Het Bloedbad

Ik word wakker van een gil. Verschrikt spring ik uit mijn bed en ren ik naar de kant waar het geluid vandaan kwam. Saska staat voor de spiegel te huilen. 'Saska?' Vraag ik oprecht bezorgd. 'Ga weg, je mag me niet zien, niet zó,' huilt ze. 'Hoe mag ik je niet zien? En waarom niet?' Vraag ik. Ze haalt haar handen weg en een rood, opgezwollen gezicht komt me tegemoet. 'Ik, ik ben allergisch voor deze make-up.' Ik pak een washandje en houd hem even onder de koude kraan. 'Saska, je moet deze even op je gezicht houden dan ben je het snelst weer normaal.' Meteen doet ze wat ik haar heb opgedragen. De zwelling trekt meteen weg uit haar gezicht. Saska huilt van opluchting en geeft me een knuffel. Wie had gedacht dat ze ook een gevoelige, niet "capitolerige" kant had. Met een gerust hart loop ik Saska's kamer uit terug naar de mijne. Op mijn bed ligt een doosje. 'Wat kan dat nou zijn?' Vraag ik aan mezelf. Ik pak het doosje en schud er mee, in de hoop te horen wat er in zit. Niks. Ik maak het doosje open, even voor de zekerheid. In het doosje zit een briefje waar op staat geschreven in sierlijke letters: 'Lieve April, hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag. Heel veel succes vandaag we geloven in je. -XXX- je voorbereidings team.
PS. Hier onder ligt nog een cadeautje, we hopen dat je hem leuk vindt.
PPS. Feliciteer June vanavond via een camera in de arena. Die hangen er genoeg.
PPPS. We gaan je missen.
PPPPS. Dat is niet nodig want jij wint makkelijk!
PPPPPS. Tot over twee weken ongeveer.'
Ik bonk met mijn hoofd tegen mijn nachtkastje hoe kon ik dit nou vergeten? June is vandaag jarig. Ik ben jarig! Ik kijk onder het briefje en zie een prachtig armbandje. Voorzichtig pak ik hem op en dan herken ik hem. Het is hetzelfde armbandje dat ik om had met de parade. Ik doe hem om en kijk nog eens mijn kamer door. Dit is de laatste keer dat ik hier kom. Misschien ben ik vanavond al gewond. Of erger... Meteen schud ik die gedachte van me af. 'Je kan winnen April, zelfs je voorbereidings team is er zeker van,' zeg ik tegen mezelf. En June is er nog zekerder van dan jij.
De gedachte aan June maakt me meteen weer vrolijk. 'Ik ga winnen, voor June.' Mijn maag knort en ik herinner me dat ik nog niet gegeten heb. Ik sta op en ren de eetkamer in. Helaas kijk ik niet goed uit en bots met mijn been tegen de tafel aan. Ik roep alle scheldwoorden die district 7 kent en grijp naar mijn pijnlijke been. Verschrikt rent Laura naar me toe. 'April!' Roept Laura. 'Kijk uit, daar staat een tafel!' Ik kijk haar boos aan. 'Wat een humor hebben we weer,' grom ik. Ze glimlacht. 'Dank je, fijn dat ook jij het grappig vind.' Ik rol met mijn ogen en hinkel naar de bank. Daar aangekomen stroop ik mijn broek op en een grote schaafplek komt tevoorschijn. Laura komt naast me zitten. 'April, nu je hier toch zit vertel ik nog even een paar belangrijke dingen.' Ik kijk haar verbaast aan. 'Is er nog meer wat ik moet weten?' 'O ja, nog veel meer,' zegt ze. 'Ten eerste, stap niet te vroeg van je plaat af.' 'Waarom niet?' onderbreek ik haar. 'Dan ontplof je,' zegt ze kortaf. 'Hoe dan?' vraag ik verschrikt. 'Ten tweede, zorg ervoor dat je zo snel mogelijk weg rent bij de hoorn. Er liggen spullen die je wil hebben maar het is er een bloedbad, de kans dat je vermoord wordt is te groot,' zegt ze mijn vraag negerend. 'Hoe komt het dat je ontploft als je te vroeg van je plaat af stapt?' Vraag ik nog een keer. 'Ten derde,' Gaat ze verder. 'Hoe komt het dat je ontploft?!' Schreeuw ik nu boos naar haar. 'Er liggen landmijnen oké?! Het belangrijkste is dát je ontploft,' 'Ja mevrouw!' roep ik. 