hoofdstuk 8
Hoofdstuk 8: de geest en de zombie-helper
Amber zit in haar kamer op het mooie witte hemelbed in zichzelf te mopperen. 'Jouw vriendje is niet weg,' doet ze Patricia na en ze trekt een vies gezicht. 'Alsof Appie mijn vriendje is. Volgende keer regelt ze het maar lekker zelf. Het is toch goed? Appie vind het hartstikke leuk. Ik heb toch niet geregeld dat Robbie en Leon ineens weg zijn.'
Ze merkt niet dat schuin achter haar de boekenkast langzaam open gaat.
Een klein kiertje verschijnt.... Geruisloos wordt de geheime doorgang verder open geduwd....
Nienke gooit de kamerdeur open. Meteen gaat de kastdoorgang stilletjes dicht.
'Gaat het?' vraagt ze aan Amber die stuurs voor haar uitkijkt.
'Hm,' is Ambers commentaar.
'Ze is gewoon ongerust.'
'Maar toch,' zegt Amber beledigd. Ze graait een kussen van het bed, klemt dat tegen haar aan en gaat verder zitten mokken.
Nienke laat haar maar even. Ze kijkt de kamer rond en denkt aan het dagboek in de boekenkast. Ze vraagt zich af of ze misschien nog iets kan vinden en trekt lukraak een kast open. Ze schrikt. In de kast liggen allemaal kapotte poppen: benen, armen, een hoofd zonder ogen erin...
Alsof iemand ze in een razernij kapot heeft getrapt en getrokken. Het is een naar gezicht en Nienke wilt de kast alweer dicht doen, maar dan valt haar oog op een groot boek dat onder de poppendelen ligt. Ze trekt het voorzichtig onder de verminkte poppen vandaan. Het is een schetsboek. Een ouderwets schetsboek met bruin papier aan de buitenkant.
Ze slaat het voorzichtig open. Op de eerste bladzijde staat een schets van een liefkijkende babypop met grote blauwe ogen. Daarna komen er nog meer schetsen van poppen: kabouters, elfjes, poppen in ouderwetse kleren zoals de mensen in het spookhuis...
Ze bladert weer verder. Er zijn tekeningen bij van een soort machine waar ze niets van begrijpt. Er staan ingewikkelde berekeningen bij. Her en der zijn dingen doorgekrast en staan er nieuwe dingen bij geschreven, alsof iemand aanpassingen heeft gedaan. Ze slaat weer een bladzijde om.
Ik haat jullie! schreeuwen bloedrode letters haar vanaf de witte pagina toe. Ik haat jullie!
Nienke schrikt zo dat ze het boek dichtslaat en het snel in de kast legt. Wat was dat nou? Wie heeft dat geschreven? En waarom?
'Wat doe je?' klinkt Ambers stem achter haar. Nienke draait zich om. Amber staat naast het bed.
'Ik zag iets raars in het spookhuis,' begint Nienke. 'Een van die poppen leek op-'
'Het is zeker allemaal mijn schuld!' valt Amber haar boos in de rede. 'Sorry dat ik het geregeld heb!' Ze valt dramatisch voorover op het matras en wilt de deken over zich heen trekken.
'Nee, zo bedoelde ik het niet,' zegt Nienke, die zich meteen schuldig voelt. Ze zakt naast Amber op het bed en wilt haar vriendin troosten, als er plots op de deur wordt geklopt.
Fabian opent de deur. 'Robbies en zelfs Leons spullen zijn ook weg,' zegt hij. Nienke en Amber schieten overeind. 'Hun spullen zijn weg?' stamelt Nienke verbaasd.
Fabian knikt verontrustend. 'Gaan jullie mee naar beneden?'
Amber en Nienke lopen snel achter James en Fabian aan de trap af. Nienke voelt zich maar raar. Is Leon echt wel rustig buiten aan het wandelen? Waar is Robbie? Waar zijn hun spullen? Is dit een grap van hen?
'Hij is ook niet boven,' legt James uit tegen de anderen. 'En zijn spullen zijn weg. Net zoals die van Leon.'
'Zijn ze weggegaan? Maar dat slaat helemaal nergens op,' zegt Patricia, die nu echt ongerust wordt. 'Waarheen?'
'Een leuker feestje,' oppert Appie behulpzaam.
Patricia negeert zijn opmerking en loopt naar de voordeur.
'Waar ga je heen?' roept Kiara haar na. Patricia rukt de deur open. 'Wat denk je? Ik ga hen zoeken, natuurlijk!' zegt ze stellig.
'Ik zoek hier wel!' piept Amber angstig.
