Hoofdstuk 70

Chantal

De rest van de gebieden zijn geen probleem. De draken hebben binnen een dag alles geregeld. Dan is het tijd om terug naar het dwergen-rijk te gaan. We hebben besloten dat we dat als uitvalsbasis gaan gebruiken omdat het geweldig in het midden ligt. Het is wel even een bevalling om iedere katachtige en draak die mee wil gaan de kans te geven. Daarom laat ik elke draak die iemand kan dragen ook echt iemand dragen en zelfs de draken die meer lasten aankunnen de draken dragen die te zwak zijn om het hele stuk te vliegen. Ik ben blij dat ik een beetje ok ben in logistiek. Seniera komt naast me vliegen. 'Tjee. Wat een gedoe is dit zeg.'

Ik knik. Ik heb haar begeleid in haar eerste transformatie terug naar draak. Ze had er even moeite mee. Maar niet zoveel moeite als ze had met het feit dat zowel Julia als Tarquiral op mijn rug mee vliegen. Julia is nog erg onwennig met haar vleugels en weigert mijn hulp met terug veranderen. Tarquiral aan de andere kant... die is nog steeds een kleine draak. Hij en Julia spelen continu met elkaar. En omdat Julia al weet hoe ze in de normale taal moet spreken vertaalt ze hem af en toe. Volgens haar zijn ze al echte broer en zus geworden. Ze is wel aan het klappertanden van de kou. Seniera ziet dat. 'Moet ik je helpen, Julia?'

Ze kijkt klappertandend op. 'Graag, Seniera. Ik heb het ijskoud hier! Kan je er iets aan doen voor me?'

Seniera blaast wat vuur over Julia heen. Julia maakt al meteen minder geluid. 'Bedankt, Seniera! Ik voel me al meteen beter!'

Seniera gaat zelfvoldaan naast me vliegen. 'Geen probleem, zusje. Daar zijn grote zussen toch voor?'

Julia reageert er niet op. Die is waarschijnlijk meteen weer boos op Seniera, omdat Seniera haar weer op het feit wijst dat ze een soort van mijn dochter is. Ik voel me eigenlijk wel slecht voor haar. Er lijkt iets in haar geschiedenis gebeurt te zijn waar ze niet over wil praten. Ik hoop er ooit met haar over te kunnen praten. Maar dan wil ik het niet doen als moeder en dochter. Dan wil ik praten als twee vriendinnen onder elkaar. Maar niet nu. We hebben nog te veel te doen.

We komen al snel aan bij het dwergen-rijk. Veel draken zijn uitgeput. Ik land voor de poorten, die meteen open gaan. De dwergen herkennen me nog. Een van hun wijst naar boven. 'Horen die ook bij u?'

Ik knik. 'Ik ben een gebied tegengekomen vol draken. Drie keer raden wat ik heb gedaan met die draken.'

Hij kijkt weer omhoog. 'Even denken. Ze gedood? Nee, dat zal wel niet. Ik denk dat u ze aan u heeft gebonden.'

De draken landen een voor een. Een van hun komt naar voren en buigt zijn nek. 'Is dit waar we heen moesten. Uwe majesteit?

Ik knik. 'Laat de rest maar landen, ondercommandant. We zullen voorlopig hier blijven terwijl ik met de waterdraken en enkele dwergen ga proberen het rijk onderwater te bevrijden.'

Een van de andere wachters haalt zijn helm van zijn hoofd af en gaat door zijn knieën. 'Johan wil u daarover spreken. Terwijl u weg was heeft er iets plaatsgevonden. Johan wacht denk ik op u in de troonzaal.'

Ik kijk om naar Denise, die net uit Surkal stapt. Ze knikt dat ze met me mee gaat. We rennen zo snel mogelijk door het rijk naar de troonzaal. We vinden Johan op de troon. 'Ah, koningin Chantal. Het is goed om je weer terug te zien.'

Ik loop naar hem toe. 'Vertel me onmiddellijk wat er is gebeurd terwijl ik weg was en waag het niet om er omheen te draaien.'

Johan kijkt me iets nerveus aan. 'Tja. Wat er gebeurd is... terwijl u weg was gingen de dwergen en ik aan de slag met de onderzeeër. We hadden het best snel af, dus bouwde we nog een grotere. Uiteindelijk hadden we een heel vloot. Ik kon de dwergen niet echt onder de duim houden. Dus we hebben het waterrijk aangevallen. Het hele rijk is nu vrij.'

Ik weet niet of dit goed nieuws of slecht nieuws is. Seniera komt nu ook de troonzaal binnen. Ze is buiten adem maar staat weer op twee benen. 'Heb... ik... iets... gemist?'

Ik kijk om. 'Hey, Seniera. Nee, niet echt. Slechts deze hersenloze dwerg die toegeeft dat ze al het waterrijk hebben aangevallen en verslagen. En ik heb nu spijt dat ik niet Julia of Denise achter heb gelaten om de orde te houden. Hoewel Denise misschien een verschrikkelijke fout zou zijn geweest zoals jij je nog herinnert.'

Seniera zucht. 'Dus dat is een gebied minder. We hebben nu de elven, dwergen, katachtige en zeemeerminnen. Welke blijven er nu nog over?'

Ik pak de kaart erbij. De feeën zijn nog niet begonnen, net als de engelen. De nimfen zijn wel begonnen, maar niet ver gekomen. Ik denk dat we het moeilijk gaan krijgen.'

Seniera kijkt op de kaart. 'Ik denk dat de feeën en nimfen sterk in magie zijn maar geen monsters in de buurt hebben die zwak zijn voor magie. We kunnen de getrainde katachtige daarheen sturen. Tegelijk kunnen wij naar het rijk der engelen. Over ongeveer een maand kunnen we hier weer afspreken.'

Johan pakt zijn hamer. 'Als jullie die katachtige erop uit sturen dan neem ik mijn dwergen ook mee!'

Seniera past haar plan aan. 'Goed. De dwergen gaan naar de feeën en de katachtige naar de nimfen. Is dit plan ok met u, mam?'

Ik knik. 'Geef het door. Dan maken wij ons klaar. Oh, Johan. Ik wil dat de smeden zo snel mogelijk wat harnassen maken voor de katachtige. Ze gaan meevechten voor ons.'

Johan knikt en rent weg.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top