Deel 1, Hoofdstuk 1

Ze was getrouwd, eerlijk en waarachtig getrouwd. Lieve kon het nog steeds nauwelijks beseffen. Ze had vanaf haar zesde jaar geweten dat het zou gebeuren, maar het in werkelijkheid meemaken was toch anders. Ze hoopte dat haar huwelijk beter uit zou vallen dan dat van haar eigen ouders.

-

Lieve's eerste kindje stierf voor zijn eerste verjaardag, ook de tweede en de derde overleefden het niet lang. Van haar prachtige kindjes bleef niets anders achter dan een leeg omhulsel.

Lieve zelf was er tijdens haar vierde zwangerschap niet veel beter aan toe. Lieven, haar man, was met elke dode verder in zichzelf terug getrokken. Hij had haar getrouwd om een opvolger te krijgen. Zijn eerste vrouw was in het kraambed gestorven en hun kind met haar. Nu was het Lieve's taak, een die ze dolgraag wou vervullen. Helaas had geen van haar kinderen het overleefd en zelfs als deze vierde volwassen zou worden, zou het allen goed genoeg zijn als het een jongen was.

De bijbel die Lieve van haar ouders had gekregen verdween in de vlammen van de haard. Ze had niet gedacht dat haar man zo weinig respect voor het woord van haar Heer zou hebben. Het was niet alsof het bezit van een bijbel illegaal was.

Diep in haar hart begreep ze zijn angst wel drukker Van Liesvelt was door de Spanjaarden onthoofd voor ketterij. Lieven wou zichzelf en hun ongeboren kind dat lot gewoon besparen.

Het was een jongen. De kraamvrouw legde het kind in Lieven's armen die, gelukkig, vertederd op het ventje neerkeek.

"Hij zal Adriaen heten, naar mijn grootvader. Adriaen Lievenszoon Aerts."

Adriaen groeide en een jaar later werd voor het eerst een eerste verjaardag gevierd. Lieve was rond met een volgend kindje op komst en gloeide van trots. Dit kind zou het redden, hij zou een waardige opvolger van haar man worden.

-

"Luister kind, je bent nu zeven, je hebt een verantwoordelijkheid tegen over je vader. Iedereen moet zijn steentje bijdragen om brood op de plank te krijgen. In jouw geval, jongeman, betekent dat naar school gaan en goed opletten."

Lieve zag met pijn in haar hart het vertrokken gezicht van haar enige kind. Adriaen was een schat maar te ondeugend en slim voor zijn eigen veiligheid. Ze zou er niet altijd zijn om hem te beschermen tegen de buitenwereld. Hij moest leren om zijn gevechten te kiezen en soms zich terug te trekken. Niet alles was de genoegdoening van gelijk hebben waard.

"Maar mama, de meester was niet eerlijk tegenover dat Aileen. Ze wist het goede antwoord."

"Dat kan wel waar zijn, maar helaas is de wereld niet altijd eerlijk. Je moet dat dan naast je neerleggen dat je er niks aan kan doen."

Adriaen moest dit leren, beter nu dan met vijandige soldaten in de stad. Er was nu geen oorlog aan de gang, maar de hoge heren konden niet lang zonder. Een nieuwe zou snel weer beginnen en de onwetende burgers zouden de prijs voor hun glorie betalen.

"Snap je dat Adriaen? Soms moet je stil zijn, zelfs als de andere persoon gemeen of oneerlijk is."

Lieve hoopte dat Adriaen haar goede raad zou opvolgen maar vreesde het ergste met zijn koppige karakter

-

"Kom op Adriaen de bijeenkomst is vast al begonnen, ik wil niet alles missen."

Adriaen volgde Aileen gehoorzaam, terwijl ze hem door het overvolle Naarden trok. De juli-zon verwarmde zijn blote armen, Aileen had hem bijna uit zijn bed getrokken om maar zo snel mogelijk te kunnen vertrekken. Het was bijna, omdat zijn moeder het trekken had gedaan terwijl Aileen achter de deur ongeduldig op en neer stond te springen.

Ze waren dan wel verloofd, maar zouden pas over een paar jaar trouwen. Aileen ouders vertrouwden de omtrekkende soldaten niet en wouden hun dochter nog even veilig thuis houden. Adriaen had daar minder problemen mee dan Aileen, hij hield van haar maar stond niet te trappelen om in het huwelijksbootje te springen. Iets waar zij minder problemen mee had. Als het aan haar had gelegen waren ze een maand geleden al getrouwd geweest. Jammer genoeg voor haar had de Slag bij Heiligerlee roet in het eten gegooid.

