hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3: het spookhuis

Hoe dichter ze bij het huis komen, hoe imposanter het wordt. De voordeur is bijna niet te zien, omdat er bomen en planten voor de ingang groeien. Het dak is gitzwart en een aantal ramen zijn kapot. Bovenop de toren zit een grote klok waarvan de wijzers precies op twaalf uur staan.
Appie bukt zich en loopt onder de bomen en de klimop voor de ingang door. Bij de grote voordeuren die toegang geven tot het huis blijft hij plotseling staan. Hij kijkt omhoog naar de gemetselde boog boven zijn hoofd. De stenen zijn afgebrokkeld en verweerd en er groeit grijsgroen mos tussen. De glazen deuren zijn gedeeltelijk overwoekerd met klimop. Door het geribbelde glas is niets te zien.
Appies hand reikt naar de deurknop, maar dan gaat de deur ineens uit zichzelf open. Zijn grijns verdwijnt abrupt. Hij trekt zijn hand terug en doet in plaats daarvan een stap opzij. Hij maakt quasigalant een gebaar naar Patricia dat zij eerst mag.
'Eehm, Appie!' zegt Patricia, die hem doorheeft en weigert. 'De grote bange poeperd!'
Appie kijkt betrapt. 'Nee, het zit zo. In horrorfilms gaat de eerste die naar binnen gaat altijd meteen-'
Patricia geeft Appie een harde duw, waardoor hij het huis invalt. Hij ligt op zijn buik op de stenen vloer van een gigantische hal en krabbelt snel overeind. De rest van de groep grinnikt en loopt naar binnen toe, maar Loren zet juist een aantal stappen achteruit.
'Ik slaap wel buiten!' zegt ze snel.
'Mooi, ik namelijk ook!' stemt Sophie in, die zich snel bij haar voegt en geen aanstalten maakt om naar binnen te gaan.
'Hoezo? Wat is hier nou weer eng aan?' zegt Kiara stoer. 'Het is maar een spookhuis, hoor.'
Ania grinnikt en knikt. 'Maar wel met allemaal spoken,' plaagt ze, om zo Loren en Sophie meer angst aan te jagen. Loren rolt met haar ogen en kijkt even twijfelend naar Sophie, voordat ze dan toch maar naar binnen loopt.
Midden in de hal staat een levensgrote elfachtige pop met vlindervleugels. Ze houdt haar handen omhoog in een sierlijk gebaar, alsof ze midden in een dans is bevroren. Op haar vingers zit een bontgekleurde vlinder.

Iedereen is nu binnen en ze kijken allemaal stilletjes om zich heen. Er hangen overal kleurige schilderijen met sprookjesachtige taferelen erop. Aan het plafond hangt een grote ouderwetse kroonluchter en halverwege de grote trap staat een groot grijs beeld van een waterspuwer. Hij kijkt streng over het groepje heen naar de ingang, alsof hij bewaakt wie er het huis in komt. Rechts van de trap zijn twee grote deuren waar Appie meteen naar toe rent, maar ze zitten op slot.
Mick en Sofie rennen de woonkamer binnen waar een ouderwetse, zwartglimmende vleugel staat. Sofie duwt op een paar toetsen, maar er komt geen geluid uit de piano. In de woonkamer staan ouderwetse stoelen, een grote bank die bekleed is met rood fluweel en overal zijn poppen: een ridder, een boerinnetje, een vogelverschrikker met stro dat uit zijn mouwen steekt, enzovoorts.
Leon zet zijn bril wat rechter en kijkt naar de grote kroonluchter in de hal. De kristallen pegels die aan het gevaarte hangen hebben de vorm van grote ogen.
'Wauw,' zegt Appie, die ogen tekort komt om het interieur in zich op te nemen. De zon komt door een van de ramen vallen en trekt een gouden baan naar de kroonluchter. Daar spat het licht uiteen in duizenden glimmertjes.
'Het is mooi hè? Het is mooi!' roept Amber enthousiast, alsof ze het huis zelf heeft gebouwd.
Sophie ziet er echter uit alsof ze liever weer naar buiten wilt rennen. Ania grijnst als ze het merkt en begint haar te besluipen. Ze legt haar hand ineens op haar schouder en roept: 'BOE!'
Sophie slaakt een gil en springt achteruit. Ze stopt als ze ziet dat het Ania is.
