8. Fynn

Ik bleef staan, terwijl tot me doordrong wat ik moest doen.

'Je gaat die man toch niet aan zijn lot overlaten?' vroeg Nestor, een geamuseerde blik op zijn gezicht.

Nee, dat ging ik niet. Ik richtte mijn aandacht op de slotgracht voor me om te kijken hoe ik bij de man in de kooi kon komen.

Er stonden vijf langwerpige stenen pilaren in, zo ver uit elkaar dat er een grote sprong nodig was om van de ene naar de andere te gaan. Ze vormden een pad naar de overkant, zoals glibberige stenen die net boven het water uitsteken een pad vormen naar de overkant van een beek of rivier. Verraderlijk. Eén misstap en ik was er geweest, dan zou ik levend verbranden in de roodgloeiende lava die drie meter dieper borrelde.

Ik zocht wanhopig naar een andere manier om de slotgracht over te steken. Met elke optie die afviel, kneep mijn keel zich weer een stukje verder dicht. Ik schudde mijn hoofd. Er waren geen omwegen, de enige manier om de overkant te bereiken was via de stenen pilaren.

Ik was fit en atletisch vanwege het werken op de boerderij, paardrijden en zwemmen dat ik regelmatig deed. Ver genoeg springen zou me wel lukken. Het probleem school in de bovenkanten van de pilaren. Als die glad waren, kon ik zo fit en atletisch zijn als ik wilde, dan stortte ik de afgrond in bij de eerste sprong die ik maakte.

Een tweede grom hielp me eraan herinneren wat ik hier kwam doen. Als ik Nestors leerling wilde worden, dan was hier blijven wachten en bang doen geen optie. Dan moest ik in actie komen.

Ik negeerde mijn instinct, dat schreeuwde dat dit te gevaarlijk was, en nam de sprong.

Op het moment dat ik kracht zette om te springen, brokkelde de grond onder mijn voeten af. Daardoor had ik geen grip meer en kon ik me op het einde niet zo hard afzetten als ik wilde. Ik voelde meteen dat de sprong niet goed was. Met alle geluk van de wereld belandde ik nog net met mijn voeten op de rand van de eerste pilaar in plaats van meteen in de lava, maar dat zou me niet redden. Het was alleen uitstel van executie. 

Mijn voeten stonden slechts op de rand van de bovenkant van de steen, waardoor mijn lichaam achterover helde. Het voelde onwerkelijk. Ik had verwacht dat het eng zou zijn om te weten dat je gaat sterven, dat elke vezel in je lichaam zich ertegen zou verzetten en zich wanhopig vast zou klampen aan het leven. Maar in plaats daarvan kwam er een vreemd soort berusting over me heen. Alsof mijn onderbewustzijn zich erbij neergelegd had dat ik dood was, en wist dat het geen nut had om zich nog langer zorgen te maken. De angst die ik zo even had gevoeld was compleet weg. Zonder stress viel ik mijn dood tegemoet.

Tot ik midden in de lucht bleef hangen. 

Mijn voeten stonden nog op de pilaar en mijn lichaam was inmiddels parallel aan de grond, maar een vreemde kracht voorkwam dat ik verder naar beneden viel. Ik kreeg de controle over mijn lichaam terug en kon geheel tegen de wetten van de zwaartekracht in weer omhoog komen. Waar ik net nog bijna dood was geweest, stond ik nu kaarsrecht en stevig bovenop de eerste pilaar.

Dit was al de derde keer dat mijn leven door een Openbaring gered was. Hier kon ik wel aan wennen.

Met vernieuwd zelfvertrouwen, wetend dat ik niet meer in de afgrond kon storten omdat ik nu bovennatuurlijk goed mijn evenwicht kon bewaren, sprong ik van steen naar steen. Binnen een paar tellen was ik aan de overkant.

Ik bekeek mijn volgende obstakel: de poort die ik open moest zien te krijgen. Terwijl ik om me heen keek of ik ergens een hendel kon vinden, viel het me op dat er twee meter onder de stenen pilaren een pad liep. Dat was er net nog niet geweest. Of had ik hem over het hoofd gezien?

Dat waren zorgen voor dadelijk, als ik de man had bevrijd en we weg moesten rennen van het kasteel. Nu was het eerst zaak om die poort te openen. 

Natuurlijk vond ik geen hendel. Geen enkel goed beveiligd slot zou zoiets buiten de muren hebben staan. Het mechanisme zou van binnenuit bestuurd worden, daar waar eventuele vijanden er niet bij konden.

