38. Wakker

Ik probeer mijn ogen te openen, als ze een klein beetje open gaan verwacht ik in de warme armen van mijn moeder te liggen. Maar ik lig niet in het bed van mijn ouders en ik ben niet in onze vertrouwde boerderij. Ik ben niet meer thuis. Ik open mijn ogen nu helemaal, ik zit met mijn rug tegen een paal vastgebonden in het midden van een tent. Ik zucht, dit geeft me een déjà vu alleen zit ik nu in een ruime ronde tent en heb ik een verbonden arm, een verbonden been, een snee in mijn voet, en niet te vergeten: een pijnlijke en brandende hand. En ik weet niet waar ik ben... Blijkbaar zijn we bij het doel, maar waar is dat?

Mijn maag rommelt en voorzichtig trek ik mijn benen op zodat ik mijn geboeide armen over mijn knieën heen kan slaan. Dat idee laat ik al snel varen als ik de schurende pijn van mijn voet over de grond voel. Meteen daarna schiet er een kramp in de kuit mijn andere been. Ik kreun als ik mijn benen voorzichtig weer laat zakken.

Ik leg mijn hoofd weer terug tegen de paal aan, die droom. Ik herinner me elk woord precies. Het was de dag dat HIJ helemaal door het lint was gegaan. Hij had mijn moeder gevraagd, maar natuurlijk antwoordde ze met een nee. Hij was ziedend en was compleet over de rooie gegaan. Ik sluit mijn ogen als ik er weer aan denk. De beelden schieten langs en snel doe ik mijn ogen weer open. Een beweging bij het tentdoek trekt mijn aandacht. Met ingehouden adem kijk ik naar het tentdoek dat wordt opgetild. Ik verwacht de ogen van Sharduul of Awan te zien. Maar ik ontmoet een nieuw paar. Een oneerlijk knappe jongen komt de tent binnen gelopen, er zit een groot verband om zijn buik en hij heeft een kom met water in zijn hand. Hij torent nu hoog boven mij uit, als ik zou staan zou ik niet veel kleiner zijn. Maar ik zit hier zielig op de grond en hij staat rechtop. De dominantie straalt van hem af. Hij heeft alleen een broek aan en zijn haren zijn in tegenstelling tot alle indianen die ik, buiten mijn vader om, heb gezien niet lang maar kort en krullerig. Er ligt een bruine gloed overheen terwijl de haren toch echt zwart zijn. De haren zitten nogal in de war wat hem een speels uiterlijk geeft. Hij heeft een strakke kaaklijn en is gespierd. Niet zo dat het lelijk wordt, gewoon goed. Zijn opvallende, diep groene ogen boren zich in die van mij. Ik sla mijn ogen neer. Dit is de jongen die ik heb neer gestoken...

Hij geeft de kom aan, ik wil hem vastpakken als ik me net op tijd bedenk dat mijn rechterhand onder de brandblaren zit. Hij gaat voor me zitten terwijl hij de kom naar mijn mond brengt. Dankbaar begin ik te drinken, 'Ik wist niet dat je zo knap was.' ik verslik me in mijn drinken en begin te hoesten, waarbij het water uit mijn mond over mijn kin en kleren naar beneden druipt. Lekker bezig Rox, lekker bezig. Als ik uitgehoest ben kijk ik hem niet aan als ik weer verder drink. Ik hoor hem grinniken. 'Het geeft niet hoor, ik zou ook graag knap genoemd worden door iemand die er uitziet zoals ik.'

Ik stop meteen weer met drinken en duw met mijn kin de kom weg. Hij laat de kom zakken en kijkt me aan voor een reactie. Als die uitblijft gaat hij verder: 'Ik snap dat je sprakeloos bent, je ziet ook niet elke dag iemand zoals ik.'

Ik trek één wenkbrauw op terwijl ik hem nog steeds zwijgend aanstaar. Hij trekt ook één wenkbrauw op. 'Ga je nog wat zeggen of ben je je tong verloren?' Ik zucht terwijl ik mijn hoofd schud, die jongen weet ook niet van ophouden. Wat een ego ook. Misschien gaat hij weg als ik hem ga negeren. Ik sluit mijn ogen en leun met mijn hoofd tegen de paal aan. Ik hoor hem opstaan en ik hoor het tentdoek ritselen. Na tien seconden doe ik voorzichtig één oog open, rechts veilig. Dan open ik langzaam mijn linkeroog. Ook veilig. Ik slaak een opgeluchte zucht en ontspan. 'Boe.' Ik gil en schiet omhoog, de jongen loopt luid lachend van achter mij vandaan.

Boos kijk ik hem aan, 'Waar was dat voor nodig?!' hij reageert niet. Ik rol met mijn ogen, 'Ben je klaar?' vraag ik maar als hij na een paar minuten nog niet klaar is, de tranen lopen inmiddels over zijn wangen. Hij haalt een keer diep adem en wrijft over het verband heen, 'Pfoe, dat geeft buikpijn.' zegt hij nog steeds grinnikend. 'Dat is goed voor je spieren.' Zeg ik een beetje chagrijnig dat hij mijn reactie zo grappig vond. 'Ach Darling, vind je dat ik dat nodig heb dan?' Ik zucht, 'Je ego mag iets verminderen, zo geweldig ben je niet.' hij legt quasi geschokt zijn hand op zijn hart. 'Autch, die deed pijn. Maar zelfs jij weet dat ik gewoon perfect ben. Maar je zal je je wel afvragen waar je bent, welkom bij de Ute! Zoals je misschien nog wel weet heb jij mij bij een van de aanvallen in mijn prachtige buik gestoken. Daardoor is mijn prachtige buik nu minder prachtig door een lelijk litteken.' Zijn gezichtsuitdrukking verandert en ik krimp een beetje in elkaar als ik in zijn fonkelende ogen kijk. Deze jongen geeft écht immens veel om zijn uiterlijk.