'Ania!' roept ze gedeeltelijk opgelucht en legt haar hand op de plek van haar hart. 'Ik schrok me bijna dood!'
Kiara lacht om wat er gebeurt en geeft Ania een high five. 'Dat was een goeie,' zegt ze tegen haar, waarna Ania grinnikt.
Sophie trekt haar neus op en loopt naar Benjamin toe. 'Niet grappig,' mompelt ze tegen haarzelf.
Maar zij is niet de enige die vandaag aan het schrikken wordt gemaakt. James rent naar Elise toe en tilt haar plotseling op. Die schrikt omdat het zo onverwacht kwam en kijkt meteen achterom.
'James!' zegt ze en begint te lachen. 'Schrok je?' vraagt hij plagerig.
Elise rolt met haar ogen. 'Oh ja hoor, heel erg,' antwoord ze sarcastisch en grinnikt. James lacht en zet haar weer neer, alleen blijft zijn arm wat langer om haar middel dan nodig is. Elise's adem stokt even als hij dat doet, maar ze trekt niet weg.
Leon loopt intussen naar de elfachtige pop toe en bestudeert het aandachtig.
'Wat doet zo'n sprookjesachtige pop hier in een spookhuis?' vraagt hij zich hardop af.
'Misschien is het gewoon voor de sier,' oppert Sophie, die eindelijk de moed heeft gevonden om wat meer rond te lopen.
Kiara kijkt haar met een grijns aan. 'Of het is stiekem een horror pop,' plaagt ze. 'Kijk maar uit, straks staat hij naast je bed.'
Ania besluit om mee te doen. 'Ja,' valt ze Kiara bij. 'En dan vermoord hij je in je slaap.'
Sophie trekt helemaal wit weg. 'Nee, ieuw!' gilt ze.
Benjamin gaat bij Sophie staan en kijkt geïrriteerd naar Kiara en Ania. 'Hou toch op jullie twee,' moppert hij. 'Je ziet toch dat ze het niet leuk vind!'
Ania geeft hem een quasi onschuldige blik en Kiara haalt nonchalant haar schouders op.
Amber gooit ondertussen haar roze tasje op een lessenaar die midden in de hal staat. Op de lessenaar zit een grote witte oogbol met een blauwe iris erop. Als het tasje het oog raakt klapt hij ineens open, maar Amber merkt het niet, want ze hoort iets. Ze horen allemaal iets.... voetstappen.
Boven hun hoofd klinken langzame voetstappen op een krakende houten vloer. Iedereen kijkt naar boven, naar het plafond waar schilderingen van allerlei sprookjesfiguren opstaan: elfjes, draken, feniksen en rare wezens met veel te veel armen.
De voetstappen gaan door, alsof iemand boven hun hoofd loopt te ijsberen.
'De vampier...' fluistert Appie zachtjes. Zijn ogen stralen helemaal.
'Yeah, een vampier,' mompelt Lea een beetje zenuwachtig en grijpt de arm van Appie vast.
Ineens komt er vanuit het niets een bal de trap afgestuiterd. Danny geeft een afgrijselijk hoge gil die hun oren laat tuiten. De bruine leren bal komt zijn kant oprollen, waarop Danny achteruit loopt en zich stevig vast klampt aan Elise. Die kijkt hem geïrriteerd aan.
'Danny!' sist ze en wrikt zich los uit zijn greep. 'Het is maar een bal hoor.'
Appie komt bijna niet meer bij als hij Danny's angstige gezicht ziet. 'Danny gilt als een meisje!' lacht hij.
'Nietes!' roept Danny terug.
'Danny is bang,' pest Appie verder en hij springt en danst om Danny heen. 'Danny-ielle, Danny-ielle, aha, aha,' zingt hij.
'Ik ben geen meisje en ook niet bang!' bijt Danny hem toe terwijl hij zijn bril weer recht duwt.
'Banger dan ik? Wedden?' vraagt Appie uitdagend. Hij steekt zijn hand uit. Danny twijfelt zichtbaar. Appie brengt zijn gezicht vlak bij dat van Danny. 'Of durf je soms niet, Danny-ielle?'
Dat doet het hem. Danny grijpt Appies hand en schudt die ruw op en neer. 'Deal - AAAAAAAAAAH!'
