Hoofdstuk 29
Chantal
Ik ben blij als het bal eindelijk is afgelopen. De weken na het bal zijn de meiden en ik ook enorm druk: we vallen elke dag een gebied aan in de omgeving van de stad. Ondanks mijn harde optreden op het bal worden we meer en meer als helden gezien. De elven in de stad roepen ons ook toe als we langskomen. In de derde week na het bal wordt er op de deur geklopt wanneer we net terug komen van een aanval. Ik doe open. Sira staat voor de deur. 'Zou ik binnen mogen komen?'
Ik gebaar dat ze verder mag komen. We gaan naar de huiskamer, waar de meiden al zitten. Ik neem mijn standaard plek weer in op mijn luie stoel. Sira begrijpt de hint en neemt plek op de enige stoel die nog niet bezet is. Dan zegt ze waarom ze hier is. 'Ik hoorde dat jullie veel van het kwaad hier in de omgeving al verslagen hebben. Maar ik bedacht me dat jullie harnassen en wapens nooit zoveel actie kunnen zien zonder schade. Dus wilde ik voorstellen...'
Ik maak de zin af. 'Om naar onze wapens te kijken? Om eventuele schade te herstellen zodat we de laatste wezens kunnen verslaan? Waar hebben we dat eerder gehoord, Julia?'
Julia doet alsof ze nadenkt. Dan doet ze haar vinger omhoog. 'Oh, ja! Die vijf smeden die proberen te concurreren met je. We hebben het bij hun afgewezen. Ze vroegen een goudstuk per stuk dat ze moesten controleren.'
Sira kijkt ons verbaasd aan. 'Dus andere hebben jullie ook benaderd om het te controleren?'
Ik knik. 'Ja. Maar er valt weinig te controleren. Julia en Anouk wisselen steeds van wapens. En hoewel ik dezelfde wapens blijf gebruiken is het enige waar ik me zorgen om maak de pijlen, omdat ik er ondertussen al drie heb gebroken waarvan een nog op de boog.'
Sira knikt. 'Ik geef jullie een volledige check, gratis. Dus, wie wil er als eerste haar spullen laten checken?'
Ik steek mijn hand op. 'Laten we maar bij mij beginnen. Ik heb volgens mij het meeste.'
Ik sta op, zodat Sira een aantal rondjes om me heen kan lopen. Natuurlijk vindt ze niks: mijn harnas en cape zijn in geweldige conditie. Vervolgens pakt ze mijn wapens en pijlen en bekijkt ze een voor een met een geoefend oog. Ze geeft me mijn zwaard en messen meteen terug. De boog legt ze opzij, net als een aantal pijlen. Ze legt het uit. 'Die boog heeft een zware verdunning aan de middelste streng, waardoor die binnenkort zal verslijten. De pijlen die ik ertussen uit heb gehaald beginnen breuken te ontwikkelen: die zullen ook binnenkort breken. Hoewel deze pijlen erg slijtvast zijn en vaker gebruikt kunnen worden zijn ze niet onverwoestbaar. Ik kan de pijlpunten in mijn smidse omzetten, maar ik vrees dat de nieuwe schachten veel geld gaan kosten.'
Denise geeft een aantal schachten aan Sira. Sira bekijkt ze en knikt. 'Dit zijn erg goede schachten. Ze zijn van beukenhout gemaakt, zie ik. Ook erg mooi patroon, waardoor er weinig kans is dat ze snel zullen breken. Waar heb je die vandaan?'
Na de zoveelste uitleg en nadat iedereen een controle heeft gehad neemt Sira de stukken die aangepast of gerepareerd moeten worden in handen en wil ze de deur uit lopen, als Julia haar tegenhoud. 'Sira, je kan ook hier de reparaties uitvoeren.'
Sira schud haar hoofd. 'Ik heb vuur nodig om de spijkers voor de pijlpunten te verhitten, ik heb vuur nodig om dat harnas van je uit te deuken en ik heb een goede hamer nodig voor beiden. Ik denk niet dat jullie die hebben.'
Julia staat op en gebaart dat Sira haar moet volgen. Sira doet dat verbaasd. In de kamer naast de huiskamer hoor ik haar verbaasd uitroepen. 'Wat?! Hoe hebben jullie dit allemaal voor elkaar gekregen? Ik heb vijf jaar moeten werken voor al die materialen!'
Ik hoor Julia vertellen aan Sira hoe wij aan ons geld komen. Sira zegt niks meer maar gaat aan de slag. Na enkele tientallen minuten komt ze terug de kamer in met onze spullen, helemaal gerepareerd. Ze kijkt verlangend terug naar de smidskamer. 'Ik vind jullie persoonlijke smidse zo gaaf. Eigenlijk vind ik jullie hele huis en ook al jullie werk gaaf. Ik zou er zo graag een deel van uitmaken. Maar naast een hamer rondzwaaien kan ik niet veel. Ik heb te veel van mijn leven gespendeerd met dingen doen waarvan de rest dacht dat ik het moest doen, en niet met mijn hart volgen.'
Ik kijk op van mijn gamemenu. 'Hoewel een groot deel van onze kracht komt van het vechten en de ervaring die we daarvan krijgen, is het niet onze enige krachtbron. Onze harnassen, zwaarden en bogen helpen ook enorm. Die boog van mij is een wapen dat we van het verslaan van de spinnen-koningin kregen. Het is erg krachtig, omdat het de pijlen betoverd. Mijn cape kan in drakenvleugels veranderen. Ook erg krachtig, omdat de meeste vijanden niet kunnen vliegen. Onze draken kunnen elk met ieder van ons acht tot vierentwintig uur per week samensmelten, waardoor we bijna onsterfelijk en veel sterker zijn dan normaal. Dit is allemaal omdat we veel speciale voorwerpen hebben. Dus wil je echt bij ons horen?'
Sira twijfelt even. 'Maar hoe moet ik dan leren vechten? Ik heb nog nooit een boog vastgehouden. Ik heb nog nooit een zwaard in mijn handen gehad. Ik heb nooit leren vliegen omdat ik geen vleugels heb.'
Ik sta op en leg een arm over haar schouder. 'Ik heb ook nooit leren vliegen met mijn vleugels. Het gebeurt automatisch. Net als het boogschieten en zwaardvechten, en in mijn geval, de magie. We hebben het nooit geleerd maar kunnen het wel. We laten onze lichamen bewegen en het vechten gebeurt vanzelf. Dus nogmaals, wil je erbij horen?'
Sira wordt naast mij van drie kanten verwachtingsvol aangekeken. Sira lijkt ongemakkelijk te worden. Dan zegt ze het eindelijk. 'Ja, ik wil hier graag een deel van uitmaken.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top