Proloog
Beide vrouwen wisten wat de regels waren.
Ze wisten dat je niet zelf kon kiezen wanneer je bevrucht werd, of wanneer niet.
De een hoopte dat ze uitgekozen werd. Ze hoopte dat ze waardig genoeg was om een wezentje op aarde te zetten.
De ander bad dat ze werd overgeslagen. Ze bad dat ze even onzichtbaar zou kunnen zijn. Ze wilde geen kinderen.
Beiden hadden zo hun eigen dromen. Allebei zouden ze echter verpest worden. Vermorzeld, als een koekje waar per ongeluk op gestapt werd.
En er is niemand die verder nog omkijkt naar het koekje, het is nou eenmaal gebeurd. Er valt niks meer aan te redden.
De een wachtte op de zin 'je bent waardig genoeg'
De ander vreesde die zin.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top