Even vroeg ik me af of ik gewoon door de poort heen kon lopen, maar ik zag geen enkele manier waarop dat mogelijk was. Hij was minstens tien keer zo hoog als ik, gemaakt van zwaar metaal, en de ruimte tussen de spijlen was te klein om me tussendoor te wurmen.

De twee duivelvormige torens naast de deur leken ook geen oplossing te bieden. Ze waren half zo hoog als de poort en hadden een twee meter hoge ingang die compleet gevuld was met lava. Ik keek of er een knop of een hendel op de buitenkant van de torens zat, maar ook dat was niet het geval.

'Fynn! Fynn! Hier!' De man in de kooi riep mijn naam en zwaaide nog een keer wild met zijn armen, waarschijnlijk om mijn aandacht te trekken.

Hoe wist hij mijn naam?

'Ik weet hoe je de poort en de kooi open kunt maken. In de wachttoren aan je rechterkant zit net boven de kamer met lava een ronde opening. Daarin hebben de bewakers de sleutels verstopt. Pak hem, snel!' Hij keek angstig achterom.

Er was geen derde grom meer geweest, maar dat betekende niet dat het veilig was. Het was eerder een stilte voor de storm.

'Weet je zeker dat een sleutel deze poort open maakt? Hij is gigantisch, daar wordt meestal—'

'Ja, ik weet het zeker! Kom, er is geen tijd om te discussiëren. Pak die sleutels.'

Ik keek naar de rechter wachttoren en zag wat de man bedoelde. Precies boven de lavaruimte was een rond gat met ongeveer de doorsnede van het achterwerk van een goed vetgemest varken. Nu ik wist dat ze er waren, zag ik de sleutels al bungelen. Ze weerkaatsten rood in de gloed van de lava in de kamer onder ze.

Ik stond nog steeds op de plek waar ik na mijn sprongen over de slotgracht was geëindigd, en dat kwam nu goed uit. Vanaf hier liep er een reling in een boog naar de bovenkant van de poort. Als ik op die boog klom, kon ik vanaf daar de sleutels pakken.

Door alle tijd die ik had doorgebracht in het bos was ik een behendige klimmer, dus klauterde ik makkelijk naar boven. Ik griste de sleutels van het haakje waar ze aan hingen, sprong naar beneden, en rende het laatste stukje naar de poort.

Verwoed zocht ik naar de juiste sleutel voor het slot, maar ze zagen er allemaal ongeveer hetzelfde uit. Omdat ik geen idee had welke ik moest hebben, pakte ik de eerste de beste sleutel en probeerde hem uit.

Opnieuw klonk er een grom, deze keer dubbel zo luid als de vorige twee. Het gevaar kwam dichterbij.

'Nee, niet die sleutel. Je moet die links daarvan hebben. Kom op man, ik wil niet dood.'

Ik wilde tegen hem zeggen dat het niet hielp om me druk op te leggen, maar bedacht me net op tijd dat ik in zijn plek waarschijnlijk hetzelfde zou doen.

Ik pakte de volgende sleutel aan de ring. 'Deze?'

'Ja, die! Die werkt voor de poort en de kooi.'

Ik stak de sleutel in het slot en draaide hem om. Een duidelijke klik vertelde me dat dit inderdaad de juiste was. De poort zwaaide als uit zichzelf open en ik sprintte door naar de kooi om daar hetzelfde te doen.

Aan de achterkant van de ruimte zag ik een monsterlijk grote schaduw. Behoorde die tot het beest dat zo gromde?

Terwijl ik naar de man liep, ging hij snel even met zijn hand over de bodem van de kooi. Wat een raar zenuwtrekje. 

Hij zag dat ik gezien had wat hij deed en keek me geschokt aan. Nee, geschokt was niet het goede woord. Betrapt. Hij keek me aan alsof ik hem ergens op had betrapt.

Er klonk een luid gerammel in de buurt van de schaduw aan de achterkant, als een kooi die open ging. Ik zag al wat eruit kwam lopen: een gigantische wolf.

Shit. Ik had geen tijd om me zorgen te maken om de vreemde acties van de man. Ik moest hem bevrijden en we moesten zo snel mogelijk weg, voor we aan stukken gescheurd werden.

Ik maakte de kooi open en gebaarde dat hij naar de uitgang moest rennen. Hij pakte de sleutels van me af en deed precies wat ik zei, sneller dan ik had verwacht. Terwijl ik nog naar de poort toe rende, stond hij al buiten.

Hij draaide de sleutel om in het slot. 

Ik zat gevangen in een kamer met een bloeddorstig monster.

----------

Wat is er aan de hand? Waarom sluit de man die Fynn net gered heeft hem nu ineens op in het kasteel? 

En hoe gaat Fynn ervoor zorgen dat hij hier weer uit komt?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top