Hoofdstuk 1

Het is laat. 10 uur in de avond. De laatste wetenschapper van het Lavendellab sluit voorzichtig de deur af. Lang hebben hij en zijn collega's gewerkt aan het RVR systeem. Het is nu af, en klaar om aan de wereld te openbaren. Na maanden werk is het zover. Daarom controleert de wetenschapper ook twee keer de sloten: het is geen tijd om risico's te nemen met het RVR systeem. Pas als hij zeker is dat het RVR systeem veilig is loopt hij naar zijn auto en rijd hij naar huis. Hij is zich niet bewust van de drie gesluierde figuren op een dak in de buurt, die het hele proces in de gaten hielden. Zodra de wetenschapper weg is gaan ze naar het lab toe. Dat is de laatste keer dat iemand het RVR systeem ziet.

Chantal

Snel navigeer ik me door de gangen van mijn vaders landhuis. Mijn vader heeft me naar zijn kantoor geroepen. Als zoiets gebeurd dan kan het maar twee dingen betekenen: ofwel iets geweldigs staat op het punt te gebeuren, of iets verschrikkelijks gaat gebeuren of is gebeurd. Zoals altijd wanneer mijn vader me naar zijn kantoor vraagt hoop ik op het beste en vrees ik het ergste. Als ik voor de deur sta klop ik er drie keer op. Mijn vaders diepe, zware stem klinkt gedempt door de deur. 'Binnen.'

Dan doe ik de klink naar beneden en stap ik naar binnen. Mijn vaders kantoor is enorm. Omdat hij zijn hele leven heeft gewerkt kan hij een landhuis zoals dit veroorloven. Er staat niet veel meer in dan twee leren stoelen voor bezoekers, een groot bureau en een enorme stoel voor mijn vader. Als ik binnen stap wijst hij naar een van de stoelen. 'Ga zitten.'

Als hij zo kortaf is betekent het vaak niks goeds. Daarom luister ik naar hem. Hij maakt zijn werk af en richt zich naar mij. 'Er zijn een paar dingen voorgevallen de afgelopen tijd. Zoals je weet is een week of drie geleden het prototype RVR verdwenen. Mijn bedrijf was een van de bedrijven die meewerkte met de ontwikkeling, dus zijn er een paar onderzoeken geweest. Een van de onderzoeken was bij dit landhuis, om te zien of wij het RVR systeem hadden. Daarbij hebben ze een eeuwen oud grottenstelsel ontdekt. Ik bedacht me dat, omdat jij zoveel van onderzoeken houdt, je het leuk zou vinden om het grottenstelsel te onderzoeken. Ik geef je daarom toestemming om het te onderzoeken, zolang als je maar voorzichtig bent. Vraag aan Erik waar het grottenstelsel is als je dit wilt doen.'

Erik is de hoofddienaar. Hij en ik kunnen het geweldig vinden met elkaar, dus als er zo iets gebeurt is hij altijd op de hoogte ervan. Als pap stil blijft bedank ik hem opgelucht. 'Bedankt pap! Ik zal de voorbereidingen treffen en Erik opzoeken!'

Pap wuift me weg. 'Veel plezier. Ik zie je vanavond wel verschijnen voor het eten.'

Ik zeg hem gedag. Na een snelle trip naar mijn kamer om een zaklamp, een notitieboekje met pen en een rol draad te halen zoek ik Erik op. Hij is ook al helemaal voorbereid. 'Zo. Klaar om een grot te onderzoeken?'

Ik knik. 'Ik heb de voorbereidingen getroffen. We kunnen meteen door gaan naar de grotten. Weet jij waar ze zijn?'

Erik lacht. 'Weet ik waar het is? Je onderschat me. Ik heb zelfs een kaart weten te scoren bij de onderzoekers waar de grotten op staan!'

Hij haalt een papiertje uit zijn zak en vouwt het uit. Het blijkt de kaart te zijn waar hij het over had. Met de kaart is het grottenstelsel zo gevonden.

Bij de grotten splitsen we op. We binden beiden ons draad om een stalagmiet en doorzoeken een eigen gang. De grot lijkt in eerste instantie op alle andere grotten die ik op vakantie heb bezocht. Pap is vaak druk met werk, dus in de vakanties stuurt hij me vaak met Erik naar een ander land waar we mogen doen wat we willen. Het is altijd leuk om dat te doen. Helaas werd dit jaar de vakantie opgezegd omdat de RVR gestolen is. Om paps imago te redden zijn Erik en ik dus thuis gebleven.

De tunnels gaan door en door. Het verbaasd me dat er zo een groot grottenstelsel is op nog geen vijfhonderd meter van mijn voordeur. Als ik doorloop kom ik meer tegen. Grote grottekeningen van minstens achtduizend jaar oud. Hoe dieper ik de grot in loop hoe ouder de grottekeningen op de muren zijn. Terwijl ik dieper loop maak ik foto's en aantekeningen in mijn boekje. Dan kom ik een doodlopend eind tegen. Als ik mijn handen over de muur heen laat gaan voel ik iets vreemds. Ergens ter hoogte van mijn elleboog steekt er iets uit. Het is te rond voor een stuk rots, maar in het tijdperk dat dit deel van de grot gebruikt werd zouden er geen mensen moeten zijn die steen kunnen bewerken. Zodra ik er voor sta licht het teken op. Ik krijg ineens een gevoel dat ik het aan moet raken. Het gevoel is te sterk om te onderdrukken, waardoor ik geen keus heb. Mijn hand gaat langzaam richting het symbool. Hoe dichter bij mijn hand komt, hoe heviger het oplicht. Zodra ik het symbool aanraak wordt ik omhuld door een sterk wit licht. Het witte licht zorgt ervoor dat ik mijn bewustzijn verlies.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top