26. Fynn

Ik begreep haar. Hoewel haar reactie om aan niemand te vertellen dat ze magische krachten had heftig was, kon ik me goed voorstellen dat een meisje van haar leeftijd dat zou doen.

Niet in de minste plaats omdat ik de afgelopen anderhalve dag hetzelfde meemaakte. Sinds ik Nestors leerling was, keken me na als ik over straat liep. Ze leken bang voor me, alsof ik zelf een monster was, in plaats van iemand die hen tegen zulke wezens beschermde. Iedereen had ondertussen respect voor en vertrouwen in Nestor omdat hij Karthes al meer dan dertig jaar goed diende, maar ik had mijn strepen nog niet verdiend. Ik was nog niet veilig van het idee dat Patronussen gevaarlijke mensen waren.

Maar goed, ze kon dus onzichtbaar worden, en als ik de rest van verhaal mocht geloven, had ze haar kracht inmiddels goed onder controle. Ze kon zichzelf onzichtbaar maken wanneer ze wilde, ook als ze niet bang was, en tot op zekere hoogte zelfs gebouwen of andere mensen wegtoveren. In mijn hoofd begon zich een plannetje te vormen, dat ik meteen met Lena deelde. 

'Ik denk dat ik weet hoe we het kistje in handen kunnen krijgen. Samen.'

Haar ogen werden groot. Ze keek met net zoveel interesse naar mij als de kinderen in de stad normaal naar mysteriespellen keken. 'Hoe dan?' vroeg ze.

'Door jouw onzichtbaarheid en door mijn telekinese. We gaan midden in de nacht het weeshuis binnendringen. Dat verwacht Miranda nooit, dat we dat durven. Hoe laat gingen jullie normaal gesproken naar bed?'

'Acht uur was onze bedtijd. Maar de oudere kinderen mochten later. Rond tien uur, denk ik.'

'En heb je toevallig enig idee wat Miranda deed als jullie op bed lagen?' Ik had al zo'n vermoeden wat ze ging antwoorden.

Ze leek even te aarzelen, maar na een paar tellen zakten haar schouders naar beneden en ontspanden de spieren in haar gezicht. Ze had er nog steeds moeite mee om zo eerlijk naar me te zijn, maar dat maakte niet uit. Ik was geduldig, op een gegeven moment zou ze me wel vertrouwen. 'Ja, ik weet wat ze deed. Ik sloop wel eens 's nachts onzichtbaar rond.'

'Heel goed dat je dat vertelt,' zei ik met een bemoedigend knikje.

'Ze gaat altijd om klokslag twaalf uur slapen. Ze zei tegen ons dat we veel moesten slapen. Blijkbaar deed ze dat zelf ook.'

Dat was goed nieuws. Dan konden we mijn plannetje misschien inderdaad wel uitvoeren. 'En hoe zit het met haar kantoortje? Kunnen we daar binnen komen als ze eenmaal slaapt?'

'Nee, dat kan niet. Haar kantoortje gaat op slot als ze naar bed gaat. Alleen zij heeft de sleutel. Ze draagt hem altijd bij zich. Aan een ketting om haar nek. 

'En haar slaapkamer? Kunnen we daar binnen komen?'

Er verscheen een grijns op haar gezicht. 'Dat kunnen we zeker. Die heeft geen slot.'

'Dus een onzichtbaar iemand kan ongezien haar kamer binnen komen en haar sleutel meenemen als hij maar voorzichtig genoeg is?' vroeg ik met een knipoog.

'Ja.'

'Perfect. Ik denk dat je het plan al doorhebt, maar ik zal hem alsnog uitleggen. Van voor naar achteren, met alle details. Over drie dagen, als Miranda weer wat minder op haar hoede is en het bezoek van Nestor en mij is vergeten, gaan we een bezoekje aan het weeshuis brengen. Midden in de nacht, tegen een uur of twee, breken we in haar slaapkamer in en stelen we haar sleutels. Als we die eenmaal hebben, gaan we naar haar kantoortje om het kistje te halen. En als we die eenmaal hebben, gaan we terug naar de boomhut en vertrek ik zo snel mogelijk weer naar huis, zodat Nestor niks doorheeft. Dan bekijken we de keer daarna de inhoud van het kistje en gaan we Miranda ontmaskeren.' 

Elke keer dat ik 'we' zei, bedoelde ik eigenlijk 'ik'. Ik zou de sleutel en het kistje pakken, en niet Lena, dat was te gevaarlijk. Maar dat hoefde Lena nu nog niet te weten, anders zou ze weer balen dat ze niet mee mocht doen aan de actie. 

Voor het eerst sinds ik haar had leren kennen, had ze een oprechte, grote glimlach op haar gezicht. 'Goed plan!' zei ze. 'Ik kan niet wachten tot we het gaan uitvoeren.'

'Ik ook niet.'

Daarna zeiden we allebei niks meer. Op een gegeven moment zakte ze opzij en hoorde ik zachtjes een snurkend geluid. Ze lag met haar hoofd op het kussen bij het matras. Ze zag er vredig uit en ik bedacht me dat ze me toch goed moest vertrouwen als ze zo naast me in slaap durfde te vallen. 

Terwijl ik haar deken over haar heen legde, nam ik me voor om haar vertrouwen niet te beschamen. Daarna verliet ik zachtjes de boomhut, op weg terug naar Nestors huis.

Tot mijn schrik was het raam waarlangs ik eerder die nacht naar buiten was geklommen dichtgevallen.

----------

Oké, het is me toch nog gelukt om dit hoofdstuk vandaag af te krijgen! Hij is wat korter dan de vorige hoofdstukken, maar daar is helaas even niks aan te doen. Dit was het mooiste punt om hem af te breken, en ik laat jullie altijd graag met cliffhangers zitten :-)

Spam er lekker op los. Wat is er gebeurd, denken jullie? Wat voor een probleem heeft Fynn nu het raam dicht is gevallen? Zou Nestor weten dat hij midden in de nacht is ontsnapt?

Also, ik heb van een klasgenootje een superlief compliment gekregen over de essay die ik geschreven heb ( je weet wel, diegene waardoor dit hoofdstuk zo laat kwam), waardoor mijn hele dag weer goed is. Zo goed, dat er een leuke verrassing voor jullie aan zit te komen. ;)

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top