33. Storm!
Bij elke donderslag krimp ik in elkaar, ik ben doodsbang voor onweer. Vroeger kroop ik dan altijd bij mijn vader en moeder in bed. Daar had ik tenminste nog een dak boven mijn hoofd. Dit is nog zo veel erger, ik heb er nooit over nagedacht dat de stormen hier nog zo veel erger zijn. Ik knijp mijn ogen stijf dicht als er weer een felle bliksemflits over ons heen schiet, nog geen halve seconde na het verblindende licht buldert de donder er achteraan. Hierna ben ik doof, sowieso! De wind komt net over de levende barrière, genaamd paard, en rukt hard aan mijn haren. Ik zet mijn nagels in mijn handpalmen en druk hard, alles om me maar af te leiden van het natuurgeweld boven ons. Af en toe beweegt de arm op schouder weer even en wrijft even geruststellend over mijn rug, het enige waar ik troost uit kan putten. Als zij dit ''normaal'' vinden hebben ze het vaker overleefd, als ze het vaker hebben overleefd overleven wij dit ook wel. Toch?
De regen slaat nog steeds ongenadig op ons neer en op een gegeven moment is de storm toch echt wel op zijn hoogtepunt, ik voel dat de arm op mijn rug wordt weggehaald. Nee alsjeblieft, niet weggaan, laat me niet alleen. Flitst er door mijn hoofd. Maar meteen daarna voel ik dat mijn hand wordt vastgepakt. Dankbaar neem ik de hand aan, bij elke flits knijp ik, hard. Ik denk dat de indiaan spijt heeft dat hij die hand heeft aangeboden. Te laat!
Inmiddels is het al een tijd nacht, de regen is nog altijd niet opgehouden, maar het onweer verwijdert zich gelukkig steeds verder. De windvlagen zwakken af, en uiteindelijk miezert het alleen nog maar licht. Klappertandend blijf ik liggen, mijn ogen gesloten en mijn gezicht nog steeds naar het paard. De hand die zich nog steeds in die van mij bevindt wrikt zich met moeite los. Beschaamd draai ik mijn hoofd, om dan te kijken naar een zittende, en natuurlijk ook door en door natte, Awan. Met een pijnlijk gezicht kijkt hij naar zijn half vermorzelde hand. Met rode wangen kijk ik weer naar beneden terwijl ik voorzichtig mezelf opduw en probeer te gaan zitten. Al mijn spieren protesteren terwijl ik steun zoek tegen het brave paardje. Langzaam streel ik zijn, of haar, natte vacht. 'Dankje.' Fluister ik zacht. Blijkbaar ziet het paard dat als het teken om op te mogen staan. Zodra ze, blijkbaar is het een zij, staat schudt ze zich als een hondje uit. En kijkt daarna Awan vragend aan, 'Ahéhee, dasdas.' klinkt het achter mij. Het paard draait zich om en loopt weg. Verdwaasd laat ik op me inwerken hoe goed dit paard getraind is. Eerst beschermt het ons tegen de wind en daarna vraagt het letterlijk toestemming om weg te mogen?! Hoe? Wordt Tempesta ook zo opgevoed? Meteen gaat er weer een steek door me heen. Thuis. Wat is thuis nu voor mij? Vroeger was dat waar mijn ouders waren. Maar zij zijn er niet meer. Daarna was dat bij Wematin thuis. Maar die is er ook niet meer... Mijn vrienden zijn daar nog wel, en mijn opa, neef en oom. Ik denk dat ik het dorp nu mijn nieuwe thuis mag noemen, want niks uit mijn eerdere woonplaats roept me nog om terug te gaan.
Een hand zwaait voor mijn gezicht en ik schrik op uit mijn gedachten. Ik kijk op en zie dat het dit keer Sharduul is, meteen vertrekt mijn gezicht. Oja, hij is er ook nog. Hij trekt zich niks van mijn lange gezicht aan en vraagt of ik nog te eten wil. Ik schud mijn hoofd. Hij haalt zijn schouders op en loopt weer weg. Ik schuif voorzichtig achteruit totdat ik met mijn rug tegen de rotswand aanzit. Ik bekijk de sterren, het zijn andere sterrenbeelden dan bij mij thuis. Of nou ja, mijn oude thuis. Langzaam zak ik weg en val in slaap.
De volgende ochtend ben ik al vroeg wakker, nog een beetje slaapdronken kijk ik om me heen en merk dat er een deken over mij heen is gelegd, ik schud hem van me af. Na een paar minuutjes ploft er iemand voor mij neer, het is Sharduul. Hij heeft iets bij zich, maar hij legt het achter zich neer dus ik heb geen idee wat het is. Dan pakt hij ruw mijn gewonde been en legt het op zijn schoot. Ik klem mijn kiezen op elkaar en murmel: 'Iets zachter mag wel.' Hij grijnst wat terwijl hij het verband van mijn been af begint te wikkelen. Opeens besef ik me dat die indiaan gewoon mijn ene broekspijp van mijn nieuwe kleren heeft afgescheurd! Verbeten kijk ik ernaar. Maar ja aan de andere kant, het was zo rood geweest dat ik het toch niet fatsoenlijk had kunnen dragen. Toch wel fancy, één lange broekspijp en één die tot aan mijn knie komt? Dan steekt mijn been opeens weer verschrikkelijk, meteen kijk ik weer naar Sharduul die nu licht fronsend over mijn been gebogen zit. Wat is er aan de hand? Mijn knie ligt naar binnen en mijn been ligt dus in een hoek, maar plat op de grond. De schotwond was namelijk in mijn kuit. Op deze manier heeft hij dus toch zicht op de wond. Ik bekijk de wond, ik word haast misselijk als ik hem zie. Rood, opgezwollen en er zitten bruine stolsels aan de zijkanten van het gat. Sharduul kijkt me een beetje moeilijk aan. 'Draai.' Verbaasd kijk ik hem aan. Draai? Wat bedoelt hij? Draai als in ik moet met mijn gezicht naar de muur? Dan kan hij er toch niet bij? Dan wijst hij naar mijn buik. 'Draai naar buik!' Oh, zeg dat dan. Voorzichtig draai ik me op mijn buik. Nog steeds verbaasd richt ik mijn bovenlichaam een beetje op door mijn handen en armen onder mijn schouders te plaatsen. Ik kijk schuin naar achter, Sharduul staat op en gaat aan de andere kant zitten, aangezien mijn been nu dus ook aan de andere kant ligt. Nog steeds houdt hij dat wat hij net ook achter zich had liggen uit mijn zicht. Dan roept hij Awan, die buigt zich over de wond heen en trekt een moeilijk gezicht terwijl hij me even aankijkt. Dan knikt hij en loopt naar mij toe. 'Gewoon gaan liggen.' Ik ga liggen met mijn armen naast mijn hoofd. Dan voel ik gewicht op mijn rug en zie twee knieën verschijnen. Één knie aan elke kant. Verbaasd wil ik me weer oprichten maar voel dan hoe mijn beide armen worden vastgepakt en op de grond worden geduwd. Wat is dit?!
======================================
Tja, wat is dit? Wat denken jullie? Laat het weten, ik ben benieuwd wat jullie denken!
Stemmen is leuk, niet verplicht. Reageren is óók super leuk, maar ook zeker niet verplicht! ;) Als je een spellingsfout ziet, laat het me weten!
Bye! Fijn weekend nog!
~boekenwormenlezers~
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top