Appies hand laat ineens los. Danny heeft een afgehakte arm in zijn hand die hij met een gil op de grond gooit.
'Een-nul,' zegt Appie droog. Hij zwaait zijn eigen hand, die nog gewoon vastzit, voor Danny's neus heen en weer.
Elise zucht diep en wrijft met een vinger over haar slapen. 'Hoe ga ik dit ooit overleven?' mompelt ze in haarzelf.
Appie loopt naar zijn nephand toe, die vlak voor een deur ligt, en pakt hem op. Dan opent hij nieuwsgierig de deur. 'De bezemkast,' mompelt hij teleurgesteld en doet hem weer dicht.
Nienke bestudeerd intussen de vlinderpop, net zoals Leon daarstraks. Ze vind het eigenlijk een beetje griezelig, want de pop ziet er zo echt uit. Om haar mond speelt een mysterieuze glimlach, alsof ze geheimen van het huis ziet waar de Anubis bewoners niks vanaf weten.
'Best eng, hè?' flapt Nienke eruit tegen Fabian. Haar wangen worden rood, omdat ze zich een beetje schaamt. Een vlindermeisje is niet echt iets wat je als "eng" zou omschrijven. Ze glimlacht verontschuldigend naar haar vriendje. 'Ik bedoel...'
Voordat ze haar zin kan afmaken geeft Amber ineens een gilletje. Ze heeft haar tasje opgepakt en de envelop ontdekt. Ze graait hem uit de oogbal en rist de envelop met haar zuurstokroze nagel open. De anderen gaan om haar heen staan. Appie wiebelt heen en weer van de ingehouden spanning.
'Welkom in het spookhuis,' leest Amber voor. 'Wees op je hoede, want als de klok twaalf slaat gaat het griezelen beginnen!'
Ze gilt meteen weer en wijst naar de grote klok in de hal. De wijzers wijzen vijf over elf aan.
'We hebben nog een uur!' roept ze. 'Snel kamers verdelen!'
Ze rent naar de trap, maar Appie slaat zijn armen om haar heen, tilt haar op en zet haar achter hem neer. 'Niet zo snel, blondie,' zegt hij zelfingenomen. 'Ik ben jarig, dus ik mag als eerste een kamer uitzoeken.'
Hij heeft niet door dat de rest van de groep heel stil achter zijn rug al de trap opsluipt. Hij geeft Amber een zetje en draait zich om. Dan pas ziet hij de rest, die al bijna boven aan de trap zijn.
'Hé! Dat is vals spelen!' roept hij en rent zo snel als hij kan achter hen aan de trap op. Nienke en Elise zijn samen al halverwege de trap, maar ze worden tegen gehouden door Amber die moeite heeft met haar koffer. Hij is zo groot dat er makkelijk een babynijlpaard in zou kunnen passen.
'Nienke! Elise!' roept ze tegen hen en probeert het gevaarte met zich mee te slepen. 'Help me even!'
'Nee hè,' zucht Elise. Ze loopt samen met Nienke weer naar beneden en tilt samen met haar de koffer op. Hij is alleen ongelooflijk zwaar en voelt aan alsof er een half huis aan bakstenen in zit.
'Zeg, heb je al je make-up mee genomen ofzo?' puft Nienke.
'Welnee!' antwoord Amber en trippelt zelf de grote stenen trap op. 'En nou opschieten, want anders hebben we de kleinste kamer!'
Elise en Nienke wisselen even een blik met elkaar en sleuren dan zo goed en zo kwaad als het kan de koffer de trap op.
Halverwege de trap kijkt Nienke even naar het rare grijze beeld dat op het platje staat. Het heeft een puntig mensengezicht, als een vogelwezen met een kaal hoofd, en het lijf van een man die in een soort springende kikkerpositie zit, alsof hij elk moment van de trap kan springen. Nienke rilt even als ze naar de ogen van het beeld kijkt: het lijkt net of ze haar echt aankijken. Gelukkig maakt de trap na het platje een bocht naar rechts, zodat ze niet meer ernaar hoeft te kijken. Maar nu heeft ze het gevoel dat zijn ogen in haar rug prikken. Ze durft zich niet om te draaien, omdat ze bang is dat hij echt zijn hoofd heeft gedraaid en hun richting op kijkt....

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top