13. Dieper in het Revershol
Declan sloeg met zijn hand op het tafelblad. Het geluid galmde door de woonkamer. 'Kunnen jullie allemaal hierkomen? We hebben iets te bespreken.' Zijn blik gleed naar Kyle. 'Ja Kyle, jij ook.'
Rynn ging op een barkruk zitten en keek vluchtig naar Lennon. Toen hun blikken kruisten, schonk ze hem een knikje in de hoop dat hij begreep dat ze het hadden bijgelegd. Ze pakte nog een chipje om Kiwi te lokken, maar de vogel had meer interesse in het boek dat op tafel lag.
'What's up, Dec?' vroeg Kyle. Hij maakte een peaceteken, waardoor hij er niet al te snugger uitzag.
'We moeten een manier verzinnen om Horris Payne, de directeur van de Revers, te ondervragen. Als iemand meer weet, is hij het,' legde Declan uit, Kyles respectloze houding negerend. Hij leek te zijn teruggekeerd naar zijn oude zelf. Enkel de wallen onder zijn ogen vertelden een ander verhaal.
'Ja!' loeide de jonge lucht magiër enthousiast. 'We gaan met bivakmutsen naar binnen, met zwartgeverfde waterpistolen en laten we dingen door de kamer vliegen en Amora zorgt dat iedereen ons er langs laat en Rynn kan dan met haar enge stemmen mensen afschrikken en Lennon kan...' ratelde hij.
'Kyle, je weet dat Revers getraind zijn om met magie om te kunnen gaan?' Amora keek hem hoofdschuddend aan. Ze sloeg haar armen over elkaar maar hield haar ogen op Kyle gericht.
'Daarom moeten we juist met volle lading aankomen! Met puppy's en regenbogen kom je er niet.' Hij knipoogde vrolijk naar haar. Soms leek hij niet door te hebben dat dit geen spelletje was. Ze konden zich geen game over veroorloven. Een herstart knop bestond niet.
'Dat is een te groot risico,' onderbrak Declan het gesprek. 'We kunnen het risico op meer slachtoffers niet nemen.'
'Misschien moeten jullie ze voor de gek houden,' mengde Lennon zich in de discussie.
Rynn zat niet te wachten op nog een fiasco. In de afgelopen paar weken hadden ze al behoorlijk wat schade opgelopen. Meer schade en de groep zou uit elkaar vallen. 'Declan, hebben we die Reveruniform nog? Misschien dat iemand als Rever vermomd kan gaan en de dingen kan vragen.' Zonder geweld, voegde ze er in stilte aan toe.
Declan knikte. 'Die heb ik ze laten bewaren. Maar ik wil niemand alleen naar binnen sturen.' Hij liep naar de kast en pakte het netjes opgevouwen uniform uit de kast. De bloedvlekken bij de mouwen waren zo goed als verdwenen.
'Hebben we twee pakken?' vroeg Kyle, die duidelijk ontzettend enthousiaster werd naarmate het gesprek zich vorderde.
'Nee, misschien dat Xana meerdere heeft, maar als ik het aan hen vraag hebben we het misschien volgende maand.' Declan zuchtte.
'Wat als iemand als gevangene gaat?' opperde Amora. Met een schuine blik keek ze naar Rynn. 'Dan hebben we geen tweede pak nodig.'
'Dat is een geniaal idee!' riep Kyle. 'Waarom ga jij niet met Rynn? Twee meiden verdenken ze nooit.' Feministisch was die uitspraak niet, toch had de jongen wel gelijk. Als Kyle maar binnen zouden gaan, kwam hij niet ver. Al lag meer aan zijn karakter, dan aan wat tussen zijn benen hing.
'Als jullie het zien zitten. Ik ga niemand dwingen.' Declan keek de beide meiden aan.
Het liefst wilde ze het niet, maar ze zag ook wel in dat er weinig andere opties over waren. Kyle was niet geschikt, Lennon was te populair onder de Revers. En Declan... Hem konden ze niet verliezen. Alles wat Rynn nog kon doen, was knikken. Zolang ze het Reverpak maar niet aan hoefde. 'Ik offer me wel op als gevangene,' zei ze. Ze vertrouwde Amora niet meer volledig, zoals eerst, maar de rest van de groep wel. Missies waren zelden zonder gevaar.
Declan knikte langzaam en staarde naar de tafel. 'We moeten wel een noodsignaal hebben. Ik wil niet dat jullie daar vast komen te zitten.'
