7. Fynn

'Dus we zijn allemaal akkoord met de voorwaarden?' vroeg de lange man met het korte, grijzende haar en de donkerpaarse tuniek. Hij had een dikke, maar niet lange baard en snor die de hele onderkant van zijn gezicht bedekten.

'Net zo akkoord als toen we twee jaar geleden afspraken dat Fynn je laatste leerling zou worden, Nestor. Behalve dat ik hem nu nog liever het huis uit zie gaan dan,' zei mijn vader lachend.

'Goed, dan mogen jullie hier je handtekening zetten.'

Mijn ouders krabbelden met een ganzenveer in de twee hokjes die Nestor had aangewezen.

Vervolgens richtte hij zich tot mij. 'En wij gaan de afspraak verzegelen op een speciale manier, jongen. We gaan elkaar de magiërsgroet geven.'

Ik keek hem vragend aan.

'We pakken elkaars polsen vast en daarna in één vloeiende beweging elkaars handen.'

Wat een toeval. Wilde hij precies hetzelfde doen als Lena vanmiddag gedaan had? Het leek me sterk dat iemand die twee generaties ouder was, dezelfde gebaren gebruikte als zij.

'Kom, waar wacht je nog op?'

Ik vouwde mijn hand om zijn pols en hij deed hetzelfde bij mij. Zijn greep was sterker dan die van Lena. In plaats van een slap handje dat niet eens helemaal om mijn arm heen paste, voelde ik nu een bankschroef die net niet strak genoeg aangedraaid was om pijn te doen, maar me wel stevig vastzette. Ondanks dat hij er met zijn slanke lichaamsbouw niet zo uit zag, was Nestor sterk.

Ik had verwacht dat hetzelfde zou gebeuren als bij de groet met Lena, maar toch verraste de schok me toen ik hem weer voelde. 

'Wat was dat?' vroeg ik.

'Beschouw wat ik je nu ga vertellen alvast als je eerste les—en ook meteen een belangrijke. Zorg dat je hem goed onthoudt. Die schok die je net voelde, komt doordat wij allebei magische energie door ons lichaam hebben lopen. Door de magiërsgroet te doen, creëer je wrijving tussen twee energiebronnen, wat de schok veroorzaakt.'

Ik knikte om aan te geven dat ik het begreep. Lena had dus ook magische krachten. Gek, dat had ze me niet verteld. 

'Je voelt hem alleen als je deze groet doet met een andere magiër, niet als minstens één van de twee personen een gewoon mens is. Het is een beroepsgeheim. Sommige niet-magiërs die ons wel eens de begroeting hebben zien doen, denken dat ze kunnen doen alsof ze één van ons zijn door hem ook te gebruiken. Als iemand dat ooit doet, moet je het spel meespelen. Dat geeft je namelijk een belangrijke troef: je hebt kennis die zij niet hebben. Maar blijf in zulke gevallen wel op je hoede. Mensen die achterbaks genoeg zijn om zoiets te proberen, hebben vaak slechte bedoelingen.'

'Voel je de schok ook als je de hand schudt met een heks?'

'Goede vraag. Nee, het is iets dat alleen gebeurt tussen magiërs. Hoezo?'

'Niks, ik vroeg het me gewoon af.'

Lena had dus toch geen magische krachten. De schok die ik bij haar had gevoel, kwam door iets anders.

'Goed. Ik hou ervan als mijn leerlingen veel vragen stellen.' Na een korte stilte vervolgde hij: 'Dan is het nu tijd om afscheid te nemen van je ouders. Ik zal buiten bij de paarden op je wachten, neem je tijd. Je kunt er beter iets langer over doen en goed afscheid nemen, dan het afraffelen omdat je mij niet wilt laten wachten.'

Hij liep naar buiten en ik bleef met mijn ouders over in de keuken.