Nu hoopte Aileen dat de rust snel zou terug keren. Om dat te bewerkstelligen was ze creatief te werk gegaan. En werd Adriaen door de straten getrokken om haar nieuwste vinding te laten zien. Aileen had haar geloof gesteld op een groep jongeren die ondergronds te werk gingen. Deze groep had vandaag een bijeenkomst in de hoop gevaar af te wenden.

Ze kwamen aan bij een alkoof en na een gemompeld wachtwoord van Aileen werden ze binnen gelaten. Adriaen keek zijn ogen uit naar de gebrandschilderde ramen die nog net te zien waren bij het plafond. Ze waren in de catacomben van de Sint-Vitus kerk.

Het duurde even voordat Adriaen de overdadige, en smakeloze, versieren zag. Lentebloemen waren overal opgesteld met ertussen botten van, als hij het goed zag, dezelfde mensen die hier al jarenlang begraven lagen.

Adriaen probeerde zich strategisch ver van de bloemen te manoeuvreren en tegelijkertijd niet te dicht in de buurt van, was dat een altaar, te komen, of de relieken van Sint-Vitus.

Hij had absoluut een hekel aan bloemen, en hij kende geen persoon die graag in de buurt van een skelet kwam. Hoewel die laatste opmerking waarschijnlijk aangepast moest worden met zoveel mensen vrijwillig in de catacomben.

"Ik ben verheugd dat zoveel gelijkgezinden vandaag aanwezig konden zijn. Zoals jullie weten houden we deze bijeenkomsten vaak in de weide om dichter bij Haar te zijn. Maar vandaag besloten we om ook haar echtgenoot bij het ritueel te betrekken, we willen natuurlijk gehoord worden en hopen de nuttelozen gevechten te stoppen."

Er werd serieus geknikt en mee gemompeld door de menigte. Elke seconde dat Adriaen hier langer was wou hij liever en liever zo hard mogelijk weg rennen. Waar had Aileen hem nu weer in meegetrokken?!

"We begrijpen natuurlijk allemaal dat Haar echtgenoot slachtoffers van de oorlog nodig heeft, maar we willen hem natuurlijk niet overwerken."

Blijkbaar had de leider een grapje gemaakt aangezien de menigte nu een nervous lachje liet horen. Hoe lang zou deze onzin nog duren? Adriaen had wel wat beters te doen dan deelnemen aan een cult ritueel.

De leider ging door met meer nutteloze woorden over de grootheid van de persoon waar dit ritueel om draaide. Adriaen negeerde hem volledig en probeerde Aileen te vinden om haar mee naar buiten te sleuren. Ze konden het zich allebei niet veroorloven om hier gevonden te worden. Wat dacht ze wel niet om zich met illegalen in te laten! Haar vader was een van de schepenen nota bene.

Helaas kon hij haar niet vinden in de menigte en had zichzelf in de zoektocht naar haar blonde lokken naast een van de grootste boeketten bloemen geplaatste. De overweldigende noodzaak om te niezen verraste hem en hij kon de nies niet tegen houden. De uitbarsting van lucht en snot klonk als een kanonschot in de holle ruimte, maar niemand keek op of om ze zaten te diep in het ritueel.

Het was een perfect moment om hem te smeren. Aileen moest zelf maar zien hoe ze thuis kwam, hij was, gelukkig nog, niet verantwoordelijk voor haar misstappen. Gebruikmakend van het gebrek aan aandacht voor de rest van de wereld van de groep schopte Adriaen tegen de bloemen op de grond aan en brak bijna zijn tenen tegen een van de graven.

"Stomme bloemen! Ik haat de lente."

Voordat iemand zijn uitbarsting kon opmerken rende Adriaen de catacomben uit.

Ten minste geen van de stervelingen had zijn uitbarsting opgemerkt. Datzelfde kon niet gezegd worden van de persoon waar het ritueel in eerste instantie voor bedoeld was. Zij was diep beledigd dat iemand haar prachtige bloemen durfde te beledigen laat staan in haar aanwezigheid. De sterveling zou overeenkomstig gestraft moeten worden. En laat haar man nou net de perfecte straf in gedachten hebben.

-

Adriaen liep door de gangen van de catacomben naar buiten. Ten minste dat was de bedoeling, maar hij moet een verkeerde afslag hebben genomen aangezien hij nog steeds niet buiten was. Hij sloeg rechtsaf en stond met zijn neus tegen een blinde muur aan, hij was nu officieel verdwaald en draaide zich om om dezelfde weg terug te gaan.

