Hoofdstuk 6
Het regende een beetje. Donkere wolken hingen in de lucht. Hazelpoot keek verdrietig naar het graf. Nachtstorm was vorige nacht overleden en hij was net begraven. "Bedankt dat je ons een nieuw thuis gaf" miauwde Steensprong. "Bedankt dat je me altijd steunde en dat je er altijd voor ons was" miauwde Zonneblad droefig. "Je was een goede leider" miauwde Briesveder. Hazelpoot wilde ook iets zeggen, maar ze wist niet wat. Iedereen hier kende Nachtstorm al heel lang en Hazelpoot kende hem nog maar een paar manen. Sterre was er ook. Ze keek naar het graf. "Ik heb je nooit leren kennen, maar je lijkt me een aardig kat" miauwde ze. Schuldgevoel prikte in Hazelpoot's vacht. Als ik nou gewoon tegen Rietpels had gezegt dat Nachtstorm ziek was, had hij nu misschien nog geleefd! Hazelpoot was niet alleen maar verdrietig omdat Nachtstorm dood was. Nachtstorm's dood liet Hazelpoot namelijk ook denken aan haar moeder. Hazelpoot zou haar moeder nooit meer zien, en Nachtstorm ook niet. Nooit meer. Behalve in de Sterrenclan misschien. Zou Nachtstorm in de Sterrenclan zijn? Vroeg Hazelpoot zich af. Als dat zo was, dan was er nog kans dat ze hem zou zien. De katten vertrokken terug naar het kamp. Briesveder was de nieuwe leider van de groep. Toen ze in het kamp aankwamen sprong hij op de rots die in het midden van het kamp stond. "Steensprong is de nieuwe commandant" riep hij. Daarna sprong hij weer van de rots af.
***
Het was een kwart maan nadat Nachtstorm was overleden. Ze zon scheen en er was geen wolkje in de lucht te bekennen. "Stop!" Riep Schorsklauw. Hazelpoot draaide haar kop. Schorsklauw stond voor Sterre. "Dit is al de tweede muis die je aan het eten bent! De rest van de groep verhongerd straks nog!" Miauwde hij. Sterre keek hem onschuldig aan. "Sorry" miauwde ze. Ze keek hem met grote, lieve ogen aan. "Laat maar" mompelde Schorsklauw en hij liep weg. "Laat alle katten die oud genoeg zijn om zichzelf te kunnen verdedigen zich verzamelen onder de Hoge Rots!" Riep Briesveder. Hazelpoot spitste haar oren. Briesveder had nog nooit zo'n oproep gedaan. Meestal riep hij:'Iedereen verzamelen!' Hazelpoot ging onder de rots zitten en keek naar Briesveder. "Hazelpoot", miauwde hij, "kom naast me staan." Hazelpoot stond verward op en klom op de rots. "Hazelpoot, beloof je de groep te verdedigen voor gevaar van eigen leven?" Vroeg Briesveder toen Hazelpoot naast hem stond. Hazelpoot keek hem vreemd aan. Word ik krijger? "Ja" miauwde Hazelpoot. Briesveder knikte. "Ik vraag mijn voorouders om neer te kijken op deze leerling. Ze heeft hard getrained en veel gejaagt en ze is nu klaar om krijger te worden" ging Briesveder verder. Hazelpoot's hart begon sneller te kloppen. "Hazelpoot, vanaf nu zul je bekend staan als Hazelhart. De clan eert je moed en loyaliteit en we welkomen je als volledige krijger van de Nachtclan" miauwde Briesveder. De Nachtclan! Hazelhart vond het een mooie naam voor de clan. "Bedankt" miauwde Hazelhart tegen haar Briesveder. Briesveder glimlachte vriendelijk. "Hazelhart, Hazelhart!" Riep iedereen. Zelfs Schorsklauw, en hij sprak de het ook nog eens goed uit! Hazelhart keek vanaf de Hoge Rots naar beneden. Daar zaten alle katten van de Nachtclan. Dit is het, dacht ze, dit is ons thuis.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top