Hoofdstuk 80

Chantal

Het is meteen tijd om de volgende laag aan te vallen. Ik kan niet geloven dat we al bij de derde laag zijn. De rest lijkt er klaar voor te zijn. Maar ik ben nu wel nieuwsgierig hoe Torkaral en Sarasha vechten. Sarasha pakt een zwaard onder de oksel van Torkaral vandaan. Torkaral laat vervolgens Sarasha op zijn rug klimmen. Het ziet er allemaal wel goed uit, behalve dat Sarasha geen harnas draagt. Siceria fluistert nog wat in de oor van Torkaral voor de twee naar voren stappen. Sarasha lijkt voldaan. 'Ik ben klaar om te vechten. Geef me een vijand en ik bewijs me.'

Ik ga voorop en kijk even rond in deze laag. Het eerste wat ik zie is een Chimaera. Perfect voor een kleine test. 'Sarasha, ik heb jouw vijand gevonden. Kom hier en dan zul je zien waar je tegen moet vechten.'

Sarasha spoort Torkaral aan om naar me toe te gaan. Ik wijs naar de Chimaera. 'Dat is je doelwit. Veel succes.'

De twee stormen op de Chimaera af. Torkaral botst vol tegen de Chimaera aan. De Chimaera en hij slaan met elkaar met hun klauwen, terwijl de slang die de staart vormt probeert om Sarasha te doden. Zodra Sarasha het door heeft rolt ze van Torkaral af en maakt ze haarzelf klaar om aan te vallen. De leeuwenkop van Chimaera spuwt dan vuur. Sarasha rolt weer opzij. 'Oef. Dat was te dichtbij.'

De Chimaera heeft nu Sarasha in haar ogen. Torkaral ziet dat de Chimaera nu Sarasha aan wil vallen en wil Chimaera afleiden. De twee vechten weer een verschrikkelijk gevecht. Ze klauwen naar alles wat ze maar kunnen. Ze snauwen en grommen naar elkaar. Sarasha sluipt om de twee vechtende beesten heen en hakt de slangenkop af. De Chimaera is woedend erover, maar kan zich niet losmaken van Torkaral. Sarasha wacht tot Chimaera weer gefocust is op het gevecht met Torkaral, voor ze toeslaat. Met een enkele klap slaat ze zo de kop van Chimaera af. Torkaral bijt de laatste kop eraf. Dan gaat Sarasha tegen Torkaral aan zitten. 'Goed gevochten, Torkaral.'

Torkaral bromt tevreden. Dan kom ik naar hun toe lopen. 'Niet slecht. Jullie vechten goed samen. Maar jullie nemen wel risico's die niet nodig zijn. Sarasha, als je met een boog zou schieten dan zou je de Chimaera zo verslagen hebben. En Torkaral, als je luchtaanvallen zou hebben uitgevoerd dan zou je totaal geen risico hebben gehad. Jullie zouden dan beiden veilig geweest zijn. Maar ik neem het jullie niet kwalijk: ik heb ook niet erg kort over dat soort dingen leren gedaan.'

Julia gromt vanaf mijn rug. 'Nee. Jij had dat soort dingen al binnen twee maanden onder de knie. En hoe lang was het geleden dat we vertrokken uit de elfenstad?'

Ik ben niet geamuseerd. 'Kop dicht, Julia. Anders ga ik je schoon likken voor al die draken. Je weet wat er gewenst is en wat niet, en dit is niet gewenst.'

Julia zucht. 'Wees toch aardiger, mam. Ik doe ook mijn best. Maar ze moet iets hebben om haar de motivatie te geven snel te verbeteren.'

Ik sluit mijn ogen bijna helemaal. 'Julia: we hebben al genoeg motivatie hier. Kijk eens rond: we zijn in de hel. Ze heeft zojuist met een monster gevochten en het amper overleefd. Is dat niet genoeg motivatie?'

Julia schud haar kop. 'Dat is niet genoeg. We hebben nog lang niet alles gezien. Wacht maar tot we de helhonden moeten bevechten in hun eigen gebied. Dan zal iedereen wel anders piepen.'

Sarasha kijkt op. 'Ik ben echt geen zwakkeling. Ik kan vechten. Toen jullie weggingen om verre vijanden te bevechten bleef ik achter. Er was niemand die ook maar iets kon doen tegen die monsters. Ik heb alles alleen verslagen, zonder enige hulp. Die elven die achter bleven waren compleet nutteloos. Ik was de enige vechter. De enige die wat kon doen.'

Ik voel me eigenlijk wel slecht voor haar. Alleen achter blijven om te vechten. Maar iets klopt er niet. 'Dat kan niet. Er waren in dat dorp nog enkele honderden elven die moesten vechten. Waarom deden zij niks?'

Sarasha kijkt op. 'Ik weet niet waarom ze niks deden, maar ik was de enige die vocht. Zonder mij zouden we hier niet staan.'

Ik zucht. 'Er is meer gebeurt dan je denkt, dame. Een van die draken op mijn rug was eerst een onafhankelijke, jonge vrouw, maar is nu volledig afhankelijk van mij omdat we al vroeg met een god moesten vechten. We mogen al van geluk spreken dat ze nog redelijk goed haar geheugen heeft behouden. Vergeleken met ons gevecht was jouw gevecht een makkie. Als we een dag langer waren gebleven hadden we het zo gewonnen.'

Sarasha schiet te been. 'Je hebt geen idee waar ik tegen moest vechten! Volgens mij heb ik zojuist een baas alleen verslagen!'

Nu ben ik dit kleintje zat. 'JIJ hebt geen idee! Die Chimaera was niet eens in de buurt van een baas! Dat was het alledaagse monster! De enige die hier ooit een baas alleen verslagen hebben zijn Denise en ik! Ik heb als draak een drakenmagiër verslagen en daarmee voorgoed de kroon van het drakenras gewonnen! Denise heeft hier in de hel alleen gevochten met Scylla, de moeder van alle monsters, en gewonnen! Denk dus maar niet dat je veel bent! Ik liet je alleen Chimaera verslaan omdat ik wilde zien of je ook maar enige toevoeging was! Want even dat je het weet: wij zijn omweg om Hades, de god van de doden, in zijn eigen rijk te verslaan en alle mensen die hier als andere wezens gevangen zijn vrij te laten!'

Daarmee storm ik weg. Dat stomme elfenkind heeft geen idee waar ze het over heeft. 

Hey, allemaal! Dit verhaal is nu echt vooruit aan het stormen! Daarom wil ik graag weten van jullie wat jullie ervan vinden: zijn er dingen die anders moeten of juist dingen die absoluut hetzelfde moeten blijven? En als ik klaar ben hiermee, en door de selectieprocedure kom van een uitgeverij, zouden jullie dit boek dan kopen? Ik hoor graag van jullie!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top