Hoofdstuk 61
Chantal
Een voor een komen de draken terug met het nieuws dat de clanleiders mee werken. De dag begint al goed. Op het aanraden van Denise heb ik ook een aantal bataljons draken naar kwade gebieden in de buurt gestuurd, die ze met plezier aanvallen. Ze doen alles voor me. De draken komen ook al snel terug, succesvol en zonder verliezen. Waren de dwergen maar zo goed in het begin. Ik had Siceria de leider gemaakt van het leger dat erop uit was gegaan, en ze heeft het goed gedaan. Ze komt binnen. 'De gebieden zijn helemaal kapot, majesteit. Ons deel van de deal is volgens mij klaar.'
Ik knik. Ik ben wel tevreden over wat er nu gebeurt. Nu maar hopen dat het werk van Sira en Kamie een beetje goed gaat. Misschien moet ik ze maar even opzoeken. Denise komt dan binnen stormen. 'Julia is verdwenen.'
Siceria en ik kijken haar beiden verbaasd aan. Ik schud even met mijn kop om mijn hoofd leeg te krijgen. 'Wacht even. Wat is er precies gebeurd. En laat geen details achter.'
Denise moet moeite doen om te kalmeren. 'Ik zag Julia het kamp uit lopen. Ik achtervolgde haar om te zien waar ze heen ging. Ik hoorde een duivelse lach, gevolgd door een huilende wolf of zo. Ik werd bang en rende hierheen terug.'
Ik knik. 'Siceria, haal Anouk hierheen. Ik heb haar nodig. En regel dat Orden, Seniera en Surilla er ook bij komen. We moeten een zoektocht beginnen.'
Siceria vliegt ervan door. Ze komt terug met Seniera, Surilla en Anouk. Cerberus komt ook achter Seniera aangerend. Zodra ze er zijn leg ik de situatie uit. Orden komt dan eindelijk ook opdagen. Voor we opstijgen spreek ik Seniera aan. 'Hoewel Cerberus me wel handig lijkt, denk ik niet dat we hem mee moeten nemen. Dit lijkt mij het werk van iets dat veel sterker is. Iets dat Cerberus van je af kan pakken. Dus voor het grotere goed is het beter als hij even hier blijft. Kan je daar mee leven?'
Seniera knikt stilletjes. Ze lijkt droevig. Dan aait ze Cerberus en vraagt ze of hij hier kan blijven. Cerberus lijkt ook verdrietig maar rent wel meteen weg. Dan stijgen we met zijn allen op. Seniera rijdt weer mee op mijn rug, Anouk op de rug van Siceria en Denise op de rug van Orden. Ik ga voorop. Denise wijst naar waar ze Julia voor het laatst zag. Ik vlieg er heen en land voorzichtig. Dan neem ik de geuren in me op. Ik ruik een aantal dingen die ik niet kan plaatsen, maar ik herken wel een van de geuren. Julia. Dan volg ik mijn neus. Ik blijf op de grond om de kans het grootst te maken dat ik haar geur kan volgen. De geur veranderd iets, hoewel subtiel. Denise lijkt dolblij. 'Chantal heeft haar geur gevonden!'
Anouk juicht vanaf de rug van Siceria. Maar ik laat me niet afleiden. Ik blijf de geur volgen tot ik een man met een helhond zie. De rest ziet dat ze uit zicht moeten blijven. Ik loop naar de man toe. 'Zo. Ik geef je een kans. Vertel me waar Julia is en ik laat je in leven.'
De man draait zich om. 'Zo, Chantal en draak. Jullie hebben me snel gevonden. Maar begrijp je dan niet, dat ik een god ben? Helhond, val aan!'
De helhond, die met een gouden halsband en ketting aan een lijntje wordt gehouden, komt nu los. Met de ketting ratelend achter de helhond aan glijdend valt de helhond mij aan. De helhond gaat meteen voor mijn klauw en bijt erop. Dan pas zie ik de ogen. 'Julia, ben jij dat?'
De helhond blijft bijten. Mijn schubben zijn enorm dik, dus ik maak me geen zorgen. Ik leg een klauw op de kop van de helhond, waarvan ik nu zeker weet dat het Julia is. 'Julia, ik ben het. De drakenkoningin is hier om je te helpen. Ik heb de meiden meegenomen om je te vinden.'
Julia haar ogen worden groot. Haar kaken verslappen. De man lijkt woedend. 'Wat doe je, stomme helhond? Ik zei: val aan! Niet: laat haar gaan!'
Julia gromt iets. Dan sluit ze haar ogen in een verschrikkelijke pijn. Ze laat los en schopt aan alle kanten. Haar kop beweegt alle kanten op en ze gromt als een gek. De halsband ontwikkeld breuken en spat uit elkaar. De man is woedend. Maar niet zo woedend als hij wordt wanneer Julia weer terug veranderd naar haar elf zelf. 'Ik moet ook alles zelf doen!'
Hij trekt een mes en gaat mij te lijf. Ik sla het mes uit zijn handen met een van mijn klauwen en sla vervolgens zo hard mogelijk tegen zijn hoofd aan. De man is knock-out. Julia staat op en schopt de man hard in de buik. 'Dat is voor de transformatie, Loki.'
Ik kijk verbaasd naar Julia. 'Was dat Loki? De man die je gevangen had?'
Julia knikt. 'Hij vertelde mij wie hij was toen hij dat ding om mijn hals deed. Zijn doel was jullie allemaal gevangen nemen. Maar hij had niet verwacht dat jij als draak op zou komen dagen en mij terug kon brengen.'
Ik kijk naar mijn klauw. Er zit geen beschadiging op. Dan bedenk ik me iets. 'Julia, ben jij nog de koningin van de vampieren?'
Julia schud haar hoofd. 'Al drie maanden niet meer. Vlak nadat we naar de hoofdstad gingen verdween het. Ik wilde alleen niet ook bij de draken horen. Iets waar ik nu spijt van heb.'
Ik knik. 'Dan heb ik een idee. Nu ben jij nog onze zwakste link. Maar binnenkort niet meer. Maar eerst dat bedriegend stuk vuil gevangen nemen. Anouk! Pak die kettingen en bind hem vast!'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top