💠{18}💠
In de woonkamer sta ik voor drie foto's. Op eentje staan Hazel en Julian met hun ouders. De andere is van Julian met een meisje en de laatste is van Hazel met een jongen en een meisje.
'Hazel zit nog even in haar kamer,' zegt Julian als hij langs me komt staan.
'Sorry, het was niet mijn bedoeling om haar van streek te maken,' zeg ik en ik kijk Julian aan.
Hij is iets groter dan ik.
'Ze heeft er gewoon veel last van,' zegt hij en hij zucht.
Zijn ogen kijken naar de foto's die ik net aan het bekijken was.
'Wie is het meisje langs je?' vraag ik.
'Dat is mijn vriendin. We waren een jaar samen toen ik weg moest,' zegt hij.
'Sorry,' zeg ik.
'Het is oké. Ik koester de hoop nog dat ik haar terug mag zien als ik hier weg mag,' zegt hij.
Hij lijkt nog iets te willen vragen, maar houdt zijn mond. Ik weet zeker dat het over de brand zou gaan.
Vervolgens wordt er op de deur geklopt.
'Dat zullen Livius en Mia zijn,' zegt Julian en hij gaat naar de hal.
Op dat moment komt Hazel de kamer binnen. Ik voel me meteen schuldig als mijn ogen haar opgezwollen ogen vinden.
'Sorry,' zeg ik.
Ze glimlacht klein.
'Maakt niet uit. Waar is Julian?' vraagt ze.
'Die is Livius en Mia binnenlaten,' zeg ik.
Ze knikt en de twee mensen die ik net vernoemd heb, komen binnen. Mia rent meteen op me af en bekijkt mijn gezicht van alle kanten.
'Heb je je bezeerd?' vraagt ze.
'Nee,' zeg ik en ik schud mijn hoofd.
Als ik Livius zie fronsen haal ik Mia's handen van mijn gezicht. Ze kijkt naar Livius en dan naar mij.
'Ik breng je naar huis,' zegt ze vervolgens en ze neemt me mee naar buiten.
Livius volgt ons op de voet nadat hij Julian en Hazel een afscheidsgroet heeft gegeven. Ik glimlach nog naar hun voordat we het appartement uitlopen.
'Weet je echt wel zeker dat het gaat?' vraagt ze.
Ik knik en werp een blik op Livius die achter ons wandelt, starend naar de grond.
'Ja, alles gaat prima. Ik heb er niet eens iets van gemerkt,' zeg ik.
'Je kan me altijd bellen als er iets is,' zegt ze.
'Hoe moet ik dat doen? Ik heb geen telefoon,' zeg ik.
Die heeft Mia meegenomen de eerste dag.
'Jullie hebben een huistelefoon die ik kan aanzetten op voorwaarde dat jullie geen familieleden bellen,' zegt Mia en ze glimlacht naar me. 'Ik zal mijn nummer achterlaten.'
Vlak daarna wordt ze rood en kijkt ze van me weg. Ik voel mijn wangen ook al opwarmen.
💠💠💠
Als Mia haar nummer heeft achtergelaten en de telefoon heeft aangezet, gaat ze weg. Ze moet nog langs haar broer, die ik morgen om half tien ga ontmoeten. Mia komt me om negen uur ophalen.
Nu zitten Livius en ik in de zetel en staren naar de tv die niet aanstaat. We moeten alles een beetje laten bezinken. Hij heeft Elise al laten weten dat de frietjesavond vandaag niet zal doorgaan, maar waarschijnlijk morgen.
'Het is oké als je Mia leuk vindt,' zegt hij na een tijdje en hij kijkt naar me om.
Mijn blik wordt verwarrend.
'Hoe bedoel je?' vraag ik.
'Dat ik het snap als je verliefd bent op Mia. Ik zie wel hoe je naar haar kijkt,' zegt hij en hij kijkt terug naar de tv.
Ik draai mijn lichaam volledig naar hem om.
'Ik ben niet verliefd op haar,' zeg ik.
Livius kijkt me onderzoekend aan en vervolgens haakt hij zijn ogen in de mijne. Ik voel een vraag opkomen.
'Ik ... Toen ik bij Julian en Hazel was, zag ik een foto van zijn vriendin en hem. Heb jij ooit een vriendin gehad?'
Zijn ogen kijken niet weg.
'Nee,' zegt hij.
'Wil je dat?' vraag ik.
'Nee.'
'En een vriendje?' vraag ik. Zijn ogen gaan over naar paniek en zijn mond gaat open alsof hij iets wilt zeggen. 'Wil je dat wel hebben?'
Ik zie hem slikken en hij slaat zijn ogen neer.
Het blijft lang stil en ik denk dat hij niets gaat antwoorden, als hij zegt: 'Ja.'
Zijn stem is schor en hij kijkt me niet aan.