Ze heeft het nog niet gezegd, of Danny en Appie gaan aan beide kanten naast haar staan. Ze ziet eruit als een filmster met twee bodyguards.
'Ik ook,' zeggen ze tegelijkertijd.
Amber kijkt bevreemd naar Appie en Danny. Ze kijken flirterig terug. 'Wat hebben jullie?' vraagt ze weer, maar de jongens geven haar geen antwoord. Ze grijnzen alleen hun charmantste grijns.
'Ik zoek ook hier!' zegt Lea snel en gaat naast Appie staan.
'Ik ga mee met Pee,' knikt Joyce en ze loopt naar haar vriendin.
'Ik ook,' zegt Mick meteen.
Sofie kijkt hem vragend aan, maar hij schudt zijn hoofd.
'Blijf jij maar hier, joh, dat is veiliger,' zegt hij snel en aait haar lief door haar haren. Sofie is zo te zien niet erg blij met dit antwoord. Ze kijkt met een scheef oog naar Joyce, maar zegt uiteindelijk niks en gaat naast Noa staan.
'Wij gaan ook mee naar buiten,' zegt Benjamin en wijst op hemzelf en Sophie. Samen gaan ze bij de deur staan.
'Wel, ik ga waar Nienke gaat,' verklaart Elise en loopt naar Nienke toe. 'Als zij hier binnen blijft, dan blijf ik ook.' Nienke glimlacht even dankbaar naar haar beste vriendin.
'Dan blijf ik ook binnen,' zegt James ineens en voegt zich aan hun zijde. Nienke kijkt even rond en merkt plots dat Loren en Finn beiden weg zijn.
'Waar is Loren?' vraagt ze met een lichte trilling in haar stem, bang dat haar zusje nu misschien ook verdwenen is. 'En Finn?'
'Die zijn boven,' antwoord Elise. Ze slaat geruststellend een arm om haar heen. 'Er was een ruzie tussen Ania en Loren. Ze is uiteindelijk resoluut naar boven gelopen. Ik wilde achter haar aan gaan, maar Finn was me voor. Ze is dus niet alleen.'
Nienke knikt en werpt even een blik op Ania, maar die lijkt het niets te schelen dat ze zojuist nog ruzie heeft staan trappen.
Gelukkig komen op dat moment Loren en Finn beiden naar beneden gelopen. Ze houden elkaars handen vast, en Nienke merkt dat Loren een lichte blos op haar wangen heeft. Wat is er daar boven tussen die twee gebeurt? Er is duidelijk een verandering opgetreden, want ze zijn nu ineens veel closer dan eerst. En Nienke is niet de enige die het merkt.
'Hebben we iets gemist?' vraagt James aan hen, een plagerig grijns op zijn gezicht. Ook Finn krijgt nu een blos op zijn wangen, maar ze houden beiden hun mond.
'Gaan jullie ook mee naar buiten?' vraagt Joyce aan hen.
'Ja, een beetje frisse lucht zal goed doen,' mompelt Finn.
'Ik ga ook mee,' zegt Fabian ineens. Hij wilt net zoals Loren naar het groepje bij de deur lopen, maar Nienke houdt hen tegen.
'Doen jullie voorzichtig?' zegt ze serieus en ze pakt Fabians hand vast.
Loren glimlacht naar haar zus. 'Geen zorgen, Nien. Ik zal heus wel uitkijken.'
Ze geeft haar even een knuffel en gaat dan bij de rest staan.
Fabian blijft nog even bij Nienke.
'Zit je nog steeds met die pop? Het is maar een pop,' fluistert Fabian.
'Maar het is toch raar dat die sjaal in het karretje lag,' sist Nienke.
Patricia tikt ongeduldig met haar voet op de grond. 'Kom je?'
'Als ik terugkom, hebben we het erover, oké?' zegt Fabian en hij knijpt geruststellend in haar hand voordat hij hem loslaat.
'Wacht!' roept Amber plotseling. Ze trekt haar tas open en geeft Fabian een grote bol met knoflook.
'Dankje,' zegt Fabian quasiserieus. 'We kijken goed uit voor alle vampiers en weerwolven en zo.'
'Relax, de zon is nog niet onder,' zegt Appie behulpzaam. 'Dus daar hoeven jullie niet bang voor te zijn.'
'Bedankt, Ap,' zegt Fabian gekscherend. Hij geeft Nienke een snelle kus op haar wang en loopt naar de anderen bij de deur.
'Zoeken jullie hier?' vraagt Joyce.
