vervriende Lennon, Vervriende Lennon, Krettig Rynn.' De vogel kraaide enthousiast, terwijl hij hyperactief op en neer sprong. Zijn zwarte veren werden langer en kleine tandjes vormden zich langs zijn snavel. De zilveren kraaloogjes gloeien op.
Amora slaakte een luide gil.
Een glimlach kroop op Rynns gezicht. Ze had het een keer eerder gezien en het was het meest magische moment ooit geweest. Ze zag wel meteen dat Kiwi dit keer een andere verrassing voor hen in petto had.
Kiwi's verenkleed veranderde van kleur tot een soort wit, pinguinachtig patroon terwijl de vogel zijn kop tegen Lennon aanlegde. 'Ik heb je gemist,' fluisterde de heler.
'Ik wist dat je iets achter hield,' bromde Declan. Al stond er een kleine glimlach op zijn norse gezicht.
Rynn krabbelde overeind. Ze kon zichzelf niet meer inhouden, zo graag wilde ze de reuzenpinguïn omarmen. Direct sloeg ze haar armen om de vogel heen. 'Ik heb altijd al een pinguïn als huisdier gewild,' jubelde ze, vergetend dat ze nog geen minuut geleden op de afgrond van het monster worden stond. Haar wang streek tegen de zachte buik van Kiwi en ze voelde de zachte veertjes door haar vingers gaan.
'J-jongens, misschien moeten we vertrekken,' zei Amora zacht. Toen wierp ze een blik op de gehavende Lennon. 'Ik zou je een knuffel geven als je niet naar vuur, zweet en pinguin stonk.'
Declan knikte. 'Amora heeft gelijk, we moeten gaan. Lennon, zou je je pinguïn in toom kunnen houden? We moeten niet hebben dat mensen denken dat we hier een dierentuin houden.'
Lennon keek naar Kiwi en schudde glimlachend zijn hoofd. 'Kiwi, een raaf graag.'
De vogel keek op uit Rynns armen. Hij legde zijn snavel even tegen haar borst, voor zijn verenkleed zwart werd en hij weer in een raaf veranderde.
'Nee! Kiwi pinguin!' lachte Rynn en keek licht teleurgesteld naar de raaf, terwijl ze voelde hoe haar borst niet langer meer met kou gevuld was, maar met de liefde van de vogel. 'Zo kan ik je niet platknuffelen. Ik voelde me net weer beter.'
'Kretting,' kraaide de raaf zonder te luisteren.
'Meestal neemt hij geen andere vormen aan op commando,' zei Lennon hoofdschuddend. 'Ik heb hem alleen de raaf kunnen leren. Voor de rest is hij te eigenwijs.' Hij liep kamer uit om snel zijn weinige bezittingen bij elkaar te rapen.
'Dat vind ik nou juist zo leuk,' zei Rynn, die ook snel nog wat kledingstukken in een tas smijt en, vlak voordat ze vertrok, de foto uit de bureaulade meegriste. 'Wist je al van de badeend?' vroeg ze lachend en sloeg de tas over haar schouder.
Lennon schudde zijn hoofd. 'Dat verhaal moet je me nog eens vertellen.'
Vijf minuten later zaten ze in Declans auto. Ze waren bebloed en waren veel verloren, maar elkaar hadden ze nog en dat was misschien wel het allerbelangrijkste.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top