25. Het monster in Kiwi's ogen

Vanachter het luik kon ze Amora en Lennon horen lachen. Een rilling kroop over Rynns rug en ze haatte het. Dit was niet de Lennon die zij had leren kennen. Ze wilde dat haar vriendin gelukkig was, maar alles in haar schreeuwde dat hier iets niet klopte. Ze mocht de heler dan niet heel lang kennen, ze hadden toch het een en ander meegemaakt samen. Lennon was opeens zo koud als zijn uiterlijk hem deed lijken, iets wat hij niet eerder was. Het was alsof zijn warmte als een vlam gedoofd was. 'Weet jij wat er met Lennon aan de hand is?' Rynn keek naar Kiwi, terwijl ze het geluid dat vanuit de woonkamer kwam probeerde te blokkeren.

'Vervloekte Lennon,' kraaide de vogel die een rondje over het dak hipte en daarna tegen haar been ging zitten.

Rynn lachte schamper. 'Nee, Lennon is een vriend,' zei ze met nadruk op het laatste woord. 'Maar sinds de missie is hij niet helemaal meer hemzelf.' Alsof hij vervangen was.

'Vervriende Rynn, vervloekte Lennon.' Het dier zette zijn verenkleed op.

Haar schampere lach werd groter. Waar hij haar naam had geleerd, wist ze niet, maar het beviel haar wel. Hoewel het vreemd klonk uit de snavel van de vogel, was het ook wel erg schattig. Het had iets kinderlijks en onschuldigs. 'Lieve Kiwi,' zei ze, terwijl ze op zijn kopje krabbelde. Ze sloeg haar benen over elkaar en staarde naar de horizon, die geblokkeerd werd door de flats.

De kraaloogjes van de vogel gingen dicht en hij rustte zijn kopje tegen haar been. Zijn veertjes leken plotseling wat zachter zachter te worden.

Rynn sprong op en keek naar de zwarte vogel die langzaam lichter van kleur werd. 'Kiwi...' zei Rynn langzaam. 'Wat doe je? Oh, je kan nu geen rare dingen gaan doen. Hoe moet ik dat Lennon uitleggen?' Bezorgd keek ze om zich heen. Ze moest dit niet alleen Lennon gaan uitleggen, maar ook aan de buren als het zouden zien.

'Kretting,' kraaide het dier dat langzaam groter werd tot hij hoger dan Rynn was. Zijn zwarte verenkleed was volledig verdwenen en had plaatsgemaakt voor kinderlijk gele veren. Ook zijn snavel had een vreemde kromming. Het dier stapte naar Rynn toen en legde zijn kop zacht op haar hoofd.

'Oh nee... Kiwi...' fluisterde Rynn langzaam. 'Een... een badeend?' Ze perste haar lippen op elkaar en sloot haar ogen om een harde lach te onderdrukken. Wie had gedacht dat Kiwi een badeend kon imiteren. Nee, niet zomaar een badeend, een reuzenbadeend. Zijn schaduw viel over haar heen en zijn veren wapperenden zacht in de wind.

Ze kon zich niet langer meer bedwingen en sprong naar hem toe. Ze sloeg haar armen om hem heen en begroef haar gezicht in zijn intens zachte veren. 'Dus jij was het!' lachte ze in zijn bolle buik. Ze sloot haar ogen en drukte haar gezicht in zijn verendek. 'Die twee andere keren, was jij het. Man, ik houd van je Kiwi.'

De vogel leek bijna te lachen. 'Kretting.' Zelfs zijn stem klonk zwaarder, volwassener, in hoeverre dat kon.

Rynn ging met haar hand door zijn veren heen en voelde de warmte en veiligheid die het dier haar gaf. Ze wilde hem niet meer loslaten. 'Je bent een gekke vogel,' fluisterde ze. 'Geen wonder dat Lennon zo aan je gehecht is. Denk maar niet dat hij je nog terugkrijgt. Je bent veel te leuk. Zeker zo.' Het liefst bleef ze zo de hele dag staan, vastgeplakt aan de reusachtige badeend.

'Vervloekte Lennon.' Alsof de naam iets bij het beest losmaakte verdwenen de veren uit Rynns rug en stond er weer een gewoon ogende raaf achter haar.