'Wacht wat?' 'Stomme dove kip!' roept ze 'Is één keer vertellen niet genoeg voor je?! Het zijn de hongerspelen, ze doen er alles aan om je dood te krijgen!' ik deins achter uit door Laura's geschreeuw en ren naar mijn kamer toe. Ik blijf een tijdje op mijn bed zitten. Dan hoor ik geklop op mijn deur. Ik negeer het. Nog meer geklop. 'Binnen,' zucht ik. Het is Laura. 'Eh, sorry dat ik net zo tegen je uitviel, ik eh, ik haat het gewoon om elk jaar mijn tributen die stomme arena in te sturen als ik net een beetje een band met ze heb gekregen,' zegt ze 'Maakt niet uit,' zeg ik terug 'ik ben ook heel erg zenuwachtig, ik had gewoon moeten luisten.' 'Het niet jouw schuld, maar je moet je gaan klaarmaken, je moet zo gaan.' Ze omhelst me nog één keer, wenst me succes en loopt dan weer terug naar de kamer. Ik loop naar de liften toe en zie Alexa al staan. We lopen naar het dak met waar de hovercraft op staat. Bijna alle tributen zitten al. We worden gechipt met een soort spuit en een bobbeltje verschijnt onder mijn huid. Als iedereen gechipt is stijgt de hovercraft op en vliegen we naar de arena toe. Na een lange reis van ruim een uur lopen Alexa en ik naar een kamer waar alleen een setje met kleren en de buis die naar de arena lijdt is. Een vredebewaker loopt met ons mee naar binnen. Alexa kijkt hem vragend aan. 'Sinds wanneer gaat er een vredebewaker mee naar de startkamer?' Vraagt ze. ' 'Nou dat is sinds het vriendinnetje van die vredenbewaker de arena in gaat,' zegt een bekende stem. Meteen spring ik op hem af en trek zijn helm van zijn hoofd. Ethan's warrige, bruine haar staat zoals gewoonlijk overeind. Ik druk mijn lippen op de zijne. Na een tijdje begint hij te praten. 'April, ik zei nou net wel dat je mijn vriendinnetje bent maar ik heb je het nooit echt gevraagd dus,' hij slikt een keer 'Lieve, Lieve April wil je mijn vriendin zijn? Alweer,' vraagt hij. Ik hoef er niet over na te denken en antwoord dus lachend en vol vertrouwen. 'Lieve , Lieve Ethan, ik zou niets liever willen. Alweer.' Ethan zwaait me rond in zijn armen en zet me daarna voorzichtig neer op de grond. 'Gefeliciteerd met je verjaardag April,' zegt hij en hij overhandigd me een pakketje. Ik scheur het papier er af en een klein doosje komt tevoorschijn. Ik wil er al mee gaan schudden maar Ethan houdt me tegen. 'Niet doen Prillie, gewoon open maken.' Ik glimlach om de oude bijnaam die hij gebruikt en open het doosje. Een prachtig zilver hartje ligt op een bedje van watjes. 'Wauw,' stamel ik. 'Draai hem eens om,' zegt Ethan. Ik draai hem om en op de achterkant staan onze namen gegraveerd. 'Wauw Ethan, dat had je echt niet hoeven doen!'
'Voor jou doe ik alles Prillie,' zegt hij. Mijn hart maakt een sprongetje. Hij slaat zijn gespierde armen om me heen en zo staan we even. Tot Alexa kucht. 'April, sorry dat ik stoor maar je moet je nu echt klaar gaan maken.' Ik knik en laat Ethan los. Een piep schalt door de kamer en Ethan kijkt verschrikt op. 'Succes Prillie, ik weet dat je het kan. Tot over twee weken'. Dan verdwijnt hij door de deur. Ik pak mijn kleren maar ben er met mijn hoofd niet helemaal bij. Ik laat mijn shirt vallen en wanneer ik ze op wil pakken, glijden de laarzen uit mijn armen. Alexa lacht en helpt me om mijn kleren aan te trekken. Eerst het strakke zwarte shirt, dan een losse broek met zakken, sokken en laarzen en als laatste een groen legerjasje. Dan doet Alexa mijn lange haren in een hoge staart. 'Eet nog maar even wat, dan heb je in de arena minder snel honger.' Ik knik en pak een broodje van de tafel.
