Hoofdstuk 2
Toen we de eetzaal binnenkwamen was het hoofd al bezig met de dagopening. 'Jullie zijn te laat,' zie het hoofd met een boos gezicht. 'Dat wordt afwassen voor jullie.' Niet alweer afwas, dat heb ik nu al teveel gedaan. David vond het, net zoals mij, helemaal niet leuk. David stond op het punt om iets terug te zeggen toen ik snel zei: 'David, niet doen! Zo maak je het alleen nog maar erger als dat het is.' David is nogal snel boos en dan reageert hij nogal eens erg onhandig. 'Ja, mevrouw. We zullen vandaag afwassen.' zei ik tegen het hoofd. We gingen snel zitten. Toen we mochten beginnen met eten zei ik tegen David: 'Stomkop, waarom wilde je nou weer wat zeggen. Je weet dat het dan fout afloopt!' Ik at snel wat en stopte wat te eten in mijn tas, zodat we onderweg ook nog wat hadden. Ik wilde namelijk erg snel weggaan. 'Kom David, schiet op! Dan kunnen we zo snel afwassen en daarna gaan.' zei ik tegen David. Toen we eenmaal begonnen waren aan het afwassen waren we gelukkig snel klaar. Toen we buiten waren genoot ik gelijk van het mooie weer. De eerste zonnestralen, de vogeltjes die floten en de bloemen die weer begonnen te bloeien. 'Kom David!' riep ik naar hem. 'Ik wil gaan en weer genieten van dit weer!' We gingen snel naar het bos. Toen we daar aankwamen werd het een stuk stiller. We liepen naar de plek waar we altijd heen gingen, een open plek in het bos. Toen we daar heen liepen werd de lucht steeds donkerder. *Het zal toch niet gaan regenen* dacht ik. Terwijl ik dat dacht begon het net te regenen. We begonnen te rennen om snel bij de open plek te komen, omdat daar een boom was waar je goed onder kon schuilen. Toen we op de open plek aankwamen stonden er 4 machines. Ze keken precies de kant op van mij en David. 'Wat is dit nou, wat hebben we verkeerd gedaan?' vroeg ik aan David. Het enige wat hij terug zei was: 'Rennen!' Ik vertrouwde hem, dus ik begon te rennen. Toen ik aan de rand van de open plek keek ik nog even achterom. Wat ik daar zag schokte me enorm, David werd meegenomen door de machines! Ik wilde achter hem aan gaan totdat ik zat dat er twee machines naar mij toe kwamen rennen. Ik begon met rennen en keek niet meer achterom.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top