hoofdstuk 4

Ik hielp Quin met zijn kamer in te richten. Hij had veel posters van alle soorten dieren. De woorden van Rody spookten weer door mijn hoofd. "Het gaat over een jongen. Een jongen met een gave zoals de jouwe, maar toch iets anders." Zou hij bedoelen dat deze jongen met meer dieren dan alleen vogels zou kunnen praten? Of verzamelde deze jongen gewoon dieren posters? Ik deed een nieuwe doos open en zag dat die vol met boeken zat. Over dieren, natuurlijk. 'Waar moeten deze boeken?', vroeg ik hem.

'Oh laat die maar zitten. Mijn vader moet mijn boekenkast nog in elkaar timmeren.', glimlachte hij en ik lachte ook. 'Zullen we dan maar gaan?'

Ik knikte. 'Hoe wil je gaan? Met de fiets of te voet of misschien met het skateboard?'

'Ik heb wel zin in skaten.'

'Is goed. Dan ga ik snel mijn skateboard halen.'

'Tot zo dan.', lachte hij en hij keek me recht aan met zijn bijna volledig zwarte ogen. Het kan bijna niet anders dan dat hij de jongen van de voorspelling is! Hij heeft dezelfde ogen als mij. Dezelfde vogelogen.

Ik wende verlegen mijn ogen af toen ik merkte dat ik zat te staren. 'Ja, tot zo.' Vluchtig liep ik zijn kamer, de gang en het huis uit. Ik stak de straat over en haalde mijn sleutels uit mijn zak. Ik opende de deur en toen ik naar binnen ging keek ik recht in een paar woedende ogen. 'Waar ben jij geweest?!', vroeg mijn tante woedend.

'Ik was bij de nieuwe overburen. Ik heb ze geholpen met uitpakken. Nu kom ik mijn skateboard halen, ik ga namelijk de buurjongen een rondleiding in de stad geven.'

'Misschien kun je me in het vervolg even waarschuwen!'

'Zal ik doen. Mag ik nu gaan?' Zonder op een antwoord te wachten liep ik naar de garage en nam mijn skateboard van het rek. Ik opende de garage poort en sloot hem weer toen ik buiten was. Ik zag Quin ook net buiten komen. 'Klaar om te gaan?', vroeg ik zodra ik hem bereikt had. Hij knikte en we reden weg.

Tijdssprong van 1 uur

We zaten samen een ijsje te eten in het gras aan de vijver in het park. Ik had hem de school, het zwembad, skatepark, de bibliotheek, winkelstraat, kerk, het bos en Kunstmuseum laten zien. Maandag zouden we samen naar school fietsen. Ik zou eindelijk weer iemand hebben die me wel als vriend wilt.

'River!' Verward keek ik op, net als Quin. Ik zag Rody op een steen naast ons staan. Quin wende zijn hoofd af van het roodborstje, net alsof er niets gebeurd was. Ik leunde een beetje naar achteren en gebaarde naar Rody dat hij weg moest gaan. 'Dus het is waar!', riep Quin opeens luid en hij draaide zich naar me om. Snel zette ik me weer recht.

'Wat is waar?'

'Jij kan met vogels praten!'

'Waaaatt? Pfhaha, Quin, doe niet zo onnozel!', ik lachte flauwtjes en maakte een wegwerpgebaar met mijn handen.

'Ik heb je wel gezien, River. Die vogel riep jou naam en jij reageerde er op. Dat betekent dat je hem kan horen. Wat dan weer betekent dat jij met vogels kunt praten. Net.... net als ik.' Hij wende zijn ogen af en keek naar het water. Ik wist het! Hij is de jongen van de voorspelling!

'Jij kan dus ook met vogels praten?', vroeg ik hem voorzichtig.

'Niet alleen vogels. Ook alle andere dieren.', zei hij zacht.

'De voorspelling is dus waar...', mompelde ik, te laat beseffend dat ik het hardop had gezegd.

'Welke voorspelling?', vroeg Quin.

'Er is een voorspelling. Die gaat over jou. Jij zou vandaag naar de stad komen. Waarom weet ik niet precies. Dat hebben ze me niet verteld. Maar toen ik vanmorgen je vogelogen zag, wist ik meteen dat jij de jongen van de voorspelling was.'

Hij knikte. 'Ik herkende jou ook aan je vogelogen. Er was mij ook een voorspelling verteld. Hij gaat over een meisje in mijn nieuwe stad die dezelfde gave, maar dan alleen met vogels, deelt.'

'Wat heeft dit te betekenen denk je?'

'Ik heb geen idee. Maar vertel eens, wie was dat roodborstje van daarnet?'

'Dat was Rody. Hij is mij beste vriend... en ook mijn enige.'

'Hoezo je enige?'

'Een meisje van onze school, genaamd Celeste, heeft me betrapt toen ik met Rody zat te praten. Ze heeft het gefilmd en naar de hele school doorgestuurd. Sindsdien wordt ik gepest, uitgesloten en ontweken. Ze denken allemaal dat ik een psychisch probleem heb.'

'Wat erg voor je!' Hij schoof wat dichter naar me toe en sloeg een arm om me heen. 'Ik zal je nooit laten vallen. Dat beloof ik je!' Ik keek hem recht in de ogen en zag dat hij het oprecht meende. Ik liet mijn hoofd op zijn schouder rusten en hij legde zijn hooft op mijn hoofd. Beschermend verstopte ik mijn gezicht in zijn nek en ademde zijn geur in. Hij had een lekkere parfum aan. Er liep een traan over mijn wang, die op zijn blote arm terecht kwam. Hij keek op maar ik verstopte nog steeds mijn gezicht in zijn nek. Hij legde een vinger onder mijn kin en duwde die zachtjes naar boven waardoor ik verplicht was hem in zijn goud-zwarte ogen te kijken. 'Wat is er?', vroeg hij bezorgd.

'Je ogen hebben opeens een gouden schijn.', antwoordde ik alleen maar.

'Dat is geen antwoord op mijn vraag.', zei hij streng.

Ik zuchtte en sloeg mijn ogen neer. 'Het is gewoon dat... Sinds mijn vaders dood heeft er nog nooit iemand zo veel om me gegeven als jij.' Ik keek verlegen naar mijn handen.

'Dat geloof ik niet.', antwoordde hij.

Ik keek geschrokken op, recht in zijn terug zwart geworden ogen. 'Toch is het zo.' Zijn gezicht was zo dicht bij en ik voelde zijn adem op mijn huid. Toen bracht hij zijn hoofd dichter bij dat van mij en drukte zijn lippen zacht op de mijne. Ik ging mee in de kus en hij duwde me zachtjes achteruit waardoor ik op het gras kwam te liggen en hij boven op me. Hij trok zich voorzichtig terug en keek me recht aan. Zijn ogen waren nu meer goud dan zwart en zijn wangen zagen rood. 'Ik... ik denk dat ik je leuk vind.', stotterde hij.

'Ik vind jou ook leuk.', lachte ik. Er verscheen een lach op zijn gezicht.

'I love you.', zei hij voorzichtig.

'Ik hou ook van jou.', antwoordde ik waarna ik hem weer kuste.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top