51. Fynn
Toen Miranda zich ervan had verzekerd dat Lena geen kant op kon en zich ook niet onzichtbaar kon maken, keerde ze zich tot mij. Haar ogen vielen op de ring die ik bewust zichtbaar in mijn handpalm had gelegd. Even leek ze te schrikken, maar al snel had ze haar zelfverzekerde houding weer terug. Ik wist echter al genoeg; ze vond het niet leuk dat ik de ring had. Het was inderdaad een krachtig artefact.
'Ik had al gehoopt dat jij ook langs zou komen, Fynn. Alleen vind ik het jammer dat je iets hebt dat van mij is. Dat mag je aan me teruggeven.' Ze zette een stap dichterbij en stak haar hand uit. Nog twee stappen verder en ze zou hem zo uit mijn hand kunnen pakken. Dan was ik de enige kans die we hadden kwijt.
Voor ik antwoord gaf, zette ik een stap naar achteren. 'Nee, dat ga ik niet zomaar doen. Hou je afstand, of ik doe hem om. We weten allebei dat het dan lastig voor je wordt om nog iets te beginnen. Ik heb de kracht van de ring gevoeld, Miranda.' Dit had ik van tevoren bedacht; ik verzweeg bewust haar echte naam, zodat ik dat als verrassing kon gebruiken als het nodig was. Het was nooit slim om je troeven meteen weg te geven. 'En wij weten allebei dat ik dit gevecht zonder enige twijfel verlies als jij de ring terug hebt, dus dat ik hem niet zomaar ga teruggeven.'
'Ik moet zeggen dat je kalmte me verbaast. Voor zo ver ik weet, ben je normaal gesproken juist niet zo goed in rustig blijven op momenten dat het ertoe doet. Weet je nog die keer dat je probeerde in te breken bij mij, midden in de nacht? Je was net als een olifant in een porseleinkast; ik hoorde je al aankomen nog voor je überhaupt naar binnen ging.'
'Maar blijkbaar was deze olifant wel slim genoeg om toch je kistje te kunnen stelen, ook al werd hij door jou gevangen.' Haar opmerkingen over mijn rust waren vervelend omdat ik ergens diep van binnen wist dat ze gelijk had, maar dat ging ik niet laten blijken. Ik was altijd al goed geweest met woorden. Wat mij betreft ging dit woordenduel nog wel even door. Hoe langer het duurde, hoe ongeduldiger Morgan zou worden, en hoe eerder ze domme dingen zou doen of het initiatief zou nemen—waarmee ze mij dus de kans zou geven om haar te verrassen.
'Ach, het maakt toch allemaal niet meer uit. Karthes gaat eraan en de Cirkel gaat zijn plan voltooien, of jij mijn schatkist nou hebt of niet. Deze confrontatie is alleen een klein obstakel op mijn, onze, weg naar wraak. Wat er hier ook gebeurt, je zult ons niet kunnen stoppen.'
'Dat denk ik niet,' zei ik, zo kalm als ik kon. Mijn hart stond bijna op ontploffen, maar dat kon zij niet horen.
Haar ogen vernauwden. 'Hoezo denk je dat niet?'
'Omdat jullie niks kunnen zonder dat mooie ding dat ik hier in mijn hand heb.' Ik pakte de ring tussen mijn wijsvinger en duim vast en draaide hem rond terwijl ik hem opzichtig bekeek.
'Je kunt Latijn,' concludeerde Miranda. Opnieuw leek ze even bang. Ze vroeg zich natuurlijk af wat ik nog meer van de brieven had gelezen. Nu baalde ik ervan dat ik niet meer had gevonden, blijkbaar zaten er meer belangrijke dingen tussen.
'Maar natuurlijk. Hoe dacht je anders dat ik zoveel over de Cirkel te weten was gekomen?' Eigenlijk had ik de term net pas voor het eerst gehoord, maar een beetje bluffen was nooit verkeerd.