Ze slaakte een zucht toen hij weer een kleine vogel was. Ze had het moment nog wel even willen uitrekken. 'Weet je...' zei Rynn, toen ze de raaf in zijn kraaloogjes aankeek. 'Lennon moet hier vanaf weten, toch? Wat dacht je van een vragenrondje over jou?' vroeg ze, kijkend naar de kleine vogel die voor haar zat. Hij had alweer een zwart stuk rubber gevonden om aan te trekken. 'Oke, mormeltje, kom mee.' Ze trok het rubber uit zijn snavel en zette hem op haar schouder, voordat hij een ander stuk rommel te lijf ging. 'Tijd om die tortelduifjes beneden uit elkaar te trekken.' Ze liep de trap af. 'Amora!' riep Rynn luid. 'Het is jouw beurt voor de boodschappen!' Ze ging het hoekje om, de woonkamer in waar Lennon en Amora nog steeds aan de ronde keukentafel zaten, elkaar vreemd en intens aankijkend.

Amora keek met een zucht op. 'Je kunt beter Kyle vragen. Zijn poster hangt niet door de hele stad.'

'Dan doe je maar een zonnebril op,' zei Rynn. Ze moest Amora bij Lennon weg zien te krijgen. 'Kyle is druk.' Eigenlijk had ze geen idee wat Kyle aan het doen is, maar waarschijnlijk was hij bezig met videospelletjes spelen of indruk maken op Penny.

'Met snake zeker,' zei Amora, terwijl ze langzaam overeind kwam en richting de gang slenterde. 'Kyle?!'

Lennon keek haar na en zette de lege borden dan op het aanrecht, Rynn en Kiwi geen blik waardig gunnend.

Rynn maakte van het moment gebruik om op de heler af te stappen. 'He Lennon,' zei ze met een schijnheilig toontje. 'Hoe gaat-ie?' Ze kon zichzelf wel voor de kop slaan. Wat was dat nou voor openingszin? Zoiets sufs had ze hem nog nooit gevraagd, tenzij ze echt bezorgd was en dan deed ze dat niet op zo'n toontje. Iedereen zou doorhebben dat ze iets van hen wilde.

Hij draaide zich om en keek haar aan. 'Hetzelfde als een paar minuten geleden. Hoe gaat het met jou?'

'Prima! Ik heb genoten van de ochtend op het dak met Kiwi.' Ze zette hem op het aanrecht en schonk een glas water voor haarzelf in. 'Hoe kom je eigenlijk bij zijn naam?' Ze keek hem niet aan toen ze het vroeg, bang dat hij dwars door haar façade heen kon kijken. Deze vraag had ze hem eerder gesteld. Ze wist het antwoord en als dit Lennon was, zou hij waarschijnlijk lachen en zeggen dat hij dat al verteld had, of hij herhaalde het antwoord.

'Ik dacht dat het wel bij zijn karakter paste,' zei Lennon, terwijl hij tegen het aanrecht leunde.

Een schok ging door haar heen. Dat was niet wat Lennon de eerste keer had gezegd! Of was hij het vergeten en wist hij het zelf ook niet? Rynn knikte en dwong zichzelf om te draaien en hem aan te kijken. Of ze het ermee eens was, wist ze niet. Kiwi was loyaal en beschermend, maar het was een kieskeurig dier. Hij wist precies wie het wel en niet met hem kon vinden en vond het vooral erg leuk om Amora vooral te plagen. Iets wat Rynn wel kon waarderen. Kiwi was niet een gewone raaf en dat zou Lennon moeten weten. 'Wat voor soort is hij eigenlijk?' Ze nam een slok van haar water en hield het enkele seconden in haar mond. De kou werkte verdovend. Snel slikte ze door.

Hij haalde zijn schouders op. 'Gewoon een raaf geloof ik, al kan het ook een kraai zijn. Ik weet niet veel van vogels.'

'Oh, ik had namelijk laatst gelezen dat sommige dieren afgeleid zijn van monsters en magie bevatten,' loog ze. 'Ik dacht dat jij er wel wat vanaf wist. Zeker met die dondersteen hier.' Ze prikte Kiwi in zijn buik die, plagerig naar haar pikte.

