Hoofdstuk 1

[Panterlicht's POV]

Panterlicht werd slaperig wakker. Het felle zonlicht scheen in haar ogen. Ze stond op en glipte het krijgershol uit. Ze sloop over dr open plek, want ze wilde niemand wakker maken. Opgelucht blies ze haar adem uit toen ze het medicijnhol bereikte. 'Vuurpoot?' Vroeg ze aan haar zoon. Vuurpoot was zwaar gewond geraakt bij een gevecht tegen de Schaduwclan. Sommige waren bang dat hij het niet zou overleven, nu lag hij in diepe slaap. 'Hoi Panterlicht, je weet toch dat Vuurpoot in coma ligt?' Vroeg Loofpoel die wakker werd van Panterlicht. 'Ja' de grijze poes keek verdrietig naar haar zoon. 'Ik wilde kijken of hij misschien al wakker was,' mauwde ze.

Loofpoel keek naar beneden. 'We laten zijn lot over aan de Sterrenclan,' zuchtte ze. Panterlicht stampte van verdriet naar buiten. Onderweg kwam ze Kraaipoot tegen. 'Hoe gaat het met Vuurpoot?' Vroeg hij. 'Vraag dat zelf maar aan de medicijnkatten,' mopperde Panterlicht. Haar andere zoon keek haar verbaasd aan.

'Hartstorm's kittens komen eraan!' Riep Vlampels naar Gaaiveder en Loofpoel. Nu pas? Dacht Panterlicht. Beverstaart snelde het krijgershol uit toen hij zijn partners naam hoorde. 'Een katertje!' Hoorde Panterlicht Loofpoel miauwen. 'En nog een katertje!' Riep de medicijnkat. 'Gefeliciteerd!' Miauwde Panterlicht tegen Beverstaart. 'Hoe gaan jullie ze noemen?' Vroeg ze. De bruine kater stormde naar binnen, hij fluisterde een paar woorden tegen zijn partner en kwam daarna weer naar buiten. Hij mauwde tegen haar: 'Roofkit en Rookkit, zo gaan ze heten.'

Panterlicht liep weer terug naar het krijgershol. Daar aangekomen kwam gelijk Kraaiveder naar buiten. 'Hoi! Zullen we samen op jacht gaan?' Vroeg hij lief. 'Tuurlijk,' Murmelde de grijze poes tegen haar partner. 'Wat is er?' Zuchtte hij. 'Het is Vuurpoot, waarschijnlijk gaat hij... dood,' snikte Panterlicht. 'Oh nee,' mauwde Kraaiveder verdrietig. 'Mis jij de Windclan niet?' Vroeg ze zo zacht mogelijk. 'Jawel, dat doe ik wel, maar dit alles doe ik voor jou,' mauwde de zwarte kater. Panterlicht likte hem en trippelde het kamp uit, ze negeerde de blik van Groenvacht.

[Vuurpoot's POV]

Vuurpoot keek om zich heen. Waar ben ik? dacht hij. Alles om hem heen was gehuld in duisternis. Plotseling drong een straal licht door de dikke zwarte deken heen. De vuurrode kater trippelde er behoedzaam heen. Opeens hoorde hij een stem en zag hij allemaal beelden flitsen:

'Je bent gekomen. Gegroet, welkom in de clan, mag ik een vraag stellen?'

'Ja tuurlijk, stel hem maar.'

'Wat kom je hier doen? En hoe heet je?'

De bruine kater zuchtte: 'Waarom kent niemand mij? Ik ben Aiko! Ik kom de clans vernietigen!'

'Waarom?'

'Voor wraak!' Riep Aiko. 'Vier katten zullen mij verslaan: rood, grijs, zwart en lapjes. Ik moet dat tegenhouden, ik wil niet dood! En als alle katten van de clans zijn uitgeroeid zal ik overheersen! Oh en de sterkste en loyaalste krijgers hou ik.'

'Het laatste licht zal branden. Volgende maan val ik aan met mijn leger, ze zullen me niet opmerken.'

Vuurpoot keek geschrokken naar de twee katten. Hij moest meer weten over Aiko, waar hij vandaan komt, waar hij leefde en waarom hij nou precies hier kwam. 'Hallo?' Riep hij wanhopig. Die twee katten waren maar een verbeelding. Maar opeens hoorde hij iets achter zich. 'Hoi Vuurpoot' grijnsde een kat. 'Aiko?' Vroeg de vuurrode kater angstig. 'Eindelijk iemand die weet hoe ik heet!' Mauwde Aiko opgelucht. 'Sluit je je aan bij mijn leger?' De bruine kater keek naar zijn vacht. 'Uhm.' Stamelde Vuurpoot. 'Jij...' Aiko staarde nog steeds naar zijn pels. 'Jij hoort bij de profetie!' Riep hij boos. 'Wat doe je eigenlijk hier?' 'Weer ik niet' schouderophalend keek Vuurpoot naar de grond. 'Jij sluit je aan bij mijn leger!' Riep Aiko woedend.

'Nee!' Schreeuwde Vuurpoot angstig. 'Help!' Riep hij wanhopig, hij zocht naar hulp. Hij begon te rennen, weg van Aiko. Opeens viel hij in een gat. Hij verdwaalde in een doolhof vol met herinneringen:

'Mama!' Riep een bruine kitten. Een bruine moederpoes met witte poten keek hem verschikt aan. 'Ik ben je moeder niet' siste de poes. De bruine kitten keek haar verbaasd aan. 'Welles.' Mauwde hij. 'Nee, jij moest dood.' Siste de poes. De bruine kitten keek verdrietig. 'Ook al moest je dood, dit is je naam: Aiko,' mauwde de poes, ze zwiepte met haar staart en liep weg.

'Aiko, blijf jij trouw aan onze groep?' 'Dat beloof ik,' mauwde Aiko. 'Nee! Laat hem niet toe, hij gaat jullie sowieso verraden!' Siste een zwarte kater. 'Hoe weet je dat?' Snauwde de leider van de groep. Aiko sprong op de zwarte kater, zijn klauwen zette hij in de nek van de kater. 'Waarom zeg je dat ik een verrader ben?' Vroeg Aiko boos. 'Kijk maar, je probeert me te vermoorden.' De zwarte kater wees met zijn staart naar Aiko die zijn klauwen in zijn nek boorde. 'Ga weg!' Siste de leider. 'Zwart, je had gelijk.' Aiko rende angstig weg.

'Honger, honger, ik zo'n honger.' Mauwde Aiko schor. Een vogel vloog voorbij, hij probeerde hem te vangen, maar het lukte hem niet. Zijn poten trilde en zijn hoofd duizelde. De keer dat hij verbannen werd uit de Zwerfgroep was iets wat niet snel vergeten werd. Aiko moest wraak nemen. Hij moest wraak nemen op alle clans en groepen.

Vuurpoot keek geschrokken naar alle beelden, hij wilde hier weg! Weg van deze vreemde plek. Hij nestelde zich op de grond en viel in slaap.

Van wie moet de volgende keer een POV?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top