Hoofdstuk 20
De kus duurde misschien enkele seconde voordat de realiteit tot Jona doordrong.
Niet enkel bij hem, maar ook bij mij.
De kus werd abrupt onderbroken en we staren elkaar met grote ogen aan.
Snel helpt hij me weer op mijn eigen benen en ik richt mijn ogen snel naar de grond.
Een stilte valt tussen ons in en het leek wel of we beide niet wisten wat te zeggen. Of Jona schaamde zich te veel, maar dat was niet waar ik aan kon denken.
Mijn gedachten zaten nog bij de kus. Met zijn lippen die zo goed tegen die van mij voelde, die zo juist tegen die van mij voelde. En het sprankelende gevoel dat het gaf aan mijn buik.
'Het spijt me echt, ik weet niet... waarom ik dat deed of wat er gebeurde.' Zijn ogen voelde ik door mijn hoofd boren en ik hief mijn hoofd op zodat ik die scherpe ogen kon zien. Waarschijnlijk was het zo, waarschijnlijk was het gewoon een opleving van het moment. Waarschijnlijk was ik de enige met een sprankelend gevoel.
Ik knikte onzeker en rechte mijn rug.
Hij moest niet zien hoe zijn woorden me hadden geraakt.
'Je moet je niet verontschuldigen, ik zat in het moment en wel ja... het had niet mogen gebeuren.'
Nu knikte Jona ook en haalde een hand door zijn vrolijke krullen die zelfs nu nog danste door Jona's beweging.
Hij liet zijn ogen over de bloemen waar ik enkele minuten geleden nog een vraag over had.
'Misschien moeten we terug gaan voordat ze verkeerde dingen gaan zeggen.' Stamelde ik ongemakkelijk en wist niet of ik op hem moest wachten of al zelf moest vertrekken.
Maar als Jona voor een tweede keer knikte en verder wandelde was die vraag beantwoord.
Terug bij de groep zag ik hoe de koets van de engelen net was aangekomen en er verscheen een glimlach op mijn gezicht bij de gedachten dat mijn engelen me komen uitzwaaien. Ik had momenteel wel nood aan personen die me een knuffel willen geven zonder er teveel over na te denken. Maar wanneer het deurtje van de koets open ging en Blackless eruit zag komen en me niet eens een blik waardig keurde leek het wel een mes in mijn rug.
Natuurlijk was zijn hier voor Mona, waarom zou ze zich ook zorgen maken over mij.
'Wel wel, ben ik niet meer goed genoeg? Of is de enige die nog goed genoeg is voor jouw Jona?' Hoorde ik Whiteless van achter me.
Gechoqueerd draaide ik me naar haar om en legde mijn hand op haar mond.
'Zeg me nu dat niemand dat gehoord heeft.' Siste ik tegen haar. Whiteless haar ogen fonkelde van plezier. En gaf me dan het antwoord dat ik moest horen.
'Trekt het je niet aan, het is een moederinstinct dat Blackless over haar heen had gekregen. Hoewel ik niet wist dat engelen het konden krijgen.'
'En wat dan over mij? Ben ik niet meer goed genoeg?' Ik snoof verveeld, 'Voor mij is het anders ook wel duidelijk wie lijn favoriete engel is.'
Whiteless lachte achter me en bedankte me plagend.
'Wel sorry lieverd, maar ik heb een te grote hoeveelheid emoties die ik kwijt moet spelen, en daar liep net iemand die me er uitstekend mee kan helpen.' Grijnzende ze en was zo verdwenen.
Blijkbaar was dat ook niet de enige reden, want tien seconde later stond Blackless voor me met een serieuze blik. Ik kon onmiddellijk al zeggen waarover dit zou gaan.
'Eirian, je weet toch dat wat jij voor Jona voelt niet kan?'
Met een zucht knikte ik.
'Waarom heb je dan net met hel gekust? Je weet niet eens of hij van je houdt? Je moet je niet zo opdringen.' Verbaasd keek ik haar aan als ze verder ging. Hoezo opdringen? Dit was niet enkel ik, Jona kuste me ook.
'Kijk Eirian, ik weet wat je voor de prins voelt, maar alsjeblieft zorg dat je die gevoelens verliest. Nathan, hij is iemand perfect voor je, hij is net als jouw een mens. En Jona een elfenprins, je moet weten dat dat nooit mogelijk is. Jona zijn lot is het om te trouwen met iemand van zijn rang, met een hoge titel, met aanzien.'
Mijn verbazing werd enkel groter met elk woord dat ze zij. Hoe kon zijn mijn goede engel zijn, ze brak me heel de tijd af.
'En bovenal zal Jona uitgehuwelijkt worden.'
Mijn ogen waren net zo groot als koplampen. Jona werd uitgehuwelijkt?