Hij glimlachte alsof hij dat inderdaad deed. 'Sommige diersoorten hebben inderdaad magie, net als wij. Enkel is het bij hen deel van wie ze zijn en bij ons meer alsof er een vreemde kracht in ons lichaam woont.'

'Oh? Dat wist ik niet. Heeft Kiwi weleens iets geks gedaan?' Ze probeerde enthousiast te klinken, al had ze het vermoeden dat ze daarin hard faalde.

Hij schudde resoluut zijn hoofd. 'Niet meer dan zijn gebruikelijke streken. Ik verwacht niet dat hij een van de magische soorten is. Op de Thouni na zijn ze immers bijna allemaal uitgemoord, op degene die zich goed camoufleren na dan.'

Rynn lachte, maar van binnen viel ze uit elkaar. Hij stond alles bij elkaar te liegen. Kiwi vertrouwde Rynn nu, maar hij vertrouwde Lennon meer. Die twee waren al voor een langere tijd maatjes. 'Jammer,' zei Rynn. 'Hoe cool zou het zijn geweest als Kiwi... weet ik het, vuurballen kon schieten.' Ze lachte en schuifelde wat dichterbij. Lennon was een leugenaar. Ze wist niet wat het was, maar Kiwi had gelijk. De heler was vervloekt. Er was iets vreselijk gebeurd die nacht, maar dit was niet de oude Lennon.

De heler lachte mee. 'Ik denk zelfs dat de diersoorten met magie daar niet toe instaat zijn. Het zou wat zijn.' Hij schuifelde een stukje opzij. 'Is er wat, Rynn?'

'Nee hoor. Wat zou er moeten zijn?' Ze geloofde zichzelf niet eens. Ze was een waardeloze actrice, dat merkte ze nu ook wel. Ze kon er beter maar mee ophouden, niemand geloofde het. 'Oke, misschien wel. Je doet raar, Lennon.' Je verbergt iets, zei ze in stilte achteraan. Achter die zonnebril van je. Die zonnebril... net als Wodash verborg het zijn ogen. Voordat ze zelf doorhad wat ze wilde doen, schoot ze naar voren, reikend naar zijn zonnebril. Haar vingers tikten tegen het plastic, maar voor ze het kon vastgrijpen, schoot Lennons arm naar voren. Met een bijna onmenselijke snelheid duwde hij haar achteruit, waardoor ze tegen de keukenkastjes knalde. 'Laat me met rust!'

'Wat verberg je achter die zonnebril, Lennon?' siste ze. 'Een blauw oog kan het niet zijn. Doe het eens af, dan kunnen we zien wie je bent.'

'Rynn? Heb je gedronken? Je voelt je niet goed.' Hij liep langs het aanrechtblad en stapte langs haar heen.

Rynn greep zijn arm vast en sloot haar hand. Ze voelde zijn hartslag van zijn pols in haar vingertoppen, maar niet de magie die normaal door hem heen stroomde. Het voelde altijd als een soort tweede hartslag die als een oceaan door hem heen golfde. Dit bevestigde haar gevoel alleen maar meer: Lennon was vervloekt. Terwijl ze zijn arm naar beneden trok, reikte ze weer naar voren om de zonnebril van Lennons gezicht af te trekken.

Puntige tandjes schoten uit zijn mond. 'Als ik jou was zou ik snel achteruit stappen,' fluisterde een hese vrouwenstem die in de verste velden niet op die van Lennon leek.

Een schok ging door haar heen, struikelde wat naar achteren, maar liet hem niet los. Wat was hij voor... monster?

'Rynn!' gilde Amora plotseling voordat ze hem los kan laten. 'Ben je gek geworden? Laat hem met rust!'

Met grote ogen keek Rynn haar vriendin aan en liet Lennon snel los. 'Amora,' zei ze gehaast. 'Dit is niet dezelfde Lennon die we hebben leren kennen. Snap je het dan niet? Die zonnebril, zijn gedrag, Kiwi die niks met hem te maken wil hebben... Ik weet niet wat hij is, maar dit is niet onze Lennon.'

De tanden die uit Lennons mond waren geschoten, verdwenen als sneeuw voor de zon. 'Rynn voelt zich niet helemaal goed. Ze lijkt te hallucineren,' zei hij kalm. 'Kun je de rest roepen?'

