hoofdstuk 17

Toen de machines ons hadden gepakt kwamen een aantal echte mensen naar ons toe. Zij bonden onze polsen aan elkaar en zij brachten ons ook terug naar het kamp. Zo liepen we, zwaarbewaakt, naar het kamp terug. Eigenlijk wilde ik huilen, maar ik kon het niet. Ik kon niet laten zien dat ik bang was, ik moest me sterk houden. In het kamp stonden al veel mensen klaar, maar ik zag dat de tenten waren opgeruimd. Ik zag dat alles in auto's klaarstond en ik wist meteen dat we zouden weggaan. Ik wist niet wat er met Star was gebeurd, maar ik nam aan dat ze was ontsnapt want ik zag haar hier nergens. Voordat we naar de auto's werden gebracht, werden we naar een man genomen. Hij keek erg tevreden en dat maakte me bang. "Zo, dus dit is de persoon die durfde om mijn gevangene te redden. Ik had een imposanter iemand verwacht." zei de man lachend. Hierdoor moesten de anderen ook lachen en ik voelde me erg ongemakkelijk. Toen ik opzij keek, zag ik dat ook David zich niet op zijn gemak voelde. Ik durfde de man aan te kijken en te vragen: "Wie ben jij?" De man moest lachen. "Dat jij durft om mij aan te kijken, dat durven niet veel mensen. Dat komt zeker omdat jij mij niet kent. Ik ben Micah, de onderbevelhebber van professor Overwatch." zei Micah terwijl hij een sein gaf aan onze bewakers. "Neem ze mee naar de auto's, we gaan ze naar de professor brengen. Ik denk dat hij erg blij is met haar." zei Micah en ik werd bang. Ik wilde helemaal niet naar de professor. Eigenlijk wilde ik het wel, maar niet op zo'n manier. Maar ik hield hoop, want misschien zou ik mijn ouders nu vinden. De bewakers duwde ons naar de auto's en David en ik werden in verschillende auto's geplaatst. Ik riep naar David dat hij hoop moest houden, maar hiervoor kreeg ik een klap in mijn gezicht. Ik was verbaasd om de klap en daardoor ging ik rustig de auto in. Eenmaal in de auto moesten we erg lang rijden. De hele tijd keek ik naar buiten, maar ik nam niks in me op. Ik was te geschrokken van alles wat er vandaag gebeurd was. Na wat als een aantal uur voelde zag ik ineens een grote stad verschijnen, dat moest Olympium zijn! De stad was immens. Overal waren huizen en flats. Ook waren overal bedrijven en de straten waren propvol. Doordat ik dit zag zat ik rechtop en zat ik met mijn neus tegen het raam. Ik had nog nooit zoiets groots gezien. Wij bleven maar rijden en het leek alsof we naar het midden van de stad reden. Uiteindelijk zag ik in het midden een reuze gebouw. Dat moest het hoofdkwartier van de professor zijn! Na een half uur waren we eindelijk bij het hoofdkwartier. De straten waren erg druk en daardoor konden we niet doorrijden. Maar toen we er waren werd ik gelijk uit de auto gesleurd. Mijn polsen werden nu met echte boeien vastgemaakt. Toen ik mijn krachten probeerden te voelen om wat zekerheid te hebben, voelde ik ze niet meer! Wat was dit?! Ik zou het moeten uitvinden, en wel zo snel mogelijk. Naast mij zag ik dat ook David uit zijn auto gesleurd werd en dat hij ook boeien om kreeg. Toen ook hij zijn boeien goed zaten werden we naar binnen gebracht. Eenmaal binnen werden we naar een lift gebracht en daarin geduwd toen hij beneden was. In de lift werd er op het knopje van de hoogste verdieping geduwd, dat was nummer 60. Dit zou dus een lange rit worden. In de lift werd er hele rustige muziek gedraaid en daar moest ik eigenlijk heel hard om lachen, maar dat kon ik niet doen. Toen we op de 60ste verdieping waren werden we uit de lift geduwd en werden we naar een kantoor gebracht. Daar zat iemand op een stoel, maar ik kon nog niet zien wie. Toen we midden in de kamer waren moesten we blijven staan en onze bewakers gingen naar de zijkant. Daarna draaide de stoel om en daar zat een grijnzende professor Overwatch.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top