Lennon keek de groep wat ongemakkelijk rond. Het was duidelijk dat dit gebeuren nieuw voor hem was. 'Misschien een lichtsignaal? Dat gebouw heeft overal ramen.'
Amora knikte. 'Ik kan vast wel met een zaklamp naar buiten schijnen. Hopelijk zonder direct op te vallen.'
'Wacht even!' Kyle rende haastig bij de tafel weg, de gang op. Kiwi sprong van de tafel en hopte hem achterna. Binnen record tempo was de jongen weer terug. Hijgend kwam hij tot stilstand. In zijn hand had hij een zilverkleurig staafje. Hij wierp het trots omhoog. 'Dit is veel beter en cooler.'
Amora ving het op en keek er naar. 'Wat moet dit zijn?' vroeg ze met een opgetrokken wenkbrauw. Ze liet het ding in haar handen rollen en keek toen Kyle weer aan.
'Een laserpen natuurlijk!' riep hij uit.
Amora lacht schamper. 'Tof,' zei ze met gespeeld enthousiasme.
'Het is best een goed idee, een zaklamp valt veel op.' Lennon gaf de jongen een broederlijke klap op zijn schouder.
Kyle glunderde.
Ook Declan knikte goedkeurend. 'Amora, trek jij het pak aan? Dan overleg ik met de rest wat we gaan doen.'
'Is goed.' Amora pakte en liep er mee richting haar slaapkamer. Toen door de deur stapte viel er een plastic pasje uit een van de zakken.
Rynn zag het vallen. Ze stond op, knielde neer en raapt het op. Alden Fournier, las ze. Ze slikte de brok in haar keel weg en kijkt naar de pasfoto van de man. Het leek echt op hem, met dezelfde boze blik en bruine ogen. Door hen was hij waarschijnlijk niet langer meer in leven of erger.
Lennon liep naar haar toe en keek naar het kaartje. Hij slikte voor hij weer richting Declan stapte. 'Wat is er met hem gebeurd nadat ik wegviel?'
Declan keek Lennon aan. 'Een Vantrum uit Xana heeft zijn geheugen gewist en op straat gezet.' Zijn blik ging naar Rynn, die heel licht haar hoofd schudde. Leugen. Er was niemand in Xana die die gave bezat.
'Gelukkig,' zei Lennon langzaam. Ongeloof druipte van zijn stem af. Net als iedereen leek hij te beseffen dat Xana de Rever die genade niet zou gunnen.
'Wanneer gaan we?' riep Kyle enthousiast, de spanning doorbrekend. Hij kon niet langer meer stilzitten en hopte op en neer op de stoel.
'Als het aan mij ligt, zo snel mogelijk,' klonk Amora's stem vanuit de hal. Ze stapte met stevige passen de woonkamer in. Ze was gekleed in het Reverpak, met haar haar in dezelfde strakke knot. Het kledingstuk viel een beetje ruim, maar toch kwam het overtuigend over. Het voelde alsof ze hiervoor gemaakt was.
'We kunnen beter wachten tot het donker is. 's Avonds zijn er minder Revers op kantoor,' bromde Declan.
De tijd tikte traag verder. Iedereen was onrustig, wetend wat er op het spel stond. De zon die langzaam achter de gebouwen zakte vertelde Rynn dat ze binnenkort moesten gaan. Ze had geprobeerd er niet te veel over te denken, maar zodra Declan overeind kwam, wist ze dat ze er niet meer onderuit kon komen. Ze zouden recht het hol van de monsters binnenwandelen.
Ze voelde hoe een vlaag van misselijkheid door haar heen spoelde. Ze wist niet of ze dit wel kon. De kans dat dit haar laatste missie zou zijn, was niet meer een onrealistische gedachte. Het was de werkelijkheid waarin ze nu leefde. Hoe moest ze zich daarop voorbereiden?
Lennon's gezicht was een streep toen ze het appartement uitliepen. Even bleef hij in de deuropening staan. 'Rynn,' zei hij zacht.
Rynn hield haar pas in, zodat ze iets achter raakten. 'Wat is er?'
'Doe voorzichtig. Ik wil mijn nieuwe vriend niet kwijtraken.'
Rynn lachte kort. 'Ik zal m'n best doen, maar het ligt niet echt in mijn handen.' Haar blik ging naar Amora, die stijfjes voor haar aan liep.
