36. Fynn

In het vorige hoofdstuk:

Fynn is gevangen door Miranda nadat hij probeerde iets uit haar weeshuis te stelen. Op dit moment wacht hij tot Nestor hem komt ophalen en hem gaat straffen. Hoe gaat dat aflopen? Welke straf gaat hij krijgen?

"Zo ging ik nog een hele tijd door met mezelf martelen, zonder dat ik enige controle had over mijn gedachten. Ik had dan wel les in meditatie gehad, tegen deze chaos in mijn hoofd was niks opgewassen."    

----------

Na een eeuwigheid wachten, tegen de tijd dat het alweer licht begon te worden buiten, ging de deur open. De enkele kaars die Miranda vasthield terwijl ze naar binnen liep, werkte nagenoeg verblindend na die tijd die ik in het aardeduister had doorgebracht.

Achter Miranda aan kwam nog een andere gestalte naar binnen lopen. Nestor. Toen de kaars op tafel stond en mijn ogen enigszins aan het licht gewend waren, zag ik de blik op zijn gezicht. Hij was nog woester dan de meest woeste onweersbui. Zijn letterlijke woorden waren: 'Ik ben teleurgesteld jongen, diep teleurgesteld,' maar zijn blik zei: 'ik ben woedend.'

Miranda liep naar me toe, maakte de touwen los, en dwong me hardhandig om op te staan. Daarna pakte Nestor me bij mijn schouder en duwde me vooruit naar de deuropening.

Ging ik geen preek krijgen?

'Bedankt voor uw hulp, weesmoeder. Ik kan me voorstellen dat u graag bij mijn gesprek met de jongen wil zijn om te horen welke straf hij krijgt voor het verpesten van de orde in uw weeshuis, maar ik ga dat gesprek onder vier ogen voeren. Maak u geen zorgen, gestraft wordt hij zeker.'

'Ik vertrouw u blind,' zei Miranda.

Hoewel ze nu deed alsof het haar niet uitmaakte, omdat ze haar act hoog moest houden, wist ik dat ze baalde. Het slechts een kleine troost in vergelijking met de problemen die me te wachten stonden.

*

Na een lang stuk in ijzige stilte wandelen, nog steeds in mijn pyjama en met pantoffels aan, begon het me eindelijk te dagen. Ik zag mijn wereld voor me instorten toen ik bedacht waar Nestor naar op weg was.

Het huis van mijn ouders. Hij zou ze alles vertellen wat er gebeurd was, vanuit zijn oogpunt. Zelfs zij zouden me dadelijk niet meer geloven en zouden me verschrikkelijk vinden. Zelfs thuis, de enige plek die altijd veilig was geweest, zou ik me niet meer op mijn gemak kunnen voelen. Er was letterlijk niemand in de wereld die me nog zou begrijpen, behalve Lena.

En dat alles door een rotheks die toevallig heel goed kon liegen.

We stonden weer voor de deur die ik een paar dagen geleden verlaten had. Ik had gehoopt dat ik hem snel en regelmatig terug zou zien, maar niet zo snel als nu het geval was. En ook niet onder deze omstandigheden.

Ik vocht tegen de tranen toen we het erf op liepen en Nestor op de voordeur klopte. Het was mijn droom geweest, alles ging zo goed. Ik had de baan waar ik al een tijdje op hoopte en ik was goed begonnen door een meisje te redden van een monster. Vervolgens had ik de Test aardig goed gedaan, had ik mijn eerste les gehad in meditatie, en had ik mijn eerste spreuk geleerd. Maar vanaf dat moment was het bergafwaarts gegaan. In mijn ijver om het meisje mee te helpen, had ik mezelf diep in de problemen gestort. Hoewel mijn gevoel me nog steeds vertelde dat ik de goede keuze had gemaakt, begon ik intussen wel aan mezelf te twijfelen.

Had ik wel de goede keuze gemaakt? Was het, hoe oneerlijk ook, soms misschien beter om iemand met een groot probleem niet te helpen als dat jou problemen zou opleveren?

Ach, wat maakte ik mezelf ook wijs. Natuurlijk zou ik Lena opnieuw helpen. Ze was als het kleine zusje dat ik nooit had gehad. Ik gaf om haar, al vanaf het moment dat ze zo dankbaar was geweest toen ik haar leven had gered, toen ze me die knuffel gaf.

Er waren veel dingen die op het punt van instorten stonden, veel dingen waar ik onzeker over was. Maar voor twee dingen gold dat niet. Wat ik wel zeker wist, was dat ik Lena niet in de steek kon laten, en dat ik een bloedhekel had aan Miranda. Wat was de beste manier om met die beide ideeën iets te doen?

Juist ja, doorgaan met Miranda ontmaskeren. Dat ik geen magie meer zou leren en dat iedereen tegen me was, maakte dat niet makkelijker. Maar dat nam niet weg dat ik het wel ging proberen.

*

Het geluid van voetstappen achter de deur bracht me weer terug in de realiteit. Te horen aan de kracht waarmee de stappen op de grond terecht kwamen, was het mijn vader die deur open kwam doen.

En inderdaad, achter de deur stond mijn vader met zijn zongebruinde, gerimpelde gezicht en peper-en-zoutkleurige haar en baard. Hij kreeg een glimlach op zijn gezicht en zijn ogen leken licht te geven toen hij zag dat ik er was. Voor even stelde ik me voor dat ik gewoon weer terug kon naar mijn oude leventje, dat de afgelopen paar dagen niet gebeurd waren, en dat mijn ouders nog steeds gewoon blij met me waren.

