Hoofdstuk 27

Chantal

Die avond staan we voor het stadhuis. Denise en ik zijn nog gewoon in onze harnassen, maar we hebben wel onze wapens opgepoetst. Onder al het vuil bleek het handvat van mijn zwaard van goud te zijn. Ik heb ook een nieuwe schede gekocht, eentje met goud en robijnen. Denise heeft haar harnas ook opgepoetst, zodat we er allebei glanzend bij lopen. De kroon staat nog steeds fier op mijn hoofd. Orden en Flurier staan achter ons. Helaas moest Julia weer laten zien dat zij wel naar andere luistert: zij heeft wel een jurk aan. Ze draagt de jurk die ze van de vampieren-koningin heeft gekregen.

In tegenstelling tot de jurk van de koningin zelf is deze jurk bloedrood. Het bovenstuk zit strak om haar bovenlichaam, waardoor haar vorm versterkt zichtbaar is. De jurk heeft een dubbele rok, die alleen haar onderbenen af en toe laat zien. Zowel om haar onderbenen als om haar onderarmen heeft ze iets zitten dat eruit ziet als bloedvaten. Er zit ook een soort kroon in haar haren dat ook op bloedvaten lijkt. Twee grote rode vleugels die volledig met veren bedekt zijn zitten op haar rug. Ik vind het wel enorm rood. Dan komt de dienaar van daarstraks uit het stadhuis zetten. 'Goedendag, dames. U wordt verzocht achter mij aan te lopen.'

Mijn draken volgen mij en Denise naar binnen. Binnen leid de dienaar ons naar een zaal op de eerste verdieping, die vol staat met nobelen. De nobelen kijken als een naar ons als we binnen stappen. Ik kijk even rond, niet bepaald onder de indruk. Iedereen heeft kledingstukken aan met felle kleuren en vele gouden sierraden, waardoor ze in de menigte opgaan. Allemaal modemensen. Ik ben nooit een fan geweest van mode. Ik ben altijd tegendraads geweest, altijd mijn eigen pad volgend. Ik zet de mode, ik volg het niet. Vanuit de nobelen komt er iemand. 'Dames, volgens mij heeft mijn dienaar gezegd dat avondkleding aangeraden wordt.'

Ik haal mijn schouders op. 'Ik ben de drakenkoningin. Waarom zou ik iets dragen dat me in de menigte op laat gaan? Iedereen draagt hier felle kleuren waardoor elke "modieuze" jurk wegvalt, iets wat ik al verwachtte. Ik zou dan twee keuzes hebben: of ik zou een niet modieuze jurk kopen en door iedereen uitgekotst worden of ik zou mijn eigen weg volgen en mijn harnas dragen, dat ik voor de goede orde heb opgepoetst.'

De man gaat door. 'Maar een harnas kan echt niet! Een harnas is voor mannen die vechten, vrouwen mogen niet vechten, en hoewel dat harnas mooi is valt het niet onder geschikte kleding voor een bal. Ook niet voor een man.'

Ik sla de man in zijn gezicht. 'Als jij vindt dat een harnas ongeschikt is voor een vrouw, dan gaan we wel naar een ander gebied. Wij hoeven de hoofdstad niet te redden. We kunnen altijd ergens heen gaan waar we wel geaccepteerd worden. In ons dorp zijn er meer dan genoeg mensen dankbaar naar ons en van het geld dat we hebben kunnen we minstens vijf jaar lang onbezorgd leven. Het is een gunst die we jullie verlenen. Maar als jullie die niet willen dan vertrekken we. Maar kom dan niet naar ons als de straten overspoeld worden met reuzenkobolden en jullie mannen in harnas het niet aan kunnen.'

Ik draai me om, om de zaal uit te lopen. Uit de groep komt een andere man. De man pakt eerst de man bij de kraag die ik had geslagen en vloekt de man stijf. Dan richt hij zich naar mij. 'Dus je bent niet een passief iemand. Mag ik vragen hoe sterk je bent?'

Ik bekijk het menu weer. Dan reageer ik. 'Ik ben nu level zevenenveertig.'

De man kijkt me vragend aan. 'Ik weet niet wat u zojuist deed, of wat dat level systeem is. Heeft u een andere indicator?'

Ik denk even na. Dan denk ik aan mijn draken. 'Ik heb zes draken die helemaal loyaal aan me zijn. Een van die draken is niet alleen een oudere, maar ook nog eens een broedmoeder. Een tweede is een ondode draak. De andere twee die hier niet bij zijn hebben de elementen vuur en gif. Die oranje draak is een energiedraak en die andere is mijn familiair. Ik kan deze stad in zijn geheel dus verbranden, vergiftigen, in bliksem onder laten gaan en compleet overdekken met draken zonder dat het mij enige moeite kost.'

De man kijkt me angstig aan. 'In dat geval zal niemand hier je nog lastig vallen. U bent helemaal welkom en uw harnas zal niemand iets over zeggen. U en uw gevolg kunnen meekomen naar de tafel van de leiders.'

De man loopt weg. Omdat iedereen heeft geluisterd naar de gesprekken die ik gevoerd heb met de twee mannen weten ze dat ze mij niet boos moeten maken. Als ik langskom zetten ze uit respect een stap naar achteren. Denise loopt achter me aan. Onze mantels bewegen zwierig achter ons aan. De flakkerende kaarsen en fakkels weerkaatsen op de schubben, waardoor er een lichtshow is waar ik ook loop. Een aantal vrouwen kijken er met grote ogen naar. Denise heeft het zwaard dat bij het harnas hoort aan haar zij hangen, het geheel net zo zwart als de rest van haar harnas. Ik heb haar het haarnet uitgeleend dat Siceria aan mij had gegeven als drakenschat. Het is niet echt een zeer goed haarnet, maar samen met haar blonde haren zorgt het ervoor dat er een contrast is met haar harnas. Genoeg om ervoor te zorgen dat we beiden alle aandacht trekken. Anouk en Julia kijken verlangend naar onze harnassen. Nu heeft Julia wel respect voor mijn lef.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top