Wist hij dit wel? Aan wie? Waarom?
'Hij zal na jullie tocht uitgehuwelijkt worden aan Mona.'
Dat was het moment dat ik niet wist of in moest lachen of huilen. Als een stenen muur staarde ik haar aan.
'Jij bent een ziek mens.' Zei ik en stond recht, maar ze hield me tegen bij mijn arm om me serieus in de ogen te kijke
'Nee Eirian, ik probeer het beste te doen voor iedereen. En beloof me dat je het tegen niemand zegt.' Ik rukte mijn arm uit haar greep en ging zonder nog veel meer te zeggen weg.
Misschien kon ik wel steun krijgen van Nathan.
Hij stond bij Tiadora, Kylian en Fiona en zag me al aanstormen voordat de redt het zag.
'He Laoni, waar was je?' Dan bleek hij de boze blik op mijn gezicht te zien en fronste, 'wat is er gebeurd?'
'Niets, nee wacht, veel. Kan ik een knuffel krijgen van iemand?' Een frons verscheen nu ook op de andere hun gezicht, maar Nathan reageerde als eerste op mijn vraag.
Hij stapte vooruit, gaf me een stevige knuffel en ik liet mijn hoofd verslagen op zijn schouder vallen.
'Ze is zo plakkerig, hoe kan Jona daar niet gek van worden?' Hoorde ik Kylian mompelen en ik volgde zijn blik naar Mona die met een zoete glimlach op haar engelen gezichtje stond te praten met Jona. Die haar ook aankeek met zijn zachte glimlach. Die glimlach waar ik zo van hield.
Jona en Mona, hun namen klonken zelfs perfect, ze zouden samen het elfenrijk gaan leiden en ik zou hun eeuwige dienaar zijn. Dat is al dat hij en ik zouden zijn, het werd tijd dat ik het los liet.
'Laoni, gaat het?' Nathan zijn zachte stem galmde in mijn oor. Enkele seconde gingen voor bij, het kon zelfs een hele minuut zijn, tot ik een antwoord had kunnen vormen.
Ging het wel goed met mij? Want ik had het gevoel dat alles in elkaar aan het zakken was. Al dat ik ooit had gebouwd begon stilletjes aan af te breken. De waarheid, mijn waarheid is niet meer waar. En mijn dromen zijn mijn niet meer.
Maar dit ging niet om mij, dit ging niet om mijn idiote gevoelens die maar niet wisten wat ze wilde. Dit ging over vijf rijken en hun bestaan, dit ging over mythische wezens die al lang niet meer mythisch zijn, die echt zijn. Dit ging over honderden, duizenden wezens was wie hun leven af hing van deze groep van tien. Vier elfen, twee feeën, een engel, een dwerg en twee mensen. zij, wij, vormde een toekomst van zovele. Dus ging het met mij, nee. Wist ik wat er zou komen, nee. Was ik bang, ja. Maar dat zou me niet tegen houden. Mijn muren kon ik later wel wel weer bouwen.
Nathan had me nog steeds vast, wachtend op mijn antwoord tot ik knikte en hij wat van me weg ging staan en me grondig bekeek. Dat was voor hem genoeg om me te geloven.
'Oké iedereen, ik denk dat de maan volledig op is. Pak al je spullen dan vertrekken we.' de stem van Jona luidde door de binnenplaats waardoor iedereen hem aankeek.
Naast me stak Nathan zijn hand plots in de lucht, alsof we in de klas zaten. Al de hoofden draaide gelijk zijn kant uit.
'Nathan, wa-' siste ik, maar voordat ik mijn verbazing goed en wel had kunnen uiten had Jona hem fronsend al toestemming gegeven om verder te aan.
'Het rijk dat we moeten verkennen ligt in het oosten, waarom gaan we dan niet naar het meest oostelijke deel van al de rijken.' verbaasd keek ik Nathan aan, hij had een goede vraag gesteld. Hoewel ik ook de enige was die het een goede vraag leek te vinden. Fiona en Tia grinnikte zacht en Kylian keek ons moeilijk aan. Terwijl Mona diep zuchtte en Jona op een kalme toon antwoord gaf.
'We gaan verkennen, dat begint hier om er zeker van te zijn dat ze nog niet in ons rijk zijn geraakt. Met andere woorden de verkenning start hier. Iedereen in formatie, we vertrekken.'
Naast me stond Nathan er nog even verbluft, hij krabde even aan zijn haarlijn en draaide zich weer naar de meisjes.
Ik keek toe hoe iedereen in een rij van twee ging staan, zelfs Nathan wist wat hij moest doen. Hij had zijn plaats al gevonden bij Fiona waar hij een gesprek mee had. En Tiadora stond naast Pumpel waar ze ook al een interessant gesprek mee leek te hebben. Met nog een laatste blik op de rij ging ik naar Kylian die helemaal achteraan stond met zijn zwaard in zijn hand.