'Vind je me nu niet walgelijk?' vraagt hij zacht.
'Wat? Nee, natuurlijk niet. Je bent een vriend. Ik zou je nooit walgelijk vinden,' zeg ik en ik leg mijn hand op zijn schouder.
Zijn ogen vinden die van mij bij het contact. Ze zijn waterig en ik voel zijn ademhaling versnellen.
'Echt?' vraagt hij.
'Echt,' zeg ik en ik haal mijn hand van zijn schouder. 'Ik wist het eigenlijk al voordat ik je ontmoet had.'
'Had je daar over gedroomd?' vraagt hij. 'En nog steeds wil je mijn vriend zijn?'
'Tuurlijk,' zeg ik en vervolgens kijk ik ongemakkelijk van hem weg.
Nu is mijn kans om naar zijn vader te vragen.
'Er was nog iets wat ik zag in de droom,' begin ik. 'Je kwam je huis binnen en ... je vader kwam naar beneden en ... hij sloeg je.'
Hij krimpt ineen als ik de laatste drie woorden uitspreek en er rolt een eerste traan over zijn wang. Hij kijkt weg en ik voel dat hij zich moet inhouden om niet weg te rennen.
'J-ja,' zegt hij en zijn stem trilt.
'Wil je erover praten?' vraag ik en ik laat mijn hand van zijn schouder vallen.
'M-misschien heb i-ik dat wel n-nodig,' zegt hij en hij kijkt me vlug aan voordat hij verder gaat. 'Mijn moeder overleed ongeveer twee jaar geleden, toen was ik er ook achter gekomen dat ik op jongens viel en was uit de kast gekomen voor mijn ouders. Mijn vader zei dat het mijn fout was dat moeder overleden was en toen b-begon hij met g-geweld en s-scheldwoorden.'
Hij neemt even een pauze om zijn wangen af te vegen want ondertussen zijn er een paar tranen uit zijn ogen ontsnapt.
'I-ik ging achter mijn vaders rug naar de schoolpsycholoog omdat het niet goed ging met mijn mentale gezondheid. Het hielp wel, maar toen kwam Mia en ging alles weer achteruit. Ik bleef binnen en at weinig. Mia heeft Elise naar me toegestuurd en ze heeft me het atelier laten zien. Ik ben terug beginnen schilderen, want ik was gestopt nadat mijn moeder overleden was. Vanaf toen is het terug goed gegaan en nu ben ik oké. Misschien is het goed dat ik bij mijn vader weg gegaan ben,' sluit hij zijn verhaal.
'Dat is het zeker. Heb je nog littekens?' vraag ik langzaam, niet helemaal zeker of ik dit wel mág vragen.
'Ja,' zegt hij schor en hij rolt zijn mouw op van zijn trui en laat zijn arm zien. Er is één schuin litteken te zien over zijn onderarm.
'Hij sloeg me soms met een riem of iets anders wat hij vond. Ik heb op mijn rug nog één groot litteken van één van de laatste dagen. Ook op mijn borst heb ik er één grote, maar die is kleiner dan die op mijn rug. De rest zijn allemaal kleine littekens.'
'Het spijt me,' zeg ik en ik wrijf heel langzaam met mijn vingers over zijn litteken.
Dan pas vallen de kleine sneetjes op. Ze zijn allemaal evenwijdig aan elkaar en horizontaal. Zijn hele onderarm staat er vol van, maar het valt niet op door het grote litteken.
'Van waar komen deze?' vraag ik en ik wrijf er zachtjes over.
Door de aanraking krijgt Livius kippenvel en trekt zijn arm weg.
'Sorry, ik ben het niet gewend als mensen mijn huid aanraken,' zegt hij en ik kijk naar hem op.
Hij rolt zijn mauw terug naar beneden en kijkt een beetje betrapt naar beneden.
'Heb je ze zelf gemaakt? De kleintjes?' vraag ik zacht en ik neem zijn arm terug vast en rol zijn mauw terug op om het te zien.
Het zijn er zo veel en ik voel een brok in mijn keel. Ik wil niet dat hij zich verwond heeft.
'J-ja,' zegt hij. 'Zoals ik al zei, het ging niet goed met me. Ik wou de metatale pijn bestrijden met fysieke pijn. Dat mijn vader me sloeg moest ik weg wassen dus wou ik er andere littekens opmaken om ze te verbergen.'
'Sorry, het spijt me zo ontzettend hard. Ik wou dat ik het had kunnen voorkomen,' zeg ik en ik wrijf opnieuw langs de littekens, heel zacht en langzaam.
'Het is niet jouw schuld,' zegt hij. 'Het gaat oké nu.'
'Maar ik wil dat je je gelukkig voelt,' zeg ik.
Hij glimlacht naar me.
'Dat gebeurt in de toekomst,' zegt hij.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top