'Als jullie in de problemen komen, kom ik jullie persoonlijk halen,' beloofde Lennon, waarna hij achter de groep aan liep.
Rynn glimlachte naar haar schoenen. Ook al zou ze niet willen dat Lennon door haar in de problemen kwam. Ze redde zich wel. Dat had ze altijd gedaan, nu zou dat dus ook wel zo zijn. Toch was het idee dat er iemand voor haar klaar stond, geruststellend.
Ze stapte in Declans truck en liet zich met een luid kloppend hart naar het Revers hoofdkantoor rijden.
Het plein voor het kantoor zag er bijna gezellig uit. De lichtjes die uit de inmiddels gesloten winkels kwamen gaven het een vrolijke sfeer. De enkele mensen die nog op straat waren letten niet op hen. Declan keek de groep rond. 'We moeten ons verspreiden. Als jullie in de problemen komen, bellen jullie mij direct. Begrepen?'
Kyle knikte wild.
Toen ging Declans blik naar Rynn en Amora. 'Niet vergeten te seinen als het misgaat,' waarschuwde hij.
Rynn knikte, wat eigenlijk zinloos was. Amora had zowel de laserpen als de zaklamp. Het hing allemaal van haar af. Rynn hoopte maar dat ze de missie op een zette en niet haar emoties.
'Tot snel, zorg dat jullie levend terugkomen,' bromde Declan. Hij maakte een wuivend gebaar en de groep liep het plein op. De missie was begonnen.
Amora pakte Rynns polsen vast en klikte de boeien erom. 'Zorg ervoor dat je goed acteert. We kunnen ons geen fouten veroorloven.'
Rynns handen trilden, wat ze probeerde tegen te gaan door haar handen tot vuisten te maken. Acteren hoefde ze waarschijnlijk niet, de angst was echt en het was langzaam de overhand aan het nemen. Ze kon nog net voorkomen dat ze "Zorg er zelf voor!" snauwde. Snel knikte ze en drukte ze haar lippen op elkaar, voordat ze iets verkeerds zei. Dit was niet het moment om ruzie te maken.
Amora stapte richting het gebouw, haar stevig vasthoudend. Ze leek zonder aarzelen naar binnen te lopen en knikte naar de bewakers bij de deur, alsof het Revershol haar eigendom was.
Als Rynn Amora niet al een aantal jaar had gekend, had ze zo geloofd dat ze een dubbelspion was. Het leek haar niks te doen, terwijl Rynn met knikkende knieën en een hangend hoofd naar binnen stapte. Normaal was zij de dapperst en sterkte, maar ze voelde zich nu alles behalve dapper. De boeien weerhielden haar ervan om naar haar ketting te grijpen, die ze nu zo graag wilde vasthouden. Door haar wimpers probeerde ze te bekijken waar ze waren. Het was aan Amora om hen de juiste kant op te leiden. Het was netter dan ze had verwacht. In haar hoofd was het net een kerker, met spinnenwebben, mysterieus slijm aan de muren en ridder harnassen met grote bijlen die elk moment neer konden hakken. Niets van dat alles was waar. Het was een gewoon kantoorachtig gebouw. Witte muren, saaie gangen, onpersoonlijke schilderijen aan de muur en half dode planten in de hoeken.
'Ik moet de baas spreken,' siste Amora bars tegen de receptioniste. Ze sloeg haar hand op de houten balie. 'Waar is hij?'
'Dat weet je to-' De vrouw leek plotseling van gedachten te veranderen. Een vriendelijke glimlach verscheen op haar gezicht. Het zag er onnatuurlijk uit. 'Oh, jij was die nieuwe, sorry. Derde verdieping eerste kantoor links.'
'Bedankt.' Amora liep zonder de receptioniste nog een blik waardig te gunnen richting de lift. Ze duwde Rynn ruw naar binnen en sloot de deur. Bijna siste Rynn: "moet dat nou?" De ruzie die ze eerder hadden gehad, hielp niet mee om haar rust te bewaren. Rynn voelde Amora's handen in haar rug. Zodra de liftdeuren dicht gingen, haalde ze opgelucht adem. Nu hadden ze een klein momentje van rust. 'Wat is je plan?' vroeg Rynn.
'Naar binnen en kijken of we informatie uit hem krijgen. Kijk goed om je heen. Alles helpt,' fluisterde ze. Ze drukte op het oplichtende knopje voor de derde verdieping. Een halve seconde later kwam de lift in beweging.