'Ik heb geen idee wat ik moet doen, maar aangezien dat jij hier alleen staat met je glimmende zwaard, kan ik proberen om je gezelschap te houden.' Zei ik met een glimlach. Een grijns was al verspreid over zijn gezicht.
'Je gaat proberen om me gezelschap te houden? Hoezo proberen.'
'Wel ja, je leek het al best gezellig te hebben met je zwaard. Je keek er toch al naar vol affectie.'
Daar moest hij van lachen, heel erg hard van lachen. Terwijl ik niet echt door had wat hij zo grappig vond, hij keek er echt zo naar.
'Oh, Eirian, geloof me we gaan het heel gezellig hebben.' ik kreeg er zelf een knipoog bij toen hij dat zij, waar ik dan weer van moest lachen.
Jezus, dit gaat een lange tocht worden zo.
'Kylian wees toch niet zo vol van jezelf.' mengde Fiona zich in het gesprek met een suikerzoete glimlach.
'Ja echt Kylian, ik vertegenwoordig die rol al in haar leven.' Nathan soeg zijn arm rond mijn schouder en trok me in een verstikkende knuffel.
'Nathan... Lucht.' piep ik lachend.
'Hé Nathan, verpletter haar niet volledig. Anders heb ik niemand meer om naast te lopen.'
'Oh, dus dat is al waar ik voor moet blijven leven?' ik trachtte een Kylian met een frons aan te blijven kijken, maar het was allemaal zo grappig dat ook dat me niet lang lukte.
'Heilige sterren, met wie ben ik nu weer opgescheept.' lachte Fiona mee terwijl ze haar hoofd heen en weer blijft schudden.
Dat maakte me enkel harder lachen.
'Komop Fiona, een beetje lachen kan toch geen kwaad. Ik weet wel dat je mooi ben wanneer je lacht.' grinnikte Kylian plagend, maar Fiona haar lag stierf even weg. Toen had ik pas door wat hij zei. En hij ook.
Enkel Nathan stond er onwetend bij.
Enkel Nathan wist niet van de verhitte relatie die de twee deelde. Ik zou het ook niet geweten hebben als opa er niet zo over door was blijven gaan toen hij thuis kwam om oma en mij op de hoogte te houden van het elfenrijks laatste drama.
Kylian schraapte ongemakkelijk zijn keel en begon weer over iets anders.
'Trouwens, weten jullie wat ik heb gehoord?'
Iedereen leek het voorval van enkele seconde eerder al vergeten te zijn en we keken Kylian verwachtingsvol aan.
'Ik weet niet wat er van klopt, laat staan of er zelfs iets van klopt. Een keukenmeid had het me verteld, maa-'
'Wat doe je bij een keukenmeid?' vroeg Nathan verbaasd waardoor hij Kylian onderbrak.
'Dat wil je niet weten.' antwoordde Fiona voor hem met een verwaande glimlach waardoor Kylian met zijn ogen rolde.
'Ik was bij ze omdat ze altijd de laatste nieuwtjes hebben.' mopperde hij wou opnieuw zichzelf verdedigen als Fiona verveeld met haar ogen rolde maar hield in en ging verder met het verhaal, 'dus zij vertelde me dat koning Max J-' maar opnieuw werd Kylian onderbroken en gromde geïrriteerd.
'Eirian, kun je vooraan komen wandelen? Het is handiger dat degene met een boog vooraan loopt.' verrast keek ik in Jona zijn sparkelende ogen en vervolgens naar Mona.
Diep vanbinnen kreunde ik al gekweld.
'Maak je geen zorgen, ik kom wel mee.' Kylian gaf me een bemoedigend stootje als hij al naar voren ging.
'Kylian, het is handiger als je achteraan blijft, iemand me jouw skill kan beter de achterkant verdedigen en... Tia ga je anders ook achteraan bij Kylian dan kan Pumpel naast Eirian.'
Iedereen leek onmiddelijk te knikken, Kylian deed er iets moeilijker over, maar deed na enkele tellen ook wat er van hem gevraagd werd. Dat liet mij alleen over, recht achter Jona en Mona. Dit zou nog een lange toch worden.
'Hé, kop op Eirian. We steunen je van hier achteraan, tracht niet te veel op Jona en zijn plakijzer te letten.' bemoedigde Kylian me nog voordat ik mezelf achter Jona en Mona sleepte.
Nadat ik mijn plaats had ingenomen, was Mona ook al dichter naar Jona toe gekropen en had ze iets onzinnigs kunnen uitbrengen waar Jona van moest grinniken.
Een tweede kreun ontstond diep vanbinnen.
Een lange tocht, inderdaad.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top