Hoofdstuk 3

'We gaan maar een nachtje weg, mam.' zeg ik als ik aan Sander heb gevraagd hoe lang we weg gaan. 'O, dan is het goed!' zegt mijn moeder met een lieve glimlach en steekt een duim op. 'Ik moet om half acht bij de ingang van het bos zijn.' vertel ik nog en mijn moeder knikt. Dan trekt ze zich terug en ik hoor haar naar beneden gaan.

Snel pak ik de laatste dingetjes en hijs dan mijn tas op mijn schouder. Dan loop ik mijn kamer uit. Onderweg naar beneden bekijk ik een kaart van het bos, de kaart is al zo'n vijftig jaar oud is, dus is het lastig te bekijken. Omdat er scheuren in zitten, kan ik niet goed berekenen hoeveel kilometer het in totaal is. Het blijkt dat er vroeger een boerderij in het bos stond. Zouden mijn ouders weten wat daar mee gebeurd is? In de gang zet ik mijn tas neer en loop de woonkamer in en ik kom mijn vader tegen op de bank.

'Ha, die Sean! Heb je er een beetje zin in?' vraagt mijn vader vrolijk. Dat is raar, toen ik er over begon keken ze moeilijk en bezorgd. Maar nu zijn ze heel vrolijk! Waarom dat nu weer? 'Pap, wat is er met het boerderij gebeurd wat vroeger in het bos stond?' vraag ik voorzichtig en laat de kaart zien. Meteen grist mijn vader de kaart uit mijn handen en bekijkt hem aandachtig. 'Niemand weet wat er met die boerderij is gebeurd. Maar blijf wel daar uit de buurt, het schijnt dat het daar spookt.' vertelt mijn vader en kijkt me streng aan. Ik knik en pak de kaart weer uit zijn handen. Snel loop ik naar mijn moeder in de keuken en zie dat ze bezig is met de borden in de vaatwasser te zetten. 'Mam, ik moet gaan. Tot morgen weer.' zeg ik en geef haar een knuffel. 'Doe lieverd, ik ga je missen.' zegt ze en ik rol met mijn ogen.

Ik loop de keuken weer uit en neem nog even gauw afscheid van mijn vader. Dan loop ik naar de gang toe en trek mijn wandelschoenen aan. Zodra ik mijn schoenen aan heb pak ik mijn warmste jas van de kapstok en hijs dan de tas op mijn rug. 'Tot morgen!' schreeuw ik door het hele huis en hoor nog hoe mijn ouders veel plezier terug roepen. Ik stap het huis uit en begin aan mijn tocht naar het begin van het griezelbos. Nu maar hopen dat ik niet te laat of te vroeg ben.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top