De Boete
HOOFDSTUK 1 DE BOETE
Het is zo ver. Ik kan amper stil blijven staan als mijn moeder mijn jurk recht trekt en de laatste pluk rood haar in de knot vast zet. Ik kijk in de spiegel. De groene jurk is de zelfde kleur als mijn ogen. June komt naast me staan. Haar haar zit ook in een knot en ze draagt een jurk zoals de mijne. Alleen die van haar is blauw, net als haar ogen. Het enige verschil wat mensen tussen ons zien zijn onze ogen. De mijne zo groen als het gras in de lente, en die van June zo blauw als de blauwe lucht in de zomer. 'Meisjes zijn jullie klaar?' roept mijn vader vanaf de gang. Ik kijk June aan, ze knikt. 'We komen er aan pap!' roep ik terug. Zenuwachtig wiebel ik heen er weer en ik werp nog een laatste blik in de spiegel. Dan loop ik langzaam naar mijn vader, moeder en June toe. Samen lopen we door de deur naar het plein. Als we door de straten lopen zie ik ouders hun kinderen voor de laatste keer knuffelen en zeggen dat ze van ze houden. Ik pak mijn vaders hand vast en hij geeft een geruststellend kneepje in mijn hand. Als we bij het plein aan zijn gekomen komt het gewoonlijke prikje in je vinger. Ik bijt op mijn lip om een gilletje in te houden. Al vier jaar hetzelfde prikje en het doet nog steeds pijn.
Ik loop achter June aan naar het van voor de 16 jarige meisjes. Een blond meisje kijkt me boos aan. 'Kijk uit waar je loopt rooie' bitst ze. 'Mooi rood is niet lelijk' zeg ik op de zelfde manier en ik loop verder.
Ineens springt het scherm aan voor onze neus. Natuurlijk krijgen we eerst een praatje en een film over hoe goed het Capitool wel is maar we weten allemaal dat dat niet is. Dan begint Saska met het kiezen van de namen. Mijn handen trillen en van spanning. 'Niet June' fluister ik. Langzaam pakt Saska een kaartje. Dan na -het lijkt wel- uren kijkt ze de menigte in. Haar ogen glijden over alle meisjes. Wanneer ze begint te praten lijkt haar stem nog pieperiger dan dat hij al was. 'Het moedige meisje dat ons geweldige district 7 mag gaan vertegenwoordigen in de 76e hongerspelen is' ze stopt even. 'April MC-Cardney'. Ik hoor een schreeuw van June. Nee dat kan niet. Ik kan niet de arena in gaan! Wie zorgt er dan voor dat June niet bevriest? Twee vredebewakers komen me halen. De ene pakt mijn arm al vast maar ik trek me los. 'Ik kan zelf ook wel lopen hoor' Zeg ik. Hij haalt zijn schouders op En duwt me naar voren. Ik hoor een plof en kijk achterom. June ligt op de grond met haar ogen dicht. Ik wil schreeuwen, slaan, huilen, maar ik kan me niet bewegen. De vredebewakers slepen me naar het podium. 'Vrolijke Hongerspelen, en mogen de kansen ímmer in je voordeel zijn' zegt Saska.
Ik word door de vredenbewakers naar binnen getrokken en de deur sluit voor mijn neus.
Ik val huilend op de grond. Voor een minuut of twee blijf ik liggen tot de deur opengaat en June binnengerend komt. Ik sta op en klamp me aan haar vast. 'Je kunt proberen te winnen, je bent fantastisch met een bijl.' 'Ik zal het proberen.' Ik pak June weer vast. 'Ik wil niet dat je weggaat' zegt ze huilend. 'Ik wil ook niet weg,' zeg ik terug. We blijven elkaar knuffelen en laten pas los als er een vredebewaker aankomt en zegt dat de tijd om is. Ik zeg nog een laatste keer dat ik van haar hou en dan loopt ze weg. Na June komen mijn ouders. Ook zij houden me lang vast en zeggen dat ze van me houden. Dan gaan zij ook weg en ik wordt alleen achtergelaten.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top