We hadden niet veel meer te bespreken, dat hadden we de afgelopen weken al gedaan. Toch wilde mijn vader nog een kleine afscheidsspeech houden. 'Veel succes, zoon, we weten dat je dit kunt. Je tijd met Nestor zal zwaar worden, maar je bent uit het juiste hout gesneden. Doe je uiterste best, ook op de momenten dat je daar geen zin in hebt of dat het niet nuttig lijkt. Vertrouw op een goed einde. Nestor is streng, maar rechtvaardig. En belangrijker nog: hij is een meester in zijn vak, één van de beste die Karthes ooit gekend heeft. Luister goed naar hem, hij zal je veel leren.'

'Ik ga het doen, pap. Ik ga jullie trots maken.'

'En vergeet nooit het belangrijkste dat Mara en ik je geleerd hebben.'

'Dat ik me niet mee moet laten lokken door onbekende oude mannen?'

Mijn moeder barstte in lachen uit, terwijl mijn vader zijn best deed om serieus te blijven. Het lukte niet helemaal. 'Nee, grapjas,' zei hij. 'Wat er ook gebeurt, volg altijd je hart. Luister naar je verstand als extra adviseur die het soms bij het rechte eind heeft.'

Ik maakte zijn advies af. 'Maar bij twijfel weet je hart het altijd beter.'

'Precies.'

Ik gaf ze nog een laatste knuffel en zei gedag. Daarna ging ik naar buiten, naar Nestor.

Nu zou het avontuur echt beginnen.

***

Op weg naar Nestors huis kwamen we langs de bakker, de slager en de banken van de verschillende koopmannen. Dat betekende dat Nestor in het centrum moest wonen.

Ergens verbaasde dat me. Ik had verwacht en stiekem ook gehoopt dat een Patronus aan de rand van het dorp zou wonen, omdat daar meer ruimte en meer rust was, wat vast goed van pas kwam bij het veilig houden van het dorp. De meeste mensen waren bang voor het werk dat een Patronus deed, dus ze zouden vast niet zo blij zijn als het in het centrum, naast hun huizen werd uitgevoerd. Het voordeel was wel dat we nu dichter bij het weeshuis waren, dus dat ik Nestor makkelijker mee kon krijgen om Miranda met een bezoekje te vereren.

Het laatste stukje van de tocht was anders dan ik me had voorgesteld. In plaats van op de marktplaats in het centrum, kwamen we terecht op een plek die ik niet kende. Het was niet zo dat de wereld ineens voor mijn ogen veranderde in iets onbekends, maar meer alsof deze plek hier altijd al geweest was. Alsof ik me gewoon verkeerd herinnerde dat er hier een markt zat.

De nieuwe omgeving leek in niks op de oude. Karthes was door zijn bruisende leven en inwoners een kleurrijke stad, terwijl hier alle kleuren behalve rood verdwenen waren. De Karthese gebouwen hadden plaatsgemaakt voor een spookslot in een spookwereld. Nestor en ik stonden voor de ingang van een kasteel dat er door zijn rode gloed net als de rest van de wereld sinister uitzag.

Een onbehaaglijk gevoel bekroop me. Wat was dit? Een dikke mist gaf de lava in de slotgracht van het kasteel een mysterieuze gloed. In de verte was het geluid van metaal op metaal te horen en de lucht rook naar verbrand hout, alsof ik terecht was gekomen in een grote, duivelse smederij. Nu ik erover nadacht, was deze plek precies als hoe de hel er volgens de kerk uitzag.

Ik keek om naar Nestor om te zien of hij wist wat er aan de hand was, maar daar schoot ik niks mee op. Zijn gezicht was uitdrukkingsloos. Wat er ook aan de hand was, ik hoefde van hem niet te verwachten dat hij het me uit zou leggen.

In de verte iets zag ik iets dat meteen mijn beschermingsinstinct aanwakkerde. Achter de tien meter hoge ijzeren spijlen die de poort van het slot vormden, hing een grote kooi met daarin een volwassen man. 

Terwijl hij wild met zijn armen zwaaide en om hulp schreeuwde, klonk dieper uit het gebouw een luide grom, als van een leeuw die honger had.

----------

Ik heb het schrijversvirus aardig te pakken vandaag. Als cadeautje krijgen jullie er meteen een tweede hoofdstuk bij!

Je mag me altijd belonen met een stem voor mijn harde werk als je het kunt waarderen :D

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top