21
Nathan,
Ik kijk met een grote glimlach naar mijn prachtige vriendin die haar skeelers aantrekt die al aardig gebruikt zijn.
'Waar zijn de jouwe?' Vraagt ze.
'Ik ga rennen' en wijs naar mijn joggingsbroek en sportshirt.
'Aha' en ze doet bij de honden de tuigjes om en ik sluit de kofferbak klep.
'Waar gaan we heen?'
'Kies maar, je maakt altijd een rondje' en ze knikt en rijdt linksaf op een rustig tenpo waarbij ik nog even kan warm lopen.
'Hoe groot is jullie huis?' en ze kijkt mij aan.
'Je hebt ineens wel erg veel interesse' lach ik en vind het leuk dat ze dingen over mij wil weten.
'Het is één grote villa als het ware die dient als packhuis. En een stuk verder aan de linkerkant staat een huis van mijn Gamma. Aan de rechterkant die van mijn Beta, achter het packhuis ongeveer een kilometer verder staat mijn huis, later ook die van jou en ergens halverwege staat het huis van mijn ouders. En daaromheen staan nog huizen van de oude beta en gamma van mijn vader en andere packleden' vertel ik en ze zucht opgelucht.
'Wat is er dan' en pak haar hand vast.
'Ik had een nachtmerrie' vertelt ze en ik draai haar om waardoor ze voor mij komt te staan, of eigenlijk struikelt ze tot stilstand, maar vang ik haar op.
'Waar ging het over?' Vraag ik en ze kijkt mij niet aan maar staart naar het plaatje op mijn shirt. Ik plaats twee vingers onder haar kin en draai haar hoofd zo omhoog, waardoor ze mij aankijkt.
'Je weet dat ik je bescherm tegen alles, maar als je dingen niet vertelt dan kan ik je niet beschermen' zeg ik en druk een kus op haar voorhoofd nadat ze heeft geknikt.
'Het was eigenlijk alsof het heel echt was, dat wat er laatst gebeurde, we gingen weer weg naar jullie packhuis die erg groot was. Uiteindelijk was je moeder ineens dat ze mij jurken wou laten passen. Dus ik vroeg zo wat de reden was. Ze zei dat het voor de markingsceremonie was, maar ik had het op de een of andere manier niet door. Toen kwam jij in pak, we waren opweg naar ergens. Je droeg mij. Toen waren we in jou kamer en je wou mij marken. Ik probeerde weg te komen, maar je greep mij op de gang weer en toen werd ik wakker' en ik luister naar haar hele verhaal.
'Ik ben dan wel een alpha, maar ik zou je nooit dwingen om je te marken of wat dan ook, ookal is de aandrang erg groot' mompel ik.
'Hoe zag het huis eruit?' Vraag ik.
'Echt groot, wel drie of vier villas bij elkaar. Bijna een kasteel zelfs' vertelt ze en ik zucht en een grom komt uit het diepste bij mij naar buiten.
'Wat is er?' Vraagt ze en ik kijk haar nu aan aangezien ik de omgeving aan het afspeuren ben.
'En ik was bij je?' Vraag ik een ze knikt en kijkt mij niet begrijpend aan.
'Wat is er?' Vraagt ze nogmaals.
'Ik heb een tweelingbroer' zeg ik en ze kijkt mij met grote ogen aan.
'Alleen hij is niet te vertrouwen, althans hij was niet te vertrouwen, want hij is dood. En ik kan niet kijken in je geheugen over hoe het gebouw eruit zag, maar zijn packhuis is inderdaad erg groot. Maar samen met hem tot de grond toe afgebrand' vertel ik haar en de honden zijn intussen met een paar andere honden aan het spelen.
'Je had een tweelingbroer?' Vraagt ze en ik knik.
'Hoe weet je dat hij echt dood is?' Vraagt ze en ik haal mijn schouders op.
'Omdat ik hem heb vermoord' zeg ik duidelijk en ik zie dat ze naar lucht hapt.
'Hemeltje' en ze kijkt naar de honden en gaat vervolgens zitten op het bankje een paar meter verder.
'Heb je een foto van hem?' Vraagt ze en ik pak mijn portemonee en laat een foto van ons beide zien, 5 jaar geleden.
'Links ben ik en rechts is Noah' vertel ik en ze neemt de foto.
'Jullie lijken echt op elkaar' fluistert ze voor haar doende, maar voor mij klinkt het als normaal volume.
'Ja, alleen hij was gevaarlijk' vertel ik haar ter verduidelijking, daarna geeft ze de foto weer terug en staat op.
'Zullen we verder?' Vraagt ze en ik knik, maar er komen wat mensen naar ons toe.
'Zijn die van jou?' Vragen ze en Cassandra knikt.
'Ja, is er iets gebeurd dan?' Vraagt ze en kijkt naar de honden.
'Die herder van je beschermde mijn baby tegen een kidnapper, ik weet niet waarom en hoe hij het wist, maar ik ben hem dankaar' zegt de jonge vrouw met de baby en Delgado die komt aangerend.
'Is alles goed met de baby?' Vraagt ze en gaat naar de vrouw toe.
'Ja, ik ben denk ik het meest geschrokken' zegt ze en haar hartslag is inderdaad erg hoog.
'Wat is ze mooi' en Cassandra kijkt met een glimlach naar de baby die haar ook aan kijkt.
'Wil je haar vasthouden?' Vraagt ze en Cassandra kijkt de vrouw ongelovig aan.
'Mag dat?' En ze neemt de baby over die met glinsterende ogen naar haar kijkt.
'Wat ben je mooi' fluistert ze en ik ga naast haar staan.
'Zijn jullie een stel?' Vraagt de vrouw en ik knik.
'Kijk maar uit straks wil ze er ook één' zegt de man die er net bij is komen staan.
Oh dat mag.
Maar het enige wat ik doe is glimlachen naar het beeld hoe ze met de baby staat.
'Een goede moeder zul je wel worden' zeg ik en ze kijkt mij aan en geeft de baby weer terug.
'Is er een kinderwens?' Vraagt de vrouw en kijkt ons om de beurten aan.
'Misschien later' zeg ik en Cassandra knikt.
'Ooit wel ja' zegt ze en ik sla mijn arm om haar schouders.
'Voorzichtig verder, bedankt dat ik haar mocht vasthouden' zegt Cassandra en ik zwaai nog voor we ons rondje maken en na 20 minuten weer bij de auto zijn.
Hmmm.... zou het kunnen dat Cassandra in de toekomst kan kijken?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top