'Genoeg,' snauwde ze. 'Geen spelletjes meer. Je hebt niet alle troeven in handen. Kijk maar naar mijn persoonlijke assistent. Die gaat de tijd van zijn leven hebben als je niet naar mij luistert.'
Lena zag er lijkbleek uit, omdat ze wist dat Miranda het over de Cochara en haar had.
'Goed, nu we dat duidelijk hebben gemaakt, ga ik je een keuze geven. Ik ga je een veilige uitweg bieden, die garandeert dat jij en Lena de rest van jullie leven geen last zullen hebben van mij en de Cirkel, ook niet als we Karthes en de rest van de wereld dadelijk in onze macht hebben. Je hoeft slechts één ding te doen: mij de ring geven. Dan regel ik dat jij en Lena de rest van jullie leven je nooit meer ergens zorgen om hoeven te maken, kunnen jullie samen een hutje krijgen in een plek hier ver vandaan, met genoeg eten en drinken om het de rest van jullie leven vol te houden. Dan kun je verhalen schrijven wat je wilt, en kan Lena tekenen wat ze wil. Niemand zal jullie een strobreed in de weg leggen. Het enige dat je daarvoor hoeft te doen, is mij de ring geven en een Eed afleggen.
'Je kunt de ring nu omdoen en daarna opnieuw luisteren naar mij als ik dit verhaal vertel, dan weet je zeker dat ik de waarheid spreek. Eigenaren van ringen kunnen niet liegen tegen de persoon die hun ring draagt.' Ze zag mijn skeptische blik, want ze vervolgde: 'Doe het nou maar gewoon. Ik begin mijn geduld te verliezen.'
Was het een truc? Zou ik verliezen op het moment dat ik de ring omdeed? Er bestond een kans dat ze me dan in haar macht zou kunnen krijgen, bijvoorbeeld. Dan maakten we geen schijn van kans. Het was nogal moeilijk om iemand te verslaan als die persoon je acties kon controleren.
Echter, als ze me inderdaad in haar macht kreeg als ik de ring om deed, dan waren we sowieso gedoemd om te verliezen. De ring maakte namelijk deel uit van mijn plan. Als ik hem niet om kon doen, konden we Morgan sowieso nooit verslaan.
Daarom deed ik wat ze vroeg, en schoof ik de ring om mijn vinger.
Het voelde alsof iets in mijn lichaam reageerde op de ring. Ik werd niet, net zoals de vorige keer, meegezogen in een visioen, maar er gebeurde wel iets met me. Het was eigenlijk net als kriebel door je hele lichaam, maar dan heftiger. Voor mijn gevoel waren er wel duizend insecten in mij, die op dit moment allemaal hun weg naar buiten probeerden te zoeken.
Maar het was niet zo dat Morgan controle over me had. Ik kon nog steeds zelf bewegen en zelf nadenken. Wat ik voelde, was hoogstwaarschijnlijk magische energie, maar dan zoveel dat ik het nog nooit eerder had meegemaakt en dat ik er dus nog niet helemaal op voorbereid was.
'Voel je het?' vroeg Morgan. 'Voel je de kracht? Luister goed naar me terwijl ik mijn voorstel opnieuw doe.'
Ik voelde me krachtig. 'Ik ben een en al oor.'
'Ik ga je een aanbod doen: als je mij de ring teruggeeft, leggen we samen een Eed af die garandeert dat jij mij nooit meer een strobreed in de weg mag leggen, en andersom; dat ik Lena en jou nooit een haar mag krenken. Wij zullen doorgaan met het uitvoeren van ons plan, jullie zullen een veilige plek krijgen ergens aan de andere kant van de wereld, daar waar jullie nog jaren ongestoord kunnen leven voor wij het komen overnemen. Niets of niemand zal op de één of andere manier vanwege mij jullie iets aandoen, ik ga niet een flauwe uitweg uit de Eed zoeken. Wij krijgen vrij spel, jullie krijgen vrijheid. Dat is mijn aanbod.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top