'Ik voel me prima!' sneerde Rynn naar de heler. Ze wilde niks meer van hem horen. Alles wat uit zijn mond kwam, waren leugens. 'Amora, denk na. Lennon doet al raar sinds de missie. Hoe kan het dat we hem richting het gebouw hebben zien lopen en dat hij plotseling zonder schrammetje hier zit? Het wemelde van de Revers en wie weet wat nog meer allemaal.' Amora moest haar geloven! En toch wist ze dat dit onbegonnen werk was. Amora kennende, zou ze gaan voor Lennon. Ze was verblind door haar emoties.

'Rynn, rustig. Hij heeft wel schrammen. Bovendien heeft hij een blauw oog.' Ze keek haar vriendin bezorgd aan. 'Gaat het echt wel goed met je? Komt dit door Wodash?'

'Heb je die gezien?' vroeg Rynn, de vraag negerend. 'Enig idee wat er achter die zonnebril van hem schuilt? Lennon zou zich niet schamen voor een blauw oog. Hij heeft ons allemaal uit de kreukels gehaald.' Waarom luisterde ze verdorie niet?

'Moeten we haar naar het ziekenhuis brengen?' klonk Pennys zachte stem. 'Ze kijkt vreemd uit haar ogen.'

Rynn gromde van frustratie. 'Ik voel me prima, het is Lennon die hier niet oké is,' zei ze wijzend naar Lennon. Wat moest ze nog doen om hen te overtuigen. Zelfs Penny wilde niet luisteren.

'Ik denk niet dat het nodig is,' zei Lennon, Rynn negerend. 'Ze heeft gewoon rust nodig.' Hij glimlachte schijnheilig.

Rynn klemde haar kaken op elkaar. 'Ik heb geen rust nodig,' gromde ze zachtjes. Hoe meer ze sprak, hoe meer ze zichzelf in een hoek zette. Ze geloofden haar niet en dat gingen ze waarschijnlijk ook niet doen.

Penny liep op hen af en pakte haar arm vast. 'Zullen we even naar je kamer gaan, Rynn? Amora praat wel even met Lennon.'

Het liefste zou ze Lennon niet meer uit het oog verliezen, maar dat ging haar waarschijnlijk toch niet lukken. 'Goed dan,' zei ze, terwijl ze zich omdraaide, Kiwi mee griste en naar haar kamer stampte. 'Doe voorzichtig, Amora,' waarschuwde ze nog.

De jonge vrouw rolde met haar ogen als antwoord.

Penny volgde Rynn naar haar kamer en ging naast haar op het bed zitten. 'Waarom denk je dat er iets met hem aan de hand is?'

'Alles aan hem is fout. Je kent Lennon niet zoals ik dat doe, maar hij reageert vreemd, Kiwi wil niks met hem te maken hebben en die zonnebril...' Ze balde haar hand tot een vuist. 'Het klopt niet.'

'Misschien heeft hij meer meegemaakt dan hij kwijt wil. Hij lijkt me wel een type die zich beter voordoet dan het is,' zei Penny kalmpjes.

Rynn schudde haar hoofd. 'Dat zou hij wel vertellen, denk ik.' Al die gesprekken die ze al hadden gehad. Alles wat ze hadden en zouden hebben gedeeld. Het verklaarde het niet. 'Kiwi zou dan alsnog geen afstand van hem nemen. Die twee zijn net chocola met nootjes. Die horen bij elkaar.'

'Het valt vast wel wat mee, maar als jij je er goed bij voelt, houd ik hem extra in de gaten,' beloofde Penny.

Rynn glimlachte. 'Doe wel voorzichtig,' zei ze met een knikje. 'Er is iets niet pluis.'

'Altijd, ik ben niet van plan nogmaals in de problemen te komen.' Het meisje glimlachte en liep richting de deur. 'Rust nu maar wat uit en neem wat tijd voor jezelf. Het is een drukke week geweest.'

Rynn knikte met tegenzin. 'Ik wil je niet weer uit een Revernest halen en dat was de vorige keer een hele operatie. We zouden het zo weer doen.'

'Hopelijk is dat niet nodig,' verzuchtte Penny die in de deuropening bleef staan. 'De vorige keer is het goed afgelopen, maar geluk is een onbetrouwbare bondgenoot.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top