'Kan je me tenminste losmaken?' vroeg Rynn, kijkend naar de boeien. Ze begonnen steeds dieper in haar polsen te snijden. Ze probeerde nog een iets comfortabelere positie te vinden, maar het deed hoe dan ook pijn.
'Nee, ben je gek geworden? We moeten het geloofwaardig laten lijken.' De deuren van de lift gingen piepend open en ze stapten een grote gang in. Vanuit een kantoor stapte een net geklede vrouw die hun richting uit stapte. Haar hakjes tikten op de vloer. Ze gunde het stel geen blik waardig. Amora keerde hooghartig haar hoofd weg en liep naar het kantoor waar de vrouw net uit was gekomen. 3.01 Horris Payne, stond op het naambordje. Amora klopte een keer hard op de deur.
Een koude rilling gleed over Rynns rug toen de dame hen passeerde. Iedereen hier leek zo woest op de wereld. De hele gang gaf haar een ongemakkelijke sfeer. Afgezien van de vrouw was er niemand in de gang. Zelfs de onpersoonlijke schilderijtjes en half dode planten waren niet aanwezig op deze verdieping. er was hier niks. De meeste kantoortjes waren verlaten of leeg. Toen ze kamer 3.02 passeerden zag ze de buitenramen, die een vreemde textuur hadden. Het kostte haar even voordat ze zich realiseerde waarom dat was. Shit. 'Amora,' fluisterde ze.
'Wat is er?' fluisterde Amora terug.
Voordat Rynn kon melden dat de ramen geblindeerd waren, klonk er een luide stem vanuit het kantoor, die haar onderbrak. 'Binnen!'
'Missie afbreken!' siste Rynn nog, maar Amora's hand lag al op de deurklink. Ze opende de deur en stapte, het kantoor in.
Rynn voelde haar hart in haar oren bonzen. Ook deze ramen hadden die textuur. Ze hadden hier op moeten letten, voordat ze naar binnen gingen. Nu was het te laat.
Amora trok haar mee naar binnen. Haar nagels boorden zich in haar arm en Rynn stapte met tegenzin over de onzichtbare drempel. Geen weg terug.
Een breed gebouwde man van middelbare leeftijd keek hen aan. Hij was vrij gespierd en zijn zwarte haren glansden in het licht. Hij zag er bijna goed, afgezien van de eerste rimpels die op zijn gezicht waren geslopen en het feit dat bij zijn haarlijn grijze uitgroei was te zien. Zijn lange jas lag slordig over zijn stoel alsof hij op het punt stond om te vertrekken. 'Wat is er?'
'Ik heb een gevangene,' zegt Amora ijzig. 'Maar ik ben nieuw. De procedure is me niet uitgelegd. Wat moet ik met deze?'
Rynn wilde niet opkijken. Met haar geboeide handen probeerde ze Amora's aandacht te krijgen, aan te geven dat ze dit niet meer kon en wilde, maar het lukt niet. Hoe meer woorden Amora sprak, hoe meer Rynn wist dat zij tot het einde zou gaan. Ergens bewonderde ze Amora ervoor. Al stond haar leven niet op het spel.
De man wapperde naar de deur. 'Gooi die Vantrum maar in de cellen. We kijken morgen wel.' De man leek niet echt geïnteresseerd in Rynn en keek langs haar heen, richting Amora.
Nog een schok ging door Rynn heen. De manier waarop deze man sprak, met zoveel haat naar haar, omdat zij geboren was met een afwijking. Rynn gluurde naar Amora. Dit ging ze toch niet doen? Als Rynn eenmaal in die cellen zat, was het gedaan met de missie voor haar. Mogelijk zou zijn dan ook verdwijnen, zoals zovele Vantra. In haar hoofd begonnen de stemmen te spreken. Revers die ze ooit ontmoet had, schreeuwden boos naar haar, gemengd met de geruststellende woorden van Lennon.
'Is dat de gebruikelijke procedure?' hield Amora vol. Haar stem klonk vol haat, alsof ze een Rever was in plaats van een Vantrum.
De man keek haar nors aan. 'Stop met dat getreuzel en breng dat in de cellen in de kelder. Morgen worden ze opgehaald.' Hij maakte een handgebaar naar de deur. 'Heeft niemand je verteld dat je gevangen direct naar de cellen moet brengen?'