De vloer verdween onder zijn voeten en Adriaen werd opgeslokt door de duisternis.

Adriaen landde op zijn achterwerk in wat leek op een middeleeuwse kerker. Een jonge vrouw in een gek uitziend gewaad stond voor hem. Ze had haar armen op haar heupen en keek op dezelfde manier op Adriaen neer als zijn moeder had gedaan wanneer hij als kleine jongen ondeugend was geweest.

"Ah, daar ben je. Ik hoop dat je deze keer beleefder bent."

Hij had geen flauw idee waar deze vrouw het over had, maar durfde niet om verheldering te vragen. Elke persoon waar tijd en ruimte niet voor gelden moesten gevreesd en gerespecteerd worden.

"Ik ben Persephone als je zou moeten weten."

Adriaen had geen flauw idee wie Persephone was en evenmin waarom hij haar naam moest herkennen.

"Ik ben de godin wiens ritueel je zojuist verstoorde, ik had die nies natuurlijk aan me voorbij kunnen laten gaan..."

Was dit de figuur waarop Aileen haar hoop had gesteld om een oorlog te voorkomen? Ze zag er nou niet bepaald krijgshaftig uit.

Dat was een verkeerde conclusie. Iets waar Adriaen maar al te snel achter zou komen.

"Ik ben zeer gekwetst over het feit dat je mijn prachtige bloemen niet kan waarderen. En je moet gestraft worden voor je gebrek aan respect."

Haar ogen twinkelden. Dat kon niet positief zijn voor Adriaen's lijf en leden.

"Mijn echtgenoot heeft daarom besloten om mij de macht te geven om jou een gepaste straf kunnen geven. Helaas kon mijn lief er niet zelf bijzijn aangezien hij nu erg druk is met de oorlog en zo. Je zal het dus met mij moeten doen."

De godin stond bijna te huppelen van blijdschap. Adriaen werd met de seconde banger wat voor afgrijselijke straf hem boven zijn hoofd hing.

"Dus nu komt het officiële gedeelte. Je naam lieverd, voor- achter- en toenaam."

"Adriaen Lievenszoon Aerts"

Persephone was in eerste instantie weer rustig op de grond gaan staan, maar zweefde nu van opwinding zelfs in de lucht. Dit kon echt niet goed uitpakken voor Adriaen. Hij hoopte maar fat hij niet zou flauwvallen of overgeven als zijn noodlot beslecht zou worden.

"Hierbij verklaar ik u, Adriaen Lievenszoon Aerts, met de macht die mij door mijn lieveling heer Hades gegeven is, onsterfelijk. U zult niet sterven, of ouder worden zo lang Hades de baas is over de Onderwereld of ik, Persephone, of Hades anders besluiten."

Ze zweefde een aantal centimeter boven de grond, terwijl een soort zwarte massa zich in haar handen verzamelde.

"Vanaf heden zult u verder leven als een van de onsterfelijken aan wie onsterfelijkheid ontleend is van de goden op de berg Olympus."

De zwarte massa die steeds gewelddadiger in Persephone's handen wervelde schoot van haar vandaan op Adriaen af en nestelde zich in zijn hart.

-

Adriaen voelde nog steeds de zwarte massa draaien in zijn ingewanden toen hij wakker werd naast de ingang van de Sint-Vitus kerk.

"Dat krijg je ervan als je drinkt Adriaen."

Aileen stond over hem heen gebogen en hield haar hand naar hem uitgestoken.

"Je weet dat ik niet drink Aileen."

Haar grijns werd alleen maar groter terwijl ze hem overeind trok.

"Weet ik, maar je leek echt dood voor de wereld. Vergeef me voor het trekken van de verkeerde conclusie."

Ze liepen samen door de stad en probeerden zo min mogelijk aandacht te trekken. Iedereen leek hun kant op te kijken maar dat was vast Adriaen's schuldige geweten.

"Denk je dat de bijeenkomst een positieve invloed zal hebben op de soldaten?"

Adriaen probeerde zijn verbazing te verbergen, had Aileen niet doorgehad dat hij was weggegaan? Blijkbaar aangezien ze vrolijk door babbelde over de bijeenkomst.

Hij leverde haar thuis af en trok zich terug op zijn eigen kamer. Adriaen moest zich even bezinnen. Wat was er nou precies gebeurt in de catacomben en wat voor consequenties zou zijn ontmoeting met Persephone hebben op zijn leven?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top