'Daarnaast ben ik de zoon van het opperhoofd en is het erg slecht voor onze naam als ze horen dat ik ben overwonnen door een kind.' 'Even een onderbreking, sorry maar hoe oud ben jij?' Ik kijk hem fronsend aan, hij zucht als hij antwoordt. 'Ik ben zeventien winters oud, jij?' Ik denk even na, ik ben dertien, maar volgens mij zou ik al jarig geweest moeten zijn. Ik weet eigenlijk niet hoelang HIJ er was en hoelang ik bij Wematin ben geweest. Ik ga gewoon voor veertien. 'Veertien.' Hij knikt langzaam, 'Dat past wel in mijn leeftijdscategorie Darling.' ik doe alsof ik moet overgeven. 'In je dromen.' Hij grijnst. 'Altijd.'

'Maar goed, wat is nou het plan met mij?' Ik slik, eigenlijk wil ik het antwoord niet weten. Ik wil nog niet dood, ik wil niet zijn speeltje worden en ik wil niet nog eens door een soort martelproces gaan waar ik waarschijnlijk ook niet levend uit kom. Hoe zou ik dat dan moeten gaan uitleggen aan Ahmik? 'Nou ik heb een paar ideetjes... Mijn vader zou het een eer vinden om je te ontmoeten. Maar ik denk niet dat jij dat zo geweldig zal vinden.' Ik word bleek, ik ben het gesprek met Wematin nog niet vergeten: Een van zijn hobby's is martelen. 

'Het is niet dat je een keuze hebt Sugar.' Hij grijnst erbij, een die ik het liefst van zijn gezicht af wil slaan. 'Kan je ophouden met die belachelijke bijnamen? Ik word er misselijk van.' 'Voor jou altijd...'

'Je laat het.' Zeg ik waarschuwend.

'...Darling.' Ik sla mijn ogen ten hemel, alsjeblieft wat hééft deze jongen. 'Na het bezoek van mijn vader zullen we je even goed opknappen zodat je fris aan het vervelendste deel van je leven begint. Ook hebben we een oude bekende voor je geregeld.' Hij kijkt me even kort aan, mijn adem stokt. Zou het... Nee, HIJ kan het niet zijn. Nee toch? Nee dat kan niet. Hij is vast al lang weg. Ik haal weer opgelucht adem en kijk Auqui weer wat zelfverzekerder aan. 'Gezellig, een reünie.' Maar ergens diep in mij blijft er iets knagen.

'Ik zelf zal eerst eens kijken of je me bevalt en anders vind ik nog wel een manier om je te breken. En als je dat allemaal doorstaat, wat onmogelijk is, zal je iets meer vrijheid krijgen. En je zal wat opknappen, zodat je daarna een heldhaftige marteldood kan sterven!' Hij kijkt me opgewekt aan, alsof hij zojuist heeft verteld dat ik zal genezen van een ongeneselijke ziekte. Heel veel meer dan een sarcastische 'Jee.' krijgt hij niet als reactie. Eigenlijk ga ik dus via de ene of de andere weg dood. Wat een vooruitzicht.

Lees even de mededelingen onderaan!

=============================================

Hello,

Nou ik denk dat jullie me wel willen geloven dat  dit echt een moeilijk hoofdstuk was om te schrijven. 'Huh, waarom dan?' Nou ik vind het leuk om actie te schrijven en dingen omschrijven ook wel, maar ja gesprekken gaan nou niet helemaal geweldig bij mij...

Dus ik vind dit eigenlijk nog best goed gelukt. :D

Mededelingen:

- Wat zouden jullie van een Q&A vinden? Nog (steeds, zucht kom eens tot je point Bwel) niet alle karakters zijn geïntroduceerd dus dan waarschijnlijk later. De Q&A komt dan na het dankwoord online... Zouden jullie dat wat vinden? Zo ja kan je onderaan één of meerdere (ligt aan wie je de vraag wilt stellen of wanneer die opkomt) hoofdstukken je vraag/ vragen achterlaten!

- Hoofdstuk 37 heeft 6 lezers (Yass, ty!) waarvan ik er van 3 weet wie het zijn doormiddel van stem&reactie, maar van 2 weet ik het dus niet, dus hier mijn vraag: Wil je alsje- alsjeblieft een puntje in de comments typen? 1 keertje maar *probeert puppyoogjes en faalt*  want ik zou het echt super leuk vinden om te weten wie je bent, maar goed, als je het niet wilt is dat natuurlijk ook oké.

-Ehh, volgensmij ben ik het vergeten.... Oja! Bij de Q&A kunnen er ook opmerkingen achtergelaten worden, dus don't be ashamed! (Valt dit ook onder schaamteloze zelfpromotie?)

-Als je foutjes ziet, let me know!

Bedankt voor het lezen!

Liefs

~boekenwormenlezers~



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top