6. Oef!

We rijden steeds verder, de hele dag tot aan het begin van de avond. De indiaan houd zijn paard in door het een paar woorden toe te roepen. Hij springt van zijn rug af en geeft het een klopje op zijn hals. Dan kijkt hij omhoog, mijn ogen ontmoeten zijn blik, het is een onderzoekende, bijna vragende blik waarmee hij me aan kijkt. Dan tilt hij me van het paard af en gebaart dat ik moet gaan zitten. We zijn gestopt bij een klein bos en er liggen een paar bomen om. Dus ik ga maar op een omgevallen boom zitten, nadat ik heb gecontroleerd of er niet toevallig een beest op zit ofzo. Dan komt de indiaan op mij af en bind m'n voeten losjes aan elkaar en maakt daarna de touwen rond mijn polsen los van de touwen.
Ik doe mijn armen voorzichtig naar voren en bekijk mijn polsen. Ik schrik als ik ze zie, ik wist dat het pijnlijk was maar ik had m'n best gedaan om het tijdens de rit zo goed mogelijk te negeren. Ook de indiaan kijkt verbaasd en een beetje geschokt en roept 'Oef Oef!'. En dan gaat hij tegenover mij zitten. Oef is een uitroep die indianen doen als ze ergens bewondering voor hebben of verbaasd zijn.
Mijn handen zijn helemaal paars en in mijn polsen staan diepe groeven met rood besmeurd van het schuren van de touwen, die zo mijn vel open hebben gehaald. Nu de touwen weg zijn gehaald brandt het nog meer en felle pijnscheuten schieten er doorheen.
Maar ik moet me niet laten kennen, mijn vader heeft mij ooit uitgelegd dat als je bij de indianen respect wil krijgen je je moet vermannen en zelfs geen spier van je gezicht moet vertrekken.
Dus daar doe ik dan ook mijn best voor en het is moeilijk maar het lukt me aardig. Ik bijt me op mijn wangen en dwing mezelf te glimlachen naar de indiaan. Wat bij hem weer de al bekende 'Oef!' ontlokt.
Dan hoor ik een takje achter me kraken en als door een wesp gestoken draai ik me om. En ik sta oog in oog met een indiaan met een dreigende houding en een tomahawk in zijn hand.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top