De achterblijvers knikken braaf. Patricia duikt onder het rolluik door dat tot halverwege de deur zit. Daarna volgen de anderen haar, met Fabian als laatste.
Nienke loopt naar de deur en sluit die achter de groep. Ze kijkt door de spleten van het rolluik, maar door de dichte begroeiing voor de voordeur kan ze het groepje nu al niet meer zien.
Alsof ze verdwenen zijn, denkt ze. Ze schrikt van haar eigen gedachte. Ze hoopt maar dat ze Robbie en Leon zullen vinden, maar ze heeft een vreemd onheilspellend gevoel in haar buik. Een gevoel dat de verdwijning van Robbie en Leon er helemaal niet bij hoort. Dat het iets te maken heeft met de pop met het rode mutsje en de verdwijning van het meisje. Maar wat? Nienke heeft geen flauw idee wat het kan zijn.
Ze loopt naar het vlindermeisje en voelt voorzichtig aan haar arm. Het voelt rubberachtig aan, niet als huid, maar als zacht plastic.
'Goed,' zucht Elise. 'Waar beginnen we?'
Appie wijst naar een kant van de taart. 'Aan deze kant!' zegt hij begerig. Hij heeft nog steeds zijn zinnen op de taart gezet en ziet eruit alsof hij niet zal rusten voordat hij het hele ding tot de laatste kruimel heeft verorberd.
Elise rolt met haar ogen en tikt hem plots op zijn vingers. 'Ik bedoel: waar beginnen we met Robbie en Leon zoeken,' legt ze nogal geïrriteerd uit, hem meteen uit zijn droom halend.
'Auw...' mompelt Appie teleurgesteld en wrijft pijnlijk over zijn vingers. 'Geen taart?'
Lea schud haar hoofd.
Appie springt daarop meteen in de houding en salueert naar niemand in het bijzonder. 'Manschappen!' buldert hij. 'Opsplitsen!' Hij wijst allemaal verschillende richtingen uit.
'Niet alleen toch?' zegt Noa, die bang om zich heen kijkt.
'Hoe wil je het anders doen dan?' vraagt Kiara. 'Met een grote groep gaan kost alleen maar te veel tijd.'
Maar James vind het ook geen goed idee om alleen door het huis te lopen. 'We doen anders een deel boven en een deel beneden,' oppert hij.
'Robbie en Leon zijn niet beneden!' snauwt Ania plots, die er nogal de pest in heeft. 'Of ze zijn ineens onzichtbaar geworden, want we hebben alles al be-'
Ze stopt ineens met praten en wordt lijkbleek. Haar ogen puilen ongeveer uit haar hoofd en haar lip begint te trillen. 'D-d-d-d-d,' stottert ze, maar verder dan de vierde letter van het alfabet komt ze niet.
Bovenaan de trap staan, nee, zweven een oude man en een jonge vrouw.
De oude man is helemaal grijs en grauw, en ziet eruit alsof hij een fiks aantal jaren onder de grond heeft gelegen. Hij heeft woest wit haar dat alle kanten uitsteekt en draagt een kleurloze jas die helemaal vol met spinrag zit. Hij strekt zijn arm uit, waardoor ze zien dat aan zijn hand ook spinrag hangt.
De jonge vrouw daarintegen ziet er een stuk netter en verzorgder uit, alsof ze nog niet zo lang dood is. Haar haren zijn lichtelijk gekruld en hangen losjes over haar schouders. Ze draagt een jurk die er redelijk oud uit ziet en op sommige plekken zelfs gerafeld of vies is. Maar het aller vreemdste is haar kleur... die is namelijk niet gewoon wit, maar juist een soort groen.
'Dat is hem!' roept Amber plots, die hard slikt en naar de oude man wijst. 'Nien! Elise! Die zag ik boven ook! In de spiegel!'
'Ze lijken net echt,' zegt Appie ademloos. 'Ik kan zo door ze heen kijken. Dit is zoooo goed gedaan!' jubelt hij verder, terwijl de spoken de trap afzweven. De oude man heeft zijn vinger uitgestrekt, terwijl de jonge vrouw iets lijkt te gebaren.
Amber ademt hoorbaar in en graait haar kruimeldief van haar schouder, die ze vervolgens op de spoken richt.
'Wat wil je daarmee?' vraagt Appie en kijkt ongelovig naar de kruimeldief. 'Ze opzuigen?'
'Doe jij dan wat, Vampierkiller!' bitst ze. De jonge vrouw komt ineens dichterbij en Amber deinst achteruit. Alleen Appie blijft staan. Hij kijkt lachend naar de spoken.
