De Wens - Fantasy

Ze staarde uit het raampje van het vliegtuig. Het was laat en haar oogleden voelden zwaar, maar toch vertelde ze zichzelf dat ze wakker moest blijven. Over een paar uur zouden ze landen in Londen, waar ze een nieuw leven op zou gaan bouwen, omdat haar vader zo nodig een nieuwe baan moest vinden. Ze had van haar moeder gehoord hoe het huis waar ze in zouden gaan wonen er uit zag, maar ze kon zich er niet echt veel bij voorstellen. Vooral omdat ze de ene keer dit vertelde en de andere keer dat. Wat ze wel zeer zeker wist was dat het een huis zou zijn met een gigantische tuin en dat ze een schildpad als huisdier zou krijgen. Ze had gekreund toen ze dat hoorde, omdat ze zich geen saaier huisdier in kon denken als een schildpad. Al helemaal toen ze hoorde dat haar zusje een kat zou krijgen. Oh wat was ze jaloers geweest, haar zusje zou een kat krijgen. En zij zou opgescheept zitten met een doodsaaie schildpad die nooit iets zou doen. Ze zuchtte diep en keek uit het raam. Ze had gehoord dat er vannacht een vallende sterren regen zou zijn, maar ze had tot nu toe nog geen enkele vallende ster gezien. Ze vroeg zich af of ze die überhaupt nog zou zien. Plotseling zag ze iets in haar ooghoek voorbij komen. Een vallende ster, dacht ze, ik wens dat alles toch niet zo saai zal zijn als ik denk dat het gaat worden. Maar toen kon ze nog niet weten hoe graag ze later zou willen dat ze dit nooit gewenst had...
*
Het was een paar uur later en samen met haar ouders stond ze op het vliegveld. Buiten regende het en het was op het hele vliegveld hoorbaar. Af en toe hoorden ze een donder en zagen ze een bliksemschicht, wel in omgekeerde volgorde. Want licht ging nog steeds vele malen sneller dan geluid. Dat begint mooi, dacht ze. 'Dat begint zeker mooi, Clara', zei een stem achter haar en ze draaide zich haastig om. Een vrouw, ze had grijze haren die ze in een knot op haar hoofd droeg en blauwe ogen, stond achter haar. Ze droeg een blauwe jurk en hield een toverstaf in haar hand. 'Wie ben jij?' vroeg Clara voorzichtig terwijl ze een paar stappen in de richting van de vrouw deed. 'En hoe weet jij mijn naam.' 'Ik weet alles over jou', vertelde de vrouw haar. 'Ik ben je Fairy Godmother.' 'Sorry?' De vrouw knikte enkel en Clara nam nog een paar stappen in de richting van de vrouw. 'Ik hoorde je wens vannacht, maar je moet wel weten dat alles met een prijs komt. Clara, bij deze zorg ik ervoor dat dit zeer zeker niet zo saai wordt als je gedacht had.' Clara staarde de vrouw aan en wilde haar mond openen om iets te zeggen. Maar toen ze knipperde was de vrouw al weer verdwenen. 'Kom je liefje?' vroeg haar moeder. Clara knikte en draaide zich weer om. Ze schudde haar hoofd en vertelde zich zelf dat ze gedroomd had, maar niets was minder waar.
*
Het huis waar ze heen verhuisden had grote ramen aan de voorkant en twee verdiepingen. Toen ze daar aankwamen regende het nog, maar de zon kwam net heel iets door de wolken heen, waardoor een regenboog ontstond. Clara glimlachte en liep naar het hek. Voorzichtig duwde ze deze open en hij kraakte. 'Is dit wat ik denk dat het is?' vroeg Clara. 'Een bouwval?' Haar moeder knikte en antwoordde: 'Vind je het niet prachtig? Het is toch heerlijk dat we hier ons eigen plekje van kunnen maken?' Clara zuchtte, het was inderdaad minder saai. Maar of dit nou was waar ze op gehoopt had wist ze niet. Opeens verlangde ze naar de schildpad waar haar moeder haar over verteld had. 'Dus, wat gaan we nu doen?' vroeg Clara terwijl ze in de richting van een grote schuur liep. De rode verf lag er deels af en vele balken zaten los aan de buitenkant. Ze kwam er steeds dichterbij, haar moeders geroep negerend. Ze vond het er eigenlijk best wel leuk uitzien. Ze was nu zo dichtbij dat ze hem aan kon raken. Met haar vingers voelde ze over het hout en ze liep om de schuur heen tot ze bij de voorkant kwam. Met een gigantisch hangslot zat de deur dicht, maar omdat er zo veel planken weg of verrot waren kon ze gemakkelijk naar binnen kijken. Ze liep steeds dichter naar de schuur en keek door de opening naar binnen. Binnen zag het er net zo uit als buiten, maar schijn bedriegt...
*
'Hallo?' vroeg ze terwijl ze de schuur in klauterde. 'Is hier iemand?' Er kwam geen antwoord en voorzichtig zette ze een paar stappen. De schuur was slecht verlicht en slechts weinig licht kwam door de spleten in de muren. Het leek alsof er ooit in een ver verleden spullen opgeslagen waren geweest, ook eten. Omdat er hier en daar dingen op de grond lagen. Clara rilde en voorzichtig zette ze een paar stappen. Plotseling voelde ze een ijskoude hand in haar nek en ze slaakte een ijzige gil. Ze draaide zich om en stond oog en oog met een angstaanjagende man. Zijn ogen waren rood en zijn huid lijkbleek. In zijn rechterhand hield hij een mes. Opnieuw gilde Clara en de man bracht het mes naar haar keel. Het mes raakte Clara's keel en een rilling ging door Clara's lichaam. Ze sloot haar ogen en dacht aan alles waar ze ooit van gehouden had. Maar vooral aan haar wens van die nacht en de vrouw die ze die ochtend op het vliegveld ontmoet had. Minder saai als ze verwacht had was het zeker, maar of dit was wat ze wilde wist ze niet. Plotseling voelde ze een straaltje bloed over haar nek lopen en voelde ze haar benen zwaar worden. Ze vocht er tegen en wist dat ze overeind moest blijven. En toen voelde ze het mes helemaal niet meer op haar keel drukken, ook de ademhaling van de man die ze eerder in haar nek had gevoeld was verdwenen. Langzaam opende ze haar ogen en de vrouw, die met het grijze haar en blauwe ogen, stond weer voor haar. Ze had haar staf in haar hand en zei: 'Ik hoop dat je je lesje hebt geleerd. Alle wensen komen met een prijs.'

WC: 1068 (2017)

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top