Toen veranderde mijn vaders gezichtsuitdrukking naar bezorgd. Zijn glimlach verdween, zijn beide wenkbrauwen gingen omhoog, en er verschenen rimpels op zijn voorhoofd. 'Het is zeker geen goed teken dat jullie hier op dit tijdstip aanbellen,' zei hij.

'Helaas niet, Thomas,' zei Nestor. 'Ik had het ook liever niet zo gezien, maar het is helaas niet anders. Na al die jaren dat ik al probeer een geschikte leerling te vinden, is het me nog steeds niet gelukt. Ik kom Fynn terugbrengen naar huis en ik wil graag met jullie bespreken wat er allemaal gebeurd is.'

Mijn vader keek van Nestor naar mij en weer terug. 'Je meent het. Je komt Fynn echt terugbrengen.'

Zijn gezicht was onleesbaar. Ik wist niet of het nou verdriet, teleurstelling, verbazing of woede was wat ik zag. Misschien wel alle vier.

'Ja. Het spijt me, vriend, maar hij is simpelweg niet geschikt,' zei mijn meester.

'Kom verder.' Mijn vader gebaarde dat we naar binnen moesten komen en toen we dat gedaan hadden deed hij de deur achter ons dicht. 'Neem maar plaats, dan zal ik Mara erbij halen en kunnen we praten.'

Nestor ging op dezelfde stoel zitten als de vorige keer, ik nam plaats op het hoekje van de bank, zodat er ook nog plek was voor mijn ouders. Niet veel later hoorde ik voetstappen de trap af komen en kwamen ze naast me zitten.

Er hing een ongemakkelijke stilte in de kamer. Waar Nestor voelbaar boos was geweest toen hij me ophaalde, leek zijn uitstraling nu veranderd. Aan zijn kwetsbare lichaamshouding, mond die tot een smalle streep vertrokken was, en zijn zachte stem, merkte ik dat zijn woede meer over was gegaan in teleurstelling en verdriet.

'Ik ga er niet omheen draaien. Na de Test dacht ik dat ik eindelijk die goede leerling had gevonden waar ik al jaren op hoopte. En het was nog jullie zoon ook, Thomas en Mara. Het leek perfect. Maar al snel kwam ik tot de conclusie dat hij toch niet geschikt is. Zijn inschattingsvermogen is verschrikkelijk en hij is ongehoorzaam. Ik heb hem een tweede kans gegeven, maar hij luistert zo slecht dat ik het simpelweg niet kan verantwoorden om hem nog langer op te leiden.'

Mijn ouders keken Nestor allebei aan met een vragende uitdrukking op hun gezicht.

'De eerste anderhalve dag verliepen vlekkeloos. Toen kwam Fynn met de melding dat de weesmoeder een boosaardige heks zou zijn. Daar had ik mijn twijfels bij, maar vanwege zijn voorbeeldige gedrag in het begin en vanwege het feit dat hij jullie kind is, wilde ik hem het voordeel van die twijfels geven. We zijn samen naar het weeshuis gegaan en hebben met de weesmoeder gepraat. Er was geen twijfel over mogelijk; ze is geen heks. Ik was eigenlijk boos op Fynn, maar hij bood zijn excuses aan en liet daarna aan mij blijken spijt te hebben. Hij zou een weggelopen weesmeisje dat hij had gevonden terugbrengen, maar was haar kwijt. Dat is het enige dat ik ondertussen nog steeds geloof, ik kan me niet voorstellen dat hij zo laag zinkt om daarover te liegen.'

'Ik ook niet,' zei mijn moeder. Zo te horen meende ze het. Mijn vader keek nog steeds met diezelfde uitdrukkingsloze blik naar Nestor.

'Maar vanochtend kwam ik erachter dat hij toch niet zo'n spijt had van zijn aanklachten tegen de weesmoeder. Hij is midden in de nacht in het weeshuis ingebroken om een kostbaar bezit van haar te stelen. Gelukkig is hij daarbij gesnapt.'

Bij dat laatste zag ik wel dat mijn ouders, die tot nu toe skeptisch waren geweest, ineens begonnen te twijfelen aan mij.

Nestor zuchtte diep. 'Gelukkig dan vooral omdat ik me niet kan voorstellen hoe ernstig het zou zijn als hij kon inbreken en er ook nog mee weg zou komen. Nu weten we het in ieder geval en kan ik hem terugbrengen naar jullie. Om een lang verhaal kort te maken: jullie zoon is eigenwijs, ongehoorzaam, en ook een dief. Ik wil niks meer met hem te maken hebben.'

Ondanks dat wat hij zei vooral boos klonk, hoorde ik nog steeds vooral teleurstelling. En dat vond ik nog vervelender dan woede. Blijkbaar had hij goede dingen van mij verwacht, dingen die anderen hem niet hadden kunnen bieden. En nu had ik het hem ook niet kunnen bieden. Dat vond ik jammer.

'Jammer,' zei mijn vader. 'Maar bedankt dat je hem een kans wilde geven, Nestor. Wij zullen het overnemen vanaf hier.' Hij stond op uit zijn stoel.

Nestor knikte, gaf hem een hand, en liep samen met mijn vader naar de voordeur. Toen de deur van de hal achter ze sloot, hoorde ik ze nog met elkaar praten, maar niet duidelijk genoeg om te verstaan wat ze zeiden.

----------

Arme, arme Fynn. Zijn ouders zijn geïnformeerd over zijn zondes. Het lijkt erop dat het het einde is, maar hij neemt zich wel voor om door te gaan. Zal hem dat lukken? :o


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top