Een broodje, een beker water, nog een beker water en nog een broodje werk ik naar binnen. Alexa zucht en haar lippen vormen het woord "vreetzak" maar het enige wat ze tegen me zegt is: 'Ik ga je missen.' Niks meer, niks minder. Alsof ze er al zeker van is dat ik dood ga. Ze omhelst me en dan wordt aangekondigd dat we in de buis moeten stappen. 'Dank je,' zeg ik nog tegen Alexa als ik in de buis stap. 'O en denk er aan dat...' Dan gaat de buis dicht en kan ik het niet meer horen. 'Waar moet ik aan denken Alexa?' Vraag ik. Maar de buis is geluid dicht en ze hoort me niet. Zwakjes zwaait ze nog naar me. Ik kijk naar boven, naar de arena. Alexa legt haar hand met roze gelakte nagels op buis en ik zie haar breken. Ze zakt op de grond en ik leg mijn hand tegen die van Alexa. Langzaam gaat de buis omhoog en de tranen stromen over haar wangen. Als ik bijna boven ben sta ik op en recht mijn schouders, ik mag niet zwak zijn. Ik moet terug komen, voor June. De buis komt boven ik word verblind door een fel licht. Nadat ik aan het licht gewend ben zie ik de Hoorn, die is omringt door een soort labyrint of doolhof. Ik kijk om me heen en zie vier plaatsen verder Melissa staan. Naast me staan de meiden uit 8 en 6. We staan op volgorde van districten. Dan valt mijn oog op alle spullen die er liggen, er ligt ook een bijl, niet zo ver van me vandaan. Vastberaden ga ik op mijn plaat staan en de klok begint af te tellen. 15 seconden, 10 seconden, 5 seconden. '4, 3, 2, 1. Laat de 100e honger spelen beginnen.' De gong gaat en ik sprint van mijn plaat af richting de bijl. De afstand die net zo klein leek is in werkelijkheid veel groter en ik ben bang dat iemand me voor gaat zijn. Maar ik ben de eerste. Het handvat voelt koel aan in mijn hand. Ik draai me om en probeer te bedenken wat in nog meer nodig ga hebben. Mijn oog valt op een slaapzak die niet zo ver bij me vandaan ligt. Ik ren richting de slaapzak en zie dat het meisje uit vijf er ook heen rent. Ze pakt hem vast. Ik slaak en kreet en hak in haar buik. Ze valt stuiptrekkend op de grond. Door alle adrenaline heb ik niet door wat ik heb gedaan en ik ren weg, met de slaapzak stevig in mijn armen geklemd, richting het doolhof. Ik zie Melissa met een voedselpakket in haar armen en ik gebaar dat ze naar me toe moet komen. Snel sprint ik het doolhof in en Melissa komt achter me aan gerend. Ik blijf rennen en rennen. Ik sla op verschillende plekken af. Links. Rechts. Links. 'Wacht op mij!' hoor ik Melissa roepen. Ik draai me om en zie hoe ver Melissa achter me loopt dus ik ren naar haar toe, pak haar pols vast en trek haar mee verder het doolhof in. Waar gaan we naar toe?' Vraagt Melissa. Ik draai me abrupt om en kijk haar indringend aan. 'Ooit naar de hongerspelen gekeken mevrouw? Regel 1: Zo snel mogelijk weg bij de Hoorn.' 'Maar hals over kop door een doolhof rennen is wel toe...' Maar ze kan haar zin niet afmaken omdat ik mijn hand snel over hand mond sla en ik haar achter een van de hagen trek. 'Wat...' 'Ssst!' Sis ik. Voorzichtig kijk ik om de haag heen en zie twee meisjes staan eentje uit district 1 en de andere uit 2. Ik steek eerst één vinger op en dan twee om aan te geven wat er is. Ze knikt dat ze het begrijpt. We wachten zo'n 10 minuten en komen dan tevoorschijn. Ik zucht opgelucht. Ik voel mijn maag knorren 'Ik heb honger,' zeg ik. 'Jij hebt altijd honger,' zegt Melissa terug. Ik haal mijn schouders op. 'Je krijgt nog niks.' We lopen tijdje en het begint langzaam donker te worden. We zoeken een plekje onder een haag en bedekken onszelf met de slaapzak. De slaapzak waar ik iemand voor heb vermoord. Ik ben een moordenaar. Mijn adem stokt. 'Melissa,' zeg ik angstig tegen haar. Ze maakt een instemmend geluidje. 'Ik heb iemand vermoord voor deze slaapzak. Het meisje uit 5.' Ze slikt 'Ik ben bang.' 'Ik ook April, ik ook,' Melissa pakt een wortel uit het voedselpakket en breekt hem door tweeën. Ik neem een paar hapjes en zeg dan tegen Melissa: 'Ik ben trouwens jarig vandaag.' Melissa lacht even. 'Hier heb je je verjaardagstaart,' en ze steekt haar wortel omhoog. 'Ik haat worteltjestaart,' gniffel ik. 'Ik ook,' zegt Melissa en we lachen. Door het lachen voelt het net alsof we thuis zijn. Onbezorgd, niet constant bang om vermoordt te worden. Als we onze wortels op hebben proberen we om te gaan slapen. Mijn hoofd tolt van alle gedachtes, het stuiptrekkende meisje uit 5, mijn bebloede bijl, de Hoorn met al zijn wapens, Melissa's zwaard, June. Dan gaan de kanonnen af, 4 als ik goed tel. Ik hoor Melissa zachtjes 'Verdorie.' Mompelen. Ik grinnik zachtjes om haar actie en val dan in een onrustige slaap vol nachtmerries.

(A/N)
Jeh zonder dit stukje precies 2222 woorden (tel maar na) oké dat moest ik even melden. Doei doei.♥

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top