'Pardon. Ik kan er toch niks aan doen dat niemand me hier iets uitlegt?' Amora schuifelde wat naar achter.
Nee. Nee! De paniek die ze al aan het begin van de avond had proberen te onderdrukken, spoelde als een vloedgolf over haar heen. Weer kwam die misselijkheid opzetten en ditmaal wist ze niet wat ze eraan moest doen. Rustig ademhalen was niet langer meer een optie. De stemmen maakten het moeilijk om helder na te denken. Ze kon zich zelfs nauwelijks meer focussen op haar mantra.
'Dit is de enige waarschuwing die ik je geef,' klonk Amora's woeste stem plotseling. Rynns hoofd zoemde, fluisterde, schreeuwde. Haar ademhaling was gejaagd. Zodra de stem had geklonken, wist ze dat ze een gigantische fout begaan had.
Geschrokken sprong de baas achter zijn bureau vandaan. Alsof ze een bom was die op ontploffen stond. Zijn stoel viel luid kletterend achterover. Hij rende op hen af en duwde Rynn uit Amora's handen, haar tegen de grond kegelend. Onhandig haalde hij zijn mobieltje uit zijn zak.
Amora probeerde met trillende handen de laserpen uit haar zak te halen, maar door de commotie lukte het haar niet. Eindelijk had ze de pen in haar handen en richtte het op het raam.
'Wat sta je daar te staan?! Houd haar tegen de grond,' commandeerde man. Lichte paniek was in zijn stem te horen.
'Witte madeliefjes in een blauwe theepot. Blijf staan! Beweeg je niet! Ik vertrouwde je. Rynn! Mijn vingers!' Verschillende stemmen echoden door elkaar heen, alsof er twintig mensen in de ruimte stonden. 'Signaleer ons als het fout gaat,' klonk Lennons stem als een waarschuwing. Rynn probeerde met alle kracht die ze nog had het binnen te houden, maar het ging niet.
Amora liet zich op haar knieën vallen en duwde Rynn tegen de grond, haar handen trilden op Rynns schouders,
De baas klapte zijn mobiel open en toetste gehaast een nummer in. 'Assistentie collega, kantoor 3.01.'
'Amora,' piepte Rynn. 'Wat doe je? Laat me los!' Was ze echt van plan Rynn op te laten sluiten?
'Mond dicht,' snauwde Amora, met een zachte trilling in haar stem. Het gestamp van laarzen vulde de gang.
Ze had geprobeerd de tranen te bedwingen. Nu stroomden de ze over haar wangen, terwijl ze in tweestrijd was over wat ze moest doen. Zich losrukken of meespelen. Meespelen kon ze niet meer. Ze kon Amora niet vertrouwen. En dat alleen maar omdat ze een oogje had op Lennon? Rynn hapte naar adem en schreeuwde. Ze probeerde zich om te draaien en zich uit de houdgreep te worstelen. Had ze maar een aanvallende kracht. Wat had je aan een waardeloze kracht om stemmen te laten klinken. Het enige wat ze kon proberen was afleiden. 'Blijf van haar af!' klonk de stem van de baas in een echo in de hoop dat de Revers die als versterking erbij waren gekomen, geloofden dat de baas het is.
Even leek er wat verwarring te ontstaan. Een aantal handen lieten haar los. 'Schiet op, pak haar vast, ze doet stemmen na,' schreeuwde de baas in paniek.
Verschillende Revers grepen haar vast en trokken haar richting de deur.
'Hij liegt. Ze is onschuldig. We hebben een mol in het midden!' probeert ze nog eens in de stem van de baas. Ze bleef worstelen en schreeuwen in de hoop dat iemand buiten haar kon horen. Haar rug schuurde over het harde tapijt. Alles brandde en toch liet ze zichzelf niet opgeven.
'Mond dicht, vuile Vantrum!' brulde een van de Revers. Een vuist landde hard in haar gezicht en ze voelde hoe de smaak van bloed in haar mond sijpelde. Ze sleurden haar het kantoor uit de lift in, waar ze haar overeind trokken. Ze negeerden haar geschreeuw alsof het niks was.
'Verrader!' klonk Lennons stem toen.
Amora bleef als bevroren in het kantoor staan. Haar ogen stonden geschrokken, toch deed ze niks om te helpen. Misschien waren ze vrienden geweest, maar nu stond Rynn er alleen voor en die gedachte maakte haar doodsbang.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top