'Ik ben niet bang!' zegt hij vol bravoure. Maar dan breekt de vinger van de oude man half af. Het ene moment wijst zijn vinger naar de deur, het volgende moment hangt zijn vinger naar beneden.
Dat is het startsein voor iedereen, ook Appie, om heel hard te gaan gillen. Ze rennen allemaal door elkaar heen.
Noa, Sofie en Kiara sprinten de woonkamer in en slaan de deur hard dicht.
James trekt Elise mee richting de deuren die naar het spookhuis leiden om zich daar te verstoppen, maar ze kunnen er niet door omdat de deuren op slot zitten.
Amber verschuilt zich achter het rijdende karretje met de taart, terwijl Danny en Ania de bezemkast openen en zich daarin storten.
Appie en Lea vinden dat ook een goed idee, want ze volgen hen zo snel als hun benen ze kunnen dragen.
Elise weet dat verbergen in de bezemkast momenteel de beste optie is, en ze trekt James dan ook aan zijn trui mee de kast in. Maar vlak voordat ze erin verdwijnen, meent James te zien dat de kleur van de jonge vrouw ineens veranderd is. Nu is ze niet meer groen, maar paars.
Nienke grijpt Amber bij haar middel en trekt haar ook richting de kast. Ze slaan de deuren dicht en Nienke bid dat de spoken niet door deuren kunnen, hoewel ze dat ten zeerste betwijfelt.
De groep buiten heeft geen enkel vermoeden van wat zich in het grote landhuis afspeelt. Ze lopen over het zandpad naar de uitgang. Patricia loopt vooraan op een tempo alsof ze de trein moet halen.
'Robbie? Leon?' roept ze om de haverklap.
'Leon?' roept Joyce die vlak achter haar loopt. 'Robbie?'
Finn besluit om er nog een extra schepje bovenop te gooien. 'ROBBIE! LEON!' schreeuwt hij boven iedereen uit.
Een vogel vliegt met een hoop vleugelgeklap plotseling uit de struiken. Joyce, Loren en Sophie gillen alle drie even. Geschrokken blijft iedereen staan, maar behalve de vogel horen ze nergens een geluid, nergens een stem.... nergens iets wat aanduidt waar Robbie en Leon zouden kunnen zijn.
'Willen jullie ook wat knoflook?' grapt Fabian, die met de bos zwaait die hij van Amber had gekregen.
Maar Patricia is niet in de stemming voor goedbedoelde grapjes.
'Ik wil geen knoflook! Ik wil Robbie! Oh, dit is niet leuk!' roept ze stampvoetend. Haar wangen zijn rood van frustratie.
Loren legt haar hand op Patricia's schouder. 'We vinden ze wel,' zegt ze troostend.
'Precies,' stemt Joyce ermee in. 'En dan gaan we Appies verjaardag vieren.'
Patricia kijkt hen hoopvol aan. 'Echt?'
De twee meiden knikken.
'Ik dacht dat dit leuk zou worden, ons laatste feestje,' mompelt Patricia geëmotioneerd. In haar ooghoek glinsteren tranen die ze driftig wegveegt. Om zichzelf een houding te geven, stampt ze verder op het pad. 'Robbie! Leon!'
Als ze bij het hek aankomen, verandert Patricia's snelwandelen in echt rennen. 'Nee, het is dicht!' roept ze panisch. 'Het hek is dicht!'
Ze rammelt aan de spijlen, maar het hek zit stevig op slot. 'Robbie! Leon!' roept ze door de spijlen heen.
'Hoort dit er ook bij?' vraagt Sophie angstig aan Benjamin, die net zoals haar met grote ogen naar het hek kijkt. Er is twijfel op zijn gezicht af te lezen.
Mick voelt aan het hangslot dat om de poort heen hangt, maar er is geen beweging in te krijgen. Joyce haalt dan maar haar schouders op en duwt haar haarband met de duivelshoorntjes weer wat rechter.
'Nou ja,' zegt ze zo luchtig mogelijk. 'Als het hek dicht is, dan kunnen Robbie en Leon ook niet weg zijn.'
Maar bij het dichte hek met het grote hangslot, en de lucht die boven hen dicht trekt, klinkt het helemaal niet zo luchtig als ze het wilde laten klinken.
'Zoeken!' zegt Patricia vastberaden en ze loopt weg van het hek. 'Robbie! Leon! Robbie!' De anderen volgen haar op de voet.
Fabian rammelt voor de vorm nog even aan de ijzeren poort, als zijn oog op iets vreemds valt. Net onder het slot staan drie woorden in een ijzeren dekplaat gekrast: ik haat jullie!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top