46. Poging één
Mijn maag rommelt ik had had die man om eten moeten vragen... Ik lig nog steeds zoals ik werd achtergelaten, ik durf me niet veel te bewegen, stel dat Auqui of de medicijnman terug zouden komen en me in een compleet andere houding zien liggen. Verdacht niet? De enige beweging die ik eens in de zoveel tijd maak is mijn vingers in het water dopen en daarmee mijn mond wat bevochtigen. Het is al een tijd stil rondom de tent en ik vraag me af of het avond of middag is. Toen de medicijnman binnenkwam was het schemerig buiten, maar de tent belemmert veel, ik zie een heel dun, zwak streepje licht, maar hoe laat het is... Misschien moet ik maar gaan slapen, als ik dan weer wakker word is Awan er misschien weer en kan ik daaruit nog wat informatie winnen. Ik gaap en sluit mijn ogen, opeens is de vermoeidheid er weer. Binnen een paar minuten ben ik alweer in dromenland.
Langzaam open ik mijn ogen, ze prikken en ik wil er even in wrijven. Net op tijd bedenk ik me en kijk tussen mijn wimpers door, het trucje van Awan. De tent is donker en, tot mijn verbazing, leeg. Ik rek me uit en wrijf in mijn ogen. Ik gaap en ga overeind zitten. Hoe laat zou het zijn? Het is doodstil, het enige geluid wat ik hoor is dat van een arend, het beest laat zijn machtige roep over het gebied weerklinken. Ik schud eens met mijn hoofd om de slaap te verdrijven. Na een paar minuten voor me uit gestaard te hebben vormt zich een plan in mijn hoofd... Ik kan ontsnappen... Niemand let nu op, niemand let op mij! Ik zit niet vast en er zit niemand in mijn tent! Die medicijnman heeft mijn verband ververst dus ik kan er nog wel even mee doen! Dit kan mijn enige kans zijn... Mijn beslissing is snel gemaakt, ik ga hier weg! Omdat ik niet weet hoe laat het is kruip ik voorzichtig naar de tentopening toe, ik til de onderkant op en gluur er onderdoor. Tot mijn vreugde is het donker, de sterren staan mooi aan de hemel. Ook zie ik niemand buiten staan. Ik kan een kreetje van blijdschap maar net onderdrukken, het gaat gebeuren! Ik ga weer recht zitten en duw tegen de doek aan. Hij gaat alleen niet open. Ik frons, wat is dit nou? Ik duw nog een keer, dit maal harder. Hij veert even mee, maar blijft daarna zitten. Ik grom gefrustreerd: Werk mee! De doek geeft tegendruk, zover ben ik, maar waardoor? Als ik er na twee minuten nog niet uit ben, maak ik de beslissing om dan maar door het stof heen te kruipen. Letterlijk. Ik duw mezelf voorzichtig onder de opening door, bij mijn schouders blijf ik haken. Ik hou mijn adem in terwijl ik me afzet met mijn goede been. Gelukkig kom ik vrijwel direct weer los. De rest verloopt soepel en ik ben blij als ik op mijn hurken naast de tent zit. Ik klop het zand van mijn kleren af, die overigens nog steeds dezelfde zijn als waarin ik ontvoerd ben. En eerlijk is eerlijk, ze stinken. Ik trek een vies gezicht en kijk naar de tent waar ik uit kwam, waarom ging de doek niet gewoon open? Het tentdoek was vastgemaakt met een paar houten pinnen, die zijn door een paar lussen heen gestoken waardoor ze niet meebewogen toen ik tegen het tentdoek aan duwde. Ik haal mijn schouders op, nou ja, het is toch al gebeurd. Verborgen in de schaduw ga ik op de grond zitten, zacht masseer ik over de huid onder mijn voet heen. Met een beetje geluk versoepelt zo die een beetje en heb ik niet continue kramp onder mijn voet. De neiging om aan de korst rond de snee te gaan pulken weersta ik, ik weet uit ervaring dat dat níet slim is. Daarnaast zou het dan weer open gaan, gaan bloeden en zou er straks een prachtig bloedspoor te zien zijn en is het makkelijk om mij te volgen. Daarbij is het misschien wel verstandig om te gaan, anders komt er zo nog iemand die ontdekt dat die kostbare gevangene weg is...
Langzaam sta ik op, na eens goed om me heen te hebben gekeken, en begin langs de tenten te lopen. Op mijn tenen, zo zacht mogelijk. Ik voel al mijn spieren protesteren, blijkbaar hebben die weken zijn tol geëist. Ik blijf in de schaduwen en loop de kant op waar mijn gevoel zegt dat de paarden staan... Oké misschien ook wel omdat vanaf die kant gebries komt, een héél klein beetje om die reden dan... Goed oplettend waar ik loop, op een takje stappen zou immers gewoon dom zijn, sluip ik langs de tenten. Een geluid achter mij doet me opschrikken snel draai ik me om, er is niks te zien. Als ik weer terug draai verschijnen er sterretjes voor mijn ogen en zie ik even niet helder. En precies daardoor laat ik me niet op tijd vallen. Als de sterretjes wegtrekken en ik weer stevig sta kijk ik namelijk precies in de verbaasde ogen van Awan. Met hoog opgetrokken wenkbrauwen en zulke grote ogen dat ik haast bang word dat ze zo uit hun kas zullen ploppen kijkt hij me aan. 'Eh?' Komt er krakend uit mijn mond. 'Hai?' Weet ik redelijk te verstaan uit te brengen, het zweet breekt me uit. Als er dan geen reactie komt hoor ik in mijn hoofd maar één ding: ''Rennen''. En dat is wat ik doe: Rennen.
Ik sprint weg, maar binnen een paar seconden ben ik buiten adem, ik vervloek mijn conditie die zo achteruit is gegaan. Ik ontwijk nog maar net een aantal pannen die voor een tent op de grond liggen. Mijn ademhaling is gejaagd en ik ben nu al op. Ik hoor mijn lompe voetstappen, alle voorzichtigheid heb ik laten gaan. Ik hoor echter geen geroffel van Awans voeten, daardoor veroorloof ik mezelf om even snel achterom te kijken, had ik dat maar niet gedaan. Awan is al lang van de schrik bekomen en rent nu met geruisloze schreden achter mij aan. Ik had een voorsprong maar de ruimte tussen hem en mij verminderd met te secondes. Het licht natte gras veert mee als ik mijn voeten erop neer zet en geven me, ondanks de achtervolging die gaande is, toch een soort van gevoel van vrijheid. Eindelijk weer buiten. Lang om daarover na te denken is er niet. Het gaat allemaal tegelijk mis: Ik voel Awans hand rond mijn pols klemmen, daardoor kijk ik naar achter, waardoor ik niet oplet waar ik loop. Ik ren vol tegen een tent aan en aan de beschildering die belicht wordt door de maan gaat er al een belletje rinkelen. Binnen tien seconden komen de eigenaren van de tent naar buiten, en laten dat nu net Auqui en zijn vader zijn...
===============
Sorry, late update, maar opzich toch nog een prima hoofdstukje haha.
Fijne kerstvakantie!! (Oké die is inmiddels voorbij hahaha)
Bwel
~boekenwormenlezers~
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top